800 40 10 ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVU H A h f De Leidsche ilondawfókter &ooY \ve\ flvxuv ge\e'\^\evA. FEUILLETON De stille getuige. te Oost burg BRESKEN CHE COU vy* cfi RiniTfc ir VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEP? ,N Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingei. Meded. SO ct. p. regel. Drukker uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOMBLIEK BRESKENS Telefoon No. 21 Poetgiro 70179 Abonnement!--Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag uur 7e jaargang Woensdag II December 1929 maimer 3487 OR A TI S verzekering voor deabonné's tegen ongelukken voor: gulden bij levens- jas gld. bij dood a> gid. bij verlies as gld. bij ver- lange ongeschikt- ||1[] door 7h van een nM lies van een heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. De risico van bovenstaande verzekering is bij de herverzekerd Ongevallen-Verzekering-Maatschappij gld. bij ver- gld. bij ver lies van een /Q lies van een duim. wijsvinger. Fatum" te 's-Gravenhage. gld. bij verlies van eiken anderen vinger. De Middelburgsche Courant gaf onderstaand prachtig overzicht van den geweldigen brand, die Zaterdagavond uitbrak, in een extra nummer. Onze hoofdstraat een ruine, een achttal groote huizen is uitgebrand. Aangewakkerd door een stormach- tigen wind, heeft een brand, in den Franschen Bazar begonnen, achtereen volgens in de asch gelegd het GRAND HOTEL VERSEPUT, CONFISERIE OOSTERHUIS, MODEZAAK WIE NER, RIJWIELFABRIEK KAAN, en toen nog, aan den overkant, IJZER HANDEL DE JAGER, BEDDEN ZAAK WIENER en grootendeels den winkel van SIMON DE WIT. HULP VAN ALLE KANTEN HEEFT TEN SLOTTE HET VUUR IN ZIJN STORMLOOP KUNNEN STUITEN. ENTHOUSIAST WERKEN VAN ALLE BRANDWEREN. Een gruwelijke bezoeking is Zater dagavond gekomen over ons schoone Middelburg: door de teisterende macht des vuurs is een groote plek in hét hart onzer stad neergebrand! Kaal en droevig staan de gevelbrokken nog rechtop, starende op - de ruïnes vóór en achter hen. Ons prachtige oude Orand-hotel Ver seput, een sieraad van de Lange Delft, is niet meer; van bloeiende groote win kelbedrijven, die medehielpen aan de Lange Delft het aanzien van een groote- stads-winkelstraat te geven, staat geen steen meer op den ander; de Franscht Bazar, de lunchroom Oosterhuis en de modezaak van Wiener ft Co., zijn ver nietigd, en de rijwielfabriek Transva- lia van de Oebr. Kaan is op een klein deel na uitgebrand daarna lekten de vlammen aan de door de enorme hitte zoo ontbrandbaar geworden huizen aan den overkant en de groote ijzerhandel van de Fa. D. de Jager Jr., het bedddn- magazijn van de firma Wiener Co. en de winkel van Simon de Wit ook nog grootendeels, gingen verloren. De hulp uit omliggende plaatsen Goes, Viissingen, 't Zandt, de Kon. Ma rine, militairen, automobielbrandspuiten uit Bergen op Zoom en Rotterdam is er ten slotte met man en macht in geslaagd, deze vuur- en vlammen zee te stuiten en wij zijn allen, zoo van h ier als van elders, die met constan ten ijver en prijzenswaardige toewijding 3. „Kijk eens hier, heeren. Hier lagen gisterenavond nog tjvee duizend pond sterling, ik heb ze zelf afgeteld. Ze zijn weg, geen enkel goudstuk hebben ze vergeten". „Maar de banknoten!" riep Damby en kwam uit een der donkere hoeken van de kluis te voorschijn. „Neen", zeide hij, terwijl hij het pakje natelde, „ze zijn er alle nog. De dieven hebben ze zeker over 't hoofd gezien". „Of ze waren op hun hoede, om door die bankbiljetten zich zelf te ver raden", merkte de politiedienaar aan. „Een goudstuk kan men overal aan den man brengen, maar de bankbiljetten hebben hun nummers en kunnen je daardoor licht verraden". Mijnheer Froy keek den politieagent met bewonderende blikken aan. „(Vindt u zelf ook niet?" ging deze kalm verder. „De schurken waren met alles bekend, wat hier gebeurt; zij Wisten, waar de sleutel te vinden was, zij wisten, dat de kassier, die een zeer deugdzaam man moet zijn, op reis gezwoegd hebben in den strijd tegen het vuur, grooten dank verschuldigkl. Want daar is manmoedig werk te zien gegeven, door eik naar zijnen aard! De ramp wordt er niet door verkleind en de droefenis, die ons allen vervuld bij den