Breskensche Courant
200
25
Het geheim derVisschershut
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Binnenland.
Provinciale Staten.
FEUILLETON
Raadsvergadering
Aardenburg.
40ste Jaargang
Zaterdag 1 November 1930
Nummer 3577
ABONNEMENT:
per kwartaal 1,25;
buiten Breskens l ,40.
Buitenland 6,50 per
jaar.
2!ondagsblad per kwar
taal f 0,65en buiten
Breskens 0,725. Bui
tenland f 3,50 per jaar.
Verschijnt:
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
Van I 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadücrtcntièn bij
regelabonnemenl groole
kortingTarief op aan
vraag verkrijgbaar.
CR A TIS verzekering voor de
abonnes tegen ongelukken, en
wel voor de volgende bedragen:
gulden bij levens- f p~\ gld bij dood wy p* gld bij ver- p- gld bij ver- j s-\ gld bij ver-
lange ongeschikt- If ft J door lies van een j( f ',es oan een 41van cen
hcid tot werken een ongeluk hand of voet oog duim
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallcn-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
I s-\ gld bij verlies
jij van eiken
anderen vinger
Landbouwcrisis.
Op uitnoodiging van de werkgevers
bonden in het landbouwbedrijf in de
provincie Groningen, heeft Maandag te
Groningen onder leiding van den heer
D. M. Takens te Meeden een bijeen
komst plaats gehad van de besturen
van al de neutrale en christelijke werk
geversbonden in het landbouwbedrijf
in de districten Oostelijk Groningen,
Veenkoloniën, Hoogeland, Mame en
Noordelijk Westerkwartier en van de
moderne, christelijke en r.-k. land
arbeidersbonden, ter bespreking van
de landbouwcrisis en de daartegen
gezamenlijk te nemen maatregelen.
Na discussie bleken de besturen van
al de aanwezige werkgevers- en werk
nemersbonden overtuigd van de wen-
schelijkheid en de noodzakelijkheid
van samenwerking, ter verkrijging van
steun van overheidswege voor den
landbouw.
Besloten werd, allereerst een com
missie in te stellen, welke de grond
slagen voor die samenwerking, onder
nadere goedkeuring van de betrokken
instanties, zal vaststellen. In die com
missie zullen 6 vertegenwoordigers van
werkgevers en landbouworganisatiesin
de provincie Groningen plaats nemen,
en een gelijk aantal van de drie land-
arbeidersbonden.
Voorts zullen, teneinde tot nationale
samenwerking te komen, 5 vertegen
woordigers van den landbouw uit an
dere deelen van het land worden uit-
genoodigd, als lid der commissie toe
';.e treden.
Van de stukken, die voor de a s
zitting der Staten van Zeeland in druk
verschenen zijn, vermelden we:
Weg Aardenburg Belgische
grens.
In 1860 werd aan A. B. Carpreau
te IJzendijke, concessionaris voor -een
tijdvak van 80 jaar, van de tolheffing
op den weg van Aardenburg naar de
Belgische grens een renteloos voor
schot toegekend van f 12.000, voor de
bestrating van dien weg loopende in
de richting Middelburg (België). Voor
zekerheid van de terugbetaling en het
behoorlijk onderhoud van den weg,
werd aanvankelijk een grootboek-in
schrijving en later een hypotheek ver
leend. Thans is sedert 1909 weduwe
52.
Ik dacht ook aan het verleden
toen ik' haar zag en haar stem boorde.
Het spijt me dat ik haar naam niet
gevraagd heb. Ik wou graag weten
wie zij was," zei Johanna.
Dat kunnen we nog doen," meen
de Lize, die romantisch genoeg aange
legd was om deze zaak nader te on
derzoeken. „Zie, daar ginds loopt zij.
Zij schijnt heelemaal geen haast te
hebben. Wij kunnen haar gemakkelijk
inhalen. Ik zal haar wel aanspreken
met een of ander praatje. Zij schijnt
vreemd te zijn in Amsterdam. Heb
je gezien hoe bedrukt ze er uitzag.
Misschien heeft ze verdriet en kunnen
we haar helpen.
,jEr zal wel weer een man in! het
6pel zijn," merkte Johanna resoluut op.
,iZe treurt wellicht om een verbroken
engagement, een van de duizenden,;
waarvan de dominé sprak. Spreek Jij
fiaar maar eens aan. Ik ben niet lief
genoeg en zou ze misschien afschrik
Coppens-de Jonghe te Eede tot con-
cessionaresse benoemd en is zij met
het onderhoud van den weg belast.
Het renteloos voorschot is reeds geheel
terugbetaald. Inmiddels is een hy
pothecaire inschrijving groot f 6000
op enkele perceelen van wijlen C. A.
