rant
50
40
25
200
De strijd eener vrouw
Mundus /ÏS'Vil
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zesuwsch-Vlaanderen.
Buitenland
FEUILLETON
Binnenland
41ste Jaargang
Zitcdag 12 Maart 1932
Nummer 3713
ABONNEMENT-,
per kwartaal 1,25;
buiten Breskens J 1,40.
Buitenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal f 0,65; en builen
Breskens 0,725. Bui
tenland 3,50 per jaar.
Verschijnt:
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND -
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam.
Uitgave:
J. C. LE 1LEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van I 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadvertenliên bij
regelabonnement groote
korting. Tarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GR A TI S verzekering voor de
abonné's tegen ongelukken, en
wel Voor de volgende bedragen:
gld bij ver
lies van een
gulden bij levens- gld bij dood ry gld bij ver-
lange ongeschikt- J i Bi I door lies van een
heid tot werken een ongeluk hand of voet v oog
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen- Verzekering-Maatschappij
gld bij ver
lies van een
duim
Fatum" te 's-Gravcnhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
i gld bij verlies
lij van eiken
anderen vinger
Briand is dood. De geschiedenis
moge over hem het definitieve oor
deel uitspreken. De tijd is thans
daarvoor nog niet gekomen. Het is
niet mogelijk enkele dagen na den
dood van een prominent staatsman
uit te maken, of de richtsnoeren
van zijn politieken loopbaan, gezien
in het licht der wereldontwikkeling,
blijken juist te zijn geweest, of dwaal
wegen te hebben bewandeld. Het is
vooral niet mogelijk, omdat, zoo
dicht bij de directe gebeurtenissen
het trekken van een scheidingslijn
tusschen datgene, wat de persoon
als individu aan woorden meedroeg
en datgene wat hij als representant
van een generatie, van een tijdperk
beteekende, ondoenlijk is.
Wat echter wel zeker is, is dit
Al de jaren van Briand's grootsten
roem als staatsman, is zijn naam
verbonden geweest aan de vredes-
gedachte. Men heeft hem zelfs vre
desapostel genoemd. Men" heeft hem
den Nobelprijs voor den vrede toe
gekend. Zoolang Briand minister
was, zou er geen oorlog komen,
naar hij zelve zeide. Intusschen ech
ter werden de bewapeningen der di
verse landen, en ook van zijn eigen
land, krachtiger georganiseerd dan
ooit. Intusschen liepen practisch alle
pogingen, om tot beperking, laat
staan vermindering van bewapenin
gen te verkrijgen dood op de tegen-
gestelde belangen en belangenin-
zichten der diverse landen. Intus
schen barstte in het Verre Oosten
een oorlog los, die o, bittere
ironie van het Kellogpact ge
leerd had binnen de perken van het
wettelijk toegestane te blijven, n.l.
door zich eenvoudig geen oorlog
te noemen, maar conflict.
Welke de waarde van Briand, als
indiviudeele verschijning en als re
presentatief staatsman dus ook moge
zijn geweest, zooals de algemeene
toestand zich thans voordoet, is zijn
zending als vredesapostel niet bij
zonder vruchtbaar geweest. En het
behoeft dan ook niet buitenmate
te verwonderen, dat de naam van
den man, die jarenlang vele malen
dagelijks genoemd werd in de di
verse kolommen van de rubriek bui
tenland der dagbladen, in het afge-
loopen jaar zoozeer van zijn glans
verloren heeft, dat het gevoel bij
zeer velen overheerschte, toen zij
zijn doodstijding lazen, dat hier een
historische, maar actueel geenszins
19.
(Honor Bricht)
door
L. G. MOBERLY
met vertaling van
Mevr. De Vry ObreenBreda
Kleynenberg.
o
Honor stond op, papier en pot
lood liet ze uit haar hand vallen
op den grond. „Ik zie niet in, wat
er nog verder over te spreken valt,"
zei ze, „U zegt me op en hier is 't
dan mee uit, 't spijt me wel".
„(Maar hier is 'tniet mee uit,"
glimlachte hij weer, op z'n eigen
aardige manier, 't begint pas, in
plaats van dat 't eindigt, tenminste,
dat hoop ik".
„Ik begrijp niet begon Ho-
nor, maar stokte toen Martin z'n
stoel achteruit schoof, naast haar
kwam staan en haar in de rede
viel, zijn stem plotseling zonderling
teeder: „Maar lief kind, dacht je
nu werkelijk, dat ik je wou ont-
meer belangrijke, figuur het tijdelij
ke met het eeuwige verwisseld had.
Zijn invloed op de gebeurtenissen
was dan ook werkelijk tot het nul
punt gedaald. Wat hiervan de oor
zaken zijn, ook dit kan in dit oogen-
blik nog niet beoordeeld worden.
