Breskensche Courant 200 25 Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. ^)e \>oo\9evVuvdi\Tvc} me\ Uit het Jaarverslag van de Kamer van Koophandel. Buitenland. 39ste Jaargang Zaterdag 16 Augustus 1930 Nummer 3555 ABONNEMENT: per kwartaal 1,25; buiten Breskens 1,40. Buitenland 6,50 per jaar. Zondagsblad per kivar- taal f 0,65; en buiten Breskens 0,725Bui tenland 3,50 per jaar. Verschijnt: iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam. Uitgave: J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS Tel. 21 Postrekening 70179 ADVERTENTIËN: van 1 5 regels f 0,75; iedere regel meer 15 ent. Ingez. mededeelingen 30 cent per regel. Handelsadücrtentièn bij regelabonnement groote kortingTarief op aan vraag verkrijgbaar* GR A TIS verzekering voor de abonnes tegen ongelukken, en ivel voor de volgende bedragen: gulden bij levens- dood gld bij ver- f" 2^ bij ver- A 2^ bij ver- lange ongeschikt- I (JIJ 00T J 'f'M van een ',e5 üan een 4(00,1 ecn heid tot werken een ongeluk hand of voel oog duim De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te s-Gravenhage gld bij ver lies van een wijsvinger s-\ gld bij verlies lij van eiken anderen vinger In de „N.R.Ct." van Woensdagoch tend komt het volgende ingezonden stuk voor Onverantwoordelijk. Zooals bekend is trekt de Markt te Middelburg, die iederen Donderdag ge houden wordt 'heel veel vreemdelingen. Vooral door bezoekers van de Belgische badplaatsen wordt hiervan druk gebruik gemaakt. Wekelijks worden eenige dui zenden toeristen in touring-cars naar Breskens gebracht, waarna de reis per boot en trein wordt volbracht. Het is te begrijpen dat dit bezoek gedurende deze maand zijn hoogtepunt bereikt, wat ook blijkt uit een berichtje dat ik dezer dagen in uw courant las. dat Donderdag j.l de boot van Breskens naar Vlissingen ongeveer 3600 bad gasten vervoerde. Dien dag hebben ook mijn vrouw en eenige logé's Middelburg bezocht, in verband waarmede ik de aandacht wilde vestigen op de hoogst onverant woordelijke wijze waarop het vervoei van de passagiers van Breskens naar Vlissingen en terug geschiedt. Ik weet niet of ik goed ben ingelicht dat de ferry-boot, waarmede het vervoer plaats heeft, ruimte biedt voor pl.m. 1600 passagiers en dat Donderdag j.l. er meer dan 2000 per boot werden ver voerd. maar zeker is, dat de menschen als „haring in een ton" verpakt stonden. Van zich te kunnen bewegen was geen sprake bovendien waren eenige touring cars aan boord, waarin de passagiers maar bleven zitten, omdat er zelfs geen staanplaatsje over was. Ook op het sloependek stonden eenige honderden personen. Het was dien dag gelukkig goed weer, maar toch zijn verscheidene toe risten door het opspattend water nat geworden, en daar er geen ander plaats je was moesten zij zich dit laten welge vallen. Op zich zelf is dit niet zoo erg, maar stel eens, dat er een ongeluk gebeurt, (behoort een aanvaring soms tot de onmogelijkheden dan zou de ramp niet te overzien zijn. Het is dan ook de bedoeling van dit schrijven, de bevoegde autoriteiten op deze hoogst onverantwoordelijke wijze van vervoer attent te maken, op dat maatregelen genomen kunnen wor den, „voor het kalf verdronken is'-'i. Met dankzegging voor de verleende plaatsruimte, Uw abonné, D. VAN LEEUWEN. o Naar aanleiding hiervan mogem wij den heer Van Leeuwen er wel op wijzen dat hij niet goed is ingelicht en het zeker wet gewenscht zou zijn ge weest dat hij eerst eens een nauwkeurig onderzoek had ingesteld, alvorens een „onverantwoordelijk" stuk te plaatsen. De ferry-boot „Koningin Wilhelmina" is ingericht voor het vervoer van 2500 passagiers (wat op het scnip is aange geven) buiten de auto's, Dat de passa giers meermalen als haring in eert ton staan, komt hierdoor dat zij allen de vooorkeur er aan geven op het dek te blijven, hoewel de kajuiten in het benedenschip plaats bieden voor meer dan 70o passagiers. De boot heeft een maximum-laad vermogen van 195.000 K.O. Voor 2500 passagiers komt men du» met een gemiddeld gewicht van 70 K.O. op 175.000 K.G., zoo dat er dan nog 20.000 KG', over blijft voor auto's. Daar Donderdag jl. de boot 2000 passagiers vervoerde, bedroeg het tot- taal gewicht pl.m. 144.000 K.G. en was er dus 55.000 K.G. overschot voor het vervoeren van auto's. Van overbelasting van de ferrv-boot is dan