De schatten van Montezoema,
^§0(5^
Vettiiiuriigluiei op admi
nistratief eo fiscaal terrein,
Week-Menu.
Uw Haafff
Mijnheer Pimpelmans en z'n Fordje.
Buitenland.
FRANSCHE SCHOUWBURG.
Zondag 5 October.
In middagvoorstelling
Herodiade,
Opéra in 4 bedrijven.
VLAAMSCHE SCHOUWBURG
GENT.
Zondag 5 October in middag- en
avondvoorstelling:
Do vrooiijke vrouwtjes van
W indsor.
Blijspel in 5 bedr. van Shakespeare.
Zondag 12 October in middag- en
avondvoorstelling:
Frederika,
Nieuw Weensch zangspel in 3 bedr
NIEUWE CIRCUS-SCHOUWBURG
GENT.
Zondag 5 en 12 October in middag
en avondvoorstelling:
Paris en fête.
Revue in 2 bedrijven
wordt ingeschreven, een spaarbankboek
je met 3000 cent 'tc overhandigen.
Zonder discussie aldus besloten.
Rondvraag.
Dhr. NOTEBAART: Hebben B. en
W. de doorgang van de Hullustraat
naar de Steenhovenstraat al ééns op
genomen. Die is nu geheel onbegaan
baar. Zou dat niet verbeterd kunnen
worden
VOORZITTER: Die doorgang is nog
niet officieel. Wel is de toestand reeds
in bespreking geweest, lritussclien, B.
en W. zullen trachten eèn redelijke
oplossing te vinden.
Dhr. CARELS: Hoe staat het niet de
bestrating van Vogelenzang?
VOORZITTER: Hel wachten is op
G.S. Zoolang de eigendomsoverdrachi
niet is goedgekeurd, kan niet doorge
werkt worden.
Dhr. CARELS: Kan die beslissing
niet bespoedigd worden Het was nu
juist een goede tijd en gaf weer wal)
werk.
VOORZITTER: B. en W. kunnen
nog wel eens op spoed aandringen,
maar waarschijnlijk zal het werk'ai
gauw kunnen aanvangen. Wij zijn reeds
lang klaar, daar wij ér op hadden ge
rekend, dat de bestraling dezen zomer
uitgevoerd zou worden.
Hebt u nog iets?
Dhr. CARELS: Jawel, meneer de
voorzitter. In de vorige zitting hebt
u gevraagd, onze gedachten eens tc
laten gaan over wat mét de begrodting
in verband staat. Dat heb ik gedaan
en ik zou u willen wijzen op den
slechten, jjoestand waarin de Boule
vard verkeert. Daar dient toch zeker
verandering in te komen.
VOORZITTER: Daar is het college
ten volle van overtuigd. Maar de over
eenkomst met den' polder bet effende
de overnam'e van de duinen is nz;; geen
voldongen feit. Hieronder valt ook de
onderhoud van den Boulevard. En hei
zou zeker geen verstandige daad zijn,
op die overeenkomst vooruit te loopen
,en de Boulevard maar alvast in orde
'te brengen.
Dhr. CARELS: Ik breng dit nu ter
sprake omdat het .niet gewanscht is,
het werk in den zomer uit te voeren.
Dan moet het klaar zijn.
VOORZITTER: B. en.W. zullen na
dat de overeenkomst een feit is ge
worden, direct met voorstellen komen.
Dhr. CARELS.: Ik hoop dat dit
gauw gebeurt, want spoed is ook noo-
dig, omdat nog allerlei voorschriften
omtrent de bebouwing enz. moeten
vastgesteld worden. Verder is het noo-
dig voor de bouwers. Die weten nu
eigenlijk niet, wat ze .moeten doen.
VOORZITTER: Er. is reeds een ont
werp van bebouwing gWte'd-. Nog iets
Dhr. CARELS: Ja. Aan het eind van
het Molenwater is noodzakelijk een
lichtpunt noodig. Et staat daar veel
water en er is geen verlichting.
VOORZITTER: Wat het water be
treft dat hebben we op onzen rond
gang gezien en daarin zal verandering
worden gebracht. Aan verlichting heb
ben we echter, niet gedacht.
Wetli. WülTTlEZ: Dat- komt na
tuurlijk door de verlenging der straat.
Indertijd kon de lamp zoo worden ge
plaatst dat er voldoende licht was.
Nu zal een nieuw licntpunt zeker noo
dig zijn.
VOORZITTER: We zullen er in alle
geval de noodige aandacht aan schen
ken. Verlangt nog iemand het woord?
