ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN De stille getuige. voorheen E. BOOM—BLIEK Binnenland. Provinciaal Nieuws. FEUILLETON Rupsenplagen. Gewestelijk Nieuws. BRESKENSSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. post 11,40 A d v e r t en t iep r y s v a n 1 5 reg-elf 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. ragel. Drukker uitgever J. C. LE BLEU 2? BRESKENS p^'9ro Abonnements-Advertenties zeer billjjk tarief. Advertenties worden aangenomen tot u 11 e r 1 y k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur '7e Jearg&ng Zaterdag 15 Februari 1930 Nummer 3505 QRATIS verzekering aaa gulden bij levens- lil gid. bij dood ma gid. bij verlies gld. bij ver- ra gld. bij ver- air gld. bij ver- ji gld. bij verlies voor dtabonné'i tegen 900 ,an8e ongeschikt- hij; door /n van een h[j lies van een 4[] lies van een Zn ües van een lij van eiken ongelukken voor: wWM heid tot werken. een ongeluk. 'W hand of voet. oog. duim. wijsvinger. anderen vinger. De risico van bovenstaande verzekering is bij de 'ïar/errekerd Ongevallen-Verzekering-Maatschappij .Fatum" te 's-Oravenhage. De minister over den zomertijdi De minister van binnenlandsche za ken en landbouw heeft in een circulaire aan de gemeentebesturen de aandacht gevestigd op het Kon. Besluit, volgens hetwelk de zomertijd dit jaar aan vangen den 15en Mei en zal eindigen op 5 October. De minister eindigt zijn circulaire met de opmerking, dat de gemeente besturen gelieven toe te zien, dat de tijdsaanwijzing op de openbare door die besturen beheerde klokken ge durende genoemd tijdvak in overeen stemming zijn met de tijdsvervroeging. De Prov. Stoombootdiensten Naar aanleiding van de motie-Wallien op 3 December in handen van Ged. Staten gesteld om advies en strekkende om te komen tot een 'éénhoofdig di rectorium voor alle Provinciale stoom bootdiensten, wenschen Ged. Staten in de eerste plaats op te merken, dat de vraag, of alle provinciale veerdiensten onder één leiding zullen worden gesteld thans niet voor het eerst ter sprake wordt gebracht. En zonder zich te be geven in diepgaande historische be schouwingen, merken zij op. dat op verschillende tijdstippen ten aanzien van deze vraag een verschillend standpunt is ingenomen. Dit is verklaarbaar. Niet alleen de veranderde samenstelling van de ter zake oordeelende colleges, doch ook en bovenal de veranderde omstan digheden, hebben een en andermaal tot wijziging van inzicht geleid. Het laat zich toch hooren, dat gronden en maximen, die in 1866 toen met de exploitatie voor de provincie een aanvang werd gemaakt als juist mochten worden beschouwd, tnansj nu niet alleen het aantal diensten en vaar ten, doch ook het aantal en de soort der schepen alsmede het personeel aan zienlijk zijn toegenomen, veel van hun kracht hebben verloren. Een nieuwe tijd stelt zijn eigen nieuwe eischen *n Ged. Staten zijn van oordeel, dat het door hun college te voeren beleid zich aan die eischen zal bénooren aan te passen. Eerste voorwaarrde hiervoor is even- 20. Deze Damby zal het echter met de anderen onder één hoedje gedaan heb ben en is nu met de juweelen en hot geld bij de eerste de beste gelegenheid verdwenen. De brief aan het jonge meisje, waarin een paar maal sprake was van „naar Australië gaan," bewijst dat. De ziekte van 'het meisje bedierf echter zijn plan, zoodat hij er alleen van door ging, maar ik ben overtuigd, dat hij haar vroeg of laat zal sdhrijven, om naar hem over te komen en dan hebben we hem. Ik geloof niet, dat het meisje iets van hem weet, hoewei het me met haar vader niet zoo heel best in den haak scheen. Ik zou er geen eed op durven doen, dat hij niet precies weet, waar hij is". Dit was de meening van het hoofd der geheime politie, die hij echter aan niemand, dan aan zijn vrouw, toever trouwde. In de Bank kwam men totaal niet op zoo'n idee. Damby stond als eert so liede, eerlijke jonge man bekend en gedurende de eerste dagen hadden zijn collega's zich werkelijk ongerust over (tem gemaakt, maar langzamerhand was wel, dat het geheele college volledig op de hoogte is met hetgeen er omgaat bij de bootdiensten. Ged Staten willen hiermede niet zeggen, dat dit thans, niet het geval zou zijn, althans in die mate, dat belangrijke, naar buiten wer