Breskensche Courant 200 25 De strijd eener vrouw Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Buitenland FEUILLETON Binnenland 41ste Jaargang Zaterdag 30 Januari 1932 Nummer'SVOl ABONNEMENT: per kwartaal 1,25; buiten Breskens l ,40. Buitenland 6,50 per jaar. Zondagsblad per kwar taal f 0,65; en buiten Breskens 0,725Bui tenland 3,50 per jaar. Verschijnt - iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND - Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam. J. C. LE BLEU, Tel. 21 Uitgave: Dorpsstraat 35 BRESKENS Postrekening 70179 ADVERTENTIËN: Van I 5 regels f 0,75; iedere regel meer 15 ent. Ingez. mede deelingen 30 cent per regel. Handclsadocrtcntiën bij regelabonnement groote korting. Tarief op aan vraag verkrijgbaar. GRATIS verzekering voor de abonné's tegen ongelukken, en »el voor de volgende bedragen: gulden bij levens- j s-\ s~\ gld bij dood gld bij ver- gld bij ver- j x-v gld bij ver- lange ongeschikt- 11 li J door lies van een J ^es van een ~T ',cs van ccn hcid tot werken een ongeluk hand of voet oog duim De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. gld bij ver lies van een wijsvinger gld bij verlies lil van eiken anderen vinger Begin dezer week zouden oor spronkelijk de vertegenwoordigers der bij het herstelvraagstuk belang hebbende regeeringen bijeen zijn ge komen, doch het heeft na de op zienbarende verklaring van Rijks kanselier Dr. Bruening, dat Duitsch- land ter conferentie van Lausanne zijn onvermogen de verdere betalin gen op de herstelschulden te ver richten zou mededeelen, niet mogen zijn. Wel is waar hebben de Engel- schen vooral getracht de conferentie van Lausanne alsnog te doen door gaan, al was het ook maar voor een zitting van slechts enkele dagen, ge durende welke men zou kunnen be sluiten het Hoovermoratorium voor eenige maanden te verlengen en dan opnieuw bijeen te komen voor een definitieve regeling, doch ook hier van is niets gekomen omdat Dr. Bruening een nieuwe verklaring had afgelegd, althans een mededeeling had verstrekt volgens welke Duitsch- land niets meer zou voelen voor hal ve maatregelen. Lausanne is dus voorloopig van de baan, zoodat de Haagsche hoteliers er niet rouwig om behoeven te zijn, dat daar ter stede geen herstelconferentie zal worden gehouden in deze tijden waarin zij zulk een buitenkansje zoo gaarne hadden gekregen. Niettemin zitten de heeren bij elkaar. Wel is waar niet te Lausanne maar aan de andere zijde van het meer te Ge- nève. Niet voor de herstelconferen tie, doch voor de Ontwapeningscon ferentie, dat wil dan zeggen, voor de Ontwapeningsconferentie met ingang van 2 Februari, voorloopig zijn het nog slechts de vertegenwoordigers van de Volkenbondsraadsleden, met inbegrip van eenige reeds geaari- veerde andere politici I De Volkenbondsraad heeft eenige punten op het voorjaarsprogramma staan, waarvan wel het belangrijkste is de Mandsjoerijsche kwestie. Dit is reeds de vierde maal dat de Vol- kendbond zich met het Japansch Chineesche conflict bezighoudt. Bij de laatste gelegenheid, begin De cember van het vorige jaar, werd besloten een enquete-commissie naar Mandsjoerije te zenden. De com missie is nog niet weg en als de leden de volgende week vertrek- 7. (Honor Bricht) door L. G. MOBERLY met vertaling van Mevr. De Vry ObreenBreda Kleynenberg. 0 „iMaar m'n lieve jongen, hoe komt 'tin je op, je in zoo'n pracht-avon- tuur door een oude-jongejuffrouw in den weg te laten staan. Als ik nu met één voet al in 't graf stond, was 'twat anders. Nee, als ik negentig ben, dan mag je er pas eens over gaan denken, me al of niet alleen te laten," zei ze lachend. Echter viel 'tMark niet op, dat 'tniet heelemaal van harte ging. „Natuurlijk, jongen, dit is een kans uit duizend, die je niet móg laten Ioopen. Wordt 't goed betaald?" „Schitterend, die oude Mandover doet alles op zoo'n royale manier. Maar dit is 'tniet, wat me zoozeer trekt, dan wel 't hoogst interessante van zoo'n reis, 'tkan bovendien een heerlijke tijd worden I" ken gaan zij niet langs den kortsten weg, maar via Washington, waar zij den Amerikaanschen vertegen woordiger zullen oppikken, waar schijnlijk voor de gezelligheid tij dens den tocht over den