ook geen sprake. Dat zou natuurlijk wel het geval zijn als -de .Koningin Wilhelmiina" maar ingericht was voor- 'net vervoer van 1600 passagiers, zooals de heer Van Leeuwen zonder zich eerst van de juistheid van dit cijfer 'te overtuigen heeft neergesdnreven. Mèt de Vlissingsche Courant vragen wij of het niet zeer „onverant woordelijk" is om een blaam te werpen op den door onze provincie geëxploi- teerden stoombootdienst, en deze dus in gebreke te stellen, terwijl er geen sprake is van .onverantwoordelijke wij ze van vervoer". De Moderne Wereld-taal. Het gemis van één gemeenschap pelijke hulptaal voor internationaal ge bruik werd de laatste jaren ondrage lijk, zoodat er een oplossing komen moest. De 2000 talen die over de wereld gespróken wórden, waren even zoo vele struikelblokken die een goede sa menleving en internationale toenade ring in den weg standen. Dr. Zamenhof, de samensteller van Esperanto, besteedde daarom heel z'n leven aan zijn ideaal, de Wereldhulp taal. Uit de meest geschikte bestanddee- len der bestaande talen bouwde hij doelbewust een nieuwe welluidende en vooral neutrale taal. die door de Fran- sche Academie van WetensCnappen een .Meesterwerk van Logica en Eenvoud" genoemd wordt, waarvan het Secre tariaat van den Volkenbond zegt. dat ze acht maal gemakkelijker te leeren is dan welke taal dan ook. Esperanto staat nochtans geenszins tegenover de nationale talen, integen deel het beschermt ieders moedertaal tegen onderdrukking en vernedering. Het wil slechts zijn: De tweede taal voor allende taal van den vrede. Esperanto functioneert in alle op zichten. Door enkele eenvoudige uitspraak regels is het mogelijk dat alle men schen elkander vlot en gemakkelijk kunnen verstaan. Wie hieraan nog twij felen mocht is met onze beweging niet op de hoogte. Met benulp van een Espejranto-jaarboek staat voor de Es perantist geheel de wereld open. De grootste taalgeleerden als prof. Meil ief verklaren: Discussie is overbodig geworden, Esperanto functioneert! (Dr. Gerlach. Royen zegt: Espe ranto is een dringende eisch van de tegenwoordige tijd".) Iritusschen hebben gedurende de laatste 'maanden vele gemeentebesturen reeds definitief besloten Esperanto fa cultatief op de lagere scholen te doen onderwijzen. Dit geschiedde o.a. te Maastricht, Tilburg, Nijmegen, Ber gen (N.H.), Coevorden, N. Niedorp, Heemstede, Wedde, Beverwijk, Slie- drecht en Velsen. (Esperanto overlaadt het leerplan niet, integendeel het maakt de leerlin gen beter geschikt voor ander onder- wijs). Verder Werd van Gemeentewege be sloten Esperanto in te voeren voor Han delsscholen o.a. te Aalsmeer, Voorburg, Winschoten en wellient ook Hilversum. Ook werd van Gemeentewege be sloten Esp.-onderwijs te plaatsen op het leerplan „Onderwijs aan de rijpere jeugd te IJmuiden, HardinXveld en Wormer, Verder zijn van gemeentewege in de volgende plaatsen gtratis een lokaal voor een cursus toégezegd: Den Haag, Vlissingen, Gorinchem, Hoofd dorp en den Helder; te den Helder, Hoorn. Eindhoven en Almelo tevens subsidie. Hoofden van zakenbedrijven en in stellingen zullen bij' voorkeur personen in dienst némen die Esperanto kennen. De studie is geen blokwerk: veeleei een ontspanning. Een goedkoope en goede (de beste) cursus kunt U krijgen in: Tooropstraat 255 te Nijmegen voor de som van 4 gulden. Daarvoor ont vangt U 26 gedrukte Esperanto-lessen ieder van 8 bladzijden met veel bij„ voegsels, samen 250 bl. Ieder ontwik, keld persoon die mèt z'n tijd meegaat leert Esperanto. (Personen die nog ve.dere inlichtin gen wenschen richten zich tot: C. E. P. C. Tooropstraat 255. Nijmegen of: A. de Caluwe Hoofdplaat. Postzegel voor antwooid insluiten!!) De Zeeuwen zullen toonea dat ze pok wat Esperanto betreft niet achter staan bij andere provincies. Gedeeltelijk overgenomen uit de prop circulaire C. E. P. C. ARMAND DE CALUWE. Het dóór den Minister van Finan ciën ingediende Ontwerp van Wet tot wijziging van hoofdstuk B der Rijks- begrooting voor 1929 beoogende het openstellen der gelegenheid tot be- lastingbetalen op alle postkantoren en in verband daarmede het opheffen van de zitdagen op het platteland en de opheffing van verschillende ontvangers kantoren gaf de Kamer aanleiding zich tot den Minister te wenden met een be zwaarschrift, waarin 'het volgende werd te kennen