aanblik van de ruïnes en nog rookende puinhoopen in onzen stedelij ken hartader, wordt er niet minder om, maar toch: het is een even weldadig aandoende gedachte, hoe men van hiei en van elders, tot verre in den lande toe, klaar stond en zich met enthousias me medewierp in den strijd van de klei ne menschen tegen het machtige, door stormwind aangewakkerde en alles ver nielende vuur. En dan mag op deze plaats een woord van deernis niet ontbreken met de velen, die door deze ;ramp recht streeks getroffen zijn. Wat er omgaat in het gezin, dat zijn woning,, in den zakenman, die zijn bedrijf, zijn leven en werken, in vlammen ziet opgaan, en tot niets verteren dat is voor den buitenstaander slechts te vermoeden. Maar het is vreeselijk voor hem of haar die het trof, en daar kan wel ver zekering een deel of het geheel der ma- terieele schade dekken, de ellende-om de vernietiging .van wat ons lief was, wordt er slechts door getemperd, maar niet opgeheven. Het is wel een rouwdag voor Middel burg! HET VERLOOP VAN DEN BRAND. Ongeveer half vijf moet de brand om staan zijn op een boven achter-pakka- mertje van den Franschen Bazar in de Lange Delft. Naar wij vernamen, zou daarbij aan de mogelijkheid van kortskii ting gedacht moeten worden, omdat reeds dien dag een electricien met de geleidingen in den Bazaar bezig was ge weest om ergens naar een defect te zoe ken. De brand zal uiteraard door verschei dene personen min of meer tegelijkertijd ontdekt zijn geworden; wij vernamen, dat een der dokfers hier ter stede op zijn rijwiel passeerde, den brandlucht rook en een politie-agent op de markt toevoegde: ga maar eens kijken, er kon wel brand wezen in de buurt van de Lange Delft! is en dat er bij zijn plaatsvervanger zonder u te na te treden misschien wel een kansje op succes was. Het eenige, wat zij niet wisten, was schijn baar, dat mijnheer Middleman vannacht hier in de Bank sliep en dat heeft den ongelukkige het leven gekost". „Is dat uw meening?" „Ja, dat is mijn meening, mijnheer Froy. De dieven verlangden van den ouden mijnheer Middleman'de sleutels en hij wilde ze niet geven. Toen na tuurlijk. t,oen gebeurde alles, zooals het gebeurd is", ging de politieagent voort. Maar 't is een bijzonder geval en ik moet er dadelijk mijn superieuren mee in kennis stellen". Het bericht van den moord ging als een loopend vuurtje door Londen. De avondbladen gaven gedétailleerde ver slagen van de vreeselijke gebeurtenis. De dieven moesten inderdaad van veel, wat er in de Middiemansche Bank voor viel, op de hoogte geweest zijn. Een kostbaar sieraad, dat eerst een paar dagen te voren in de kluis gedeponeerd en door mijnheer Warner met behulp van mijnheer Damby opgeborgen was, zoodat iemand, die niet wist, waar het lag, het onmogelijk kon vinden, was met het baar geld en vele andere voor werpen van groote waarde verdwenen. e— Intusschen was de politie ook tele fonisch reeds van meer dan één kant gewaarschuwd en spoedig was het brand alarm uitgegeven. Te 4.55 waren wij reeds op het ter rein van den brand en toen was het nog mogelijk, tot diep in de benedenverdie ping van den Franschen Bazar door te dringen, doch boven brandde het reeds onrustbarend, alles viel en kraakte al. Te 5.08 uur sloegen de vlammen aan alle kanten naar buiten. De brandweer was druk bezig maar kon, ook wegens aanvankelijk te geringen druk op onze waterleiding, bitter weinig effect sortee- ren, vooral niet, wijl een felle wind het vuur aanwakkerde. De omwonenden bicken het ernstige gevaar voor een groote uitbreiding wel degelijk en dadelijk in te zien: zoo be gon om 5.13 uur de firma Wiener ft Co. haar boeken reeds elders in veilig heid te brengen. Te 5.15 uur sloegen de vlammen at uit het torentje van den Franschen Ba zar, terwijl het gevaar voor overslaan op de'zaak van de firma O. O. Melasma aan den overkant dreigde. Dat wist men toen te voorkomen later, langs een omweg, heeft het vuur deze toch nog, aan den achterkant, ver woestingen aangericht. Te 5.48 uur viel de dakgoot van den Franschen Bazar op de straat. Geen on gelukken. •Toen sloegen ook reeds <lc vlammen uit de bovenvoorramen van tel Verseput. Te 5.55 uur stortte de achtergevel van den Franschen Bazar in, zonder het vuur noemenswaard te door ven. 6.00 uur valt het "eerstje raam van Verseput rinkelend op straat. Groote spiegelruiten kletteren in den Franschen Bazar neer. Met een klein straaltje poogt men nu de Lunchroom Oosterhuis nog te beschermen, doch dat blijkt geheel onmogelijk en te 6.10 slaan de vlam men ook daar al uit. Kwart over zes staat Lunchroom Oosterhuis al in liciite laaie! Te 6.20 uur komt een spuit uit Viissingen de Lange Delft inrijden en begint direct aan te pakken. 