Breskensche Courant 200 25 De strijd eener vrouw Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Binnenland Gewestelijk Nieuws 41ste Jaargang Zaterdag 30 April 1932 Nummer 3726 ABONNEMENT: per kwartaal f 1,25; buiten Breskens 1,40. Buitenland 6,50 per jaar Zondagsblad per kwar taal 0,65; en builen Breskens 0,725. Bui tenland 3J50 per jaar. Verschijnt - iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND - Advertentiën worden aangenomen tot uita^iUk 1 uur nam. Uitgave: J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS Tel. 21 Postrekening 70179 ADVERTENTIËN: van 1 5 regels f 0,75; iedere regel meer 15 ent. Ingez. mededeelingen 30 cent per regeL Handelsadüertentiên bij regelabonnement groote korting. Tarief op aan vraag verkrijgbaar. CR A Tl S oer zekering voor de abonrtës tegen ongelukken•en oei «oor de volgende bedragav gulden bij levens- gld bij dood mm gld bij ver- r— gld bij ver- a s-\ gld bij ver- lange ongeschikt- j I II I door j lies van een j(van een ^ies üan ccn heid lot werken een ongeluk hand of voet oog duim De risico üan bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallcn-Verzekering-Maalschappij „Fatum" te s-Gravenhage. gld bij ver lies van een wijsvinger 1 gld bij verlies III van eiken anderen vinger Met ingang van 1 Mei a.s wordt de prijs van 'van Henkel's Wasch-en Bleek-Soda 'van 10 cefnt tot [het radicale Schuur Ivan IJ cent tot [het moderne Afwaschmiddel [voor vaatwerk, van 15 cent tot met voortreffelijk Bleekmiddel [van 13 cent tot E. Ostcrmann Co's Handel-Mij. N.V., Amsterdam. f. fa Er is op het oogenblik veel te doen om den boter. De boter, die de boeren thans zoo goed als niet meer kwijt kunnen naar het buiten land. Er is „te veel". Men weet, dit begrip is zeer betrekkelijk, want waar de werkelijke behoefte groot en dringend is kan er op geen en kel gebied van productie, en zeker niet op het terrein van de levensmid delen, van een „te veel" in den eigenlijken zin van het woord sprake zijn. Alleen ten opzichte van de koopkrachtige vraag, die een zekere winstmarge verzekert, kan men van over-productie of onder-consumptie spreken, een toestand, welke thans alom ter wereld in het leven is ge roepen, vooral door de hooge in voerrechten, de contingenteeringen en de deviezenverordeningen. Door de groote hoeveelheden boter hier te lande is de prijs sterk gedaald, zoo sterk, dat de prijs van de melk er eveneens is door beinvloed. De melkfabrieken betalen niet meer dan 3 4 cent per Liter. Daaraan moet nog het feit worden toegevoegd, dat een groot aantal landen, dat even eens een botersurplus heeft, hun voorraden op de Nederlandsche markt hebben gespuid. De regeering heeft nu den invoer van boter aan banden gelegd. Tevens heeft zij, om aan den nood der veehouderij men denke aan het bezoek van de Koningin aan verschillende zuivel- centra tegemoet te komen een wetsontwerp ingediend, waarbij, evenals met de tarwe het geval was, sprake is van een „menggebod," n.l. van een bepaalde hoeveelheid boter door de margarine I Een „Botercen- trale" zal worden ingesteld, die be last wordt met den verkoop van de boter aan de margarinefabrieken. Voorts zal voor de onvermengde boter voor binnenlandsch gebruik een prijs worden berekend, die hoo- ger is, dan die, welke de margarine- industrie heeft te betalen. Op de kaas zal verder een accijns worden geheven. Een fonds zal worden ge vormd, waaruit een toeslag zal wor den betaald van ruim ll/g cent per Liter voor de fabriekmatig te ver werken melk. De boter-accijns komt in de prac- tijk waarschijnlijk neer op gemiddeld een halve gulden per K.G. Het verzet tegen dit ontwerp is alom groot. Vooral van de zijde van de coöperatieve bedrijven wordt er tegen geprotesteerd omdat zij het gevaar groot acht, dat men ons voor boter-knoeiers zal gaan houden, om dat de grens tusschen boter en mar garine zal worden vervaagd. Marga rine, gemengd met boter, zal worden beschouwd als boter, gemengd met margarine, hetgeen neerkomt op bo- tervervalsching. Uit ritueele over wegen zijn er voorts bezwaren bin nengekomen van het College van Opperrabbijnen, daar de Israëlieten bij vleeschspijzcn geen melkvetten mogen