Stillen Oceaan. Intusschen is de toestand in het Verre Oosten uiterst critiek. Ging het bij vorige gelegenheden steeds om Mandsjoerije, de behartiging van de Japansche belangen aldaar en de bestrijding van het bandietenwezen door de Japanners, dezen hebben thans tot de Chineesche regeering een ultimatum gericht waarin zij protesteeren tegen een moord op een vijftal Japansche monniken en tegen den boycott van Japansche waren, waar het natuurlijk in de eer ste plaats omging, omdat Japan met meer dan twee millioen werkloozen de boycott van zijn producten door de Chineesche koopers terdege voelt en men daar dus een einde aan wenscht te maken. Hoe het zij Sjanghai is zoo goed als geheel in handen van Japan, terwijl de vreemdelingen in hun concessies toe kijken, zooals de Iandgenooten dier vreemdelingen te Genève toekijken. In Mandsjoerije hebben de Ja panners thans Charbin bezet en zij zijn hiermede meester van den Chi- neeschen Oosterspoorweg, hetgeen niet gaarne wordt gezien door Sov jet Rusland, doch zoolang daar niets ernstigers gebeurt, zal Sovjet Rus land nog wel nalaten op ernstige wijze te protesteeren. Zoo zien we dus dat Japan in het Verre Oosten eigenlijk maar precies doet waar het idee in heeft. Dat de Volkenbond tegenover dit op treden vrij machteloos staat en Ja pan in velerlei opzicht ontziet China zou niets liever zien dan dat Europa en Amerika zouden intervenieeren doch hiervoor voelt men niets. Afge wacht zal worden wat de Enquete- commissie zal constateeren, waarna besluiten zullen kunnen worden ge nomen. Voorloopig mengt de Vol kenbond zich evenwel liever niet verder in deze aangelegenheid, ter wijl Japan wel zoo verstandig zal zijn de concessies der vreemdelingen in Sjanghai te respecteeren. Of het wel zoo ver in het Oosten zou zijn gekomen, indien Japan niet tot de tanden zou zijn bewapend ge weest, is een kwestie welke de Ont wapeningsconferentie zou kunnen uit maken. Zijn tante moest lachen om dit jeugdig enthousiasme. „En hoe lang denkt Mandover, dat je weg zal zijn?" „Dat is 't em nou juist, lieve tante, 't zal wel om en bij de twee jaar worden". „Twee jaarl" Het was Dorothea niet mogelijk de teleurstelling in haar stem te verbergen. „Ja, 't lijkt een lange tijd, hè, maar Mandover denkt er veel op verschillend gebied te kunnen doen en zooiets kan niet gehaast gaan," zei Mark gedrukt, maar Dorothea was 't zelfde oogenblik weer de oude en merkte vroolijk op: „Nou ja, twee jaar is geen eeuwig heid, 't zal om zijn vóór we 't weten. Ik zal alleen enorm veeleischend zijn wat schrijven aangaat en veel uitgebreide brieven met boeiende reisverhalen verwachten. Kolossaal interessant zal 't zijn, Mark, wat zal ik met je meeleven en misschien dat ik er ook zatl" „Het zal nog wel eenige weken duren vóór we gaan met 't oog op de vele toebereidselen, dus we hoe ven nog niet te denken aan afscheid nemen. U moet in Londen komen om me met allerlei te helpen, en dan kunt U Mandover meteen eens ont moeten". Spoorwegaanslagen! Déraillement van exprestreinen, een puinhoop, dooden en gewonden, tientallen men- schenlevens vernietigd. Er gaat bij na geen week voorbij, of wij lezen ervan in de dagbladen. De ram pen geschieden meestentijds ver bui ten onze grenzen, zelden of nooit zijn er Iandgenooten onder de slacht offers. Het verhaal van dergelijke en soortgelijke onheilen klinkt ons Hollanders, die zich veilig weten in een land met een solide spoor wegnet, waar aanslagen, zooals het buitenland die kent, nooit zijn voor gekomen, altijd ietwat onwezenlijk in de ooren. Evenzoo het relaas van de spoorwegrampen, veroor zaakt door den gevaarlijken gek Matuschka. Dit verhaal, dat in boek en feuilleton-vorm, de ronde doet, blijkt aanleiding hebben gegeven tot een poging tot het doen ontsporen van een aantal treinen in de nabij heid van de hoofdstad. Tot driemaal toe heeft er rond Amsterdam een spoorwegaanslag plaats gehad, die alle drie, voornamelijk door de on deskundigheid van den bedrijver, gelukkigerwijze zijn mislukt. Door een lorrie op de spoorbaan te plaat sen werd getracht den binnenko menden sneltrein uit Parijs te doen derailleeren. terwijl de beide ande re aanslagen met dwarsliggers wer