Niemand? Dan sluit ik de vergadering.
iwordt
Kt, blijft
iqurig kiften, krijgt
Inooier glans en valt uit, indien
U 1 of 2 maal per week eefi weinig
Purol in het haarrffegwrijftZoodathet
daarin wórdt opgenomen,
Een geheim der Indianen.
Volgens een ontvangen radiobe
richt is liet den Engelschen ar
cheoloog Dr. Thomas Oann ge
lukt, den geheimzinnigen tem
pel Mohka-chan-ha, den beroem
den tempel van Montezoema te
ontdekken in de oerwouden van
Guatemala en wel in het dis
trict Isabella. Naar aanleiding
hiervan worden in het volgende
eenige interessante bijzonderhe
den over Dr. Gann's onderzoe
kingen medegedeeld:
Deze oude tempel van Montezoema
dateert uit den tijd, dat de bescha
ving der Maya's op haar hoogtepunt
stond en men beweert dat de Maya's,
na de verovering en plundering van het
land door de Spanjaarden, hun laatste
schatten verzameld hebben om ze daar
te verbergen. Ook de kostbare kroon-
'juweelen van den grooten keizer Monte
zoema, moeten daar omstreeks 1520
verborgen zijn voor de hebzuchtige
Spanjaarden.
De belangstelling van geheel Euro
pa voor de schatten der Maya's is
pas veel later ontstaan. Het eerst heeft
John. Carmichael er zich mee bezig
gehouden; in 1867 heeft hij bij een
Indianenopstand in Bntsch-Honduras
de blanke troepen aangevoerd en
daarbij den order uitgevaardigd, dat
elke Indiaan, die met de wapens in
de hand aangetroffen werd, moest wor
den doodgeschoten. Eenige uren na
liet uitvaardigen van dit bevel werden
twee Indianen gevangen genomen, die
echter niet uit Honduras afkomstig
waren maar konden bewijzen, dat zij
uit üuatfetnala gekomen waren om in
Belize zout te fcoopen. In een oogen-
biik van welwillendlieid liet John. Car
michael hen weer los. Hij had dit voor
val zeker al lang weer vergeten, toen
op een goeden dag de twee Indianen
weer in zijn kamp verscnenen en hem
als dank voor hun bevrijding twee ei
genaardig bewerkte gouden kunstvoor
werpen ten geschenke aanboden. Zij
vertelden Hem, dat zij ze hadden ge
vonden in een tempel midden in net
oerwoud, die niet ver verwijderd was
van den grooten tempel, waar de schat
ten van Montezoema verborgen .moes
ten zijn.
Door dit vernaai werd de nieuwsgie
righeid van Carmichael geprikkeld,
want. hij had een avontuurlijken aard.
Vergezeld van de twee Indianen be
gaf hij zich in het oerwoud en kwam
ook bi] een bijzonder mooien en vreem
den tempel, dien hij ecliter niet binnen
kon gaan, daar de deuren en ramen
met gips waren dichtgepleisterd. Aan
gezien hij niet in staat was, de gips-
laag te verbreken, keerde Camichael
onverricnterzake weer naar Beüze te
rug. Hij maakte eenter liet plan, zoo
spoedig mogelijk terug te keeren met
de noodige springstoffen en gereed
schappen.
Hij was echter niet in staat, dit plan
uit te voeren, aangezien hij reeds bij
zijn terugkomst een brief vond, waarin
hem een- goedbetaalde post in Britsch-
Indië werd aangeboden. Aangezien die
betrekking vooreieeliger voor hem was
dan de legendariscne schat in de wil
dernissen van Guatemala, vertrok Car
michael direct.
Eenige jaren later maakte een opzienba
rend iaillissement van een bank tevens
een einde aan het werk van Carmichael
in Britsch-Indië. Hij trachtte nu op
nieuw den schat v.an Montezoema te
vinden en begaf zich daarvoor naar
1 ikal. Daar moest hij wegens wiaiter1-
gebrek terug. Een tweede poging werd
verhinderd door vijandelijke' Indianen.
De derde maal trok hij er op uit met
een groot aanbal gewapende Indianen,
maar na verscheidene weken keerden
zij zonder hem terug. Zij vertelden, dat
hij aan koorts gestorven was en dat
zij hem in het bosch begraven hadden.
