ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Het geheim der Visschershut Nerveus en Overspannen Onrustig en Slapeloos Mijnhardt's Zenuwtabletten Binnenland. Provinciaal Nieuws. Land bouwweek 1930 in Zeeland. EERSTE BLAD. Dit nummer bestaat uit twee bladen. BRESKENSSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 francs p. psst f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel mier 15 cent Ingez. Meded. 30 et. p. regel. D rukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorbeen B. BOOM-BUEK T5o,7.n breskens Abonnements-Ad verten ties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk :-: Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 39e Jaars>ng Zaterdag 21 Juni 1930 Nummer 3539 GR A Tl S verzekering gulden bij levens- til gld. bij dood a» gld. bij verlies p» gld. bij ver- ii gld. bij ver- ap gld. bij ver boor deabonné's tegen vim lange ongeschikt- IIIM door 7h van een hij lies van een 411 lies van een Xh He» van een ongelukken voor: hoid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. De risico van bovens aande verzekering is bij de herverzekerd Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. i o gld. bij verlies van eiken anderen vinger. j£>v\\\eV ex\ \xv Critiek, zegt Van Dale in zijn groot Nederlandsch woordenboek, is de be oordeeling vooral van de waarde, de goede en slechte hoedanigheden van voortbrengselen van wetenschap of kunst, enz. Nu onderscheiden we opbouwende en afbrekende critiek. De laatste wordtj, jammer genoeg, zoo vaak uitgeoefend, dat critiek in algemeenen zin een Be trekkelijk ongunstige beteekenis heeft gekregen. Gezonde, opbouwende critiek, dat is wat we noodig hebben. Daardoor is er kans, dat de becritiseerde zaak de ge signaleerde fouten herstelt, waar het dan ook om gaat. Zulk een critiek zal allereerst zijn zakelijk, met aan duiding van wat verkeerd is en ver melding van de wijze, waarop het her steld kan worden. Na deze inleiding verwijzen we naar het critisch verslag van het Bonds- MuziekconcourSj dat staat afgedrukt op het tweede blad van dit nummer. In verband met bovenstaande nu willen we in dit artikel over dat verslag een aan- en een opmerking maken. Allereerst de aanmerking. We wezen er boven reeds op, dat een opbouwende critiek, zooals het onderhavige over zicht toch behoort te zijn, zakelijk moet wezen; het persoonlijke element moet er uit geweerd worden. Anders zullen de betrokkenen in een stemming wor den gebracht, die meer afbreekt dan opbouwt. Jammer genoeg worden aldus in dit verslag een paar opmerkingen gemaakt, die te ver gaan. De eerste betreft Sint Kruis. Van die vereeniging wordt, na een aantal gissingen, verklaard, dat ze niet thuis behoort in de tweede afdeeling en zulks in bewoordingen, die onvoor FEÜ1LLRTON 14. Wat deed zij daar eigenlijk aan het stille strand in den avond, terwijl ze thuis zeker naar haar verlangden Zij hoorde toch bij hem te zijn met wien zij stond aan de poort van het huwe lijksparadijs. Het was vreemd. Hij deed een paar stappen voor waarts, maar bleef andermaal staan. Hij dacht aan Willem Luca, den eer lijken, trouwhartigen visschersjohgen, zijn vriend, die dit meisje wel zou liefhebben met een trouwe, diepge voelde liefde. Neen, hij mocht niet tusschenbeiden treden, hij mocht geen verhindering zijn voor het geluk van anderen. Hij zou zijn hart het zwijgen opleggen. Daar stond de jonker van Grafhorst die eenige dagen te voren gepromo veerd was tot doctor in de rechljs- wetenschappen. Het bleeke maanlicht overstroomde zijn gelaat en deed zien dat hij een hevigen strijd voerde. Een fterke macht trok hem naar de plaats waardelijk afkeuring verdienen. De ge- heele zinsnede: „Zoo niet op zijn plaats is," had gevoeglijk weg gelaten kunnen worden. Het tweede geval betreft Oostburg. Daar wordt na een opsomming van ver wachtingen plots geconstateerd: „Nu, daar ontbrak nog wel wat aan". Waar toe die tegenstelling? Waarom de aan