6.35 uur slaan de vlammen meters hoog boven Oosterhuis uit: Wierier zal ook moeten vallen! 6.30 uur de mariniers arriveeren en toonen de waarde van gedjsciplineerd optreden bij dergelijke calamiteiten: al les even kwiek en ordelijk en vlug! in no time is er een slang boven op de hooge fabriek Transvalia gebracht- want Wiener is inmiddels ook reeds een vuurzee geworden! en men hoopt heel ernstig, dat de hooge muren zon der ramen het vuur zullen stuiten. De HOOFDSTUK II. Op de meisjeskostschool van de da mes Origg was vacantie Het was de zomervacantie. De jonge dames ware" naar haar ouderlijk huis afgereisd. Slechts twee waren nog niet vertrokken en dezen wilden binnen eenige uren ook de kostschool verlaten. Het waren twee aardige jongedames, de eene blond, met een dwepende uit drukking in haar mooie oogen, de an dere bruin, met ernstige oogen en een vastberaden trek om den mond. De eerste, de nicht en erfgename van een millionair en de andere de dochter van een man, van wien niemand (eigenlijk kon zeggen, waarvan hij leefde. De dames Origg was het altijd een pak van het hart, als de vader van Anna Studiy weer eens het school- en kost geld voor zijn dochter zond. Dit groote verschil in positie en ka rakter verhinderde echter niet, dat de beide jonge meisjes een innige vriend schap hadden gesloten. Zij waren ge durende hun kostschool-leven één hart en één ziel geweest en nu waren zjj aan het tijdstip gekomen, waarop beider levenswegén uiteen zouden gaan. Bei den zouden niet meer in het huis van de dames Origg'terugkomen. „Gelukkig", zeide de blonde Grace, mannen op het dek schreeuwen, brullen om water! water! Maar er komt niet en dra moeten ook zij zich voor het voortvretende vuur in veiligheid stellen en de slappe, waterlooze slang langs de Magyrusladder laten zakken. 6.40 uur dondert met dreunenden slag de mooie kroonlijst van Hotel Verseput neer: liet schoone bouwwerk is zijn bekronend sieraad ontroofd en nu is het dra niets meer dan een ruïne! Te 6.50 uur slaan de vlammen al hoog en fel boven Wiener uit; Verseput brandt nu oeneden-voor ook al heele- maal. Tc 7.00 uur komt het ontstellende be richt van het dak der fabriek-Kaan„he; brandt hier nu ook al!" Gevreesd wordt, met het vele brandbare dat daarin is, dat nu ook Boassons Bank, misschien wel heel het blok tot aan de Markt er aan zal gaan! Kort na zevenen laait het vuur al fel uit boven het dak van Kaan. Er staan nu 12 stralen op de waterleiding, maar tegen deze vuur- inaeht staat de menschelijke macht niel meer in verhouding Aan den overkant van de straat be gint men, de zoo brandbare jalouzicn af te nemen liet zal wel later blijken vruchteloos geweest te zijn. Ook dé gordijnen zijn overal neergescheurd om liet gevaar van overslaan Zoo mogelijk Ie verminderen. Te 7.10 7.20 stortten deelen van den gevel van Oosterliuis in; te 7.25 komt met groot geraas de heele gevel van den Franschen Bazar naar beneden. Eensdeels: Godlof, er is niemand door getroffen. Maar: de gevel viel op b and kranen en slangen, waardoor de :!e. toevoer eenigen tijd werd afgesneden. En dat. bij den nu reeds catastrophalen omvang van den brand. In een hevigen vonkenregen gaan on ze mannen hun standpijpen reddenaan demonstraties van persoonlijken moed heeft het Zaterdagavond en -nacht w lijk niet ontbroken! 