200 ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN 10 10 Hetgeheim der Visschershut Naar de Landbouwschool te Schoondijke. FEUILLETON Binnenland. BRESKENSSCHECOURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden 11.2" franc* p. put f 1,40 A d v e r t e n 11 e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel mier 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK Poatflro 70179 Tdeloon BRESKENS IVO. 21 Abonnements-Advertentles zeer billjjk tarief. Advertenties worden aangenomen tot nlterl|jk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 39e Jaargang Woensdag 21 Mei 1930 Nummer 3531 OR A T1 S verzekering voor deabonné's tegen ongelukken voor: gulden bij levens- til gld. bij dood gld. bij verlies gld. bij ver- lange ongeschikt- 1(1(1 door 7h van een hfl lies van een heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. De risico van oovensiaande verzekering is bij de herverzekerd Ongevallen-Verzekering-Maatschappij gld. b^ ver- aa gld. bij ver lies van een /h lies van een duim. wijsvinger. .Fatum" te 's-Oravenhage. gld. bij verlies van eiken anderen vinger. II. (Slot) We meen en in ons vorig stukje net nut en de beteekenis van 'net land bouwonderwijs naar behooren te heb ben aangetoond. We willen nu meer speciaal stilstaan bij de instelling waarvan we aan het hoofd staan. Gelijk velen bekend zal zijn is 'het onderwijs aan de z.g.n. landbouwdag- scnolen, gelijk die te Schoondijke er een is, over 4 leerjaren verdeeld. In tegenstelling met de tweejaarlijksdhe winteravondcursussen, wordt daar dus over dag les gegeven. Ze geven aan sluiting op de lagere School. In de beide eerste klassen worden behalve natuur- en scheikunde en plant- en dier kunde, welke de grondleggende vakken zijn voor het eigenlijke vakonderwijs in de beide noogere klassen, ook Ned. Taal, lezen en rekenen, aardrijkskunde en staatsinrienting onderwezen. Het be- noeft wel geen toelichting, dat ook het onderwijs in al deze vakken, het welk overeenkomstig de behoeften van den landbouw zoo practised mogelijk wordt ingekleed, van groot nut is. De beteekenis van dit algemeen- vormend" onderwijs mag voor onze boerenjeugd waarlijk niet worden onderscnat. Wie, gelijk wij, telken jare de gelegenheid heeft gade te slaan, wat kinderen, die de lagere scnool hebben afgeloopep, over het algemeen weten van rekenen hoe zij een opstelletje maken en een briefje schrijven, op de hoogte zijn met b.v. de verkeerswegen te land en fn foater, de nationale productie enz., zal ons volmondig toegeven, dat voor den toekomstigen boer van tegenwoor dig met de daar verkregen algemeene vorming niet meer kan worden volstaan. Laat men ons in deze niet misver staan. We willen met net hier gezegde geen enkele lagere scnool te kort doen, doch dit feit slechts constateeren in het belang der goede zaak, die wij voorstaan: de ontwikkeling van den Boerenstand. Met ons onderwijs in de eerste twee jaren zijn gemoeid: voor de eerste klas se wekelijks 2 dagen gedurende 40 weken, en voor de 2e klasse 1 dag per week, eveneens gedurende 40 we ken. De onderwijs vakken dier jaren noem den we reeds. Dat kennis van plant en dier noodig zijn, zaL wel niemand Niemand weet het. en niemand zal 'het ooit weten, fluisterde de vrouw. Ik kan niet anders, ik kan net kind niet meei afstaan. Doe ik dan slecht? Slechts het klagende ruischen der zee antwoordde op deze vraag, doen net scheen een aanklacht te zijn tegen de duistere daad, die mier volvoerd was. Maar Hanna hoorde het