Breskensche Courant
200
25
Slavernij in de 20ste eeuw.
Hetgeheim der Visschershut
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
FEUILLETON
39ste Jaargang
Woensdag 24 September 1930
Nummer 3566
ABONNEMENT:
per kwartaal 1,25
buiten Breskeris f 1,40.
-Buitenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal j 0,65; en buiten
Breskens 0,72$Bui
tenland f 3,50 per jaar.
Verschijnt:
iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur n;
Uitgave:
J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van 1 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadüertentiên bij
regelabonnement groote
kortingTarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GRA TIS verzekering voor de
abonnes tegen ongelukken, en
wel voor de volgende bedragen:
gulden bij levens- j gld bij dood py gld bij ver- r— s~\ gld bij ver- j s-\ gld bij ver-
langc ongeschikt- J Ji J door lies van een j l'es van een TmL IJ lies van een
hcid tot werken een ongeluk hand of voet oog duim
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen- Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
v /-v gld bij verlies
11 J van eiken
anderen vinger
Dwangarbeid in de Belgische.
Fransche en Britsche koloniën.
Belgische Kolonisatie-methoden.
De Internationale Arbeidsraad te Ge
neve heelt op haar laatste vergadering
besloten tot de instelling van een stu
diecommissie, welke inlichtingen zal ver
strekken omtrent arbeidsverhoudingen
onder de inboorlingen der Europeesche
koloniën. De reden van dezen maatregel
is net binnenkomen van tallooze klach
ten en protesten van allerlei organisa-
tie's uit de tropische koloniale gebie
den i.z. onderdrukking van inboorlingen,
de hen opgelegde belastingen, dwang'
arbeid en de machteloosheid van de
Europeesche koloniale Bestuurslicha
men. Met het oog op de crisis, welke
op het oogenblik in de Europeesche
koloniën ten opzichte van het boven
staande heerscht. is de instelling van de
ze commissie van groot gewicht. Af
gaande op de tot nu toe reeds inge
diende rapporten, welke natuurlijk nog
uiterst voorzichtig zijn opgesteld en
niets positiefs beweren, is de hoofdin
druk deze. dat er juist in de koloniën
van de grootste mogendheden de meest
ongehoorde toestanden bestaan. Frank
rijk en vooral België genieten de twij
felachtige eer de landen te zijn. waar
de schaamtelooze uitbuiting en ruwe
mishandeling van gekleurde bescher
melingen" hoogtij viert.
In de Belgische kamer bracht korten
tijd geleden Vandervelde de koloniale
politiek van de Belgische regeering in
den Congo ter sprake. Volgens zijn
mededeelingen. welke onafhankelijk van
elke beïnvloeding door het Belgische
Roode Kruis en door de Missie werden
bevestigld, zijn er in de laatste tien jaren
meer dan 80.000 Congo-negers in sla
vernij gestorven! Men dwingt deze on-
gelukkigen in de rubber-plantages te
werken, waar zij al heel gauw door
koortsen en honger omkomen. Als loon
krijgen zij voor een 12-urigen werkdag
de kapitale som van 80 centimesde
kosten voor verpleging worden echter
nog van hun „loon" afgehouden. Men
prest deze negers tot dwangarbeid,
door Belgische koloniale soldaten wor
den zij uit hun dorpen gesleept, ge
boeid en dikwijls honderden kilometers
verder, naar de plaatsen waar zij aan
het werk gezet worden, gedreven, zoo
als dieren naar een slachtplaats. En
dat in een „beschaafd" land! Geheele
landstreken zijn op deze wijze reeds
uitgestorven. In het jaar 1928 slechts
41.