den gepleegd. Hoewel er ook op dit oogenblik niets vaststaat omtrent de identiteit van den dader, werd reeds onmiddellijk gedacht aan eenig verband tusschen deze, zij het wat primitieve aanslagen en de ui terst-geraffineerde en van volkomen „deskundigheid" getuigende aansla gen van den Hongaar. Dat dit ver moeden inderdaad juist was, bleek door het bekend worden van het feit, dat op het Departement van Waterstaat een anonieme brief was ontvangen, waarin het onzalige voor nemen tot den luguberen daad, werd aangekondigd. Inderdaad speelde Matuschka's invloed hierbij een rol, daar het briefje was geteekend door iemand, die zich aandiende als Ma tuschka II. Intusschen houdt dit raadselachtige geval politie en spoor wegdirectie dagenlang bezig, tot nu toe zonder resultaat. Het lid der Eerste Kamer Moltmaker heeft in verband met een en ander vragen „Ik ben er anders van overtuigd, dat die Mijnheer Mandover er niets op gebrand is alle tantes van z'n heele expeditie te leeren kennen," wierp Dorothea tegen, waarop haar neef op haar toekwam, z'n beide handen op haar schouders legde, haar ondeugend aankeek en gek scherend opmerkte: „Als iedereen, die deel uitmaakt van de expeditie, zoo'n tante had als ik, zou hij 't eenvoudig fijn vin den met de heele troep kennis te maken. U weet héél goed, dat 't visschen is, Tantetje. Maar laten we nu naar bed gaan, morgen bespre ken we wel bijzonderheden van 't groote avontuur". Sinds den dood van zijn moeder, nu vijf jaar geleden, waren Mark en zijn tante, zijn va- der's zuster, samen gaan wonen in een buitenhuisje in Surrey en zooals Mark dikwijls schertsend opmerkte, de zes-en-twintig-jaren die tusschen hen lagen, waren makkelijk te over bruggen. Ze kwamen, wat smaak betrof, goed overeen en gingen echt vriendschappelijk samen om. Nie mand, behalve Dorothea zelf, wist, wat het voor haar beteekende, als Mark vroolijk over zijn groote avon tuur sprak. Ze werd ellendig bij de gedachte alleen al, aan zijn naderend vertrek, maar ze liet 'tniet merken. gericht tot den Minister van Wa terstaat, waarin aangedrongen wordt op het bevorderen van die maat regelen, welke tot de grootst moge lijke beveiliging van de spoorwe gen, ten bate van het publiek en personeel kunnen bijdragen. De Amsterdamsche politie heeft een bedrag van f 1000,- uitgeloofd voor hem of haar, die inlichtingen kan verschaffen, die leiden tot de opsporing van den bedrijver van den laaghartigen daad. 0 De smokkelarij aan den Oost grens van ons land neemt met den dag ernstiger vormen aan. Formee- le gevechten tusschen douane-be ambten en smokkelaars vinden plaats en deze week zijn zelfs twee Duitsche smokkelaars het slachtoffer geworden van hun nachtelijk be drijf. Beide mannen hebben getracht partijen koffie over de grens te smokkelen. Beide mannen werden doodgeschoten. De omvang van den smokkel handel wordt wel het best geïllu streerd door enkele cijfers, die wij ontleenen aan een zoo juist gepu bliceerd verslag van het douane district Düsseldorf, dat betrekking heeft op een klein gedeelte van het grensgebied bij Noord-Limburg en Zuid-Gelderland over de maand De cember van het vorige jaar. In beslag werden genomen: 186.000 cigaretten, 10.500 boekjes cigarettenpapier, 3700 K.G. tabak, 2100 K.G. koffie, 30.000 k.g. graan, 3700 K.G. meelproducten. Voorts vermeldt het verslag 1488 arresta ties, waarbij 169 rijwielen, twee transportrijwielen en twaalf vracht auto's in beslag werden genomen. 1 Gevaarlijke schietpartijen zijn er aan de orde van den dag, of liever van den nacht en de verhouding tusschen smokkelaars en douane is op 't oogenblik spannender dan ooit. o Wordt eenerzijds de Nederland- sche veeteelt beschermd door maat regelen als vorengenoemd - er zijn door belanghebbenden reeds con- tingenteerings-aanvragen ingediend voor meer dan 200 verschillende artikelen anderzijds krijgt men rake klappen van soortgelijke door het buitenland genomen maatrege len. Na Frankrijk en Engeland, volgt thans ook Duitschland dat zijn „Geeft U er de voorkeur aan, bier te blijven, terwijl ik weg ben?" vroeg hij haar den volgenden dag toen ze den heuvelachtigen tuin, met zijn wijde vergezichten, doorlie pen. „U begrijpt, dat