merking daardoor noodeloos verzwaard Is de kans daardoor misschien grooter dat de betrokken vereeniging harder zal gaan studeeren Dergelijke uitingen, die de grens van beleediging bedenkelijk dicht nade ren, werken meer ontmoedigend dan op bouwend. En dit laatste is immers het doel? We kunnen dan ook niet anders dan de gewraakte zinsneden ten sterkste afkeuren. Dat is niet meer: het zetten van puntjes op de i, maar dat is: punt jes zetten, waar geen i staat. En nu 'de opmerking. Is de alge- meene toon der beoordeelingen reeds pessimistisch, het hoogtepunt wordt be reikt in liet eind-overzicht, waar met zooveel woorden wordt gezegd, dat het muzikale peil in West *Z.-Vlaanderen beneden het middelmatige ligt. Aan de deskundigheid der Jury valt niet te tornen en toch zal dit verslag niet bijzonder ontmoedigend werken^ omdat de uitspraken van vorige jury's die toch ook deskundigen.-waren, een geheel anderen geest ademden. Nieit alleen oordeelden Zij, dat het gemid delde peil betrekkelijk hoog was, maar bovendien werd in het verslag over het concours van hfet vorige jaar van één der deelnemende vereenigingen ge zegd: Hier zijn geen fraseeringsfouten, ook geen andere. Over deze ver eeniging heeft de jurv bijna geen teekeningen gemaakt. Na de eerste paar maten hebben wij de potloo- iden neergelegd en hebben, dank baar en voldaap, geluisterd naar MUZIEK. Bravo! voor een der gelijke prestatie, het was prachtig! lEen uitvoering die zóó af "is, die >zóó muzikaal is verzorgd, hoort men maar zeer zelden, onverschil lig in welk deel van ons land ook. Dat klinkt ietwat anders, 'nietwaar? Voeg daarbij de individueele successen op Solisten- en Internationale concour sen en er zijn redenen te over, èn voor Sint Kruis en Oostburg èn voor den Bond, om zich door dit verslag niqt (e laten neerslaan. waar het meisje zat, nog altijd even roerloos. De stille avond en het stille strand. Welk een heerlijke gelegen heid zou het geweest zijn om het vis- scherskind te zeggen wat hij reeds zoo lang in zijn hart omdroeg als die eene er niet geweest was. Neen,, nu mocht hij het niet doen. Hij moest het smoren. Maar was hij eiegnlijk niet dwaas? Hij mocht haar toch wel gaan begroe ten, nu hij na een twee-jarige afwe zigheid weer in het dorp terug was. Daar zou geen kwaad in steken. Dus trad hij op haar toe. Toen zij hem hoorde naderen sprong ze op. Het licht der maan verried den blos die haar wangen kleurde toen ze hem herkende. Ik Ivaop dat ik je niet heb doen schrikken begon hij. Je zult wel weten, dat ik heden thuis gekomen ben. Ik was nu naar het dorp geweest en keerde oudergewoonte dezen weg huis waarts. Een vreemd gevoel weerhield hem haar naam uit te spreken. Hij strekte zijn hand uit en zij legde haar hand èr in, doch- geen va.i beiden sprak. Een geheimzinnige bevangenheid snoer de beider mond. Zij schenen als vreem den tegenover elkaar te staan en toch Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Glazen Buisje 75 cent. Bij Apoth. en Drogisten. Onze algemeene indruk van dit cri- tische verslag is, om in stijl te blijven, dat het geheel geschreven is in mineur en dat de stemming hier en daar wel wat te wenschen overlaat. MOBL1SAT1E-SLACHTOFFERS. Naar aanleiding van hetministerièele antwoord op vragen van het Tweede- Kamerlid K. Ter Laan, inzake de mobilisatie-slachtoffers, schrijft het Be stuur van den Bond van Mobilisatie- Invaliden en van hunne nabestaanden: Met groote verbazing hebben wij kennis genomen van het antwoord van den Minister van Defensie op de vragen van het Tweede-Kamerlid den heer K, Ter Laan, inzake de moblli- sa tie-slachtoffers. Dat men op dit Departement wel wat aandurft, was ons bekend, doch dat de Minister een antwoord zou durven geven als thans is geschied, hadden wij nimmerkunnen vermoeden. Op de vraag of het juist is, dat aan H. Niewhof te Meppel, H. Beute te Wanneperveen, A. Klok te Hljker- smilde. J. P. Hartzman te Hijkersmll- dc, J. Woltman