gegeven ,De strekking van het Ontwerp is: lo. openstelling van de gelegenheid tot belastingbetalen aan alle postkan toren in het geheele land 2o. als gevolg daarvan opheffing der zitdagen van den ontvanger buiten zijn kantoor, omdat die dan overbodig zijn, terwijl ook nog in het vooruitzicht is gesteld opheffing van een aantal belas" tingkantoren. De onder lo. genoemde maatregel wordt voorgesteld ten gerieve van het belastingbetalend publiek. Het kan niet wonden ontkend, dat deze maatregel daartoe in vele gevallen strekken kan indien althans de postkantoren ge durende den gehelen diensttijd voor die betaling geopend zijn. Of de voor gestelde bezuiniging zal worden ver kregen is een vraag die de Kamer moeilijk kan beoordeelen. In elk geval wordt voor dit jaar een verhooging der uitgaven met f 91.000 geraamd, en slechts f5000 verlaging voor afschaf fing der zitdagen, en in beschouwingen over dit onderwerp van bevoegde zijde wordt het behalen van dat voordeel in twijfel getrokken. Ten aanzien van het tweede punt, het opheffen der zitdagen bestaan bij de Kamer ernstige bezwaren. Zeer ver moedelijk zal het oordeel over deze maatregel worden beinvloed door plaat selijke omstandigheden en gebruiken. Voor het gebied onzer Kamer moet het opheffen der zitdagen als een sterk bezwaar worden gevoeld. De Kamer brengt daaromtrent het volgende onder de aandacht van Uwe Excellentie: De inwoners der gemeenten waar thans geen kantoor gevestigd is, en dus zitdagen wordeit gehouden, hebben de goede gewoonte, om geregeld hunne belasting te betalen op den dag waar op de Ontvanger in hun woonplaats daartoe zitting houdt. Uit daarom' treHt ingewonnen inlichtingen blijkt, dat de invotdering der belastingen op de plaatsen buiten de standplaats van den ontvanger, beter gaat, dan in de plaats waar de ontvanger gevestigd is. De ver wachting dat zulks, indien ook voor die gemeenten de gelegenheid tot be lastingbetalen op eder tijdstip wordt opengesteld, veranderen zal en men ook aldaar het betalen der belasting gemakkelijker zal gaan uitstellen, en dat de invordering met grooter moeite zal gepaard gaan. is niet denkbeeldig. Daarbij komen dan ook nog de be langrijke vervolgingskosten. Maar er is meer. en zulks klemt voor de Kamer bovenal: dat op het platte land het ontvangerskantoor de eenige plaats is. waar belanghebbenden, en vooral is dit voor de kleinen mid denstander van beteekenis behoor lijke inlichtingen kunnen verkrijgen uit het doolhof onzer belastingwetgeving. De ontvanger kent, door zijn persoon lijk contact met het publiek op zijn kantoor en op de zitdagen, de belastinlg plichtigen meestal persoonlijk en is daardoor te meer de aangewezen bron van inlichtingen. Het aantal personen dat de gelegen heid van de aanwezigheid van den zit dag des ontvangers aangrijpt om hem dan tevens inlichtingen te vragen, is, naar den Kamer verzekerd werd zeer belangrijk, terwijl daarbij tevens werd opgemerkt, dat die met de meeste welwillendheid worden verstrekt. Indien dus de zitdagen zouden wor den opgeheven, dan wordt voor een uitgebreiden kring belanghebbenden wonende buiten de plaats waar een ontvangerskantoor gevestigd is, het ver krijgen dier inlichtingen onmogelijk, ten zij zij zich daarvoor een tijdroovende reis naar de plaats waar het kantoor gevestigd is getroosten, hetgeen nun kosten en tijdverlies berokkent, terwijl zij zich thans even uit hun werkzaam heden kunnen losmaken zonder dat zulks hen beduidende schade berokkent. Het komt der Kamer voor dat het voordeel der f 5000.-, die zouden wor den bezuinigd op de zitdagen der ont vangers, niet opwegen tegen het nadeel dat daardoor allerwege aan de belang- belanghebbenden op het platteland zul len worden toegebracht en dat dit be spaarde bedrag dan ook geen noemens waardig gewicht in de schaal kan leg gen. Dat nadeel zal nog grooter worden indien de berichten in de pers juist zijn, en het in het voomemeen zou liggen ongeveer 200 ontvangerskantoren op het platteland op te 'neffen, aange zien het platteland dan zoo goed als geheel van die kantoren zal worden ontbloot en slechts de centrale kantorfen in de grootere gemeenten zullen over- blijven. Dit moet leiden tot verbreking van elk contact tusschen den belastingplich tige en den fiscus, hetgeen naar de meening der Kamer noch in