Breskensche Courant 40 25 De strijd eener vrouw Nieuws van liet Zendingsveld. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Se\e ^e9aar. FEUILLETON 41ste Jaargang Woensdag 9 Maart 1932 Nummer 3712 ABONNEMENT: per kwartaal 1,25; buiten Breskens f 1,40. Buitenland 6,50 per jaar. Zondagsblad per kwar taal f 0,65; en buiten Breskens f 0,72$Bui tenland f 3,50 per jaar. Verschijnt: - iederen üiNSDAG- en VRIJDAGAVOND Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur n*in. Uitgave: J. C. LE RLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS Tel. 21 Postrekening 70179 ADVERTENTIËN: van I 5 regels f 0,75; iederregel meer 15 ent. Ingez. mededeelingen 30 cent per regel. Handelsadvertentièn bij regelabonnement groote kortingTarief op aan vraag verkrijgbaar. GRATIS verzekering voor de Su^en bij levens- 1 f~\ f~\ bij dood wj gld bij ver- r* 0er' abonné's tegen ongelukken, en Ji li I lange ongeschikt- lij ij door lies van een j( ^es üan een vel voor de volgende bedragen: hcid tot werken een ongeluk hand of voet oog De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen- Verzekering-Maatschappij gld bij ver lies van een duim „Fatum" te 's-Gravenhage. gld bij ver lies van een Wijsvinger s~\ gld bij verlies ill üan e^en anderen vinger O Indrukwekkend, zijn lange, ge spierde armen geslagen om den we reldbol, de blik hoopvol op de toe komst gericht, zoo zit Uncle Sam op zijn gouden troonMaar aan het voetstuk van dezen troon kna gen de ratten, kleine diertjes, maar flink en met scherpe tandjes, scheeve oogjes en gele, Japansche snoetjes. De spaanders vliegen links en rechts: Guam, de Philippijnen, Hawaii, het immigratieverbodI De troon wankelt daardoor, maar steeds zit Oom Sam op zijn zetel en omspant hij nog met zijn lange armen den aardbol, waar boven de sterrenvlag wappert en steeds houdt hij den blik gericht op de toekomst l Met deze, onlangs in een groot Amerikaansch tijdschrift uitgegeven caricatuur, is eigenlijk het probleem Japan-Amerika weergegeven. Natuur lijk is het geheel wel wat overdre ven, maar daar is het caricatuur voor: in den grond is de zaak inder daad zoo. Het geweldige Amerika, wiens handen meer dan Oom Sam lief kan zijn, gebonden zijn door de economische wereldcrisis, door de afnemende soliditeit, door de zor gen voor amortisatie en rentetrek king van het geleendé staatsgeld, is tegenover het woelen en knagen van Japan op de Philippijnen en de Sandwich-eilanden tamelijk weer loos. En weemoedig, een tikje iro nisch zelfs, twinkelen de musschen op het dak van het witglanzende kapitool te Washington: „Wees ge groet Hawaii - wie weet, hoe lang je nog tot onze onvolprezen staten bond behoortl" O De oorvijgen, die de zeer eerwaar de Amerikaansche vice-consul in Charbin van de Japansche studenten incasseerde, de gevangeneming van Amerikaansche zeelieden van het stoomschip „Antilochos" in de ha ven van Hakodate (op Hokkaido), het zenden van kruisers en 300 ge vechtsvliegtuigen naar Hawaii dat alles zijn de eerste zichtbare resultaten van een meer dan 15 jaar in de duisternis gevoerden strijd. Japan overbevolkt en rusteloos werkend, teneinde zijn industrieën 18. (Honor Bricht) door L. G. MOBERLY met vertaling van Mevr. De Vry ObreenBreda Kleynenberg. o Misschien was 'tnog met de ge dachte aan dat gezang en door 't lenteachtige in de lucht, dat ze een bijzondere glans had in haar oogen, toen ze Martin's kamer binnen kwam. Deze keek haar onderzoe kend aan. ,,U ziet er uit, alsof U plotse ling 't Paradijs ontdekt hebt," zei hij. „Wat is er gebeurd?" „Ik heb ontdekt, dat vandaag de lente gekomen is," antwoordde ze, „vannacht moet ze haar intree heb ben gedaan, want 't park zag er vanmorgen opeens héél anders uit, dan gisteren. Hoe ik 't precies be doel, kan ik niet uitleggen, maar 'tis een feit, de lente is er!" „Zelfs in Uw oogen is ze," zei Martin, zijn blik niet van haar af zoo hoog mogelijk op te voeren is de aanvaller! Amerika, ten zeerste gehandicapt door zijn vele andere zorgen, is de aangevallene. Tot nog toe ligt het voordeel ge heel aan de zijde van den