kende beslissingen zonder hun mede weten en buiten hunne voorkennis ge nomen zouden zijn; integendeel heb ben zij nimmer bezwaar gemaakt de volle verantwoordelijkheid te aanvaar den voor hetgeen door de commissie van toezicht was beslist en voorbereid. Waardeeren Ged. Staten evenwel ter volle het vele goede, door de commissie in het verleden verricht, desalniettemin oordeelen zij een wijziging in den be- staanden toestand wenschelijk, om te geraken tot een toestand die meer dan tot dusverre zich aan den tegenwoordi- gen tijd aanpast en het aan alle leden van hun college mogelijk maakt, de verantwoordelijkheid voor de taak, hun ambtshalve op de schouders gelegd, te aanvaarden. Ten einde dit te bereiken, komt liet Ged. Staten wenschelijk voor, de werk zaamheden der bestaande commissie van toezicht, die veeleer liet karakter had van een commissie van beheer en voorbereiding, in dier voege te wij zigen, dat zij voortaan uitsluitend zai zijn een commissie van advies. De za ken rakende de Prov. Stoombootdien sten zullen als regel in de vergaderin gen van Ged. Staten worden behandeld: daar kan telkens worden beslist, of ai dan niet een advies van de commissie zal worden ingewonnen. Verwachten uccl. Staten van deze nieuwe regeling dat hun college, meer nog dan tot dus verre, zich een volledig inzicht zal kun nen vormen omtrent den gang van zaken bij de stoombootdienstenhet spreekt vanzelf, dat dit inzicht niet in eens en zelfs niet in enkele maanden langs dezen weg kan worden verkregen. Ged. Staten wenschen in verband hiermede, hun oordeel omtrent de vraag of een éénhoofdig directorium al dan niet nuttig en noodig is, voor te be houden, doch stellen zién voor, zoo dra zij zich dienaangaande een oordeei hebben gevormd, de Staten daarme de in kennis te stellen. Inmiddels stel len zij voor deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen. Winterteenen Winterhielen men hem vergeten en ging alles weer zijn gewonen gang. Op zekeren morgen was mijnheer Smoller later dan gewoonlijk op het kantoor gekomen; hij had zidii juist op zijn kruk gezet, alsof hij eens flink aan 't werk wilde gaan, toen Rumbold, de portier, binnenkwam. Onder voorwend sel, dat hij naar het vuur kwam kij ken, maakte hij een wandeling door het kantoor en bleef even bij den lesse naar van mijnheer Smoller staan. j,Jammer, dat ge vanmorgen zoo vroeg waart, mijnheer Smoller." lachte de portier. „Misschien dat we, als u nog een oogenblik langer weggebleven waart, ook een boodschap naar uw huis hadden moeten sturen, evenals onlangs met Damby". „Hoe dan?" vroeg de jonge man angstig. „Heeft er iemand naar me ge vraagd „Ge moet de rekening bij uw kleer maker nu toch eens eindelijk voldoen. Pas op, want als hij nog eens komt, zeg ik hem niet meer, dat u op reis bent; hij wil me toch al niet meer gelooven". „Ik beloof het je Rumbold, dat ik hem zal betalen, ik moet toch bin nenkort weer een nieuw pak bij hem bestellen. Maar dat bedoelde ik niet, ik meende, of de ouwe naar me ge vraagd had". „Die heeft wel wat anders te doen," Eenige' weken geleden heeft onderge- teekende een oproep gericht tot alle belanghebbenden om de noodige maat regelen te nemen ter voorkoming van een rupsenplaag in. het aanstaande voor jaar. Deze maatregelen bestonden in hoofdzaak in het verwijderen u:t vrudnt- en laanboomen, hakhout, hagen en tui nen van de zgn. 'rupsennesten van de bastaahdsatynvlinder, dat zijn met een fijn spinsel samengesponnen dorre bla deren, waarin de zfcer jonge rupsjes van deze vlinder overwinteren. Daarnaast yvas het op vele plaatsen ook noodig de eiringetjes, die de= vlinder van de rin- gelrups rondom ide eenjarige takjes, vooral van vruchtboomen, gelegd had. door afsnijding van die takjes te ver wijderen. De pogingen, om tot een zoo alge meen mogelijke bestrijding te geraken zijn op zeer krachtige en zeer gewaar deerde wijze gesteund door de heeren Commissarissen der Koningin der ver- sdhillendc provincies, en op verzoek van dezen ook door de burrgemè esters van gemeenten, waar deze bestrijding noo dig was. Verder is zeer krachtig» mede werking verleend door zeer vele land en tuinbouw-verecnigingen en niet hei minst door land- en tu.nbouwonder- vvijzers en hoofden van scholen, op wier initiatief ook