Carpreau blijven rusten, waarvan en
kele zijn verkocht aan de provincie en
aan de N.V. „Zeeuwsch-VIaamsche
Tramwegmaatschappij". Ged. Staten
stellen op verzoek van de erfgenamen
van mevrouw weduwe C. A. Carpreau-
Weinhagen en de directie der genoem
de N.V. voor hun machtiging te ver-
leenen tot royement van deze hypo
thecaire inschrijving mede te werken.
Dinsdag 1.1. te 2 uur kwam de Raad
dezer gemeente in voltallige zitting
bijeen onder presidium van Burgemees
ter Th. M. Overmaat.
De notulen Ider vergadering van 20
en 23 October (worden gelezen en gtoed-
gekeurd.
Antwoord van B. en W.
op de vragen van Mevr.
Ancion-Van Maldegem.
De VOORZITTER: Als eenig in
gekomen stuk is slechts de vragen
lijst van Mevir. Ancion, waarop B. en
W1 het volgende antwoorden, hetwelk
ik zal voorlezen:
Naar aanleiding van de door Mevr.
Ancion gestelde vragen (willen B. en W.
onder Uwe aandacht brengen, dat hun
college, gezien den korten tijd liggende
tusschen de inzending van haar schrij
ven en deze raadszitting tijd en ge
legenheid ontbrak voor voldoende stu
die en onderzoek.
Bovendien zouden wij willen opmer
ken, dat het hun gewenscht voorkwam,
dat deze vragen waren gesteld vóór de
raadszitting van 20 October j.L, op
welke vergadering B, en W. meenden
te mogen veronderstellen, dat er door
de leden van iden Raad voldoende stu
die over het te behandelen onderwerp
was gemaakt. Toch wil ons college,
voor zoover hun dit thans mogelijk
is, gaarne nog een en ander toelich
ten en beantwoorden.
(Opmerking. Voor de vragen
zie men het vorig nummer de
zer courant.)
Antwoord op vraag 1. Cijfers en
data ontbreken thans ons college.
Wel meenen wij te mogen opmer
ken, dat er in de droge jaren herhaal
ken. Je zegt immers altijd, dat ik te
hard ben".
De zusters hadden intusschen het
meisje, dat doelloos scheen voort te
wandelen, bijna ingehaald en juffrouw
Lize stapte een 'beetje vooruit, met haar
vriendelijksten glimlach op haar goe
dig gelaat. „Lieve juffrouw," aldus be
gon zjj tegen Ide onbekende. 'terwijl
haar gezicht een en! al hartelijkheid
uitstraalde, ,,mijn zuster en ik vonden
het erg aardig van u, dat u ons met
mijn taschje nakwam. Uw stem -komt
ons zoo beken'd voor en herinnerde
ons aan iemand uit 't verleden. Mis
schien kunt u 'tons verklaren. Mijn
zuster zou igraag eens met u kennis
willen maken. Wij zijn de gezusters
Portmans en wonen op de Prins Hen
drikkade".
Deze woordenstroom werd met een
vriendelijkën knik beaamd door Jo
hanna, die intusschen aan de andere
zijde van "het meisje was komen loo-
pen, dat aldra ondervond; dat zij met
een paar praatgrage dames te doen
had.
„Woont u in Amsterdam, juf
frouw?" vroeg Johanna dadelijk, die
een scherpen blik in het gelaat van het
meisje had geworpen, wat wederom
vage gn onbestemde herinneringen in
delijk van watergebrek werd gespro
ken kon worden. Dat zulks niet gun
stig werkt op den hygiëiischen toe
stand volgt uit den aard der zaak.
Vehder hebben wij de eer U te
verwijzen naar het advies van den Ge
meentearts.
Antw. op vraag II: Het advies van
den Gemeentearts wordt hierbij over
gelegd.
Antw. op vraag III: Zie het ant
woord onder vraag 4.
Antw. op vraag IV: Naar een en
anaer ls geïnformeerd bij het Rijks
bureau voor Drinkwatervoorziening,
welks advies hierbij wordt overgelegd.
Antw. öp vraag V. Met absolute
zekerheid valt er nooit veel te zeggen.
(Vergelijk de Relativiteitstheorie van
Prof. Einstein).
Wij verwachten, evenals bij de an
dere door bemiddeling van het Rijks
bureau van Drinkwatervoorziening
reeds gelegde waterleidingen, hier ook
een normaal verloop van zaken.
Antw. Op waag VI: Ja. Wij meenen
te mogen veronderstellen, dat water
leiding o.a. ook mogelijkheden tot in
dustrie opent.