Het waarschijnlijkste is, dat zijn fi
guur niet sterk genoeg is geweest
om den stroom van door de we
reldcrisis losgeslagen hartstochten en
noodzakelijkheden te beheerschen en
te leiden. Dit te constateeren, be-
teekent echter reeds een vrij groote
lof. Men kan in een geringerer strijd
het onderspit delven! En hoe fel
de thans losgeslagen hartstochten
zijn, blijkt wel uit de beschouwingen,
die voor- en tegenstanders van
Briand bij zijn dood aan hem ge
wijd hebben. Waren er niet, die het
betreurden, dat hij thans reeds stierf
en aldus de hem toekomende straf,
schandpaal en fusileering, ontging?
Waren zij niet talrijk, die hem, dood,
nog achtervolgden met hun felste
invectieven en hatelijkste scheld
woorden? Het schijnt wel uiterst
moeilijk te zijn in dezen tijd een
minimale beheersching van eigen
passies op te brengen 1
Men zal te meer indulgent zijn
in het oordeelen over datgene wat
Briand bereikt en niet bereikt heeft,
wanneer men een oogenblik de ge
dachten bepaalt, op wat zich thans
weer in het Verre Oosten afspeelt.
Ondanks hét feit, dat te Genève dè
knapste staatslieden van de geheele
wereld bijeen zijn, gaan de gebeur
tenissen in China immers, alsof er
geen Genève ter wereld bestond,
hun eigen, autonomen gang. Nog
slechts enkele dagen geleden werd
de wereld verblijd met de berichten
over een staken van de vijandelijk
heden in Sjanghai. Ingewijden oor
deelden reeds toen, dat men zich
hierover niet te zeer moest verheu
gen, aangezien de Japansch-Chi-
neesche verhoudingen nog verre van
een zoodanig evenwicht afwaren,
waarop men een overeenkomst en
een vréde kon verwachten, die al
thans eenigen tijd zou kunnen duren.
Zij blijken thans slechts al te zeer
gelijk te hebben. De berichten, die
uit dit zoo ver van ons verwijderde
werelddeel tot ons komen, staan we
liswaar niet toe een afgerond oordeel
over den stand van zaken te vormen,
maar geven wel gelegenheid te con
stateeren, dat van een staken der
vijandelijkheden geen sprake is, dat
integendeel beide partijen zich met
volle kracht voorbereiden op nieu-
slaan, geen mensch, die niet een
volslagen gek is, zou een secretares
se als jou ontslaan. Begrijp je niet"
en hij legde z'n handen op haar
beide schouders, „begrijp je dan
niet, dat al wensch ik je niet meer
als m'n secretaresse, ik je toch wei
in een andere hoedanigheid zou kun
nen wenschen?"
„In een andere hoedanigheid?"
„Onhandige kerel, dat ik ben, ik
druk me ook zoo ongelukkig uit, net
anders, dan 't moest, maar m'n po
ging bestaat hierin, je te vragen,
in plaats van mijn secretaresse, mijn
vrouw te willen zijn?"
„Oh!" zei Honor zacht en haar
gezicht werd overtogen door een
hevige blos. „Ik dacht, ik bedoel,
't leek of 't niet eens tot U door
drong, dat ik een vrouw was, dus
nog minder..."
„Dat was dan verkeerd ingezien,"
geamuseerd en teeder klonk z'n
lachje, „sinds ik uit 't buitenland
terug ben, heb ik ingezien, wat je
voor me beteekent, ik leerde meer
en meer van je houden, en nu, nu
begrijp ik niet, hoe ik 't ooit nog
zonder je zou moeten stellen, dit
is de eenvoudige en waarachtige
waarheid".
wen strijd, misschien zelfs op den
eigenlijken strijd, en dat de offi-
cieele verklaringen en de schoone
woorden, die uit de Japansche en
Chineesche departementen klinken,
misschien wel zeer goed zijn be
doeld, maar in ieder geval toch wei
nig te maken hebben met wat er
in werkelijkheid zich afspeelt in de
omstreden belangengebieden. Men
late zich niet in slaap sussen, wan
neer dus eenige dagen lang weinig
nieuws van het Oostelijk front ge
meld wordt. Integendeel, men pre-
pareere zich op een strijd, die nog
lang kan duren. Laat ons hopen,
dat het meevalt.
B een prachtfietsl I
Verkrijgbaar in iederen goeden rijwiel
handel.
Fabrikante:
Firma Gebrs. KAAN, Middelburg
In den toestand van de Twent-
sche textielstaking is een ingrijpende
wijziging ingetreden. Het is zoo goed
als zeker, dat er, thans een einde
is gekomen" aan dé samenwerking
tusschen de arbeidersorganisaties.