Het eenige, wat Carmichael naliet
aan zijn zoon, was een koffer mjet
kaarten en aanteekeningen. Zijn zoon,
die beddnouwcr was, vestigde zich te
Florence en daar werd op een goeden
dag- een archedlogisch congres ge
houden, waaraan ook Dr. Thomas Oann
van het Britsche Museum te Londen
deelnam. Deze geleerde - schreef in een
Florentijnsch dagblad een artikel over
de beschaving der Maya's, waarvooi
hij zich altijd -bijzonder geïnteresseerd
had. Toen Carmichael dit artikel las,
haalde hij de papieren van zijn vader
weer te voorschijn en overhandigde ze
aan Dr. Oann.
Met behulp van dit materiaal heeft
Dr. Uann ongeveer zeven maanden ge
leden zijn expeditie naar Ouatemala
kunnen beginnen. Hij werd vergezeld
door kapitein Robson, die jarenlang
in Ouatemala heeft gediend. Robson
wilde dwars dooi- de moerassen en de
oerwouden heen op den geheimzinnigen
tempel afgaan, maar Dr. Oann ging
met slechts enkele Indianen als gids
en afgaande op de kaarten van Car
michael, langs een omweg erheen, maar
toch bereikte hij zoodoende zijn doel
veel eerder dan hij had verwacht. Wamt
zelfs nu is de tijd van zeven maanden
die de expeditie hoogstens mocht du
ren, nog niet verstreken.
Het radiobericht deelt ons verder me
de, dat slechts het kleinste deel van
den tempel van Montezioema boven
den grond uitsteekt. Nadat men zich
met dynamiet toegang tot den tempel
had verschaft stiet men op ontelbare
gangen en onderaardsche vertrekken»
waarin onmetelijke schatten aan goud
en juwceien verborgen lagen. Tot nu
toe heeft men voor een waarde van
Ongeveer 5 millioen (dollar juweelen
geborgen. Men kan echter nog niet de
totale waarde van den gevonden schat
taxeeren. Waarschijnlijk zal -de re
geering van Guatemala» die zeer scep
tisch stond tegenover het plan van
Dr. Gann, nu een vertegenwoordiger
zenden om toezicht te houden op het
bergen van den schat. Het staat voor-
loopig nog niet vast hoeveel de regee
ring zal opeischen.
Wij zullen trouwens nog meer be
richten moeten afwachten. Het is nl.
nog zeer goed mogelijk, dat dit nog
niet de echte tempel is en dat ergens
anders nog veel grootere schatten ver
borgen liggen. In de oerwouden van
Guatemala zijn nog verschillende onop
geloste raadsels, maar aan de andere
ren kant heelt Dr. Gann zich wel zeer
grondig op deze laatste expeditie voor
bereid.
Behalve over de aanteekeningen van
Carmichael had hij nl. de beschikking
over opzienbare mededeelingen, die hem
door een ouden Indiaan persoonlijk
zijn gedaan. Deze kon hem een nauw
keurige beschrijving geven van de
plaats, waar de tempel moest liggen.
Hij deelde o.a. het belangrijke - feit
mede, dat in de onmiddellijke nabij
heid van den tempel een moeras begon,
waarin iedereen moest inkomen, die
den geheimen weg der Indianen niet
kende. Bovendien beschikte Dr. Oann
pver eenige gidsen, die bereid waren
hem tegen een hoog loon niet alleen
den weg naar den tempel van Monte
zoema te wijzen, maar ook de sinds lang
vergeten graven der Maya's te laten
zien.
Maar zelfs wanneer men den ontdek
kingsreiziger op een dwaalspoor mocht
hebben geleid, zoodat hij den grooten
schat van den ouden vorst niet ge
vonden heeft, dan is zijn vondst toch
van buitengewone historische en kunst
historische waarde. Want in de oer
wouden van Yucatan en Ouatemala
zijn nog Jreel wat raadsels op te los
sen, en van de eigenlijke beschaving
der Maya's weten wij nu eigenlijk nog
in het geheel niets» want onder de
Indianen trei't men nu nog alleen een
paar standbeelden en bewerkte kunst
voorwerpen aan, waaruit niet zeer veel
valt af te leiden. Zoo heeft men nog
altijd niet het schrilt der Maya's kun
nen ontcijferen. Hun beeldhouwwerk
is zoo eigenaardig van techniek en van
stijl» dat men nog bij geen enkel ander
volk iets dergelijks heeft gevonden.