niet, zij daalde de ladder af naar de keuken en drukte de beide kinderen nartstoch- telijk aan haar borst. HOOFDSTUK III. Twintig jaar later. Öjj eén sdhoonen zomernamiddag Wandelde een jong meisje langzaam de helling af die van Grafhorst'' naar Strandwijk voerde. Zij droeg een fraai hiouselinen kleed en een witten zomer hoed met breede randen, terwijl zij een ruiker bloemen in de handen hield. Rozen had zij in het haar en rozen de borst, doen de tint dier rozen willen betwisten. Evenmin valt te ont kennen, dat natuur- en scheikunde on ontbeerlijk zijn om zich een inzicht in de moderne bemesting en voedering eigen te maken. Het groote nut der overige vakken moge nog nader*blijken door te vermelden, dat we de leer lingen allerlei berekeningen uit de prak tijk laten maken: (oppervlakten, in houden, in iei est en effecten-rekeningen vreemd geld, enz.) hén zakenbrieven laten schrijven, advertenties laten opstel len, alsmede verzoeksenriften, schuld bekentenissen enz., nun in handelster men en marktzaken onderrienten, hun een overzicht geven van land- en tuin- bouwproductie in binnen en buitenland benevens een scnets van ons staats-, provinciaal- en gemeentelijk bestuur, nun terreinen laten opmeten enz. Nog uit een ander oogpunt is net onderwijs gedurende de eerste twee jaren van groot belang. De jongens blijven na de lagere scnool het leeren gewend wat nun als ze eenmaal gereed zijn om het eigenlijk vakonderwijs te ontvangen zeer te stade komt. Boven dien staan ze dan op één peil van ont wikkeling, wat voor den goeden gang van net verder onderwijs eveneens ten zeerste gewensent is. Wat de hoogere klassen betreft, 3 en 4 dus, daar wordt gedurende 30 weken 1 dag per week les gegeven. De leervakken zijn er: Kennis van den grond en -bewerking, Plantenteelt,. Ziektenbestrijding en selectie, Bemes tingsleer, Veeteelt en Veevoeding, Melk benandeling, Bedrijfsleer en Landbouw- boeknouden. We zullen over het nut van dergelijke leervakken niet uitwei den. Ze spreken voor- zich zelf. Voor dit onderwijs is 2 X 150 uren beschik baar. Men hoort menigmaal de winter- avondcursussén met 'Onze scnolen ver gelijken. Waar eenter van de daar gegeven 2 X 140 lesuren neel wat af moet voor de grondleggende vakken, zal net duidelijk zijn, dat deze niet op één lijn gesteld mogen worden met onze scholen, evenmin als die op haar beurt weer gelijk gesteld zouden mogen wor den met de landbouwwintersc'holen, die weer breeder van opzet zijn. De landbouwdagsc'nolen hebben ver der dit boven cursussen voor, dat zij beschikken over goed ingerichte eigen lokaliteiten met goede Hulpmiddelen, zij een stnooltuin en rassenproefveld hebben én de leidsman zich ten volle aan zijn onderwijs en den landbouw geven kan. Natuurlijk willen we .lier mede geenszins leiders van cursussen was niet zoo 'heerlijk en zacht als de blos op haar wangen. Bertna Grafhorst was een liefelijke verschijning. Doch haar teer gelaat en brooze gestalte verrieden aanstonds een zwak licnaam. De zwakke gezondheid van 'de eenige doenter van het kasteel wierp een donkere sénaduw over het geiuk van de familie Grafhorst. Een reusaentige St. Bernhard met den kop van een leeuw en uit wiens oogeit menscnelijk verstand sprak, liep met statige stappen naast zijn jonge meesteres. Die twee waren innige vrienden van elkaar. Altijd vergezelde Castor naar op 'haar wandelingen en als de gure wintervlagen de freule opsloten op 'net kasteel, dan lag hij aan haar voeten. De visscnersbevolking van Strandwijk