schoolkinderen aan het verzamelen van rupsennesten en eirin- gen hebben deelgenomen. Zeer belangrijke resultaten zijn reeds verkregen/Het aantal vernietigde rup sennesten loopt op vele plaatsen in de tienduizenden, en in totaal in de milLoenen; eiringetjes zijn ook in ver scheidene gemeenten bij duizenden ver zameld. Vele boomgaarden, tuinen, ha gen en andere aanplantingen zijn volle dig gezuiverd. De gunstige gevolgen hiervan zullen niet uitblijven, want overal waar rupsen nesten cn eiringetjes op voldoende wijze verwijderd zijn, kunnen de rupsen der bastaardsatijnvlinder en de ringelrupsen niet meer optreden en heeft men zich dus voor schade dit voorjfaar gevrij waard. In sterk besmette streken moet men echter ook op de belendingen letten; omdat de rupsen zich van daaruit zou den kunnen verplaatsen. Vandaar dal het noodzakelijk is, het bestrijdingswerk overal uit te voeren. Men denke echter niet, dat dit werk reeds afgedaan is. Hoewel met genoe- antwoordde de portier. „Hij brengt in zijn kantoor alles in orde ,',Gaat hij dan weer op reis?" Rumbold knikte gehemzinnig. >>Maar waarom" Raad dat eens!" „Nu waarom dan? Ik weet.het niet". ^.De directeur gaat trouwen „Wai De ouwe trouwen ,i,Ja. Ik heb met eigen ooien gehoord, dat hij tot mijnheer Foy in zijn kan toor zeide: „Mijnheer Froy, u zult me hier een week ongeveer, vervan gen". „Uitstekend, mijnheer," ant woordde Froy, op dien echten zoet- sappigen toon, waarop hij altijd tegen den directeur spreekt. Uitstekend/ mijn heer. Gaat u op reis „Dezen keer eens niet voor zaken," ant woordde de ouwe, „ik ga trouwen!" „En ik wist nog niets van de verlo ving. Ken ik de dame? Mag ik u wel hartelijk gelukwenschen, mijriheer". „Ja," antwoordde de directeur, „hel is erg snel gegaan; ik zal met de dochter van een vriend, een zekeren kapitein Studly, trouwen. U zult dien heer niet kennen 4Welzeker ken ik hem," viel mijnheer Smoller den portier in de rede, „ik herinner me zijn naam. Hij was hiet een paar maal bij den directeur; 't is zoo'n oude, praatzieke heer, in wien men dadelijk den gewezen officier her kent. Dat kost me alweer een paar gulden", gen het gunstige resultaat der gevoerde campagne gezien wordt, moet toch vast gesteld worden, dat op vele plaatsen nog zeer veel werk te verrichten is. Laten zij, die nog niejt voldoende, hun aandacht aan de voorkoming van de rupsenplaag hebben gewijd, er als nog toe overgaan, hun aanplantingen van rupsennesten en eiringetjes te zuive ren. Het tijdstip is daarvoor nu, in verband met den'stilstand in vele andere werkzaamheden, zeer gunstig. Laten de besturen van land- en tuinbouwvereeni- gingen invloed uitoefenen op hunne le den, opdat deze het werk volledig uit voeren, zoowel in hun eigen belang als tot voorbeeld voor anderen. Laten zij, die weten welke gevaren er in die rupsennesten en eiringetjes schuilen, an deren, die daarmede wellicht nog on bekend zijn, inlichten. Ik twijfel er niet aan of ieder, die weet, dat elk rupsen nest van 150—250, ja zelfs tot meer dan 500 rupsjes herbergt, onmiddel lijk aan het werk zal gaan, om die zoo onschuldig lijkende maar toch ge vaarlijke dingen uit zijn boomen en hagen te verwijderen Laten schoolhoofden en onderwijzers ook nog zooveel mogelijk de jeugd aan het werk zetten, vele handen ma ken licht werk. Ik doe ook een beroep op de bur gemeesters in alle gemeenten, waarin bij verordening het verwijderen van rupsennesten voorgeschreven is, om een stipte uitvoering daarvan door een nauwlettend toezicht te verzekeren. De politie kan hierbij niet alleen dwingend, maar ook waarschuwend en voorlich tend optreden. iJe raad om boomgaarden, tuinen, ha gen, en grootere aanplantingen te zui veren wordt natuurlijk in het belang van hen, die deze boomgaarden enz. bezitten of beheeren, gegeven. Nu kan men nog mét eenvoudige middelen de dreigende plaag voorkomen. Als straks de boomen uitloopen en de rup sen zich verspreiden, worden de moei lijkheden aan de bestrijding verbon den, veel gnooter. Laat men ook de zuivering grondig uitvoeren, ook daar waar nu nog slechts weinig rupsen nesten voorkomen, want als het insect zich in 1930 zoo uitbreidt, als het in 1929 gedaan heeft, staat men aan het, eind van dit jaar op nog veel meer plaatsen voor een groote plaag als