Het eenige wat ons tot dusver bekend
was» was hun jaartelling, aan de hand
waarvan de kalender en ae geschiedenis
der Maya's kon worden teruggevoerd
tot het jaar 3250 voor Christus. Maar
tot nu is het een onopgelost raadsel
hoe de pyramiden, de zonnewijzer, de
swastika, de eigenaardige gestyleeiyle
tijger- en panterkoppen» de god met
de slurt en de heilige jaguar zijn ont
staan.
De laatste afstammelingen der Maya's,
die thans nog in leven zijn, kunnen oi
willen ons geen uitsluitsel geven. Zij
vegeteeren in ellendige stroonutten op
dezellde plaats, waar hun voorouders
vroeger in de prachtigste paleizen woon
den. Apathisch zien zij het doen en la
ten der blanken aan en zij joonen nooit
eenige gemoedsbeweging van welken
aard ook. Zij lachen haast nooit en
men heeft hen. nog niet eenmaal zien
weenen. Feestelijkheden bestaan bij hen
niet, zelfs met bij het sluiten van een
huwelijk. Langzaam teren zij weg en
sterven uit. Door mets wondt men
nog herinnerd aan de roemrijke tijden
der oude Maya's. Geplaagd door de
zorg voor de noodzakelijkste levens
behoeften, wachten zij op hun dood,
waarbij hun eenige hoop gevestigd is
op het doodeniijk onder de heerschap
pij van hun oude, almachtige goden
van de zon,
(Nadruk verboden).
Op de perenvangst.
117. Om thuis te komen moest Me
neer Pimpelmans een hoogen spoor
dijk kruisen. .Met 'n vroolijk gangetje
reed hij tegen de steile helling op.
Maar juist toen hij bovenaan was, was
z'n benzine op en de auto reed met
dezelfde vaart weer naar beneden.
118. Van verbouwereerdheid wist
de arme stakker niet wat hij doen
moest. Hij kneep z'n oogen maar stijf
dicht, in afwachting waar hij terecht
zou komen. Onder aan de helling
zwaaide de auto naar rechts en reed
onder luid gekraak door het hekje
van een boomgaard heen.
Hoe de weezen in Rusland wor
den „opgevoed".
Omtrent het treurige lot der weezen
in Sovjet-Rusland, de z.g. toezichtlooze
kinderen, heeft de voorzitter der Al-
Russische kindercommissie en oud
volkscommissaris van Volksgezondheid,
Semasjko, in de Moskousche ,tIzwestya"
van 21 September een opmerkelijk ar
tikel gepubliceerd, waarin onder het
opschrift „Hoe de toezichtloozen wor
den opgevoed," een schril licht wordt
geworpen op de in de Russische kin
dertehuizen heerschende toestanden.
Aan dit artikel ontleenen wij o.m. het
volgende, schrijft de Tel.:
„Onlangs hebben drie en dertig com
missies, waarvan 133 vertegenwoordi
gers van de kindercommissie, van de
vereeniging „Vriend der kinderen," van
plaatselijke besturen, vakvereenigingen
en communistischen jeugdbond deel
uitmaakten, een bezoek gebracht iaan de
kindertehuizen in de Tartaarsche sov
jet-republiek en in het Wolga-gebied
en men moet erkennen» aldus Se
masjko, dat dit onderzoek toestanden
aan het licht heeft gebracht, die som
berder zijn dan alle sombere veron
derstellingen. De toestand in de kinder
tehuizen is hopeloos en dat terwijl zij
een zeer voorname rol behooren ,te
spelen in den strijd tegen de toezicht-
loosheid en het centrum moeten zijn
voor de opvoeding tot den arbeid van
de ouderlooze kinderen.
„ondanks het herhaald verbod, duurt
het verplaatsen van de kindertehuizen
van de eene plek naar de andere nog
steeds voorj. Heeft een of andere staats
instelling plaatsruimte noodig, dan
wordt deze kwestie eenvoudig opge
lost door een kindertehuis te laten ont"
ruimen. Hoe kan van een behoorlijke
arbeidsopvoeding sprake zijn, indiende
werkplaatsen steeds weer moeten wor
den getransporteerd. De materi'eele om
standigheden in de kindertehuizen zijn
voorts erbarmelijk slecht. „De kinde
ren zijn gedwongen te gaan bedelen
of te gaan stelen en dit noemt men
strijd tegen de toezichtloosheid," zoo
deelde een der commissies van onder
zoek mede. Eenige andere commissies
verklaarden, dat verscheiden kinderen
wegens het ontbreken van behoor
lijke kleeding niet in staat zijn de
scholen en werkplaatsen te bezoeken.
