Breskenssche Courant Het geheim der Visschershut TWEEDE BLAD Woensdag 31 December 1930 No. 3593. F&ÜÏLLÊTON. De Ezel van Mijnheer Pimpelmans Provinciaal Nieuws. van de van ®t\ej u\\ Nu de bezetting weg is Mainz, December '30. Vijf maanden zijn verloopen sinds de laatste Fransche soldaten deze stad uiünarcheerden en daarmee de laatste zone van het bezette gebied ontruim den; toch boort men nog overal om zich heen het woord „Befreiung". Sinds die gedenkwaardige 30ste Juni is natuurlijk de grootste opwinding wat gezaKt. De parades en het vuurwerk, de militaire muziek en het geroep van ^Hoch-fi zijn; voorbij en toch zijn de menschen nog vol van de nieuwe vrij heid, hetgeen ook wel te begrijpen is. want de Fransche troepen hebben er twaalf jaar gelegen. En zoo prijkt het woord „Befreiung" nog in de kranten en op de schuttingen; op medailles en sieraden, die men bij juweliers en in eenvoudiger winkels kan koopen; in de liedjes en boeken, die als padde stoelen uit den grond verrezen, toen de Franschen wegtrokken, en nog altijd door de boekhandelaren te Mainz ver kocht worden. De opwinding van de zen zomer is echter met de triomf bogen verdwenen. Men zingt niet meer bij alles én bij niets de „Wacht am Rhein" en de Mainzers gebruiken ook niet meer zulke groote hoeveelheden bier en Rijnwijn. 'De sleur van het dagelijksch leven Ijpeft de uitgelaten vreugde over de ipntruiming eenigszins gedrukt en lang zamerhand kan men szelfs rustig en logisch denken over den tijd, toen de be zetting er nog was. Ongetwijfeld is men nqg altijd blij, dat de poilus weg zijn, doch - er komen ook nog weieens andere gedachten bij de menschen op. Zoo voelt men in deze stad bijzonder sterk de ateemeene depressie, waar onder Duitschland lijdt. Op het oogen- blik, dat jde ontevredenheid en de wer keloosheid grooter waren dan ooit te voren, kwam de ontruiming om ze nog wat meer te doen toenemen. En „Help Mainz!" is sinds dien tijd de roep, die door geheel Duitschland weerklinkt. Alle kranten wekken hun lezers op om artikelen te koopen uit Mainz of het onringende Rijnland. In advertenties wordt gewezen op de geschikte ligging van Mainz voor het bouwen van fa brieken. Doch dit alles baat den Main zers niet veel. De Duitsche geest is gewillig, doch het Duitsche kapitaal is zwak. Enkele inwoners hebben het tijde lijk zeer goed gehad door te voorzién In de voeding, enz. der Fransche sol daten en deze zijn door de ontruiming sterk achteruitgezet. De Franschen be taalden hun eten,de huur van hun 68. Deze had haar hun liefde ontroofd. Felle jaloerschheid sloop haar hart bin nen en zij maakte zich zelf wijs, dait als zij stierf, zij nog niet zoo betreurd zóu worden, als nu over Lien getreurd werd. En in de bitterheid van haar gemoed vergat zij geheel hoe veel schuld zij daar zelf aan had en laadde al het gewicht van haar toorn op Lien en den jonker, die haar bedorven had, naar zij meende. In zulk een stemming was zij dien morgen, toen de jonkheer en de jonker van Amsterdam teruggekeerd waren, be zig het eten klaar te maken, Schip per Bram en Willem waren reeds vroeg de deur uit gegaan om de „WendelinaV gereed te maken voor een nieuwe reis, en zouden terstond thuiskomen. Zij roerde juisrt in een grooten pot met eten die op het vuur stond, toen plotseling 'een: schaduw in de deur viel en de jonker van „Grafhorst" binnen trad. Hanna bemerkte 'hem met een half oog, doch bleef roerenj