het belang der belastingplichtigen. noCn in dat van den fiscus kan geacht worden. De voorgenomen regeling die aan leiding gaf tot het indienen vanhet wetsvoorstel, heeft naar het gevoelen der Kamer weer een zeker streven naar centralisatie tot grondslag, een terug trekken van rijksambtenaren van het platteland naar grootere centra's, een streven dat de laatste jaren ook in andere administraties tot uiting komt. Uit administratief oogpunt beschouwd zullen daaraan wellicht voordeelen ten grondslag kunnen liggen, maar toch meent de Kamer te moeten waarschu wen, tegen verder voortschrijden op dien weg. als beschouwende zij dit tegen het algemeen cultureel belang, omdat dit er in het algemeen toe leidt dat het intellect meer en meer van 'het platteland wordt teruggetrokken, een intellect waarvan verschillende voorbeel den zijn aan te halen dat de betrokken rijksambtenaren tijdens hun vestiging in een of andere plaats ook buiten hun Werkkring hun werkkracht gaven voor zaken van algemeen belang, die aan de betrokken gemeente of omgeving zeer tgrt goede kwam, terwijl de Kamer ook van oordeel is, dat het niet in het algemeen belang is te achten dat de kernen van het staatsgezag meer en meer aan het platteland worden ont trokken. Op grond van vorenstaande verzoekt de Kamer Uwe Excellentie dringend - onafhankelijk van de beslissing omtrent de gelegenheid tot belastingbetaling ten postkantore - niet over te gaan tot opheffing van de zitdagen der rijks ontvangers en ontvangerskantoren ten plattelande als beschouwende zij dit in strijd met de belangen van de be lastingplichtige en de belangen van den Staat". o Van dit schrijven werd mededeeling gedaan aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, terwijl het ook werd toegezonden aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken. BELGIE. Mislukte oplichting. Een Hollander te Antwerpen, die op de Keizerlei te Antwerpen wandelde, werd door een Duitsch sprekenden „heer," een Rus, aangesproken. Deze haalde een goudstuk te voorschijn en vroeg, hoe hij dit geldstuk zou kunnen inwisselen. Inmiddels naderde een ande re Duitsch sprekende 'heer. een Tsjech, die voorgaf het geldstuk voor 'honderd franc te willen koopen. De Hollander, die het voorgevoel 'had met een paar oplichters te doen te 'hebben, wilde eens zien wat de heeren met hem voor hadden. Hij noodigde den Rus uit in een café in de buurt iets met hem te gaan gebruiken, waaraan deze, reeds denkende zijn slag te hebben geslagen, gaarne gehoor gaf. De man gaf voor een Rus te zijn. die pas was gekomen en opdracht 'had een groote partij diamant aan den man te brengen. Hij haalde de partij voor den dag en de Hollander veinsde vol kooplust te zijn. Intusschen was de TsjeCn binnenge komen en deze toonde zich eveneens zeer kooplustig voorde partij. Hij zou als expert den juwelier halen, om de echtheid van de partij vast te stellen. De zoogenaamde juwelier kwam en ver klaarde dat het een partij loupe-zuiver diamant was. De Hollander beweerde de partij te willen koopen en men werd het eens op een bedrag van 250 gulden. Daar hij zeide niet de noodige con tanten bij zich te hebben, zou hij even naar zijn hotel loopen om het geld te halen. Hij belde echter de politie op, die direct twee agenten naar het café zond. waar de Rus, S. Libert genaamd, werd gearresteerd. De Tsjech en de z.g. juwelier hadden intussciien de plaat gepoetst, naar „Het Volk" meldt. De Rus, die te Brussel woont, werd gearresteerd. In zijn bezit vond men een groot aantal valsche diaman ten. De beide andere oplichters worden nog gezocht. O— ENGELAND. Heldendood van een sergeant-vlieger. Tusschen Falmer en Rottingdeam, Engeland, waar de troepen sedert ver schillende dagen de groote legeroefe- ningen uitvoeren, is een schrikkelijk ongeluk gebeurd. In een groote wekle, omringd van heuvels, had het voetvolk post gevat en boven hen moest een luchtaanval plaats hebben. Reeds waren verschil lende vliegtuigen opgestegen om den aanval te beginnen. De sergeant-vlieger Owen Mac Nair vloog op zeer geringe hoogte boven het voetvolkregiment, toen nij plotse- seling bemerkte dat zijn motor niet meer regelmatig werkte en hij niet meer hooger kon stijgen. Mas Naif, die bekend staat als een

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1930 | | pagina 1