ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Het geheim der Visschershut
Bij Examens
BRESKENSSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH VLAANDEREN
Abonnementsprijs p. 3 meenden !.25 franc* p. put f 1,40
Adverten11eprQs v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel mw 15 cent ingez. Meded. SO ct. p. regel.
Drukker uitgever J. C. LE BLEU
voorheen E. BOOM—BLIEK
™?,020i° breseens pyj$9ro
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot a i t e r 1 ij k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
39e jaargang
Zaterdag 31 Mei 1930
Nummer 3534
OR ATI S verzekering sen gülden by levens- zee gld. by dood a* gld. by verlies gld. by ver- it gld. by ver- a» gld. by ver- ze gld. by verlies
voor deabonné's tegen villi lange ongeschikt- Illy door 7h vaneen Hf] lies van een 4[1 lies van een /h lies van een II] van eiken
ongelukken voor: heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wysvinger. anderen vinger.
De risico van bovenstaande verzekering is by de herverzekerd Ongevalien-Verzekering-Maatschappy .Fatum" te 's-Gravenhage.
Landbouwonderwijs en
Landbouworganisatie.
Volkomen stem ik in met den heer
De Milliano - die in het vorig nummer
van dit blad over het nut van land
bouwonderwijs schreef dat de er
varing in de praktijk van den land
bouw uitwijst, dat ook daar theoreti
sche kennis niet kan worden gemist.
Helaas blijkt deze zienswijze nog verre
van de algemeene te zijn.
Het is werkelijk bedroevend, dat in
een gebied als hier, waar de menschen
bijna uitsluitend van den landbouw le
ven moeten, de belangstelling in het
landbouwonderwijs zoo wanhopig klein
is.
Wanneer ik hier enkele beschouwin
gen ter bevordering van dat onderwijs
geef, dan stel ik op den voorgnond.
dat ik goed onderwijs in 'het alge
meen voor 'het platteland een hooge
noodzakelijkheid acht.
En dat acht ik vooral bij de tegen
woordige maatschappelijke verhoudin
gen zoo noodzakelijk.
Ik heb er wel eens meer op gewe
zen, dat de toestand op het platteland -
trouwens dit is ook in de steden net
geval maar daarover hebben iwij
iiet hier niet totaal is omgekeerd.
Leefden de boeren vroeger gemak
kelijk, als koninkje op oiun be
drijf nu is het een leven van zorjg
geworden, en dikwijls van groote moei
lijkheden.
Leefde men vroeger zonder veel te
merken van hetgeen er buiten het be
drijf gebeurde, thans staat men midden
in de maatscnappij. En dat men zich
daar niet altijd veilig gevoelt, wie zal
het ontkennen.
Het maatschappelijk leven in zijn te-
genwoordigen vorm, eisCnt een andere
man dan die van 25 jaar terug.
Een breedere ontwikkeling is een
gebiedende eisch geworden!
De boer staat nu midden in den
maatsChappelijken strijd. De strijd der
natiën op 'Handelsgebied ik hoef
net bijna niet te zeggen maakt het
voor hem heel moeielijk! Maar ook
de strijd der verschillende groepen in
eigen land ejsdnen uitgebreide zorg
en studie. Wij leven in een tijd van
maatregelen,, waarvan de meeste in
derdaad den landbouw meer moeielijk-
heden opleggen, dan dat zij hem ge
makken opleveren.
Wij zijn gedwongen groote kracnt
en energie te ontwikkelen wil de land
bouw zien handhaven.
Uit de geschiedenis weten wij, dat
FEUILLETON
9.
Want lang reeds was het haar heer
lijkste ideaal geweest dat deze twee
kinderen eens man en vrouw zouden
worden en zouden wonen in net huis,,
waarin zij en haar man geleefd hadden.
Toen het zoover was, moest Lien
op de hoogte gebracht worden. Hanna
had het gedaan toen de schipper en
Willem uit waren met de „Wendelina".