alsof zij PiCti zag, huizen, enz. niet zelf, want volgens het verdrag van Versailles moest de Duit sche regeering daarvoor zorgen. Voor de Mainzers kwam het echter op het zelfde meer, want zij kregen cheques uit Berlijn. En die blijven nu uit. De winkels en restaurants kijken vergeefs naar nieuwe klanten uit, de eigenaars der huizen, die tevoren door Fransche officieren en ambtenaren werden be woond, kunnen echter geen huurders vinden. Niemand is nu zoo populair als wij len Stresemann, die zich doodgewerkt heeft bij zijn pogingen om de ont ruiming tot stand te brengen. Hij was wet geen Rijnlander, maar dat verandert niets aan de vereering, die men voor hem voelt. Gedich'en en liederen over hem warden in grooten gelale verkocht aan de jeugd, voor wie Stresemann zal blijven voortleven als een der groot ste Dui.schers, slechts geëvenaard door Bismarck en Frederik den Groo!en. In de ramen der winkels ziet men zijn portret, zwart omfloerst, met allerlei prijzende opschriften. ÏVlen brengt zonder de minste moeite een groot bedrag bij elkaar 'om een 'piiachtig standbeeld voor hem op te richten op een opvallende plaats aan den Rijn, waar het de dankbaarheid der Rijn landers jegens hun grotten bevrijder zal vertolken. 1 loewel er nooit veel Afrikaansche soldaten in het bezettingsleger geweest zijn, (heeft het Rijnland deze „zwarte schande" niet kunnen vergeten. Wan neer men iets zegt over de soldaten uit Mlarocco of Algiers, die in de stad geweest zijn, wordt 'de Rijnlander woe dend en zijn oogen schieten vuur bij de herinnering aan de aangedane ver nedering. En hoewel de soldaten, die bij de ontruiming weglrokken, uitslui tend geboren Franschen waren, wordi het Rijnland overstroomd met karika turen en prentbriefkaarten, die betrek king hebben "op het verdwijnen der Afrikanen. Zoo staan op een briefkaart twee Duitsche jongetjes te kijken naar de laatste Maroccaansche soldaat, die wegmarcheert. ,,Kijk nog maar eens goed naar hem," zegt de eene jongen tegen den andere, 4lwant voortaan moet je een kwartje betalen, als je zooiets in de Dierentuin wilt zien". De meeste karikaturen vertoonen echter minder hu mor en meer bitterheid. Toch worden ook wel vroolijke ge schiedenissen verteld over de „zwarte schande". Zoo vaardigde de comman dant der Fransche troepen eens een or der uit, dat niemand op straat mocht komen na zonsondergang, met uitzon dering van geestelijken, medici en vroed vrouwen. Op een avond kwam een be schonken man te laat uit de herberg; hij werd op weg naar huis aangehouden ,^Vat hebt gij met Lien gedaan, juffrouw Luca?" begon de jonker zon der te groeten, want hij was in een ontoerekenbare slemming. Hoch Hanna gaf hem geen antwoord, haar gelaat stond strak en stijf, haar dunne lip pen waren vastgeslofen,-alsof zij vast besloten waren geen antwoörd te geven. „Kunt ge geen antwoord geven, vrouw?" schreeuwde de jonker hef tig, zich zelf verge ende. Giftig wendde Hanna zich nu om „Ja, ik zal antwoorden! Jullie van -het kasteel bent het, die haar bedorven hebt en waarom zij weggeloopen is, Ik heb met u niets te maken mijnheer. Wij hebben voor het meisje gedaan wat wij konden en daarvoor heeft ze schande over ons eerbaar huis gebracht. Wou u nog vragen wat ik met haar gedaan heb? Beter dan u en uvifs gelijken". .iSchande, schande! Durft gij nog te spreken van schande? Zij is dui zendmaal beter dan u en duizendmaal meer Waard. Zij stond ver