Antw. op waag VII: Naar aanlei
ding van deze vraag wil ons College
U ér attent op maken, dat niet B.
en W. maar de gemeenteraad te dezer
zake een beslissing neemt. Voor zoo
veel deze vraag ons mocht aangaan,
kan deze bevestigend worden beant
woord.
Het in het antwoord van B. en
W. bedoelde advies van den Gemeen
tearts luidt ongeveer als volgt:
Aardenburg, 27 October 1930.
Mijne Heeren.
Op de 2 mij voorgelegde vragen het
volgende
In dé laatste 10 jaar hebben we Sn
deze gemeente 2 X een periode van
langdurige droogte gekend, waardoor
het overgroote deel der bevolking aan
gewezen was op welwater.
Besmettelijke ziekten zijn toen niet
uitgebroken, al waren er 2 gevallen,
die zeer zeker aan dysenterie deden
denken en waarvoor destijds nog uit
voerig is gecorrespondeerd met het
Centraal Laboratorium en Inspectie dér
Volk sgezondh eïd.
Tengevolge van het advies „geen
ongekookt water te gebruiken" is er
ger voorkomen. Toch kwamen veel
darmbezwaren voor
Goede verzorging van het lichaam
liet toen veel te wenschen over, even
als die der woningen (schuurverbod),
wat bij waterleiding niet was voorge
komen.
In 1911 waren in Nederland 95 wa-
haar wakker riep en die besloten was
zoo mogelijk uit te vinden wie zij was.
,|Neen," iwas het rustige antwoord,
,,maar ik denk wel hier te gaan wo
nen".
„Alleen of met je vader en moe
der," vroeg Lize, die al vertrouwelijk
begon te worden en wier groote ge
brek was een onverzadelijke nieuws
gierigheid.
„Alleen juffrouw," „ik heb geen
ouders meer".
„Och wat droevig, riepen beide
zusters tegelijk zoo luide uit, dat de
voetgangers op het Damrak verwon
derd naar het drietal keken. „En zoo
jong nog. Maar dan heb je toch zeker
wel ooms of tantes of andere famijie
in de stad?
„Neen, ook niet. Ik heb heelemaal
geen familie"
„Ach, dat is dan toch wel heel
droevig," meende juffrouw Lize-
„Dat kan er naar zijn," bracht
haar zuster met een hoonenden trek
op 'tgelaat tusschenbeide. „Medunkt
dat je veel beter geen familie kunt
hebben dan zooals die van ons, die
zich nooit om ons bekommert en zich
veel te hoog voor ons acht. Zulke fa
milie wensch ik de juffrouw niet toe".
„Daar heb je gelijk aan zus.
herleidingen voor 52 pCt. der bevol
king.
Massa-infectie door waterleiding
heeft men nooit gekend.
De besmettelijke ziekte te Hamburg
tijdens een cholera-epidemie aldaar ont
stond door ongefilterd water uit de
Elbe door de waterleiding heen te
sturen.
Bij een goed-ingerichfe bacterieele
controle kan dit haast niet voorkomen.
Ik ben niet bekend met het Z.-
Vlaamsche Waterleidingplan, maar, daar
alles geschiedt onder leiding van het
Rijksbureau voor Drinkwatervoorzie
ning heb ik daarin mijn volste ver
trouwen.
De korte inhoud van het Rijks
bureau voor Drinkwatervoorziening is
het volgende:
Het buizennét van alle gemeenten
bij het waterleidingsplan voor Z.-Vlaan-
deren is zoodanig berekend, dat in den
kom der gemeente ten tijde van hoogst
te verwachten waterverbruik over 30
jaar een hoeveelheid brandbluschwater
van 18 M3 per uur onder een druk
van 18 a 20 M. terrein aan 'buizen
net kan worden onttrokken.
Deze hoeveelheid stelt in staat om
een brand met 2 slangen op de water
leiding terstond aan te tasten.
Voor enkele ongunstig uitloopers van
het net is de in bovenvermelde éisch
genoemde hoeveelheid van 18 M3 ge
reduceerd tot 9 M3 per uur.
Naar aanleiding van Uw brief, kan
gemeld worden, dat door berekening
kan aangetoond worden, dat het ge
projecteerde buizennet voor het be
knopte plan in Staat is gedurende een
lange reeks van jaren in de kom van
Aardenburg een hoeveelheid brand
bluschwater van 1000 L. per minuut
te leveren, waarbij de druk tot onge
veer maaiveldshoogte wordt terugge
bracht.
Na een tijd van 25 jaar zal boven
bedoelde hoeveelheid, indien bet buizen
net niet wordt verzwaard, toch nog
900 L. bedrage i.
Verder wordt nog gemeld, dat door
het afstemmen der aansluiting door de
gemeente Sluis het gewijzigde plan
weer in gevaar komt maar misschien
toch uit te voeren is, als Aardenburg
meegaat. Mocht Aardenburg dit niet
doen, dan is een plan Oost-,West voor
goed, of althans voor langen tijd van
de baan.