Lien was eerst hevig bewogen geweest
en had meer, veel meer willen weten,
dan de schippersvrouw haar zeggen kon
Van Willem had de moeder niet ge
sproken. Dat kwam eerst later.
Van toen af Was er iets gebroken
in de familie. Na de eerste opwinding
was Lien zeer koel ert zwijgend gewor
den. Zij lachte niet meer haar heldere
lach klonk niet meer door het huis
en peinzend deed zij haar wérk, met
droomenden blik alsof zij in een ver
verleden en in een verre toekomst
staarde.
«=0~
dergelijke perioden zich van tijd tot
tijd voordoen; maar wij nebben toch
het gevoel, dat het thans heel moeie
lijk wordt.
Misschien, dat het hoog spel. dat
door en met Rusland zich aan het
afspelen is, deze gewe'.dige crisis ver
oorzaakt of althans daarop grooten in
vloed uitoefent, en deze bijgevolg van
meer voorbijgaanden aard zijn zal; net
is echter ook mogelijk, dat de oorzaken
een nog veel wijdere strekking hebben
en als epidemisch moeten worden be
schouwd.
Groote krachtsontwikkeling zal in elk
geval moeten plaats nebben en om
kracht te ontwikkelen moet men ook
kracht hebben. En die kracht moeten
wij putten niet alleen uit onze werk
zaamheid, maar ook uit onze kennis.
En die meerdere kennis zal er toe
leiden, dat men meer en meer gaat
begrijpen: de noodzakelijkheid van sa
menwerking.
Samenwerking die voor den land
bouw zoo hoo£f noodig is en toch
nog zoo wéinig in tDepassing wordt
gebracht.
Ik weet wel, dat wij tegenover de
buitenwereld soms den indruk vestigen,
alsof wij reeds heel wat te beteekenen
hebben zoo b.v. op onze tentoonstel
lingen, doch zij, die steeds aan de
boerenorganisaties werken, weten maar
al te goed hoeveel er nog aan hapert.
Vooral het niet begrijpen van de
quaesties, waarom net gaat, is zoo
menigmaal oorzaak, dat men niet mee
werken wil of liever gezegd, niet mee
werken kan.
Daarom boeren van W. Z.-Vlaande-
ren, die het wel meent met den land
bouw, helpt mede, dat wij in het pogen
den landbouw te verneffen, slagen.
Helpt Uw stand ontwikkelen en nelpt
daarom mede onze landbouwschool te
doen slagen en Gij bewijst een zegen
aan deze streek.
Onze allereerste bedoeling is natuur
lijk, dat Gij mee nelpt het idee te
verspreiden, dat landbouwonderwijs
noodzakelijk is voor den boer. Verder
doen wij ook een beroep op Uw per
soonlijke medewerking door als lid van
onze scnoolvereeniging toe te treden.
Doch bovenal: laat Uw kinderen het
onderwijs volgen.
Misschien zullen sommigen uit mijn
betoog de conclusie trekken, dat waar
de moeilijkheden op nationaal en inter
nationaal terrein liggen net landbouw
onderwijs alleen ons niet redden kan.
En dan ben ik het er mqde eens,,
dat de strijd moeilijk zal zijn en zwaar.
Maar ik ben toch ook overtuigd, dat
als de landbouwer eens zoover komt,
HOOFDSTUK IV.
De vrede verstoord.
Kom Lien, sprak de freule na
een poos van zwijgen troostend,, pro
beer nu maar eens te .vergeten. Je
zult zien, het komt allemaal wel weei
in orde.
Lien schudde het hoofd droevig.
Ik geloof net nooit meer, Bertha.
Ik neb een gevoel alsof ik van allen
losgelaten ben. Ik verlang hartstochte
lijk te weten wat er gebeulde voor
de scnipbreuk. Ik wil welen, wat en
wie ik ben tn of ik nog famjjlie hel}.