boven u en dat kon u niet verdragen, dat heeft u jaloersch gemaakt en uw haat gewekt. Gij hebt haar slecht behandeld, vrouw Luca, en dat zal ik u nooit vergeven" ,|Ik ben in mijn eigen huis, mijn heer, en u kuntniet zeggen. Wat u Wilt, als u daar maar om denkt, mijn door een Maroccaansche onderofficier, die,hem met een bajonet dreigde en in gebroken Duitsch snauwde: „Halt! Zijt gij -een geestelijke, een arts of een vroedvrouw „Een vroedvrouw" hikte de dronk aard. „Passeer, vroedvrouw!" zei de Ma- roccaan en verdween om den hoek van de straat. Zoodra de Fransche soldaten wegge trokken waren,' werd op een van de gr-oote pleinen het plaveisel opgebro ken om een vrijheidsbeeld te maken. Binnen tvyee weken stond het er: een vrouwelijke kolos, die haar ketenen ver breekt en diep ademhaalt na haar be vrijding. Het is een leelijk beeld, doch de Mainzers staan er zelfs nu nog dikwijls in groepjes bij stil om Cr aan dachtig naar te kijken. Voor hen is het veel meer dan een standbeeld. Het slechtst zijn de Separatisten er aan toe, zij die het Rijnland van Duitschland wilden afscheiden en er een zelfstadige republiek onder Fran schen invloed van wilden maken. De haat tegen de Franschen zelf is in 'de jaren der bezetting wel wat geluwdi- men raakte eraan gewend, de hemels blauwe uniformen in de straten te zien en tenslotte begreep men ook wel, dat de poilus niets anders deden dan de bevelen van Parijs uitvoeren. Terwijl officieel een hooghartige en vijandige houding werd aangenomen, vond men meer dan eens een onofficieele goede verstandhouding, zelfs vriendschap en liefdesbetrekkingen met de Mainzer be volking. De Franschen waren beste ke rels! Maar de Separatisten, die, kan men hun misdaden niet vergeven. Iedereen, die ook ma'ar verdacht wordt van separatistische 'gevoelens, wordt voor dood verklaard en meedoogenloos van alles buitengesloten! (Nadruk verboden). VRAGENBUS. Lezers hebben het recht koste loos vragen te stellen overbelas tingkwesties. Let wel: Alleen over belasting kwesties. Vragen over andere onderwerpen blijven onbeantwoord. Lezers ge lieven zich met hun vragen te richten tot de Directie van de N,V. ACCOUNTANTSKANTOOR „NATIONAAL BUREAU VOOR ADVIEZEN," Nieuwestad 83, LEEUWARDEN. Postzegel voor antwoord insluiten. Vragen worden per brief beant woord. Belangrijke vragen worden bovendien in d;t blad beantwoord. Tenzij de vragers bezwaar hebben. Zij gelieven dit dan mede te dee- Ien. -i Van de grootst mogelijke geheim houding kunnen de lezers verze kerd zijn. Vraag 65. Ondeijgeteekende heeft 7 kinderen waarvan er 2 eigen inkomen genieten van ongeveer f600,-, waarvoor zij in de inkomstenbelasting zijn aangeslagen, Wordt dat geld dat zij thuis inbrengen nu bij mijn inkomsten gerekend, of kan ik dat builen beschouwing laten Antwoord Uit de vraag leid ik a-f, dat de kin deren alle geld aan U afdragen. Zijn de kinderen meerderjarig, dan behoeft U uitsluitend op te geven, wat heer. Ik praat d'r niet meer over. Zij heeft zelf gekozen en ons den rug toe gedraaid. Laat haar gaan, zeg ik. Zij zal nu wel ondervinden dat het in den vreemde heel wat anders is dan thuis bij moeder de groote uit te hangen, en Ik hoop voor haar, dat zij dharuit leereri zal. Als u meer wilt weten, mijn mian is op het schip, en hij zal u schoon gelijk geven. De mannen zijn allemaal eender," zeide Hanna met een grimmigen blik, die -een spotlacii moest verbeelden. „Ik heb