Maar laat zij zelf zeggen of het niet
zoo is. Zij heeft Lien het leven zoo
zuur gemaakt, dat zij het niet langer
kon uithouden hier. Hebt u niet ge-
zegld," zoo wendde hij zich tot zijn
moeder, ,,pas den avond voordat we
uitvoeren, dat ge niet in hetzelfde
huis kon blijven met haar? Dat heeft
Lien allemaal gehoord, .zoo hard hebt
ge wel geschreeuwd. Nou, kon dat
arme kind dan anders doen dan er uit
gaajn. Dus gij zijt de schuld ervan
dat zij weg is. Heb ik nou gelijk of
niet?'1
ue oude Luca keek in de grootste
Verbijstering van den een naar den an
der. De laatste woorden van zijn zoon
deden hem vermoeden dat er ernstige
dingen waren, die hij niet wist. Hij
was een eenvoudig man, die niet licht
kwaad van anderen dacht, die eigen
lijk nooit een diepen blik in het eigen
aardige karakter van zijn vrouw had
geslagen.
Tot dusver had hij geen vermoeden
2 jaar geleden vluchten meer dan
10.000 negers uit het Grensgebied van
den Congo naar Britsch-Oeganda, om
niet in slavernij te geraken. Vandervelde
eischte. teneinde in deze ongehoorde
wantoestanden een grondige verande
ring te brengen, directe samenstelling
van een Parlementaire Commissie van
Onderzoek, welke zich vonder verwijl
naar den Congo zou begeven. Deze
alleszins billijke eisch werd verworpen
met de eigenaardige verklaring, dat het
koloniale bestuur reeds een rapport
over den toestand in den Congo in
bewerking had en dat dit binnenkort
het parlement ter kennismaking zou
worden voorgelegd.
Hoewel de toestanden in de Belgi
sche koloniën wel het record van uit
buitingonderdrukking. brandschatt ngen
onrechtvaardigheid behalen, zijn ook
Frankrijk en Engeland in dit opzicht
niet vrij te pleiten. Reeds sedert lang
wordt ook in Frankrijk, zoowel door
particulieren als door Rijksambtenaren,
de scherpste critiek uitgeoefend op het
regeering^beleid van het Koloniale Be
stuur ten opzichte van de kleurlingen.
Waarschijnlijk wakker geschud door fel
le aanklachten van verschillende afge
vaardigden naar aanleiding van den op
stand tegen het Fransche Bestuur in
Achter-Indië heeft de Regeering in het
moederland nu plotseling een Arbeids
inspectie voor alle koloniën ingesteld.
Daarbij bleek het o.a., dat het Koloniale
Bestuur in Annam en Tokin geregeld
een groot aantal inboorlingen naar het
buitenland transporteerde, teneinde daar
op contract te werken. Hoofdzakelijk
zond men hen naar de Zuidzee-eilanden.
Zij werden door zwervers, die daarvoor
aan de regeering per hoofd een bepaal
de' belasting betaalden, dikwijls onder
valsche voorspellingen overgehaald tot
het teekenen van een contract voor een
groot aantal jaren. Soms keert er een
terug, ziek en berooid, alleen nog het
leven rekkend met de gedachte aan de
herwonnen gulden vrijheid. De regee
ring kon deze onthullingen niet tegen
spreken. Zij verklaarde zich echter be
reid tot de „concessie" voortaan
niet meer dan 8.000 arbeiders jaarlijks
tot dezen dwangarbeid in het buiten
land te pressen. In de Afrikaansche
koloniën van Frankrijk ziet het er nog
erger uit! Hier zijn het de enorme
belastingen, welke speciaal de inboor
lingen te betalen hebben en waardoor
zij totaal te gronde worden gericht.
In de jaren 1926^tot 1929 bracht de
zoogenaamde „hutten-belasting," de fan
tastische som van ll/2 milliard Francs
op-
Om tegelijkertijd genoeg arbeidwil-
gehad van de diepe klove die er ge
komen was tusschen zijn vrouw en
Lien. Thans ging hem een licht op.
En hij werd voor de moeilijkste keuze
gesteld die een echtgenoot en vader
kan hebben, n.l. te oordeelen tusschen
zijn vrouw en zijn kinderen.
„Is het waar Wat Willem zegt,
vrouw sprak hij nu op ongewonen
ernstigen toon, waarin eenig verwijt
trilde. „Waarom kon je niet meer met
Lien opschieten en in hetzelfde huis
te zamen zijn. Een en twintig jaar heb
je lief en leed met elkander gedeeld.