mijn kamers in de stad natuurlijk ten allen tijde tot Uw beschikking zijn". „Ik heb m'n hoofdkwartier lie ver hier," zei Dorothea over de bos- schen heenturend in de blauwe ver ten, waar heuvels en laagvlakten zich scherp afteekenden. „Ik ben zoo dol op alles hier, Mark en ik zal niet 't gevoel hebben, dat je zoo ver weg bent, als ik ons heerlijk uitzicht heb om naar te kijken". „Goed, dan regelen we het zoo, U blijft hier en voedt Rip haar Uw beste weten op en ik zal de Mercers opdracht geven mijn ka mers te verhuren, op die voorwaar de, dat U ze heusch niet hebben wilt. U weet het toch zeker, hè, zoudt U 't hier niet erg saai hebben, alleen?" „Ik zal 'tniet gauw saai vinden, want ik heb massa's te doen en veel vrienden in de buurt, en dan zal ik jou ellenlange epistels schrij ven, allemaal over niets! Maak je daar heusch maar geen zorgen over". Maar haar hart was als lood, invoerrechten op boter met een enorm bedrag heeft verhoogd. De kwestie is nogal gecompliceerd, daar er vijf verschillende maatstaven zijn genomen ten aanzien van den bui- tenlandschen boterimport. Voor Ne derland, behoorende tot de groep van landen, die den gouden stan daard hebben gehandhaafd, is het invoerrecht boven het contingent van 5000 ton verdubbeld en bedraagt dit thans 100 Mark per 100 K.G. Over het vorige jaar bedroeg onze boteruitvoer naar Duitschland niet minder dan 17.681 of 57 pCt. van het totaal. Dit wil dus nog al wat zeggen. Tevens komt hierbij de ou de kwestie opduiken in verband met het Duitsch-Finsch handelsverdrag ontstaan, waarbij aan Finland aan boterinvoer wordt gewaarborgd van 5000 ton met een invoerrecht van 50 Mark. Op grond der meest-be- gunstiging heeft Nederland ook voor de eerste 5000 ton slechts het halve tarief te betalen. Dit kwantum speelt echter voor ons niet zoo een ge wichtige rol, terwijl de Finsche ex port minder dan 5000 ton bedraagt en dus door de Duitsche tarieven niet wordt getroffen. Of dit alles in overeenstemming is te brengen met de meestbegun- stiging is zeer zeker de vraag. Bij dit alles blijft de mogelijkheid bestaan, dat onze boteruitvoer, on danks de nieuwe regeling en on danks den concurreerenden invloed van den Deenschen boter, die door de gedeprecieerde valuta, aanmer kelijk goedkooper is dan de onze, de Nederlandsche boterexport naar Duitschland niet verder zal achter uitgaan, daar de Duitsche importeur bij invoer uit Denemarken in zijn handelingen wordt bel mmerd door de bepalingen omtrent den uitvoer van buitenlandsche wissels. Het is in dit bestek niet mogelijk de in vloed van de deviezenregeling uit voerig uiteen te zetten, doch het belangrijkste hierbij is, dat de kans groot is, dat de Duitsche importeur meer vertrouwen zal hebben in de Nederlandsche gulden dan in de Deensche kroon, weshalve hij er waarschijnlijk de voorkeur aan zal geven zijn boter uit ons land te betrekken. Hij zal voor zijn aankoo- pen dan kunnen betalen met een hoeveelheid door de Rijksbank ver strekte buitenlandsche wissels en door een bedrag in Marken, dat hij op rekening van den verkooper bij de en er kwam een waas voor haar oogen, toen ze dit zei. „Ik wou begon Mark, maar hield plotseling op. „Wat wou je," vroeg Dorothea, staande tusschen de rozenstruiken, terwijl ze de verdorde rozen er tus schen uitknipte. „Nou, ik wou iets héél geks gaan zeggen. Het kwam n.l. in mijn hoofd op, dat ik 't zoo prettig zou vinden als U dat aardige 'kleine ding, met haar blijmoedigen kijk op 'tleven eens ontmoette. Het is na tuurlijk iets onmogelijks, een voor bijgaande gedachte, ik weet niet, hoe ik er zoo eens op kwam". „Wie is ze ook weer, zei je?" „Lettice Carey, ik heb haar ont moet bij de Nelton's in Richmond, waar ze een flat heeft. Maar ze is dol op 't echte buitenleven, net als ik. En ze valt zoo heelemaal buiten de lijn van de tegenwoordige jonge meisjes, ze heeft een frisschen geest, een echt natuurkind zou ik bijna zeggen". En Mark lachte op z'n aansteke lijke jongensachtgie manier, wat zijn tante mee deed lachen, hoewel ze er eigenlijk in haar hart heelemaal niet voor in de stemming was. 0 .(Wordt vervolgd.]

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1932 | | pagina 1