v.crJer geen tijd meer". Met deze woorden slofte Hanna naar achteren en liet den jonker half ver bluft staan. Hij kookte van toorn.i doch begreep dat het hem niets zou helpen verder tegen deze vrouw te spreken. Hij kon beter met den schip per gaan praten, die was kalm en ver standig; Hij trad naar buiten en zag de nieuws Jierige gezichten van de buurvrouwen, je de. Roofden bij elkaar^ gestoken hadden, toen zij den "Jonker bij Luca hadden zien jbinnengaan. Zijn komen daar werd in onmiddellijk verband ge steld met het verdwijnen van ,'Lien Dkk Vefkaik had ze immers bij elkaar gezien een paar dagen geleden. De jonker zou wel- weten, waar LienWas, fluisterden de vrouwen, i door G. Th. ROTMAN. 17., Totdat de brave man opeens tot z'n schrik bemerkte, dat er niets, niets meer over was, dan de eieren en de koekjes! En weer stond de ezel -,Loopen zal je!" siste mijnheer Pim pelmans. Hij strooide den koekjeszak leeg over de eieren en blies hem op. „Ziezoo," zei hij, „als dat niet helpt, helpt niemendal!" Hij zette zich schrap en hief den zak hoog boven zijn hoofd 18. Pats! Met kracht kwam de zak op Grauwtjes achterste rug-gedeelte neer en klapte daar uitelkaar met een slag als een kanonschot. Grauwtje maakte een luchtsprong van den schrik. Maar loopen? Dat kun 'je gelooven! Hij keek eens even om. om te zien wie hem dat geleverd had. Vervolgens zette hij z'n voorpooten schrap, kromde zijn rug, en de kinderen meer inbrengen, dan zij U kosten. Zijn de kinderen minderjarig, dan zult U hun volle loon bij l*w inkomen moeten tellen. Dat is althans onze opvatting. Een opvatting, die door de wet wordt gesteund. Intusschen gelooven wij, dat de wets toepassing (en o.i. uit billijkheidsover weging terecht) een andere en meer billijke is. Wanneer Uw kinderen minderjarig zijn, overlegt U de zaak dan eens met den Inspecteur. Vjraag 66. ik heb 6 jaar eene lijfrente van f 200,- in het jaar gehad en dit niet in de be lasting opgegeven, hoe moet ik nu doen om in geen moeijelijkheid te komen en waar moet ik dan een belastingbil jet vragen. Antwoord: Wil mij eens mededeelen, of U reeds Inkomstenbelasting betaalt. Indien ja, wilt )U mij dan de biljetten van de twee laatste jaren even zenden Betaalt U geen inkomstenbelasting, wilt U mij dan even opgeven waaruit Uw ander inkomen ibestaat 1Op Donderdag 18 December hebben in het Landbouwhuis te Goes bespre kingen plaats gevonden tusschen de ver tegenwoordigers der Landbouworgani saties iit Zeeland en die van de Mid- denstandsvereenigingen in deze provin cie. De vergadering stonid onder leiding van Mr. P. Dieleman, voorzitter der Z.L.M. en had ten doel de belangen van alle plattelandsgroepen in deze cri sistijd In hun onderlinge samenhang te bespreken. Door de Voorzitter en door de H.F1. C. P. Vogelaar, Voorzitter van dén Chr. Boeren- en Tuindets- boud en A. H. de Milliano, Voorzitter van den Chr. Boerenbond voor 'Z. Vlaanderen (W.