Je was zot op de meid. dat weet ik,
even goed als dat Lien altijd goed en
gehoorzaam is geweest, en nooit heeft
ze getoond dat ze 'thier niet naar haar
zin had. Waarom dan in eens zoo?
Wat heb je toch met haar gehad
spreek op vrouw 1"
Hanna draaide haar man den rug
toe en sprak geen stom woord. Zij
zette den kop met gloeiend heete thee
aan de lippen, waarvan een groote,
met drift genomen teug, haar den
mond verbrandde, doch ofschoon haar
gelaat hoog rood kleurde van de pijn
gaf zij geen kik.
„Zij kan het niet tegenspreken,''
viel Willem weer bitter uit. „Sinds
Lien mij ronduit en eerlijk gezegd
ligen te hebben, wenden er bijzondere
„arbeidsbepalingen" voor Centraal-Afri-
ka in het leven geroepen, welke voor
den Neger practisch op slavernij neer
kwam. Iedere Neger tusschen 15 en 60
jaar kon op bevel van den gouverneur
of van één van zijn ambtenaren ge
dwongen worden tot alle arbeidsver-
riciitingen, welke de gouverneur voor
schreef. Een Neger, welke weigerde
het hem opgedragen werk te verrichten
werd gestraft met gevangenisstraf van
twee maanden of een geldboete van
3000 Francs, terwijl daarmede de ver
plichting tot werken niet wend opge
heven. Het meest ongehoorde is echter
dat de kosten van het transport van
de negers uit hun dorpen naar -de
plaats hunner werkzaamheden later als
.voorschot" weer van hun honger
loon wordt afgetrokken. Dat beteekent
dat de negers nooit uit hun slaver
nij geraken.
Tenslotte nog een en ander over de
toestanden in de Zuidzee-kolonie. De
wet van 4 October 1929 heeft ook daar
den dwangarbeid voor de mannelijke
bewoners van Nieuw-Caledonië inge
voerd. Daartoe worden de inboorlingen
geprest tot een arbeidsperiode van min
stens 6 maanden. Zij worden naar vel
schillende vér-verwijderde streken ge
transporteerd en daar op de uitgestrekte
cöpra-aanplantingen te werk gesteld. De
werktijd op deze plantages bedraagt
16 uren per dag. Het werkloon is vast
gesteld op 100 Francs per maanddaar
van moet de werkman echter zelf zijn
verpleging en zijn belasting betalen.
Op eigen gezag zich van de plaats
van de werkzaamheden verwijderen geldt
als desertie en wordt zwaar gestdaft.
leder, die een ontvluchten kleurling
weet te vangen, krijgt een premie van
25 Francs. Het is den Opzichters toege
staan „strenge maatregelen te nemen
ter handhaving van de orde". Zij maken
daarvan rijkelijk gebruik. Op de andere
Zuidzee-eilanden heerschen gelijksoor
tige wantoestanden.
De Engelse',ie Koloniale Regeering
is over het algemeen humaner in haar
besluiten, tegen de gekleurde bevolking
en ook haar methoden om de inboorlin
gen aan het werk te zetten, zijn men
schelijker dan de Belgische en Fran
sche praktijken. Daarom zijn de meeste
klachten dan ook niet van de koloniën
afkomstig, doch meer van de Domi
nions en uit de Kroondomeinen. In het
Engeisclie Lagerhuis heeft kort geleden
een afgevaardigde erop gewezen, dat er
in den Soedan onder de oogen van het
Britsche Bestuur, een levendige slaven
handel wordt gevoerd. De slaven wor
den in grooten getale uit Abessinië
heeft, dat ze niet met me kan trou
wen, is moeder dadelijk tegen haar
geweest en heeft haar het leven zuur
gemaakt. Het is mijn schuld. Ik zeg
het nog eens. Ik wou dat ze me de
tong afgesneden hadden, voordat ik
met haar had kunnen spreken over
trouwen. Maar daarom had moeder nog
niet het recht om haar zoo te kwellen.
Als iemand er verdriet van had. dan
was ik het wel, en ik heb niets ge
zegd. Moeder, moeder, hoe zal je dat
voor God verantwoorden Dan had
je haar beter in het water kunnen laten
liggen".