Met de voedselvoorziening is het al
even slecht gesteld. In zeker kinder
tehuis werd zelts de reeds gekookte
gort weer weggehaald, daar deze door
een andere instelling opgevraagd werd.
„De kinderen, die door scabies en
andere huidziekten of trachoom zijn
aangetast worden niet van de gezonde
kinderen geïsoleerd en de idiote en de
zwakzinnige stumpers verblijven in de
algemeene tehuizen. Voor de weezen
schijnt derhalve niets te erg te zijn.
„De opvoeders in de kindertehuizen
zijn voor het meerenideel niet voor hun
taak berekend. Degenen, die geen be
trekking bij een andere betere instel
ling kunnen krijgen» nemen een baan
tje ui de kindertehuizen aan. Vaak ont
breekt het daar aan elke leiding en
behoorlijke controle, zoodat er in die
tehuizen niet tegen de toezichtloosheid
wordt gestieden doch er integendeel
toezichtloozen worden gekweekt. Zoo
vluchtten in het district Moskou niet
minder dan 1380 kinderen en uit de
tehuizen in andere districten 1139 in den
loop van zes maanden. De 'groote
meerderheid van de tegenwoordige nog
rondzwervende kinderen heeft vroeger
in de tehuizen vertoefd, doch is daar
uit weer gevlucht".
Semasjko verklaart ten slotte, dat een
dergelijke toestand niet mag voort
duren, daar het resultaat van de voor
de kindertehuizen uitgetrokken gelden
zou zijn, dat er toezichtloozen, dieven
en luiaards worden gekweekt. Hij dringt
op krachtige reorganisatie maatregelen
aan en besluit met te zeggen: „Indien
er een vlek op ons fonds moet worden
uitgewischt dan is dit voor alles de
vlek der toezichtloosheid".
Belastiirgontduiken.
Het doen van een vrijwil
lige aangifte van verzwe
gen inkomen.
In ons vorig artikel bespraken wij
uitvoerig, wat er gebeurt, wanneer de
fiscus achter een belastingontduiking
komt.
Voor een belastingplichtige zijn de
gevolgen niet van aangenamen aard.
Hij betaalt na, wat hij gedurende
hoogstens de drie laatste jaren te wei
nig betaalde.
Dat is echter niet het ergste.
Immers, wanneer hij het te weinig
betaalde, bijbetaalt, betaalt hij bij. wat
hij nog verschuldigd is.
Maar er is meer.
Er kan een strafvervolging worden
ingesteld.
En de verhooging wordt opgelegd.
Een verhooging, die „er nog al in
loopt".
In ons voorbeeld in ons eerste ar
tikel opgenomen, was dat f2400.
Alles wat wij hiervoor schreven,
betreft de belastingontduikingen, die
de fiscus zelf op het spoor komt.
Zoolang de fiscus een ontduiking
niet op het spoor is, bestaat de ge
legenheid een vrijwillige aangifte te
doen van verzwegen inkomen en ver
mogen.
„Dat spreekt vanzelf", zal de lezer
zeggen, „dat ligt nogal voor de hand".
Waar wij echter op willen wijzen,
is dit:
Ieder, die vrijwillige aangifte doet
van verzwegen inkomen en vermogen,
wordt niet strafrechterlijk vervolgd en
bovendien wordt de verhooging niet
opgelegd.
Bij vrijwillige aangifte betaalt men
dus alleen bij hetgeen men gedurende
de drie Iaatstverloopen belastingjaren
te weinig heeft betaald.
Geen cent meer.
Lezers, die zich aan belastingont-
duiken schuldig maken, kunnen wij
geen beteren raad geven, dan deze:
Doe een vrijwillige aangifte.
Wij zijn er van overtuigd, dat wij
niets nieuws vertellen.
De meeste personen, die inkomen
of vermogen verzwijgen, weten wel,
dat er gelegenheid bestaat een vrij
willige aangifte te doen.
Waarom zij dit tot nog toe niet
deden?
De één heeft een goede kennis, die
hem verteld heeft, dat het mooi klinkt
een vrijwillige aangifte te doen; maar
dat het in werkelijkheid niet zoo mooi
is, als 't wel lijkt.
„Als de fiscus je eenmaal te pakken
heeft, dan kost je het toch veel geld",
wordt er dan gezegd.
Op grond van de ervaringen doof
ons opgedaan plaatsen wij daartegen^
over ons het is niet waar.
Dan ontmoet men menschen, die
zeggen, dat de fiscus er toch nooit