dweepte een beetje met de jonge freule. Eigenlijk nield men van haar nog meer dan van haar moeder. Want freule Bertna was immers géboren bij hen vlak bij de zee evenals zij. Zij was immers bij hen geweest en had met hen geleefd van den dag af, dat zij voor net eerst aan de hand van de verpleegster met onvaste stappen naar het dorp kwam. Er kwam een stralende glimlach op haar gelaat toen zij de visschershut in liet gezicht kreeg waarvan zij zoolang deprimeeren; we wenschen uitsluitend de beide onderwijsinstituten als zooda nig tegenover elkaar te stellen. Voorts mag als een belangrijke fac tor voor 'het welslagen van het onder wijs aan de landbouwdagscholen wor den beschouwd, de nauwe band die tusscnen school en praktijk wordt ge legd, doordat zooveel mogelijk en noo dig na de lessen op sciiool lessen op het veld volgen. Behoeft het dus verwondering ,ie wekken, dat in ons land in een kort aantal jaren een 50- tal van dit type scholen verrees Zon der overdrijving mag gezegd worden, dat men met deze nieuwe soort onder- wijs-mrichting een geesteskind van den Oud-Inspecteur van net Landbouw onderwijs, Dr. d. Zande geslaagd is. We willen daarmede geenszins de gebreken der nieuwe inricntingen ont kennen. Volstrekt niet. Welk mensciien- werk is ten slotte volmaakt? Als bezwaar vernemen we nog al eens, dat de jongens gedurende den tijd, dat ze naar scnool zijn in het bedrijf niet kunnen werken. Neen na tuurlijk niet, twee dingen tegelijkertijd doen, gaa'c ten eenenmaie niet. Laten we eenter hun, die over dat bezwaar niet neen kunnen, even .mogen op merken, dat er ook een zuinigneid is, die de wijsneid kan beJriegen. En la ten dezulken zien er eens rekenschap van geven, welk een groote opofferin gen zien vele arbeiders en kleine bur gers getroosten om nun jongens drie jaar lang dag aan dag naar de ain- bacntssehool te si,..-., 'c.neinde hen daar te doen bekwamen naar de eiscnen die de tegenwoordige tijd steit. Ook de kleine zandnoe.cn die het doorgaans zoo veel minder nebben dan nun collega's van de verte klei, weten den tijd er voor te vinden om nun jongens van net onderwijs aan een land bouwscnool te doen profiteeren. Het staatje, dat we in net vorig stukje gaven, is daar het bewijs voor; de bezwaren zijn' dus te overwinnen als men slecnts wil: immers waar een wil is, is een weg. De scnoól te Schoondijke telt titans 13 leerlingen in de le, 9 in de; 2e,, 9 ijl de 3e en 11 leerlingen in de -te klasse. Waar in W. Zeeuwscn-Vlaan- deren 1450 grondgebruikers zijn met meer dan 1 HA, benoeven we dus ter nauwernood te zeggen, dat dit aantal nog voor groote uitbreiding vatbaar is. Het scnoolgeld is uiterst laag en eveneens de boekenkosten. Minvermo gende 'leerlingen van goeden aanleg verwijderd was geweest. Zeven maan den lang nad zij terwille van haar gezondnetd in het ZutJen van Frank rijk en i tl Zwitserland vertoeit en eerst gisteren was zij teruggekeerd. Kom Castor, sprak zij nu, laat ons gauw zien noe het met Lien Luca is. znj zal even nard verlangen als wij. De hond hief zijn geweldigen kop op tot de spreekster en blikte naar aan alsof nij elk woord begrepen had. Dan stiet hij een vrooiijk geoiaf uit en wierp zien met groote sprongen vooruit net dorp in, aldus aankondi gend de komst zijner meesteres, die langzaam volgde en telkens opgenouden werd door de blijde begroetingen der dorpelingen, die haar met teekenen van groote vreugde welkom heetten. Zij wisten waar freule Bertna heen ging, naar Hanna Luca, en zij waren