De rechtsche vakbonden namelijk,
die financieel zeer zwak staan om
een staking als deze te kunnen fi
nancieren, hebben zich bereid ver
klaard verder te onderhandelen met
de werkgevers op een grondslag,
die de moderne organisatie niet kan
aanvaarden, n.l. met het vast
houden aan de tweede, als straf
opgelegde 5 pCt. loonsverlaging. De
onderhandelingen van de afgeloopen
weken, onder leiding van den bur
gemeester van Enschede, Edo Bergs-
ma, hebben door de houding van
de werkgevers, die dit punt niet
wilden laten vallen, dan ook geen
enkel resultaat opgeleverd, behalve
dan dat men zou trachten voort te
gaan met de besprekingen. De „Een
dracht" heeft daarom gemeend van
verdere conferenties te moeten af
zien, in tegenstelling met de con-
fessioneele groepen dus. Het gevolg
hiervan is, dat de eenheid der ar
beiders gebroken is, en dat een ge
heel nieuwe situatie in Twente is
geschapen. Of het einde van de
„Maar stamelde Honor en
kwam niet verder.
„Maar, je kunt niet van zoo'n
ellendeling als ik ben houden, is dat
wat je wou gaan zeggen?"
„Nee, zooiets was ik heelemaal
niet van plan te gaan zeggen"
en ze wierp hem een verontwaar
digden blik toe „ik vind U aller
minst een ellendeling, zooiets naars
zou ik niet kunnen zeggen".
„Bedoel je hiermee, dat er mis
schien een tijd zal komen, dat je
zou kunnen leeren een beetje van
me te gaan houden? Zou er een
tijd komen, dat ik je liefde zal kun
nen winnen?"
„Wat 't leeren aangaat, dat weet
ik niet zacht en ontroerd klonk
Honor's stem, evenmin als eens
't winnen van mijn liefde, ik eens
klaps richtte ze haar hoofd op en
zag hem recht in 't gezicht „ik
geloof niet, dat ik veel behoef te
leeren, ik ik heb al veel geleerd,
ik kon er niets aan doen!"
Met de handen, die op haar schou
ders rustten, trok hij haar dichter
tegen zich aan. „Je zegt dit toch
niet, omdat je medelijden hebt met
een kerel, die rondloopt als een beer
met een gewonden kop?"
staking nabij is, valt uit hetgeen thans
bekend is, nog niet met zekerheid
te zeggen.
Te Almelo, waar eveneens een
conflict op groote schaal langen tijd
heeft gedreigd, heeft men dit weten
te voorkomen. Hoewel van arbei
derszijde hevige tegenkanting tegen
de voorstellen tot loonsverlaging der
Almelosche Fabrikantenvereeniging
bestond, heeft men toch besloten
deze voorstellen te aanvaarden, zij
het onder protest.
Een derde conflict, n.l. dat in het
heerenkleedingbedrijf, is eveneens
geen werkelijkheid geworden, be
halve te Enschede, In de gegeven
omstandigheden heeft men overal de
staking verworpen. De kleermakers
te Enschede echter zijn wel in sta
king gegaan, omdat zij van oordeel
zijn, dat deze plaats in een te lage
loonklasse is ingedeeld. Over dit ge
schil zal worden geconfereerd.
Conflict nummer vier dreigt nog
steeds in den mijnbouw. De loonen
in dit bedrijf zijn sinds 1921 reeds
gedaald met 30 pCt., terwijl het zich
sterk heeft kunnen ontwikkelen. In
de vergaderingen der Contactcom
missie voor het Mijnbedrijf zijn de
diverse punten besproken, maar een
oplossing kon nog niet worden be
reikt. De besprekingen zullen wor
den voortgezet. De arbeiders hebben
zich tegen loonsverlaging verklaard.
O.m. werd aangevoerd, dat de op
eenvolging van loonsverlagingen niet
heeft kunnen verhinderen, dat de
toestand van het bedrijf steeds slech
ter werd. Ook in de toekomst zou
daarvan geen blijvende verbetering
zijn te verwachten. De tegenwoordi
ge moeilijkheden zouden met alle
belanghebbenden onder het oog
moeten worden gezien, waarbij voorts
internationale regelingen moeten tot
stand komen. De directies voeren
hier tegenover aan, dat als men
hierop zou moeten wachten het Ne-
derlandsche mijnbedrijf inmiddels te
gronde zal zijn gegaan.