Ach Lien, ik geloof, dat het beter
is dat je daar je gedachten afzet
Als er familie was, dan zouden ze toch
wel gezocht hebben. Kun je dan niet
geluKkig zijn met je pleegouders. Ze
houden toch zooveel van je.
Gelukkig zijn met dit werk, freule*
viel zij bitter uit. Ja, zoolang als va
der nog leeft, zou net nog gaan* want
ik houd veel van hem. Maar eens
zal hij weggaan en de zee zal hem
houden, heeft hij gezegd, en wat dan.
Dan heb je toch moeder en
Willem nog.
Ach, ik ben een slecht eli ondank
baar meisje, Bertha* maar ik kan et
niets aan doen, dat ik de laatste dagen
dat hij zelfstandig gaat oordeelen en
ook zelfstandig gaat handelen, als ge
volg van zijn breedere ontwikkeling,
hij de behoefte en de noodzakelijkheid
van collegiale samenwerking meer zal
voelen, waardoor hij den weg betreedt,
die leidt tot ons groote doel: onze
positie te verstevigen.
Wanneer de 200 a 250 duizend boe
ren eens tot samenwerking kwamen
met hun arbeiders tot een totaal van
500 duizend en met hen,, zij, die in
indirect verband tot net landbouwbe
drijf staan, zou er een macht ontplooid
kunnen worden, waarmede wel ter dege
rekening zou worden genouden.
Ik weet wel, dat dienaangaande nog
heel veel te doen is. Te meer waar
buitenstaanders, uit politieke overwe
gingen, onze arbeiders van ons nebben
vervreemd.
Wij allen zijn eenter overtuigd, dat
wat op dit ternejn gebeurt, op den
duur zoo min in net belang van den
arbeider als in dat van den boer kan
zijn.
Het feit alleen, dat ten slotte zoowel
onze arbeiders, als wij zelf en vele
neringdoenden met hen, uit ons be
drijf moeten leven, zal er toe moeten
leiden, dat wij begrijpen, dat wij op
elkaar zijn aangewezen.
Verschillen over onderdeelen zullen
wij natuurlijk blijven houden,, dat is
ook geen bezwaar, maar in de groote
lijnen gaan onze belangen in dezelfde
richting.
Hierop wordt door ons wel eens te
weinig gelet. Hier ligt voor ons een
gebied, waaraan ineer aandacht dient
geschonken en waarop verforen ter
rein herwonnen moet worden.
Een terrein, dat wij verloren hebbe^
hoofdzakelijk door den strijd om po
litieke belangen.
Reeds sedert meerdere jaren worden
de economische belangen op den ach
tergrond geschoven.
Ik geloof niet, dat als onze boeren
een meer breede ontwikkeling zouden
hebben gehad, het zoo ver zou zijn
gekomen.
Het is ons eénter een les geweest,
laten wij die fout zoo spoedig mogelijk
herstellen.
Steunt daarom net landbouwonder-
blijft men kalm en helder, indien men
vooraf Mijnhardt's Zenuwtabletten ge
bruikt.
Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten,
niet meer zooveel van moeder houd
als daarvoor. Zij was niets vriendelijk
toen ze inij de gescniedenis vertelde en
niets wilde ze mij zeggen omtrent mijn
eigen moeder. Was net niet natuur
lijk, dat ik gaarne alles over haar
wilde weten.
Ik geloof, dat ik 'net begrijp!
Vrouw Luca is goed, maar zij is vree-
selijk op je gesteld, zij wil al je liefde
en zij is jaloerscii zelfs op de dooden.
Als zij jaloersch is op de dooden
iiad zij niets moeten zeggen. Dan had
ik niets geweten.
Maar zij moest liet zeggen om
Willem, zeiide de jonkvrouw, die nu
begon te begrijpen dat Lien blijkbaar
niets vermoedde van de gevoelens van
haar pleegbroer voor 'haar, hoewel die
op het kasteel, ja zelfs in het dorp
bekend waren.