aanval lerHoe het zou zijn, als de ge weldige pantsertorens van de grijze dread-noughts begonnen te spre ken, als in de wolkenlooze, heldere hemel van den Stillen Oceaan bom menwerper-eskaders en jachtvlieg tuigen kruisten, indien er op Ha waii Japansche en op Bonin Ameri kaansche landingstroepen zouden verschijnen, is niet te voorspellen. Waarschijnlijk echter zouden dan de gele, door den Yankee schouder ophalend als „Japs" gedisqualificeer- de, troepen leelijk bakzeil halen. Dat wil zeggen officieel. Officieus echter zouden de Japenners verder woelen en iedere Meter bodem, die Mili tair verloren was gegaan, op di plomatieke wijze, in het duister, weer terugwinnen. En daar men dit weet zoowel in Tokio als in Washing ton zullen in de eerstvolgende maanden de geladen kanonnen nog niet losbranden. Het hoofdwapen in dezen strijd zal wel de Yen blijven. En de Dollar natuurlijk! '0 Vijftien jaar reeds strijd, een har de worsteling in het verre Oosten en Europa staat er verbijsterd bij te kijken, ziet als er toevallig eens een bom springt de uitwerking, maar is blind voor de oorzaken! Want de voorstelling, als zouden de grijze Japansche autoriteiten, die den Mikado in Tokio geregeld van advies dienen, bloeddorstige wezens zijn, is volkomen valsch. Dat de overigens voortreffelijk geoefende en bewapende Japansche soldaten absoluut oorlog willen, is eveneens onwaar! Maar achter beiden, re geering en leger, staat de genade- looze zweep, die hen voortdrijft, de overbevolking! Japan wordt gedwon gen nieuwe koloniën te zoeken, zich nieuw gebied te verschaffen Het „duizendjarige Japan" is een jong volk gebleven met een verba zingwekkende vruchtbaarheid. Op 385.000 vierkante Kilometer grond woonden in 1872 slechts 33 millioen menschen; er was dus ruimte ge noeg om zich te bewegen. En moge lijkheden voor de uitbreiding van het gezin waren er ook genoeg. Te- wendende, „U ziet er werkelijk uit, of U een kijkje in 't paradijs hebt genomen". „Zal de hemel een eeuwigdu rende lente zijn, Waar de zomer opkomst is?" haalde Honor aan. „Kent U deze woorden van George Macdonald of bent U één van die menschen, die alles wat poëzie is, beschouwen als sentimenteelen onzin?" „Sentimenteel misschien wel, maar onzin wil ik niet zeggen. Ik ben niet, wat je noemt een liefhebber van gedichten, maar toch vatbaar der om ze te waardeeren, dan ik vroeger was. U hebt me veel ge leerd". „Ik?!" Een massa uitroepingsteekens zou den er achter dit woord hebben kunnen worden gezet. Honor, die intusschen was gaan zitten, papier en potlood in de hand in afwachting van wat hij haar zou dicteeren, staar de hem vol verbazing aan. Een zon derling lachje kwam op zijn gezicht en er was een uitdrukking in zijn oogen, die Honor vlug naar haar papier deed grijpen. Ze wou voor ik weet niet wat, dat haar hart niet zóó klopte, dat 't op een afstand wel hoorbaar moest zijn en ze wou, dat ze de kleur, die naar haar wan gen vloog, kon bedwingen. Haar genwoordig echter vyonen op de zelfden bodem ruim 62Vs millioen menschen! En het geboortecijfer daalt niet, maar stijgt en even redig met dit cijfer stijgt de werke loosheid in Japan 1 Korea, Formosa, Kwanto, de Pes cadores, de Carolinen bieden geen mogelijkheden meer tot kolonisatie. Maar de eilanden, die in Ameri kaansche handen zijn des te meerl De Philippijnen, de Sandwich-eilan den en Mandsjoerije, dat echter te arm is om als grootafnemer voor de Japansche industrie in aanmerking te komen. Bovendien is het ook niet toereikend om het menschenover- schot van Hondo en Jesso (de Ja pansche kern-eilaqden) op te nemen. „Wij moeten nieuwe afzetgebieden veroveren, willen wij onze werkloo- zen niet zien verhongeren! Wij moe ten nieuwe koloniën veroveren, wil len wij onze nakomelingen niet zien verstikken in de overbevolking van het land!" Deze beide richtlijnen zijn iederen dag te vinden in de Ja pansche couranten, zij toonen dui delijk genoeg, waar de oorzaak van het jongste Japansch-Amerikaansche conflict gezocht moet worden. En zij zijn ook de aanleiding zij het dan indirect dat de zeer eer