Breskensche Courant
25
Het Wijk van Koning Boris
Het geheim der Visschershut
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
FEUILLETON
De Gast- en Weeshuiszaak
te Aardenburg.
40ste Jaargang
Woensdag 29 October 1930
Nummer 3576
ABONNEMENT:
per kwartaal 1,25;
buiten Breskens 1,40.
Buitenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal f 0,65; en buiten
Breskens 0,725Bui
tenland f 3,50 per jaar.
Verschijnt:
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van I 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadüertentiên bij
regelabonnemcnl groole
korting. Tarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GRA TIS verzekering voor de
abonnes tegen ongelukken, en Si jij
wel voor de volgende bedragen:
gulden bij levens- 7 gld bij dood py m* gld bij ver- gld bij ver- j gld bij ver-
lange ongeschikt- If II I door lies van een f l*es van een TmL I I lies van een
heid tot werken een ongeluk hand of voet oog duim
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te s-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
I /a gld bij verlies
lil van eiken
anderen vinger
Het zoo juist voltrokken nu-
welijk van Koning Boris van
Bulgarije met een docirter van
het Italiaansche koningspaar ves
tigt weer feens de aandacht op
het dikwijls zoo zwaar beproefde
volk der Bulgaren en zijn heer-
schers
Nadat Rusland Vorst Alexander tot
afstand had gedwongen, omdat hij niet
langer een Vazal van den Tsaar wensch-
te te zijn, kreeg Bulgarije een prins uit
het Huis Coburg tot vorst. Deze wist
niet alleen zijn pas verworven souverei-
niteit te verdedigen (tegen zijn buren -
de Turken, Serviërs en Grieken - doch
ook den invloed van het oppermachtige
Rusland te beperken. Zijn werk werd
met het koningsschap beloond.
Koning Ferdinand zorgde op des-
potisch-patriarchale wijze voor de be
schaving en welvaart van zijn- land,
doch deze vreedzame arbeid werd tel
kens onderbroken door de herhaalde
lijk terugkeerende oorlogen. Servië was
nog altijd de doodsvijandzoowel Grie
kenland als Rusland wenschten het be
zit van Constantinopel en Koning Fer
dinand hoopte zelf ook, zich in de
Aya Sofia de oude keizerskroon op het
hoofd te kunnen laten zetten.
In 1914 ontplofte het eerst op de
Balkan het Europeesche buskruitvat en
de ^wereldoorlog brak uit. Ook nu had
de Koning van Bulgarije groote beslis
singen in handen. Hij sloot zich bij
LUitschland en Oostenrijk aan en zijn
land vormde de ophaalbrug van de be
legerde vesting (ICentraal-Europa".
De erfvijand Servië werd vernietigd;
uit den kroon van den gevluchten ko
ning Peter moet Ferdinand zelfs een
inktpot hebben laten maken. Te Nish,
de oude noofdstad van Servië, ont
moette hij den Duitschen keizer en
Bulgarije scheen bijna een groote mo
gendheid te zullen worden. Doch
Duitschland was uitgeput en moest
den oorlog opgeven. Nu trof Bulgarije
de eene ramp na de andere. Koning
Ferdinand moest aftreden, doch zijn
dynastie bleef aan bet bewind. Door
zijn moeilijke geschiedenis gestaald
wist het volk deze vreeselijke crisis
te1 boven te komen en in het onrustig
ste land van Europa keerde de rust te
rug. De jongere, energieke Koning Bo
ris kan nog altijd profiteeren van den
verstandigen raad van zijn vader en
door zijn 'huwelijk met een koningsüoch
51.
Zou ,men n|u niet van aljen, die
zulk een bondgenootschap sluiten, mo
gen en willen eischen dat zij alle waar
borgen hebben voordat zij tot zulk een
stap overgaan
■jlk ben er zeker van dat gij mij in
theorie allen gelijk geeft. Gij voelt
dat het noodzakelijk is. Maar zie nu
hoe in de praktijk gehandeld wordt.