nu reeds het geval is. De Inspecteur, Hoofd van den Plantenziektenkundigen Dienst N. VAN POETEREN. De portier keek hem vragend aan. ^Natuurlijk," zeide de boekhouder. „We zullen wel allemaal botje bij "botje moetenleggen om hem een huwelijks geschenk te geven". ja, dat zal wel moeten!" zeide Rumbold, zich achter het oor krabben de, „dat had ik heelemaal vergeten". Eindelijk kwam de trouwdag, een warme en zonnige dag in Juli. De geheele dorpsjeugd van Loddonford had zich aan den ingang van de kerk geposteerd. Het bruidspaar kwam in een rijtuig, met twee paarden bespannen, aanrijden. Kapitein Studly, in zijn deftige zwartje jas, tot boven aan den hals dichtgef knoopt, hielp zijn dochter bij 't uitstap pen. De bruid zag opvallend bleek; men was anders zoo gewoon, in Loddonford altijd frissche, gezonde meisjes naar de kerk te zien gaan. Maar was dit te verwonderen, na de ziekte, waarvan ze pas genezen is? Toen het bruidspaar de kerk binnen trad, begon het orgel te spelen. De ceremonie van het trouwen nam een aanvang; de dochters der inwonerrs van Loddonford staken de hoofden bij elkaar en maakten allerlei opmerkinr gen, den held van het feest betreffende. De preek was ten einde, het paar was ingezegend en het feliciteeren begon. Kapitein Studly wist niet, wiet! hij het eerst zijn handelt moest toesteken, zoo- BRESKENS. Men schrijft ons van bevoegde zijde, dat op Dinsdag 25 Februari en vol gende dagen een tentoonstelling zal .gehouden worden vanwege desamen- werkende Zendingscorporaties in het nieuwe jeugdgebouw der Ned. Herv. Gem. alhier. Een tentoonstelling, die buitengewoon interessant belooft te worden. Vijf zendelingen, allen met een rijke ervaring als zendings-arbei- der en een grondige kenris van de landen en volken, waar ze gewerkt hebben, zullen voortdurend aanwezig zijn om uitleg te geven van alles, wat in de verschillende afdeelingen te zien zal zijn. Er zullen namelijk 3 afdee lingen gevormd worden, te weten: West-Java met Z. O. Celebes, Nieuw Guinea en Suriname. Elke afdeeling omvat een ruime collectie van allerlei artikelen, die ons een beeld geven van het maatschap pelijk. zedelijk en godsdienstig leven van de bevolking der genoemde koloni ale gebieden. Hun woningen, hun huisraad, hun kleeding, maar ook hun afgodsbeelden e. d Verder zal de tentoonstelling ook een indruk geven van het mooie werk, door de Zending op al die plaatsen verricht. Er zullen modellen te zien zijn bijv. van een Zendingskerk, een Zendingshospitaal enz. en daarnaast verschillende teekeningen en grafische voorstellingen, o. a. met betrekking tot de uitbieiding van het onderwijs, het aantal Zendings-hospitalen enz. Uit een en ander blijkt al, dat deze tentoonstelling een bezoek overwaard isi Van tijd tot tijd zal door de Zen delingen bovendien verteld worden van hun arbeid en ervaringen op de Zendings-terreinen, terwijl er op de tentoonstelling gelegenheid zal gege ven worden ook een kopje thee te gebruiken. Binnenkort zullen in ad vertenties nadere bijzonderheden om trent de tentoonstelling worden bekend gemaakt. Bij Apoth ca Drogisten velen stormden op hem af. Hij ademde eerst vrijer, toen hij uit de kerk en met het pasgetrouwde paar wegreed. Nog vrijer ademde hij, toen hij om middernacht van de stoomboot stapte, die hem van Tonden over het Kanaal gebracht had. De stad Calais lag vóór hen in diepe rust, de stad namelijk, want aan de haven en het station heersclv te een gezellige drukte. Mannen in witte kielen schoven wagentjes, vol ba gage geladen, voor zich uit. De stoom boot uit Dover was goed bezet ge weest, dc buffets in het stiitions-restau- rant werden bestormd, een ieder wilde zich, voor hij verdei ging naar Parijs, door eenige ververschingen verkwikken. Kapitein Studly ging echter niet naar het restaurant. Hij behoorde tot de weinige rezigers, die den nacht in Ca lais overbleven. Hij gaf zijn dochter den arm, zocht een witkiel op, gaf hem de re5u's voot zijn bagage en zeide hem zijn adres: Hófcl d'Angleterre. Daarna ging hij te voet verder; hij kende de stadi Toen zij de vestibule van het hotel binnentraden, merkte hij, dat zijn doch ter angstig omkeek en hij fluisterde haar toe: (Wufdt vervolgd,}

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1930 | | pagina 1