waarde vice-consul van de Vereenig- de Staten in Charbin een paar oor vijgen opliep 3 Hoe verover men tegenwoordig koloniën, d.w.z. afzetgebied en ter rein ter kolonisatie? Men laat eenvoudig „het geld rol len!" Voor de Philippijnen, voor Hawaii, voor de kleinere en grootere be ambten der West-Amerikaansche im- migratiecentralen is de gouden eeuw aangebroken! „De Dollar is almach tig!" pleegt men in Europa uit te roepenIn den Stillen Oceaan en aan de kusten daarvan is de Yen almachtig Sedert 1924 is de immigratie van Japanners in de Vereenigde Staten verboden! Maar de Yen opent de tolboomen, de „geheime immigratie van het gele ras" neemt steeds groo tere vormen aan! De Philippijnen zijn Amerikaansche Koloniën, maar handel en wandel der autoriteiten daar wordt gecontroleerd door de Japanners! De Sandwich-eilanden en de sedert 1921 niet meer ge- stem klonk wat onvast, toen ze vroeg: „Zal ik nu Uw brief opnemen, ik ik was al bang, dat ik wat laat zou zijn, ik heb m'n tijd een beetje verbeuzeld in 'tpark, ik bleef luisteren naar de lijsters en 'twas er zoo beeldig met al die crocusjes en narcissen, niet om weg te ko men. Maar zal ik nu beginnen?" „Er is niets geen haast bij de brieven" Martin leunde achter over in zijn stoel, zichtbaar in een stemming om te praten, zijn blik steeds op haar gevestigd „die brieven komen straks wel, ik wil nu eerst met U praten". „Oh ja?" Iets anders wist Honor hier niet op te zeggen. Als een bliksemflits schoot haar door de gedachte, dat ze zou kunnen vluchten naar haar werkkamertje, onder voorwendsel, dat ze een geweldige berg tikwerk had liggen, maar ze deed 't niet. „Ja, ik wou graag met U praten," ging Martin voort, „ik heb U ver scheidene dingen te zeggen". Maar eenige minuten verstreken vóór hij ze uitte, en achteroverge leund in z'n stoel, bleef hij kijken naar Honor's voorovergebogen hoofd met 't glanzende haar. „Verscheide ne dingen," herhaalde hij. „U vondt me een ongeëvenaarde bruut, toen bruikte vlootbasis Guam zijn van Amerika. Maar ook hier rolt de Yen en de ijverig omgekochte kleurlin gen in Honoloeloe en Hilo zien met verlangen uit naar een Japansche heerschappij! Het voordeel ligt hier maar al te duidelijk bij den aanvaller Amerika's afweer daartegen is ave rechts en het systeem ontbreekt! „Philippijnen, Guam, Hawaiï, zijn die bezittingen dan van zóóveel ge wicht?" is een vraag, die niet alleen de Europeaan zich stelt, maar ook de Oostelijk georiënteerde Ameri kaan. „Blauwe hemel, eeuwige zon, dansende meisjes met stroorokjes, guitaaraccoorden, ruischende pal men niet waar? En daarom gaat de strijd, 15 jaar en langer?" In het Witte Huis te Washington interesseert men zich absoluut niet voor palmen en guitaarmuziek; maar des te meer voor de han delsstatistiek! En daaruit blijkt wel heel duidelijk: Hawaii', Guam, de Philippijnen dat zijn koloniën van groot gewicht! Voor 64 millioen Dollar voerden in 1920 de Sand wich-eilanden in aan waren uit de Vereenigde Staten! In 1930 nog slechts voor 34 millioen Dollar uit Amerika, dochvoor 40 millioen Dollar waarde uit Japan! Voor 150 millioen Pesos leverde Amerika in 1920 aan de Philippijnen, terwijl Ja pan's invoer slechts 23 millioen be droeg. In 1930 leverde Japan voor 100 millioen Pesos, Amerika voor 87 millioen Pesos! Getallen spreken geen onwaar heid! Hier bewijzen zij, dat iedere voet gronds, die Japan verovert, Amerika millioenen Dollars kost. En ook de Vereenigde Staten kunnen en willen dergelijke posten op hun buitenlandsch budget niet missen. De bommenwerper-eskaders en dread- noughts trekken er dus in geen ge val op uit om een paar oorvijgen te wrekenmaar zij trekken uit voor den Vrede en Vrijheid der Vol keren ach, ik vergis me voor den handel en voor de „pros perity" van Amerika natuurlijk 1 0 Vroolijk lachend, Kinderen van het Geluk en de Zonne, dansen de slan ke, bruine menschen op Guam en Hawaiï door het leven. En in hun zakken rinkelt de Yen. Het is hen onverschillig of zij bij den blanken of den gelen meester koopen U kwam, een onmogelijke bruut". Honor keek op, haar