„Is het waar vrouw, wat Willem
zegt? Heb je aldus wraak genomen
voor de weigering van Lien om te doen
wat wij graag willen van haar. Hoe
kon je dat doen? Lien was jou slavin
toch niet. die je verkoop^i kon. Waar
om heb je mij nooit eens over deze
dingen gesproken, ik ben toch je man.
Maar je hebt alles achter mijn rug
afgespeeld als het waar is wat Willem
gezegd heeft".
De visscher poogde bedaard te spre
ken, doch zijn stem beefde en uit zijn
oogen, die anders altijd zoo goed en
zacht stonden, straalden nu toorn en
verontwaardiging. Hij was zichtbaar
diep ontroerd, want zooals hij nu te-
naar den Soedan getransporteerd, waar
zij dwangarbeid op de katoenplantages
moeten verrichten. De Engelsche re
geering geeft toe, dat er hier iets
niet in den haak is, doch verklaart met
alle kracht er tegen te willen strijden,
waarbij echter jde zeden en gewoonten
van de bevolking zullen moeten worden
gerespecteerd".
Veel bedenkelijker zijn echter de heer
schende toestanden in Britsch-Indië.
Volgens een mededeeling van de offi-
cieuse .Indische A rbeids-Courant", wor
den er in de Indische vorstendommen
nog talrijke slaven gehouden, naar de
schatting ongeveer 200.000. Handmees-
ters, hoofdzakelijk Indische vorsten, be
schikken over leven en dood. De vrou
wen en dochters van hun slaven staan
ter beschikking van de Harem. Ook
kunnen zij hen aan anderen schenken.
Behalve deze slaven zijn er tal van
Indiërs van de lagere kasten, welke
dwangarbeid moeten verrichten. Vooral
de boeren worden op alle mogelijke
wijzen onderdrukt. Steeds moeten zij
gereed zijn hun Heer op de jacht te
vergezellen of arbeid te verrichten in
de Paleizen. Zij worden geprest om,
zonder eenige vergoeding, wegen te
helpen aanleggen en van hun oogst
moeten zij steeds het beste deel aan
hun heerscher afgeven. Weliswaar be
staan deze menschen onteerende toe
standen slechts in de halfzelfstandige
vazal-staten, welke tegenwoordig Enge-
land's politiek tegen Gandhi en zijn
aanhangers in het belang en op bevel
van hun heerschers verdedigen. Deze
immers hebben van het Engelsche Be
stuur weinig last ondervonden en ge
voelen zich bij de heerschende toestan
den liet beste. Daarom steunt Enge
land de slavernij in deze staten, ter
wijl de Britsche gouverneurs de Indi
sche vorsten op alle mogelijke wijzen
in dit opzicht van dienst zijn. Deze
verklaringen worden door het Britsche
Ministerie van Koloniën op de laatste
Indische Staatsconferentie te Londen
noch aangevallen, noch weerlegd!
Geheel anders echter zijn de verhou
dingen in Zuid-Afrika. Hier hebben de
kleurlingen arbeidsbonden gevormd,
welke met succes de belangen der ne
gers Verdedigen. Men heeft hier een
groot aantal arbeidskrachten noodig
voor de exploitatie van de goud- en
zilvermijnen. Volgens mededeelingen
van den voorzitter van den Raad van
Beheer der Transvaalsche mijnen is het
arbeidersvraagstuk tegenwoordig de
meest critieke factor geworden voor
den economischen toestand van het land.
Men heeft minstens 210.000 negers noo
dig, doch er werken op het oogenblik
genover zijn vrouw stond en sprak,
zoo was het nog nooit voorgekomen
in hun vreedzaam huwelijksleven.
Hanna keeride zich om en wendde
den blik naar haar man. Het was de
blik van de vrouw, die zich zelf vol
komen beheerscht en die zich vreeselijk
verongelijkt waant De woorden door
haar man en haar zoon gesproken op
zulk een toon alls zij nog nimmer
van hen gehoord had, vOelde zij als
regelrechte beleedi gingen, die haar
trots kwetsten en haar smartten. Doch
dit nam haar nog des te meer in tegen
Lien, om wier wille zij dit alles moest
verdragen van hen, die haar het naast
aan het hart lagen, en die al haar goed
heid met snooden ondank beloond had.