Waarom om Willem? vroeg Lien,
terwijl zij met haar groote 'blauwe
oogen haar vriendin verwonderd aan
keek,
Omdat hij heel veel van je houdt,,
Lien, ZoU je pjet gelukkig' kunnejn
zijn met hem als man
Het jonge meisje wierp de netten
van zieh af, spröng op en terwijl een
donkerroode blos haar Wangen etl hals
kleurde, stiet zij heftig uit: Is het dat
wijs en gij steunt er den landbouw
door.
Daarom, Landbouwers van W. Z.
Vlaanderen, met Uw jongens naar de
Landbouwschool te Schoondijke.
A. 1. LEENHOUTS.
VRAGENBUS.
Lezers hebben het recht koste
loos vragen te stellen. Brieven te
richten aan: N.V. Accountants
kantoor „Nationaal Bureau voor
Adviezen" onder Directie van P.
S1EBESMA R. de VRIES,
Nieuwestad S3, Leeuwarden.
In spoedgevallen gelieve men
porti voor antwoord in te slui
ten. Men krijgt dan antwoord per
brief.
Den lezers zouden wij willen verzoe
ken, zooveel mogelijk postzegel voor
antwoord te willen Insluiten, opdat wij
net antwoord regelrecht aan den vrager
kunnen zenden.
Het is ons precies 'hetzelfde, of wij
een antwoord voor de courant senrij-
ven of in een brief de vragen beant
woorden. De lezers 'nebben vlugger
antwoord.
Werken de lezers niet mede,, dan
vreezen wij, zulks met 'net oog op de
vele vragen, die binnenkomen, dat wij
achterstand krijgen; dat iemand die
vandaag een vraag stelt, eerst over zés
weken antwoord ontvangt.
Vraag 4.
Iemand aanvaardt voor den aanvang
van het nieuwe belastingjaar een ad
ministratieve betrekking. Bij ontvangst
van het aangifte-formulier is het hem
echter bekend, dat hij in die betrek
king slechts kort zal kunnen zijn, ter
wijl er op dat moment ook geen uit
zicht is op een andere positie. Is de
fiscus gerechtigd zijn salaris over een
vol jaar in den aanslag op te nemen
Buiten beschouwing blijve, of hij later
al dan niet in een andere betrekking
overging.
Antwoord.
Ja. v
Woont echter de belastingplichtige
binnen het Rijk en daalt zijn belastbaar
inkomen door het staken van een be
roep beneden drie vierde van net be
drag, waarnaar zijn aanslag is, of wordi
berekend, dan worldt aan deZen be
lastingplichtige over de nog niet in
getreden maanden van net belasting
jaar een ontneTfing op <hen aanslag
verleend.
Deze ontneffing wordt echter niet
wat zij bedoelen Maar dan hebben
zij zich vreeselijk vergist. Veel hebben
zij voor mij gedaan, zonder hen was
ik wellicht in een weezeninrïchting ot
een verschoppeling geweest, maar als
zij willen dat ik dit betaal door met
Willem te trouwen, dan vragen ze te
veel. Nooit zal ik zijn vrouw worden.
Wel Lien, maar hij is toch een
goede, trouwe jongen.
O, ik weet heel goed wat hij is.
Ik heb hem mijn hecle leven gekend
en ik weet zeker dat ik nooit anders
in hem zal kunnen zien dan een broer.
Nog liever dan met hem te trouwen
zou ik vluenten van hier, waar heen
dan ook. O,, wat is iiet leven hard en
wreed.
Terwijl zij zoo sprak drukte haai
gelaat de grootste wanhoop uit. Zij
leek een vogeltje, dat gevangen is
en vervolgd wordt door booze men
schen. De freule stond er bij, radeloos
Zij voelde, dat er diepten waren in dit
karakter, die zij niet peilen kon.
Terwijl zij juist iets wilde zeggen
verscheen Hanna Luca irt de deur en
noodigde de meisjes uit om binnen
te komen thee drinken.