Een aardig of minder aardig gezicht,
een fatsoenlijke naam, overeenkomst
van stand en positie, beginsel of gods
dienstige belijdenis en klaar is het.
De ringen worden gewisseld en ver
loofd zijn ze. Verder geen waarbor
gen noodig. Dat is het systeem van
de verlovingen, zooals ze tegenwoordig
in 't algemeen gesloten worden, 'tls
immers maar een proef, Mocht het
straks blijken, dat hij niet bij haar
past of mocht het hem dunken dat
zij geert geschikte vrouw voor hem
zal zijn, wel dan hebben zij immers
hun verontschuldigingen en geeft de
een den ander op, even gemakke
lijk als zij bij elkander gekomen zijn.
tier uit het opgeleefde Italië hoopt het
volk, dat ide afzienbare toekomst veilig
isf Het juicht de verbintenis van harte
toe.
Beide verloofden stammen .af van al
die oeroude geslachten, die sinds eeu
wen de Europeesche volkeren gere
geerd hebben of nog regeeren. Het
Huis Coburg regeerde in Saksen en
Thiiringen, doch ook voor de revolutie
in Portugal en nog heden ten dage in
Engeland en België. Want al moest
de Engelsche Koning tijdens den oor
log zijn familienaam in ...Windsor" ver
anderen, hij stamt toch af van Albert
van Saksen-Coburg, de echtgenoot van
Koningin Victoria. Konitng Boris is
een achterkleinzoon van Louis Philippe,
den laatsten Franschen koning. Door
zijn moeder uit het Huis van Bourbon
is hij verwant met ex-keizerin Zita van
Oostenrijk en met Koning Alfons XIII
van Spanje. De toekomstige koningin
van Bulgarije (Stamt af van de Saksische
hertogen. Haar moeder is een prinses
uit Montenegro, het ,,land der zwarte
bergen," een idyllisch minjatuurstaatje,
dat nu leen onderdeel van het Konink
rijk Joego-Slavië js. Een van haar zus
ters is getrouwd met een prins van
Hessen, wiens moeder een zuster van
den Duitschen ex-keizer is. Door dit
huwelijk wordt het ingewikkelde net
van familiebanden tusschen de Euro
peesche vorstenhuizen nog. wat verder
aangevulddeze betrekkingen zijn ech
ter niet meer van zooveel belang als
in vroeger tijd, toen de vorstenhuwelij-
ken de politiek van Europa- bepaalden.
Evenals men dat bij menschen vindt,
ziet men ook volken, die alles gemak
kelijk bereiken en .andere, die voortdu
rend voor hun 'bestaan moeten vechten.
Het Bulgaarsche volk is wel een der
meest geplaagde uit de wereldgeschie
denis. Het behoort tot de Mongolen
en is oorspronkelijk afkomstig uit het
Wolga-gebied. Daar herinnert nog
steeds het dorp Bolgary met zijn ruïnen
aan de vroegere residentie van hun
Khans, die door Timoer verwoest is.
Tijdens de Volksverhuizing nam een
deel van dit Wiolgavolk bezit van de
reeds door Slavische elementen be
woonde, oud-Romeinsche provincie Mo-
sia en noemde liet gebied al dadelijk
naar zijn eigen naam. In 1809 werd
Sofia gesticht, de tegenwoordige hoofd
stad van Bulgarije en nog in dezelfde
eeuw namen zij het Christendom aan
en wel in 864. Tevens werd daarbij de
Oud-Slavische taal van hun Christen
predikers Cyrillus en Methodius aan
genomen. Gedurende Zes eeuwen ble
ven de Bulgaren schatplichtige nabu-
Zoo wordt wat een inleiding en deel
behoorde te zijn van het sacrament
van het huwelijk, door het slijk ge
sleurd en verlaagd tot minder dan een
handelszaak, want daarbij gelden we-
derzijdsche verbindingen voor onver
brekelijk.