lippen open den zich al, om wat te antwoorden, maar Martin voorkwam dit. „U kan 'tniet tegenspreken, al wou U nog zoo graag," zei hij, „ik weet zelf veel te goed dat ik een ongemanierde vlegel was tegenover U en ik zal 't U nu maar eerlijk ver tellen: ik had niet de minste bedoe ling U als mijn secretaresse aan te houden, ik dacht 't te probeeren en U dan weer op te zeggen. Dat ik ten slotte bezweek voor die maand proeftijd was alleen, nou ja, omdat U zoo hardnekkig volhieldt. U was net als de lastige weduwe uit de Heilige Schrift. Ik kon niet blijven weigeren, maar ik had stierlijk 't land aan mezelf, omdat ik toegaf. Ik moet U een beroerden tijd be zorgd hebben die maand," hij lach te schuldbewust. ,,'tGing nogal," antwoordde Ho- nor met een stemmig lachje, „af en toe was U woedend en erg norsch in 't begin, later vergat U geloof ik heelemaal, dat ik een vrouw was!" „Maar nu heb ik 't me weer her innerd," antwoordde hij, op veel- beteekenenden toon, „gelukkig op tijd. Ik geef toe, dat ik U alleen beschouwde als een uitmuntende werkkracht, de beste, die ik ooit Maar het is hen niet onverschillig, dat de gele man niet alleen beta ling weigert, maar tevens nog ge schenken uitdeelt in klinkende munt, waarvoor men booten, hoeden en zelfs vrouwen kan koopen! Zij leeren den gelen man achten en als hier een handige Japansche diplomaat een volksstemming zou ensceneeren, zou de uitkomst daar van thans reeds niet meer twijfel achtig zijn. In Tokio zitten de koeriers, schijn baar onschuldige, vroolijke globe trotters (die echter in werkelijkheid behooren tot die avonturiers, die al hun gift strooien, waar het maar kruit en strijd ruikt) en laten hun groote actentasschen vullen met kra kende, versch-gedrukte Yen-biljet- ten, om deze in Manilla, in Naga, Honoloeloe, Hilo en Piti aan de desbetreffende propagandisten uit te deelen. En op de daken van het kapitool fluiten intusschen treurig de mus schen: „Wees gegroet, schoon Ha waiïWie weet, hoe lang je nog van ons bent!" (Nadruk verboden). Het Zendingsbureau verzoekt ons plaats voor het volgende: Al zijn wij natuurlijk niet ontevre den over de inkomsten gedurende deze twee maanden van dit jaar, die eerder een weinig hooger dan lager zijn dan verleden jaar in dien tijd, toch worden onze financieele moeilijkheden weer met den dag grooter. De oorzaak daarvan zit voor een niet gering deel in het tekort, waarmee het vorige jaar ons heeft achtergelaten. Dat wij toen honderd duizend gulden minder hebben ont vangen, dan wij noodig hadden, wreekt zich hoe langer hoe meer. Er moeten nog vele betalingen ge schieden voor achterstallige posten, aan andere corporaties en leveran ciers etc., zoo lijden wij iederen dag onder een tekort aan kasmiddelen. En wanneer dan dag aan dag de giro eenige honderden gulden be draagt i.p.v. de drieduizend, die wij eigenlijk iederen dag noodig heb ben, begrijpt ieder, dat wij nog veel gehad had. Ik merkte, dat ik meer en meer aan U over kon laten, met 't volste vertrouwen". Honor bloosde van plezier bij deze woorden, maar ze kon geen antwoord vinden. „Doch ik heb besloten, U nu niet meer als secretaresse aan te houden". Honor's ontsteltenis over deze plotselinge mededeeling, stond op haar heele gezicht te lezen. „Ohl" was alles wat ze uit kon brengen en een zucht van verslagenheid ont snapte haar. In een oogwenk zag ze 't voor zich, 't kleine huisje in de Populierstraat, zonder haar weke- lijksche hulp. Ze zag Molly's diep teleurgestelde gezicht en ze hoorde David's uitroep vol spijt. Ze was zoo zeker geweest van dit werk, Guy Martin's werk. Ze had er zich al een voorstelling van gemaakt, hoe ze jaren en jaren zijn secretares se zou zijn, nooit was 't in haar opgekomen, dat hij haar ontslaan zou en nu, met één stoot plofte haar kaartenhuis in elkaar. Guy Martin zei haar op met een glimlach op z'n gezicht! „Ja," herhaalde hij langzaam, „ik heb besloten U niet langer als mijn secretaresse aan te houden, en hier over wilde ik vandaag met U spre ken".- (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1932 | | pagina 1