7.30 uur: een groote vrachtauto inct' de spuit van de marine, met kwleko Jantjes volgeladen, arriveert. W looven niemand te kort te doe wan neer wij getuigen van de bewondering, die iedereen had voor het fiksche op treden van deze marinemannen Een vrachtauto van Kaan rijdt voor en brengt boeken en bescheiden in veiligheid. Padvinders helpen daarbij kranig - ook trouwens bij dc afsluiting. Verseput brandt nu nog wat na en dv mare heeft zich verspreid, dat aan dieji kant het vuur bij Helder gestuit kan worden al heeft die wel brand- en waterschade aan den achterkant geleden. toen zij met haar vriendin een laatste wandeling door den tuin van de kost school maakte, „gelukkig, dat ik hier vandaan ga. Die school en die nijdige dames Grigg hangen me al lang de keel uit; het eenige, wat me zwaar valt, is, dat ik jou moet verlaten, Anna. Je bent hier mijn eenige troost geweest, ik zal je nooit vergeten". Anna Studiy haalde de schouders op. „Je gaat een vroolijk leven tegemoet Grace. Jij bent de erfgename van eer, schatrijken oom, jij zult een prachtig kasteel krijgen en schitterende partijen geven. „(Waar ik toch niet gelukkig zal zijn. als ik jou niet bij me kan hebben". „Je bent een goed kind. Grace, en ik twijfel ook niet in 't minst aan de oprechtheid van je wenschen. Maar je vergeet, dat onze wegen voortaan uit elkaar loopen en zich niet weer ver eenigen zullen". „Dat heb je me al vaker gvzi gd en dan altijd met zoo'n geheimzinn g ge zicht, Anna. Maar waarom ,®i jij, als ik op de bezitting van mijn oom in Loddonford ben, niet bij me komen en me gezelschap houden Mijn oom zal je natuurlijk uitnoodigen. Ik lieb hem al over jou. geschreven". „En toch zal ik niet bij je kunnen kpmen", KLINGE houdt zitting voefr lijdenden zwakken en geeft/gratis advies in lieJéHotel ZONNEV1JLLE Dinsdagavond io December van 7 tot 9 uur oensdag ii December van 9 uur tot 1 uur. 7.37 valt de gevel van Wiener neer' Fotografen pogen tusschen den war winkel van slangen, wagens en men schen foto's te maken, de burgemeester zendt ze tenslotte weg. 7.50 uur mindert het vuur zichtbaar bij Wiener, doch nu worden de vlam men bij Kaan in de Lange Delft zicht baar; er valt nog een sink van den gevel van Oosterliuis neer. Tc .8.00 uur valt weer dreunend een gevel neer: nu van Wiener al! Dc springende glazen en spiegelruiten rinkelen van alle kanten, versplinteren op den grond. Te 8.15 uur breekt de brand door de tweede helft van Kaan's tweede verdieping, 8.18 u. is heel Transvalia één lichtende, laaiende vuurgloed, zoo dat het oude stadhuis op de Markt met rosen gloed overtogen, een bedroevend sclioonen aanblik oplevert! Te 8.45 uur komt ineens een alar- tneerend bericht: er is brand ook op de Rouaan che Kaai! 'tis waar: het blijkt een door den geweldigen vonkenregen veroorzaakt brandje te wezen bij den heer M. Polak, doch met een minimax heeft men dit gelukkig kunnen blus- schen. Een tv ede alarm: er is brand ook op de ivinciale Bibliotheek! Wc nu- en erheen langs omwegen en door v- ii-. nregen en scherpen rook: ja, er lekken Lammetjes aan het torentje, boven op het gebouw. Gelukkig heeft men ook dit onmiddellijk weten te be dwingen! Zoo ook hebben brandweermannen en politieagenten bij onderscheidene an dere in dc brandgevaarlijke zone een klein begin van aantasting door het vuur weten te blusschen. Een politie- bevel aan alien, tot in de Korte Delft toe, om ramen en deuren overal ge sloten te houden, was een verstandige maatregel. Men mag zich er over verwonderen „Maar waarom dan toch niet. Anna Wil je dat het met onze 'vriendschap ge daan zal zijn „Je weet wel, Grace, hoeveel ik van je houd. Maar hoe kan ;k zeggen, wat ik doen of niet doen zal, terwijl ik niet eens weet, .wat er van inij in de toekomst zal worden „Wat zou er dan nog van je moeten worden? Je bent de dochter van kapi tein Studiy Je gaat voor een poosje naar huis en dan kom je bij mij. En als je vader heimwee naar zijn dochter krijgt, moet hij je maar bij ons komen bezoeken". Anna haalde opnieuw de schouders op. „ik weet niet, of mijn vader je zai bevallen", zeide zij. ,,Ik, zijn eigen dochter, voel me in zijn nabijheid ik weet niet waarom nooit op mijn gemak". „Niet op je gemak bij je vader A propos", ging Grace verder/ j,als ik me niet vergis, ben ik eens aan een kapitein Studiy voorgesteld op de villa van mijn oom. Het was een groote, statige man, \vien men het dadejijk aan zag, dat hij officier geweest was. Men zeide, dat hij in dezelfde streek woonde, waar mijn oom zijn villa hcett". (Wordt vervolgd^,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1929 | | pagina 1