te Tolbert, A. Seep- ma te Hantum, G. Kiekebos te Nije- veen, R. Postma te Harkema-Opeinde, E Pel te Nuis, J. G. v. d. Veen te Drogeham, Wed. A. D. Tobbe-Froma te Godlinze bij eerste uitkeering mede gedeeld is, dat het toegekende bedrag slechts een uitkeering voor ééns was, antwoordt de Minister, dat uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de aan de in deze vraag genoemde personen nóch van wege zijn Depar tement, nóch door de betrokken Bur gemeesters werd medegedeeld, dat de toegekende uitkeering slechts voor ééns werd verleend. Dit n.b., terwijl er geen enkele assignatie (bevelschrift tot betaling) het Departement in 1921 heeft ver laten, waarop de woorden: „uitkee ring voor ééns" niet stonden vermeld. Honderden bewijzen zijn hiervan te overleggen! niet. Hier waren twee harten, die el kaar tegenklopten. doch J c'.kaar nog niet gevonden hadd De jonker, die half Europa gezien had, die zich een schitterende staats mansloopbaan voorstelde en 'die nog kort tevoren met welsprekendheid voor een gehoor van geleerde examinatoren wetenschappelijke stellingen verdedigd had voor zijn doctorsschap, stond een oogenblik tegenover het arme Visschers- kind met den mond vol tanden. Eindelijk scheen hij woorden gevon den te hebben voor een half stamelende begroeting, die het meisje bijna even verlegen beantwoordde nir geen van beiden, die vroeger zoo familiaar ge weest waren, spraken elkanders namen uit, Ik ben bij je thuis geweest, begon hij. Ik heb ze allen gezien, maar ik miste jou. En om jou was ik eigenlijk gekomen, Hij wist niet wat hij zei. Hij voelde, dat hij te ver ging, dat hij iets blijken liet Wat niet mocht en vermoedens wek te, die moesten blijven rusten. Bij de Woorden van den jonker ver hoogde zich de kleur op Liens wangen. Zij ging er niet op in en pradtte over andere dingen. Doch hij ging voort en zeide: Ik heb gehoord dat er Dat de volgende twee. met vraag 1 in verband staande, vragen thans ook onjuist zijn beantwoord, spreekt van zelf. Wij komen hier dan ook nader op terug. Op de laatste vraag blijft de Minis ter het antwoord echter geheel schul dig. Door den heer K. ter Laan werd namelijk gevraagd of de Minister kon mededeelen hoe ver de voorbereiding gevorderd is van de toegezegde wijzi ging van de Wet van 13 Mei 1927. Het Ministeriêele antwoord luidt: „Het rapport van de voor deze zaak ingestelde commissie is ontvangen en maakt bij de Regeering een punt van studie en overleg uit", een mededee- ling, die geen antwoord op de ge stelde vraag inhoudt, terwijl ons allen bekend was. dat het rapport van ge noemde commissie, welke n. b. reeds in Januari 1928 geinstalleerd is, reeds sedert maanden is uitgebracht. ACHTDAAGSCHE ABONNE MENTSKAARTEN. De Nederlandsche Staatsspoorwegen stellén van 1 Juli tot en met 15 Sep tember dagelijks verkrijgbaar abonne mentskaarten, gedurende acht dagen geldig op dezelfde lijnen als de al gemeene abonnementskaarten. De sta tions zullen ze verstrekken zoo spoedig mogelijk na mondelinge aanvrage, in elk geval binnen één uur. De prijs er van is: eerste klasse f 29, tweede klasse f 22,50 en derde klasse f 16 met een waarborgsom onderscheidenlijk van f2, f2 en f 1. Koninklijk bezoek aan Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Zooals de Commissaris der Koningin Dinsdag tijdens het Landbouw-diner te Hulst mededeelde, ligt het in het voor nemen van HM. de Koningin om op Zaterdag 16 Augustus een bezoek aan Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen te bren gen. H.M zal vergezeld zijn van Z. K.H. den Prins en H.K.H. de Prinses. groote gebeurtenissen op til zijn in Strandwijk. Tijs Vlas vertelde van iets zeer bijzonders. Tijs Vlas is een zwetser, viel Lien in. Wat had hij nu voor nieuws Je huwelijk, Lien. Is het heusch vroeg zij koud weg, maar hij kon zien dat haar lippen begonnen te beven. Ja, antwoordde hij. Houd je nou maar niet zoo koud. Het heele dorp weet immers dat je met Willem gaat trouwen. Het is niet waarl klonk het kort en krachtig. Haar oogen schoten vlam men en haar gelaat werd bleek. De jonker keek haar verschrikt aan. Hij wist niet hoe hij 't had, maar in zijn hart trilde een vreugdesnaar. 