jaloerscn. Waarom naar Hanna? Wie was zij O neen, de visscners en vooral de vrouwen van Strandwijk hielden niet van vrouw 1 uca. Zij verbeeldde zien te veel en meende meer te zijn dan de anderen. Nooit hadden zij haar reent mogen lijden en men had het vele jaren geleden scnipper Bram kwa lijk genomen, dat hij zijn vrouw niet uit de meisjes van Strandwijk had ge kozen, doen haar had gehaald uit Gel derland. Zoo'n stadscne vrouw uit Arn kunnen zelfs geheel van deze kosten worden -vrij gesteld. Van harte hopen we, dat zich thans voor den nieuwen cursus eens een flink getal leerlingen zal aanmelden. Wij van onze zijde verzekeren gaarne, dat we niets onbeproefd zullen laten wat tot bevordering van het onderwijs strekken kan. De voormalige Directeur-Generaal van den Landbouw, wijlen Dr. Van Hoek, zeide eens in een zijner kernaentige redevoeringen, dat als men op reis gaat, de reiskoffer gewoonlijk goed voorzien wordt. Doen als men de le vensreis aanvaardt, is dan de levens koffer ook steeds goed gevuld? Voor den jongen landbouwer, die deze reis begint, mag daarin goed landbouwon derwijs niet ontbreken, is dit aanwezig dan is die reeds ten naive gevuld. Laten ouders van jeugdige toekom stige landbouwers eens rustig overwe gen wat dit inzonderneid in een tijd als de tegenwoordige zeggen wil en we twijfelen er niet aan ot net besluit van velen zal zijn aan onzen oproep gevolg te geven. S. v. D. De Volkenbond. Wanneer wij ons bijwijlen verdie pen in de gescniedenis der mensch- neid, dan is een der eerste dingen, die ons altijd weer treffen en die ieder zullen moeten treffen, wanneer wat dieper wordt gedolven dan in de ge wone scnoolliteratuur, dat de mensch- neid al de eeuwen door heeft verlangd naar vrede, naar den tijd, waarin net lam rustig zal neerliggen naast den leeuw. En toen, hoezeer in ieder indi vidu dat verlangen leefde, toen werd dat ideaal nimmer bereikt en menigeen naait bij het noemen zelfs alleen van net woord wereldvrede, ongeloovig, cy- niscn zelfs, de schouders Op, de een omdat nij niet kan gelooven in het goede van den mensen, de ander met verwijzing naar den zondeval enz. Maar wie niet blind is voor den geweldigen vooruitgang op zoo velerlei gebied, wie niet met alle idealisme heeft af gedaan, die beseft ook net enortne verscnil tusschen nu en vroeger, die ziet dat ook op net gebied van de vredesgedaente zich een evolutie vol trekt, die uiteindelijk moet voeren naar net zoo vurig begeerde ideaal. Ja, men verlangde de eeuwen door iiem, wat was dat nou? Zoo nad Hanna Luca al dadelijk de Strandwijkers tegen zich en weinig moeite deed zij om nun harten te win nen. Doen al had zij hun sympathie niet, wel nun respect. Al de vrouwen van Strandwijk naddèn een zeker ontzag voor naar. De deur van de vissCnershut stond reeds open. Castor nad haar open gemaakt en Hanna stond reeds aan de deur met een glimlach op het anders zoo strakke gelaat, gereed om naar bezoekster te ontvangen. An, lieve freule Bertha, wat ben ik blij u te zienkomt u binnen, Wat ziet u er goed uit! De visscnersvrouw vatte beide han den der jonge dame ten teeken van haar genegenheid, trok haar zachtjes mee in nuis en zette den mooisten en besten stoel voor naar klaar. Jo, u oen flink vooruitgegaan in 't Zuiden, antwoordde Bertha. Het is er ook zoo neerlijk. Maar ik ben toch neel blij, dat ik weer thuis ben op Grafnorst, En hoe is het met u en hoe met den schipper en Willem en Lien Oi allemaal heel best, dank u, freule, antwoordde Hanna op haar ge