-D.) werden korte in leidingen gehouden over den crisis en De jonker sloeg geen acht op hen, beantwoordde de groeten der voorbij gaande visschers ternauwernood en spoedde zich regelrecht naar het schip. Toen hij den naderenden jonker be merkte, bleef hij een oogenblik stok stijf staan, wendde zich dan om en sloeg een anderen weg langs de haven in. Een paar oude visschers hadden dit gezien en schudden hun hoofden. Zij begrepen het en zeiden het tegen el kaar. De jonkker en Willem waren vij anden geworden terwille van de vis- schersdochter. Het zou niet de eerste maal zijn op het dorp, dat twee man nen elkander een vrouw betwistten. De jonker scheen niet bemerkt te hebben, dat Willem Luca hem ontweek. Hij liep met het hoofd vooroverge bogen in diepe gedachten verzonken, peinzend hoe hij Lien terug zou vinden. Kapitein Bram wilde juist de „Wen- delina" verlaten, toen zij elkander ont moetten: Zij drukten elkander de hand pis vrienden, en toen de jonker den schipper hl het verweerde gelaat blik te kwam het hem voor, dat 'hij de laatste dagen ouder was geworden. -> „Boos weer gehad, kapitein," be gon de jonge man, „doch als ahijd be houden teruggekeerd. Maar het zijn ook niet allemaal zulke flinke kasten als de ,|Wettd«Una" en zulke kranige «hip het belang dat ook de middenstand heeft bij een welvarende en koopkrach tige plattelandsbevolking. Uit de dis cussies die daarna volgden kwam naar voren dat ook de Middenstandsvereeni- gingen ten zeerste het nemen van steun maatregelen ten behoeve van de land bouw toejuichen. De eventueel door de Regeering te nemen steunmaatrege len werden besproken evenals de argu menten die aangehaald worden tegen het maal- en menggebod. Door ver schillende afgevaardigden van Midden- standsvereenigingen werd medegedeeld dat deze organisaties principieel gaarne hun steun toezegden om aandrang uit te oefenen om de landbouw door steun maatregelen over deze moeilijke tijden heen te helpen. Up Donderdag 18 December hebben te Goes in het Landbouwhuis bespre kingen plaats gehad tusschen de ver tegenwoordigers van de landbouwor ganisaties in Zeeland en van de drie landarbeidersorganisaties. De vergade ring die on/der leiding stond van Mr, P. Dieleman, Voorzitter der Z.L.M. hald een vlot verloop en leidde tot volkomen overeenstemming. De verschillende cri sisaangelegenheden werden uitvoerig be sproken. De vertegenwoordigers der landbouworganisaties sloten zich aan bij de meening 'der landarbeidersorganisa ties, dat momenteel verlaging van het loonpeil der landarbeiders ongewenscht is. In dezen zin zal dan pok aan de Afdeelingen van de landbouworganisa ties geadviseerd worden. De landairbei- dersorganisaties zegden ten volle hun medewerking toe tot het verkrijgen van steunmaatregelen voor den landbouw, zooals die in het urgentieprogram der centrale lanabou organisaties zijn vast gelegd, ERKEND DEBÉSTE pers als kapitein Bram en zijn zoon". „Als God ons niet bewaard had, waren we toch vergaan, jonker. Hij moet liet doen. Hij alleen heeft ons weer thuisgebracht, zooals ik hoop, dat Hij mij ook eens daar boven thuis zal brengen, na de groote levensrjeis, als alle stormen voorbij zullen zijn» Zoo geloof ik ook, dat Hij Lien weer thuis zal brengen". Het was den ouden man niet langer mogelijk te zwijgen over wat Jieml zoo dient bij het hart lag. Bij het kind, dat hem verlaten had, waren al zijn gedachten en haar golden zijn ge beden. De jonker knikte met het hoofd, ten bewijze van instemming. Het geloo- vig vertrouwen van den vromen man deed hem goed en kalmeerde henf. Hij vatle de hand van ;den schipper en zeide: „Wiat denkt gij, kapitein, waar Lien is Zou zij terugkeeren ik ben om haar bij u gekomen. Gij v^eet zeker hoe ik tegenover haar sta, Zij zou mijn vrouw worden. Ik lijd evenzeer om haar al^ u". De schippér wendde zijn hoofd naar de zee en zweeg. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1930 | | pagina 5