nuttigen, doch alleen kunst boter van uitsluitend plantaardige vetten. Het meest betreurenswaardige bij dit ontwerp is wel het feit, dat het hier een artikel betreft, dat een le vensmiddel van de eerste orde is, dat door velen niet meer zal kun nen worden gebruikt. BRESKENS. Tot tijdelijk Waterbouwkundige bij het Waterschap Oud en Jong Bres kens is benoemd de heer H. J. Swenne te Middelburg. AARDENBURG. Donderdag 21 April hield de af deeling Aardenburg van de Maat schappij tot bevordering van Ooft- en Tuinbouw een algemeene ver gadering bij den heer S. G. Cuele- naere. Het bezoek was matig. Na opening door den Voorzitter, dhr. J. Hollebrand, lezing en goed keuring der notulen bracht de pen- ningmeesteres Mej. A. L. M. Bus- scher, de rekening over van het afgeloopen dienstjaar. De ontvangsten bedroegen f 180,08 De uitgaven f 29,30 Goed slot f 100,78 De bescheiden werden nagezien door de heeren L. P. Noliet G. P. H. Wijffels. Alles 'werd in orde bevonden en de voorzitter dankt de penningmeesteres voor haar werk en voor haar nauwkeurig beheer. De voorzitter gaf daarna een kort overzicht van de werkzaamheden over het tentoonstellingsjaar 1931. voornamelijk wat betreft de inzen ding der afdeelingg op de tentoon stelling in September. Hij meende, dat het voor de jonge afdeeling Aar denburg een blijk van durf was zich te willen meten met de afdeelingen Schoondijke, Breskens en Oostburg, die ouder waren en meer ondervin ding hadden en waarvan hij wist, dat er veel liefhebberij voor bloe men en planten bij de leden bestaat. Maar het was hem en de Secretaris bijeen bezoek aan diverse tuinen en bij eenige liefhebbers en liefhebsters van bloemen in deze gemeente ge bleken, dat er door de afdeeling zeker iets goeds kon bijeengebracht worden. Er werden dan ook door de leden veel toezeggingen gedaan. Maar nu de uitvoering! Het op stellen van den standi Dat dreigde een oogenblik mis te loopen. De be stuursleden, Mevr. van den Broecke en bij waren geheel of gedeeltelijk gebonden aan de inzending van den heer C. M. van den Broecke, terwijl onze secretaris, dhr. I. A. de Brau- wer enkele dagen voor de tentoon stelling onverwacht het werk van den algemeenen secretaris moest overnemen (waaraan ook de heer Hollebrand af en toe ijverig mee werkte) zoodat de inzending van Aardenburg dreigde te mislukken. Andere afdeelingen waren reeds een heel eind gevorderd met hun stand, toen het hoekje van Aar denburg nog maagdelijk blank lag. Maar, zei de voorzitter, toen nam onze penningmeesteres de 'koe bij de horens en toog aan den arbeid, weldra bijgestaan door Mej. J. M. van de Plassche. Planten en bloemen werden ge bracht en aangehaald en onder lei ding van beide dames geplaatst en gerangschikt, zoodat er weldra een aardige stand opgericht werd, die de Jury den 3en prijs waardig keurde. De afdeeling kon daarmede zeer tevreden zijn en de voorzitter bracht een hartelijk woord van dank voor de moeiten en ijver betoond vooral door Mej. Busscher, maar ook door Mej. Van de Plassche. Verder deelde de voorzitter mede, dat het bestuur besloten had bin nenkort plantjes onder de leden uit te deelen en daarvan dan in 't na jaar een plaatselijke tentoonstelling te houden, wellicht half September. Wanneer wij gezien hebben, dat Aar denburg in 1931 bekroond is ge worden voor haar eerste inzending met een 3e prijs, dan kan Aarden burg ook een plaatselijke tentoon stelling houden evenals dat in Schoondijke, Breskens en Oostburg gebeurt, maar men moet willen en daar twijfelt hij niet aan, want het bevordert zeer sterk de liefhebberij van bloemen en planten kweeken en het is zeer leerzaam. Het bestuur zal trachten plantjes enz. uit te deelen, welke ongeveer alle van dezelfde grootte en sterkte zijn, zoodat het eene lid niet ja- loersch zal behoeven te zijn op het andere. Behalve bloemen en planten, die uitgedeeld zullen worden, zal er ook gelegenheid zijn voor bloemenlief- ieder geval heeft Mark je nu ge toond, dat hij van je houdt en ik zou wel graag willen hooren, wat voor antwoord de goede jongen zal krijgen I" „U bent een echte schat, uw goe de jongen kan zich gelukkig ach ten uw neef te zijn," en