De freule zag, hoe Lien zich met
een donkeren blik afwendde en opnieuw
haar werk opnam- Ga je niet mee naar
verleend, wanneer binnen drie maanden
liet belastbaar inkomen door het ont
staan van een nieuwe bron van inkomen
stijgt tot boven dit drfe vierde ge
deelte.
De ontheffingen moeten uiterlijk bin
nen drie maanden na afloop van het
belastingjaar schriftelijk worden aan
gevraagd aan den Inspecteur in wiens
dienstkhing de aanslag is, of zal worden
opgelegd.
Met 'net aanvragen van ontheffing
heeft U dus voor het belastingjaar
1929/1930 nog den tijd tot en met
31 Juli 1930.
Uit 'het feit, dat U schrijft dat ie
mand een administratieve betrekking
aanvaardt, leiden wij af, dat wij niet
te doen 'hebben met „op zich zelf staan
de werkzaanfheden".
Hebben wij wel met „op zich zelf
staande werkzaamheden" te doen, dan
staat de zaak anders.
Vraag 5.
Den eersten Mei was ik winkelier
en was in onderhandeling om mijn zaak
over te doen (ik was ziek).
8 Juni 'neb ik inijn zaak overgedaan,
doCh tu!dc mijn aanslag in Mei in,
als 'hebbende een inkomen van f 1.594,-
en beloofde hetgeen ik met mijn zaak
als nog zou verdienen in den loop van
liet belastingjaar, ik dat zou Opgeven.
Dit 'neb ik gedaan. Ik heb opgegeven
f 409,30, dat is dus te zamen f 2.003,30.
Inmiddels werd ik aangeslagen voor
f 4.630,-.
ik 'iieb gereclameerd, doch hoor oi
zie niets.
Mijn reclame is immers gegrond
Ik moet betalen f 391,95, hoeveel
zou er origeveer af gaan
Anlwoord.
Wanneer Uw inkomen na 8 Juni
daalde tot beneden s/4 van het in
komen, dat U per 1 Mei 1929 behoorde
aan te geven en beneden s/4 Van dat
inkomen bleef, kunt U aanspraak op
ontheffing maken.
U krijgt dan ontheffing over de
maanden Juli 1929 tot en met April
1930, dus 10 maanden.
Uw aanslag zal dus verminderd wor
den met plm. f 300,-.
Wilt U ons even Uw aanslagbiljet
zenden, dan schrijven wij (kosteloos)
wel even een verzoek om ontheffing,
welk verzoekschrift U daarna kunt on-
derteekenen en verzenden.
Pe zaak loopt dan wel los.
Mocht U moeilijkheden ondervinden,
schrijf ons dan maar.
U zie ook ons antwoord op vraag 4.
binnen, Lien vroeg ze.
O, neen. nu niet. Zeg maar aan
moeder en 't was alsof dat woord
er aarzelend uitkwam dat ik mijn tijd
verbeuzeld heb en dat is nu gauw
de schade in moet halen.
Haar vriendin begreep het en ging
alleen in huis. Het was altijd haar
gewoonte geweest om als zij een be
zoek bracht aan het dorp, bij de Luca's
thee te gaan drinken en menig gezellig
uurlje had zij er doorgebracht. Doch
er scheen een schaduw te zijn neerge
daald over het eertijds zoo gelukkig
huisgezin.
'Wat denkt u van Lien,, freule
Bertha? vroeg Hanna haar, terwijl zij
de thee inschonk en de trek op haar
gelaat bewees dat zij het antwoord
met spanning verwachtte.
j— Ik weet het niet, vrouw Luca.
Maar zij is zeer veranderd. Het doet
mij vreeselijk leed.
Het zal u niet meer leed kunnen
doen dan ons. Sinds wij 'haar vertelden
dat ze eigenlijk een vreemd kind is,
is zij niet meer de oude.
Maar nad zij er dan nooit iets
van gehoord Dat begrijp ik niet in een
plaats waar zooveel gepraat wordt
{VortH wvolgAl