^Duizenden achtbare en nauwgezette
Christenen en andere hoogst fatsoen
lijke menschen, zouden» als zij mij zoo
hoorden spreken van de verloving als
een proefneming, zich zeer waarschijn
lijk beleedigd gevoelen en met veront
waardiging zeggen, (dat zij het nim
mer zoo opgevat en bedoeld hebben.
.jMijn brave menschen, zou ik hun
antiwoorden, dat weet ik wel. Gij vrou
wen, die vanmorgen hier zijt» verloofd
of getrouwd, als uw verloofde of man
tjot u gekomen was en had gezegd,
dat hij het eens met u probeeren ;wou
en dat hij zich het recht voorbehield
om er weer mee op te houden, als gij
hem na zekeren tijd niet meer bevielt,
ik weet zeker, dat gij hem den rug
toegekeerd en niet meer aangekeken
had, omdat gij u diep beleedigd ge
voelde door zulk een voorstel. En elk
eerbaar en karaktervol man zou 'desge
lijks handelen indien de vrouw zOo
sprak.
,,In theorie zijn we het hierover al
lemaal eens, Maar in de praktijk is het
ren van de opvolgers van Constantijn
den Grooten, die Constantinopel als
residentie hadden. Tenslotte kwamen
ze herhaaldelijk in opstand tegen de
tyrannieke behandeling ider overheer-
schers en toen zelfs hun kudden ge
regeld naar de hoffeesten te Constanti
nopel gedreven werden, gelukte het
hun eindelijk, zich te bevrijden. In 1203
stichtten zij een eigen koninkrijk en
hun vorst Johannes ging over tot de
Roomsch Katholieke kerk, waarvoor
Paus Innocentius III hem den konings
kroon schonk.
Nu begon een bloeitijd, waaronder
het rijk zich al spoedig naar alle zij
den uitbreidde, tot 'het in 1330 geheel
verwoest werd door het eveneens sterk
in kracht toenemende Servië. Sinds
dien tijd zijn de beide Balkanvolken
eikaars doodsvijanden. De Servische
overheersching duurde echter slechts
60 jaar, want toen kwam voor Servië
zoowel als voor Bulgarije de Turksche
overheersching, die eeuwen zou duren.
Kort na den [dood van Koning Johannes
was de Bulgaarsche bevolking weer
tot de Grieksch-Katholieke kerk te
ruggekeerd thans gingen velen over
tot den Islam. De Bulgaarsche natio
naliteit dreigde verloren te gaan, de
Slavische taal nam in grooten getale
Turksche, Walachijsche en Albanische
elem,ent(en op. In 1750 waren er slechts
4 scholen in het land en daar werd
onderwijs gegeven ,in het Grieksch.
Doch het volk, dat in dappeiWid
zijn verwantschap met de Turken en in
versland die met de Hongaren toon
de, zou jiog eenmaal in opstand ko
men en leen rol spelen in de geschiede
nis. Door de voortdurende oorlogen
der Turken was 'het land verwoest en
sinds 1650 trokken de Bulgaren terug
naar de vlakten Vanuit de bergen, waar
heen zij tijdens de Turksche overheer
sching gevlucht waren. Na den Turksch
Russischen oorlog Van 18781886 kreeg
het volk zijn zelfstandigheid terug en
nu stroomden de naar Macedonië, Bes-
sarabië en zelfs Klein-Azië uitjgewe-
ken Bulgaren 'pij duizenden naar hun
oude vaderland terug. Ze kregen een
grondwet naar het voorbeeld der Ser
viërs en een (eigen rechtspraak. In-
plaats van den Patriarch van Constani-
nopel bestuurde voortaan een Exarch
hen in kerkelijk opzicht. Door bevor
dering der Volksontwikkeling jkwam ook
de volkstaal weer tot bloei en net
doode 'kerk-Slavisch verdween uit de
scholen; het doode Byzantijnsch—1
Grieksch uit de kerken.