Lettice boog zich voorover om Dorothea een hartelijken zoen te geven. „Wan neer denkt u ooit aan uzelf, aan uw eigen genoegens en verdriet. Al tijd denkt u aan ons, onbelangrijke wezens en werkelijk, iedere man met een paar oogen in z'n hoofd, moest op z'n knieën voor u neervallen en u aanbidden". „Maar m'n lieve kind, ik ben een oude vrouw met wit haar, praat toch niet zulke gekheid". „Dat is maar malligheid," was 't weinige eerbiedige antwoord, „u bent gewoon aan 't visschen, want u weet drommels goed, dat er niets ouds aan u is, u bent net zoo jong als ik, jonger zelfs I Eén ding, wat ik Mark zal zeggen is, dat zijn tante een ware bedriegster is". JWordt vervolgd.} FEUILLETON 32. (Honor Bricht) door L. G. MOBERLY met vertaling van Mevr. De Vry ObreenBreda Kleynenberg. o „Mark heeft alleen aan jou ge dacht en wat 't beste voor jou was". Jforothea was dadelijk op haar ach terste beenen, nu haar dierbaar eenigst kieken werd aangevallen, al was 't dan ook niet erg. „Ik weet" en Lettice knikte wijs 't hoofd, „ik ben overtuigd, dat hij dacht, alleen aan 't beste voor mij te denken, maar deed hij dit? M'n lief pleegmoedertje, bekijk 't eens van mijn standpunt, evenals van 't zijne, 't Al of niet buiten be schouwing gelaten, maar veronder stel, dat ik van hem was gaan hou den, vóór hij vertrok, was 'tdan werkelijk gelukkiger voor mij ge weest, niet te weten, hoe zijn ge voelens waren, dan dat hij 't mij gezegd had? Zou 't voor mij niet veel heerlijker zijn geweest, te we ten, dat hij ook van mij hield, zou me dit niet rustig en gelukkig ge stemd hebben? Zou het heusch beter zijn geweest dat ik steeds door in twijfel had geleefd en me altijd weer af had moeten vragen of ik m'n liefde had gegeven aan iemand, die er niet van gediend was?" „Maar een man schrikt er nu een maal van terug een vrouw aan zich te binden wanneer hij gevaar en moeilijkheden tegemoet gaat, en dit is héél natuurlijk. In den oorlog voelden veel mannen „Veel mannen deden dwaas en verkeerd," viel Lettice vlug in de reden. „Lieve hemel, als een man naar den oorlog moest en gedood werd, gelooft u dan niet, dat de vrouw, waar hij van hield, dit liever geweten had, dan de rest van haar leven te moeten doorbrengen in on zekerheid of 't zoo was? U kunt niet tegenspreken, dat wat ik zeg waar is, al moet u Mark's eer op houden," voegde ze er met een oolijke uitdrukking in haar oogen, aan toe. „Wat je zegt is absoluut waar," gaf Dorothea plotseling geheel toe, „je hebt groot gelijk, lieve kind" en ze keek 't meisje in 't van op winding gloeiende gezichtje, met een opeens door tranen benevelden blik. „Ik zelf ,yHè, gaat u door, wat u zelf?" „Och lieverd, wat zal ik eigenlijk die oude herinneringen op gaan ha len, ik weet niet, hoe ik er toe kwam over mezelf te beginnen". „Toe vertel 't me," zei Lettice zacht. „We praten, nu over jou liefdes geschiedenis, niet over de mijne," antwoordde Dorothea vastberaden, „en vergeet toch niet, dat ik zestig ben, voor mij is dat alles lang voor bij en ik heb afgedaan". „Wat doet. die zestig er toe?" Lettice gooide luchtig den leeftijd overboord „U ben.t jong van hart en ziet er minstens even knap uit als vroeger 't geval was. Er zou best nog een man op u verliefd kunnen worden. Maar vertel me nu eens, waarom u net zei: „ik zelf". „Het is een héél oude geschiede nis," Dorothea sprak op een voor gewend luchtigen toon, „zoo oud als de Zuid-Afrikaansche oorlog een groot vriend van me ging mee vechten in dien oorlog hij kwam nooit terug, en ik heb nooit ge weten of ik 'n weinig voor hem be- teekend heb. Ik zou wat gegeven hebben, als ik 't geweten had". „Dat was niet juist," riep Lettice heftig uit, „hij had 't u moeten zeg gen, vóór hij vertrok, als hij van u hield". „.Hij dacht natuurlijk te doen, wat 't beste voor mij was, daar ben ik zeker van, maar soms zou ik alles hebben willen geven, om achter de waarheid te zijn gekomen. Hoe 't zij, we gaan nu niet verder in op ge beurtenissen van ruim dertig jaar geleden, ik kwam er alleen op, om dat er een zekere overeenkomst be staat tusschen jou en mijl Maar in

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1932 | | pagina 1