'Niet Waar? herhaalde hij. Wil je zeggen, dat je niet met Willem gaat trouwen. Ach, laat ons hier niet over praten. Vraag het aan mejuffrouw Bertha, die weet alles. Wat interesseert het den jonker van Orafhorst met wien een arm meisje als ik gaat trouwen. Hij behoort immers tot een hoogere klasse dan ik, zeide zij met bevende stem, terwijl zij den bonten doek om haar schouders trok en aanstalten maak te om heen te gaan. De Schelde en Zeeuwsch-Vlaanderen' De correspondent te Brussel van Het Volk meldt dd. 16 Juni: De Belgische generaal Selliers de Mo ville stelde herhaaldelijk voor het be kende Scheldeprobleem op te lossen door het graven van een kanaal van Anlwerpen naar de zee. Onlangs nog schreef hij daaromtrent: „Als de tijd heeft uitgewezen dat België zijn rech ten op de Schelde geheel en al of gedeeltelijk kan opgeven, zouden wij die rechten tegen klinkende munt aan Nederland kunnen afstaan en zoo een belangrijk deel van de onkosten die het aanleggen van een Kanaal van Ant werpen naar de zee zou v^reischen, terug winnen." De advocaat Rotsaert schrijft in „L' Action Nationale," het orgaan van de kleine groep Belgische annexionisteiv thans het volgende: ,tEen dergelijke ge dachte is schandelijk en anti-Belgisch. Het zou een groote politieke vergissing zijn, onze rechten op de Schelde op te geven. Generaal de Monarville houdt geen rekening met de mogelijke ver zanding der Belgische kusten. Hoe zou den wij voor enkele centen- de Schelde kunnen opgeven. De Schelde opgeven beteekent politieke en economische zelfmoord. Wij moeten integendeel al onze rechten op de Schelde en op Zeeuwsch-Vlaanderen terugwinnen. Daar ligt de toekomst van ons land." Dit jaar hield de Z.L.M. haar land- bouwdagen in het land van Hulst. De ontvangst van het hoofdbestuur en de genoodigden had plaats op het raad huis te Kloosterzande en wel door den burgemeester, mr. R. J J. Lambooy, die verzerde dat iedere gemeente gaar ne ziet, dat er binnen haar grenzen een tentoonstelling wordt gehouden, omdat hiermede, voor het oogenblik niet al leen, doch ook voor latere relaties van beteekenis kunnen worden aangeknoopt. Temeer is dit het geval met een ge- meénte, die zoo iets maar zelden heeft en als het dan een materie betreft, van belang voor de streek, en op goede wijze georganiseerd. Spr. wijst op de activiteit van de daarmee belaste personen, de faam van de reeds door de Z.L.M. gehouden ten toonstellingen en het programma zijn borg voor het welslagen. Spr. wijst op het groote belang van heel de gemeente bij den landbouw, en kan niet medega^i met hen die het Maar kind, hoe is het met je Ik begrijp je niet meer. Zijn we niet altijd vrienden geweest en nu doe je net alsof we vreemden zijn. Als je verdriet hebt heb ik toch wel een beetje recht om te weten wat je scheelt. Je moest eens weten hoe dikwijls ik aan je gedacht heb toen ik weg was. Jij aan mij was de verbaasde half ongeloovige uitroep. Ja, aan jou Lien, en voor hel eerst sprak hij haar naam uit. Ik heb op mijn reizen vele vrouwen ontmoet, dames uit de groote wereld, voornaam, fijn en mooi, maar nooit Heb ik Lien Luca vergeten. Ik zou voor al de dames van Parijs en Berlijn het juweeltje van Strandwijk niet willen Tuilen als ik te kiezen had. Kom, spreek zoo niet jonker. Ik kan moeilijk gelooven wat je daar zegt, zeide Lien, doch het was duidelijk dat zij zich innig gestreeld voelde door zijn Woorden. Vroeger toen zij nog ais kin deren met elkaar speelden, had hij haar dikwijls gezegd dat hij liever met haar speelde, dan met al de kinderen v»n het dorp en dan had zij geschaterd van het lachen. {Wofdt vtrvolfdi,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1930 | | pagina 1