Met groote hardnekkigheid wordt
de staking in de stroocartonindustrie
voortgezet. Veel nieuws komt er niet
uit het Noorden. Alleen kan ge
wezen worden op een door 1100
stakers bezochte vergadering te Win
schoten. Opgewekt werd tot voort
zetting van den strijd. Naar in deze
bijeenkomst werd medegedeeld is
door een bekend persoon te Gro
ningen een poging gedaan tot be
middeling, echter zonder resultaat.
Als wij tenslotte dan nog wijzen
op een dreigend bakkersconflict te
„Heb je dat dan," vroeg ze, haar
stem wat gedempt door den jas,
waar ze haar hoofd tegenaan drukte,
„in ieder geval dacht ik, dat dat
beter was den laatsten tijd," voegde
ze er aan toe.
„Dat is 'took wel, dank zij jou,
de oude wond is bijna genezen, ik
weet niet of 't zelfs niet heelemaal
genezen is!"
„Dus er was een oude wond?"
vroeg ze vriendelijk, terwijl hij haar
in een grooten stoel zette en zelf op
een van de leuningen ging zitten.
„Er was een wond, die ik dacht,
dat nooit zou heelen," was zijn ant
woord. „Ik had 'tje willen vertellen,
voordat ik je vroeg, wat ik je ge
vraagd heb, waar je intusschen nog
geen rechtstreeksch antwoord op ge
geven hebtl"
„Ik dacht toch wel, dat ik er op
geantwoord had".
„Ja, misschien op een echte vrou
wenmanier, met een omweggetje,
maar je hebt niet ronduit gezegd:
„Guy, ik houd van je en zal met je
trouwen, zoodra je maar wilt".
„Dat zal ik alvast zeker niet doen,"
wierp ze, vroolijk lachend, tegen.
„Ik ben niet van plan me hals over
kop in zoo'n hoogst onzekere on-
Rotterdam, terwijl er tevens oneenig-
heid is ontstaan in de Friesche zui
velindustrie, dan ziet de naaste toe
komst er wel somber uit.
Sproeten komen vroeg in het
voorjaar, koop tijdig een pot
Bij alle Drogisten.
Pot 90^-et^TTube 50 ct. Zeep 60 ct.
Verkeerslessen
van den A. N. W B
o—
le Les.
Steek den rijweg loodrecht over!
De eerste les behandelt het over
steken van een drukke straat.
„Steek den rijweg loodrecht over"
is het onderschrift van dit zegel
en de afbeelding vertoont, hoe on
bezonnen Pietje het verkeerd en hoe
slimme Jantje het goed doet.
Bij deze eerste les kan het kind
eraan worden herinnerd, dat de rij
weg bestemd is voor auto's en fiet
sen (tenzij er voor de fietsers een
afzonderlijk rijwielpad is, want dan
hooren ze dóór thuis). Het trottoir
is voor de voetgangers. Daar loo-
pen ze veilig en dreigt geen gevaar.
Toch moet de wandelaar ook wel
eens op den rijweg komen, als hij
de straat moet oversteken en nu is
het de kunst om dat goed en veilig
te doen.
Moeilijk is dat niet, maar je moet
goed opletten.
Op het rechter plaatje doet Jan
het goed. Hij steekt recht over, dat
is de kortste weg. Het is ook de
veiligste weg, want Jan kan nu naar
links en rechts uitkijken, of er ook
een auto, of een kar, of een fiets
aankomt. Hij heeft al uitgekeken
vóórdat hij overstak. Eerst heeft hij
naar links gekeken, omdat van dien
kant het eerst gevaar dreigt. Weet
ge waarom? Het is gemakkelijk te
onthouden: omdat alle verkeer de
derneming te steken. Je weet eigen
lijk heelemaal niet hoe ik ben, je
zal me nog héél wat beter moeten
leeren kennen, vóór we kunnen gaan
praten over trouwen".
„Laat me niet te lang wachten
zijn lachende toon werd ernstiger;
„ik ben een eenzaam mensch, erg
eenzaam en ik verlang er naar je
gauw bij me te hebben. Stel geen
onnoodige hindernissen op". Zijn
ernst sprak tot haar hart.
„Nee, dat zal ik heusch niet
doen," zei ze, „en je zal geen mi
nuut langer alleen zijn, dan ik hel
pen kan. Is 't niet mogelijk, dat
ik de twee posten vereenig, die van
huishoudster en secretaresse? Ik zou
't niets prettig vinden, als je voor
mij een andere naml"
Hij lachte en streek liefkoozend
over haar glanzende haar, zijn uit
bundig, jongensachtig lachen deed
haar goed, zoo héél iets anders,
dan zijn bitter lachje van vroeger.
„Vertel me nu over je gewonde
hoofd," zei ze na een oogenblikje,
„of je moet 't beter vinden, dat ik
je brieven opneem en aan 'twerk
ga?"
(Wordt vervolgd).