(Nadruk verboden).
heel anders. In 'de praktijk is het zooals
ik het u beschreven heb, een proefne
ming en niet anders, die geen bindend
karakter heeft. Maar dat is juist het
schandelijke ervan, het onteerende en
verderfelijke. Ge kunt 'met alles op
deze wereld de proef nemen, maar niet
met harten, niet met de innigste en
teederste neigingen ien (gevoelens van
het menschelijk hart. Dat is roeke
loos spelen met'vuur, dat is het op
wekken van fcen brand, dien gij zelf
niet meer blusschen kunt".
De predikant verhief zijn stem, edele
verontwaardiging straalde uit zijn zwar
te oogen, alsof hij stond en sprak
tegen degenen, wie zijn woorden gol
den, en zijn indrukwekkende verschij
ning en het vuur en de overtuiging
•waarmede hij sprak, verhoogden het
gezag en den indruk zijner woorden.
Met forsche stem en forsche gebaren,
alsof hij het zijn hoorders voor altijd
vast op het hart wilde binden, ging
hij voort; ,»In deze proefnemingen, die
men verlovingen noemt zijn duizen
den harten gebroken en duizenden le
vens verwoest zijn diepe felschrijnen-
de wonden geslagen» die de tijd nim
mer meer heëlen kan en zij zijn oor
zaak geweest dat mannen en vrouwen,
verbijsterd en wanhopig door de grie
vende teleurstelling 'die hun leven ge-
15 Maart 1929 namen de verschil
lende armbesturen te Aardenburg het
besluit het BurgerGasthuis en het
BurgerWeeshuis op te heffen en 27
September 1929 keurden Ged. Staten
van Zeeland dat besluit goed.
De zaak zou nu spoedig beslist zijn,
want zoo redeneerde- sommigen» nu
lag het aan ons, dat wil zeggen laan de
personen uit Aardenburg, |die de v,er-
deeling verder op pooten zouden zet
ten, en die zouden de zaak toch zeker
met bekwamen spoed behandelen.
In werkelijkheid js dit ook zoo ge
weest.
Een Commissie van verdeeling. werd
ingesteld, een Raad van Beroep werd
benoemdnieuwe instellingen van wel
dadigheid wenden in het leven geroe-/
pen met ontvangers-griffiers inkluis, die
evenwel tot nog toe geen administratie
hebben moeten voeren, omdat er niets
te administreeren was.
De Commissie van verdeeüng toog
met blakenden jjver aan het werk.
Zij vergaderde menigmaal tot 's avonds
laatzette heele 'boomen op over soms
nietige onderwerpen, (maar toereikte toch
in betrekkelijk korten (tijd het doel:
de verdeeling der goederen, tot zoo
ver als zij dat te regelen had. Met
Januari 1930 was zij met haar werk
gereed. Als het aan haar gelegen had,
had alles in deze maand haar beslag
gekregen. Nu schrijven wij straks No
vember en het einde i„ uog niet jn het
verschiet; want in deze zaak had de
Raad van Beroep de wachtgelden te
regelen en Ged. Staten moeten die
wachtgelden goedkeuren.
Bewijzen zijn niet te leveren, maar
het heeft er allen schijn van» alsof de
beide laatstgenoemde lichamen de zaak
,,op zijn elf-en-dertigst" behandelen.
Begin .December 1929 kwam de Raad
van Beroep voor de eerste maal bijeen
en daarna nog verscheidene malen. De
vergaderingen duurden telkens bok heel
lang, waarschijnlijk is er dus ook over
de wachtgelden zwaar geboomd, maar
het resultaat kwam eerst op 2 Juni
1930, toen in een openbare vergadering
de diverse wachtgeldregelingen .vastge
steld werden.