Er was geen spoor van schuldbesef
meer bij haar, doch slechts besef van
groot onrecht, dat men haar aandeed.
Zij keesde zich tot haar man en in
den blik die haar woorden vergezelde,
lag al de giftige toorn, die haar hart
vervulde. „Het is allemaal waar, wat
hij zegt," kreet zij. ,,lk wilde haar niet
langer in huis hebben, want zij was mij
een kwelling geworden. Ik begrijp
niet. dat jullie je zoo druk maakt om
dat ondankbare, hoogmoedige schep
sel, dat zich te hoog achtte voor mijn
zoon: Denk je dat ik dat ooit WH kun-
slechts 180.000 kleurlingen in de mij
nen. Dit gebrek aan werklieden heeft
velerlei oorzaken: in hoofdzaak is het
wel te wijzen aan het hooge sterfte
cijfer tengevolge van de heerschende
tering, welke vooral in de mijnen, waar
ziektekiemen zich snel verbreiden onder
de negers het eene slachtoffer na het
andere maakt. Om desondanks over de
noodige arbeidskrachten te kunnen be
schikken, heeft de Zuid-Afrikaansche
Regeering besloten, de negers van de
Noordelijke districten in de mijnen aan
het Wérk te zetten. Iedere inboorling,
die weigert een arbeidsovereenkomst
te téekenen, wordt aan een speciale
zwaar drukkende belasting onderwor
pen,
Tegen de wetten, welke practisch
de wederinvoering van de slavernij be-
teekenen. is een storm van protesten,
ook van de zijde der blanken gerezen.
De bond der arbeiders, welke tegen
woordig reeds meer dan 10.000 leden
telt, heeft zich met de arbeidersbonden
der blanken vereenigd om gemeenschap
pelijk deze onnjenschelijke wetten der
Britsche Regeéring te bestrijden. Welk
een enorme omvang de opwinding en
de óntevredenheid onder de negers
reeds heeft genomen, bewijst wel de
onlangs afgekondigde bepaling van den
Minister van Justitie, waarin wordt
medegedeeld, dat iedere persoon, die
het waagt, onder de negers ontevreden
heid aan te kweeken over de bestaande
toestinden. veroordeeld wordt tot de
portatie. Eveneens kunnen alle couran
ten of tijdschriften, die de regeeringspo-
litiek tegenover de kleurlingen becriti-
nen vergeven Laat ze loopen, ha, ha,
ha, ik ben blij, dat ze weg is. Als ze
er ooit weer in komt, ga ik er uit.
Hier in huis is geen plaats voor ons
tweeën. Dat is alles wat ik over de
ze zaak te zeggen heb".
De schipper behoorde tot die goe
dige naturen, die men veel in forsch
gebouwde mannen vindt, even ge
duldig en verdraagzaam als zij groot
van lichaam zijn en Over wien men zou
kunnen loopen, zonder dat zij kwaad
wonden. Maar de hatelijke woorden van
zijn vrouw schenen in hem den leeuw
op te wekken. Hij trad dichter op haar
toe en op luider en dreigender stem
dan zij ooit van hem gehoord had zeide
hij: „Dan zeg ik je, dat je dit be
rouwen zal. vrouw! Ik ben hier de
baas in huis en niet jij als het er op
aan komt- en ik, versta je goed, ik be
slis wie er hier in huis zal zijn en wiic
niet".
—„Hanna, Hanna," ging hij voort
op zachter toon, alsof hij nu reeds
berouw had over zijn ongewone harde
woorden, „wat heb je toch gedaan?
Ach, dat ik het niet eerder geweten
heb. Je hadt het me moeten zeggen-
hoor je vrouw. En jij ook Willem..
Waarom al die geheimzinnigheid. Ben
ik niet de vader hier,
jPKofdJ vervolgd,]