wone rustige manier. Twintig jaar had' den naar betrekkelijk weinig veranderdi naar vrede. Ma,ar •- wie er ook riepen, hetzij de eenvoudige man of vrouw uit het volk, hetzij dichters of diploma ten, vorsten zelfs of geleerden, hun woorden en pogingen bleven die van enkelingen en nimmer trof men een georganiseerde vredesbeweging aan, een beweging waarvan kracnt kon uit gaan. Totdat de eerste sporen daarvan merkbaar werden, een Honderd jaren geleden in Amerika, waarvan de be weging oversprong naar Engeland en zoo naar net vaste land van Europa. Een artikel als dit leent zich niet tot eene uiteenzetting van de ver schillende pogingen van enkelingen en vereenigingen. Genoeg zij dat ze ten slotte nebben geleid naar de eerste Vredesconferentie op 18 Mei 1899 in het Huis ten Bosch te 's-Gravenhage, bijeengeroepen op initiatief van den czaar van Rusland. Het wil ons voorkomen, dat men vaak al te smalend over deze con ferentie sprak en de groutc verdiensten ervan dikwijls ten eenenmaie miskent. Al zijn de directe resultaten inderdaad niet groot geweest, al werd ze gevolgd door den Boerenoorlog, den Russiscn- Japanscnen oorlog enz. toch is sedert dien tijd de vredesgedaente niet alleen niet verdwenen, maar nebben de ge beurtenissen ertoe geleid, dat Kracnti- ger, veel kracutiger werden: 1-e de vredesbeweging, 2-e net besef dat al leen door samenwerking iets kon wor den bereikt, 3-e net besef van de ge weldige ingewikkeldneid der economi sche bedekkingen tusschen de staten en volken, 4-e net besef dat elk geweld dadig verbreken en verstoren dier be trekkingen tot een camp voor allen moest leiden. En men kreeg er daar naast duidelijker dan ooit tevoren be grip van, dat er tusscnen de volke ren evengoed als tusscnen de indivi duen in denzelfden staat reent moest kunnen worden gevonden en gesproken. Het zijn bovenal net groeiend interna tionalisme, net zich steeds meer ont wikkelende volkenrecnt en daarmee en daardoor net groeiend pacifisme, wel ke na de eerste vredesconferentie van enorme beleekenis zijn geworden. En toen, nietwaar, kwam de wereld oorlog met zijn onnoemelijke rampen, misère, ruïnes, zijn millioenen dooden en verminkten, z'n ontzaglijke gevolgen tot in de uiterste noeken der aarde. Voorzeker, de vredesbeweging en naar aannangers bleken nog veel te zwak, maar - zagen ze na de gruwelijke les aan de mensenheid hun pogingen niet 't Is waar, haar donker blonde haren van eertijds begonnen nier en daar wat te grijzen, in het gladde, frissche gezient waren enkele rimpeis geko men, doen de vaste, stoere uitdrukking van 'naar gelaat was dezelfde gebleven en ziende naar haar rechte gestalte naar energieken tred en den helderen, bijna jeugdigen blik in naar oogen, zou men naar geen vijltig gegeven hebben. De dood, die zoo menigmaal rijdt op de golven der zee, nad haar man en zoon gespaard in menigvuldige ge varen, waar zoovele mannen van Strand wijk in die twintig .jaren nun graf hadden gevonden in de koude, donkere zee. Het was de Luca's goed gegaan, scnipper Bram had goede zaken ge maakt, veel gevangen en goed ver- koent en twee jaar geleden was de ,,Elziena" vervangen door een mooien nieuwen botter, net grootste, sterkste en praentigste schip van de heele vis- scnersvloot van Strandwijk. Het was i.Wendelina" gedoopt, naar den naam van Lien, want 't scheen wel alsof met net vreemde kind ook de voorspoed nun huis binnengekomen was. IWoldt vervolgd.}

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1930 | | pagina 1