Men zegt, dat in de wachtgeldrege
ling de Commissie van Verdeel(rtg of
de nieuwe instellingen van weldadig
heid recht hadden gehoord te worden,
maar dit js zooiets geweest als ,,een
wassen neus". Naar verluidt heeft de
troffen had, tot 'de grofste zonden zijn
vervallen. En (ik zeg het nog eens, dat
verlovingen, die aldus aangegaan en
verbroken worden en - niet leiden tot
een huwelijk, in negenhonderd en ne
gentig van de duizend gevallen een
misdaad op rekening van den trouw-
breker zijn, een misdaad voor God en
de menschen".
o
Zichtbaar onder den indruk van de
■prediking verliet de schare na de be
ëindiging van den Idienst de kerk. De
zusters Portmans hadden nog geen
woord gewisseld, toen zij al eenige mi
nuten buiten wanen. Zij overdachten
hetgeen zij gehoord hadden, want het
had hen buitengewoon (getroffen. Als
meerdere vrouwen van Ihaar soort en
haar leeftijd hechtten zij buitengewoon
aan minnetrouw, en verafschuwden zij
niets zoozeer als (trouweloozen omgang.
Zij waren zoozeer in gedachten ver
diept, dat Lize haar taschje vergeten
had, en zij wendde zich juist ver
schrikt tot Johanna en wilde haar ver
zoeken om mee terug te gaan in de
kerk en daar te zoeken, toen het (jonge
meisje, dat zij een plaats hadden in
geruimd in de bank, op haar toe
kwam met het bewuste voorwerp in
de band en ^ïaat aansprak met de (Woor-
Raad van Beroep wel is waar in jeen
korte voorvergadering de genoemde
lichamen zoogenaamd „gehoord" maar
invloed op den gang van zaken, waar
bij het toch hun financjeele belangen
en in de allereerste plaats de zorg
voor hun armengelden betrof, schij
nen zij niet in het minst gehad ite
hebben, hoewel de belangstelling van
velen op die vergadering groot was.
Het moet evenwel al heel spoedig
gebleken zijn, dat het moeilijk ging
eenige aanmerking te maken op de
regeling, want dan werd de opmerker
dadelijk met .juridische argumenten den
mond gestopt of doodgeslagen.
In den Raad van Beroep zitten 31/2
jurist, zoodat een gewoon mensch daar
niet tegen op kan.
De wachtgelden werden dus vastge
steld op 2 Juni 1930, zooals de Raad
van Beroep die geregeld had. Geen
sylabe werd er in gewijzigd.
Zij werden toegezonden aan Ged.
Staten van Zeeland, aan de belang
hebbendenen aan de Armbesturen, op
wie de goederen zouden overgaan en
daar rusten zij nu reeds bijna 5 maan
den. Motieven 'dat er in die 5 maanden
niet aan gewerkt is, schijnen er niet
te vinden, want in al dien tijd heeft
men omtrent deze zaak niets verno
men; niets van 'den Raad van Be
roep en niets van de zijde van Ged.
Staten.
Nu evenwel 30 October 1930 wordt
er iets gedaan. Op dien datum kun-
hen de personen, die op wachtgeld
zullen gesteld worden, hetzij in eigen
persoon hetzij door een gemachtigde
den: #lAls 'tu belieft dames, dat hebt
u vergeten". Dan 'maakte zij een bui
ging en vervolgde .haar weg.
De beide zusters stamelden een
woord van dank en keken elkaar ont
roerd aan. Het was niet het terugvin
den van het taschje op deze wijze, dat
haar getroffen had, maar de stem van
het meisje. Het was een stem die te
rugvoerde naar het verleden, die herin
neringen aan gelukkiger dagen bij haar
wakker riep, maar die zij toch niet
nader thuis konden brengen.
Beiden keken het meisje na, dat
langzaam voortging, het Damrak op,
alsof zij geen doel had en den in
druk maakte van een vreemdelinge te
zijn. Zij kon twintig jaren oud zijn.
„Dat "is een aardig meisje," zei
Johanna, toen ze van haar verbazing
eenigszins bekomen was. „Hoe aange
naam en sympathiek zag ze er uit en
wat bevallige manieren. Maar die stem,
waar kan ik die toch meer gehoord
hebben. Wie zou zij zijn, Lize?"
Ik weet het niet, Johanna. Zi]
herinnerde mij aan iets, aan iemand,
aan dingen, die hpel ver achter ons
liggen. Maar ik weet niet wat het is.
(Wordt vervolgd),