Mevr. ANCION: Uit het schrijven
van den Gemeentearts blijkt, dat deze
zegt dat hij denkt dat in droge pe
rioden het dan te gebruiken water aan
leiding kan geven tot besmettelijke
Zulke familie kan 'iedereen missen.
Maar met dat al is het toch wel hard
zoo alleen op de wereld te staan. Zou
je 'terg onbeleefd vinden, juffrouw,"
verstoutte zich Lize, die brandde van
nieuwsgierigheid om te weten, wie hel
meisje was, „als we je naam vroegen?
Ik vind het zoo naar om ieder keer
juffrouw te zeggen".
„Mijn naam is Lien Luca," zei
het meisje zonder aarzeling, ofschoon
haar lippen een weinig beefdép.
„En je bent dus een wees?'?
vroeg de onvoldane Lize voort.
„Ook dat, mevrouw." was het
antwoord, dat op Jdanklooze toon ge
geven werd.
„Je moet niet denken, beste
Lien," viel juffrouw Johanna hier op
moederlijken toon in, ,,dat we dit al
lemaal uit nieuwsgierigheid vragen. We
zijn zelf ook weezen en weten wat bet
zeggen wil, ofschoon we familie ge-
noeg hebben. We vragen 't alleen uit
vriendschap. We dachten dat we je
misschien op de een of andere wij
ze van dienst konden zijn. Je bent
hier vreemd in Amsterdam en als je
hulp noodig hebt zeg het dan maat
gerust. We willen je graag helpen
als het kan," 'zei Johanna op zulk
een goedhartigen toer», dat Ljze die an'
ziekten. Ik had liever zekerheid omtrent
dat punt.
De VOORZITTER: Absolute zeker-
heid is niet te geven.
Mevrouw ANCIONDe Geneesheer
spreekt slechts van 'de laatste 10 jaar;
ik heb gevraagd Van de laatste 20 jaar.
De VOORZITTER: De Geneesheer
is hier pas even 10 jaar en kan moeilijk
getuigen van wat daarvoor is gebeurd.
Uwje antwoorden moesten in korten
termijn beantwoord wordenB. en W.
hebben gedaan wat zij konden en zijn
de meening toegedaan, dat met het
antwoord van dien Geneesheer ge
noegen zal genomen worden.
Mevrouw ANCION: Er zijn geen
cijfers en data.
Dhr. CATSMAN: Het is zeer moei
lijk cijfers en data te noemen, maar
het is algemeen bekend, dat welwater
veel minder te .verkiezen is dan lening-
water. Moet er dan eerst dysenterie of
cholera uitbreken en 'dan pas om water
leiding gevraagd worden?
Bij langdurige droogte is het gevaar
aan het uitbreken 'yan besmettelijke
ziekten niet denkbeeldig.
Mevr. ANCION: Zal er voldoende
water gevonden worden op de vind
plaats bij St. Jansteen? Het wordt
immers betwijfeld
De VOORZITTER: Dat zijn allemaal
bakerpraatjes van vroeger, die door
enkele menschen uit het Oosten zijn
rondgestrooid, maar die doodgebloed
zijn.
Men is voor of tegen de water
leiding.
Laat ons de zaak juist beschouwen
en niet afgaan op mededeelingen van
anderen, die geen steek houden.
Mevr. ANCIONWaarom zijn de
ders niet zooveel zachtmoedigheid en
vriendschapsbetoon voor anderen van
haar zuster gewoon was, haaf vol
Bewondering aankeek.
Er kwam een; bloS op het gelaat van
Lien Luca, Want deze was het werkelijk,
toen zij antwoordde: „U is erg vrien
delijk en ik dank u hartelijk. Ik voelde
me juist zoo erg bedrukt en eenzaam,
omdat ik dacht dat er niemand was
in deze groote ;stad, die zich om mij
bekommerde".
„En nu zie je, dat je heelemaal
verkeerd gedacht hebt, Lieve," her
nam Johanna. „Zoo slecht is Amster
dam niet, of er zijn nog hulpvaardige
menschen genoeg met goede harten,
die een ander willen helpen. Zeg ons
maar eens waarmee we je kunnen hel
pen en als het mogelijk is zullen |we het
doen. Ik vermoed dat het geen stoffe
lijke hulp is, die je noodig hebt("
zeide Johanna met een blik op de nette
kleeding van Lien".
„Neen, dat fis het ook niet,?'
'sprak Lien met 'een zucht „Ik heb
nog een beétjje spaargeld. Wat ik
zoek is werk, anders niet".
(Wordt vervolgd},