200
100
10
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
MURffijL getieesê-en veiïfaaaJd de huid
Buitenland.
FEUILLETON
Provinciaal Nieuws.
SKEN
CHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. post f 1,40
Advertentieprijs Tan 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Druk ker-Uitge ver J. C. LE BLEU
rosrkwn E. BOOM BLIEK
BRESKENS
Telefoon
No. 2)
Postgiro
70179
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot n 11 e r I k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
7e Jaargang
Zaterdag 14 September 1929
Nummer 3462
OR A TIS verzekering
voor deabonné's tegen
ongelukken voer
gld. bij dood p.* g'd. by verlies pa gld. bij ver- is gld. by ver- mm gid. bij ver
door Jj~i van een hy lies van een 4(1 lies van een /ft lies van een
een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger.
De risico van bovenstaande verzekering is by de her/er :ekzrd Ongevallen-Verzekering-Maatschappij .Fatum" te 's-Oravenhage.
gulden by levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gld. by verlies
van eiken
anderen vinger.
ENGELAND-
Mond- en klauwzeer.
Na een periode van drie maande^,
gedurende welke Groot-Brittannië ge
heel vrij was van mond- en klauwzeer,
is het opnieuw voorkomen llezer ziek
te den 7en September door het ministe
rie van landbouw vastgesteld in een
boerderij in Lanarkshire, waar 96 var
kens en verscheidene runderen zijn aan
getast.
Er is een verordening uitgevaardigd,
welke het vervoer van vee binnen een
straal van 25 km. der geïnfecteerde
plaatsen verbiedt.
RUSLAND.
Tankboot ontploft.
Op de Wolga in de buurt van
Jaroslawl is een tankboo' in de lucht
gevlogen. Twee leden der bemanning
werden gered, de tien anderen verdron
ken. De door de ontploffing veroor
zaakte brand sloeg over op een In de
nabijheid liggend stoomschip, van welks
equipage negen personen zwaar werden
gekwetst.
o
DUITSCHLAND.
Watergebrek te Aken.
Door de aanhoudende droogte is in,
verscheiden steden het watergebrek1
zeer groot. Het stadsbestuur van Aken
was genoodzaakt ingrijpende maatrc*
gelen te treffen. In alle huizen zijn
de badinstallaties verzegeld. Om liet
waterverbruik in garages onmogelijk te
maken, zijn alle kranen in die inrich
tingen afgesloten. De prijs van het
water is verviervoudigd.
Noodioitige gasontpioifing.
In een der gebouwen van de Sach-
sische Kunststahlwerke te 'üöhlen ont
stond bij het verrichten van laschwerk
een hevige gasontploffing, tengevolge
waarvan 18 arbeiders werden gewond,
velen levensgevaarlijk. Zes arbeiders^
die door steekvlammen ernstige brand
wonden hadden opgeloopen, werden
naar het gasthuis overgebracht, waar
een hunner reeds is overleden.
o
BULGARIJE.
Nederiandsche hulp in Bulgarije.
De hulpactie, georganiseerd met de
geldmiddelen, welke het Amslerdainsche
Comité ingezameld had, voor de slacht
21.
i li oeu i\\
Ik liet het meisje roepen, en nam
ook dit in verhoor. Ze wist weinig te
zeggen; toch vernam ik van haar, dat
de zwarte koffer buitengewoon zwaar
was geweest. De koetsier had er over
geprutteld, toen hij hem ophaalde, en
mijnheer Paul Harvey had alstoen de
opmerking gemaakt: Ja, hij is zeer
zwaar, hij zit vol boeken".
Polly had mijnheer Paul het ontbijt
binnengebracht, toen hij om half negen
erom belde. Hij was reeds geheel en
al gekleed. Een half uur te voren had
zij mijnheer Arthur ingelaten. Hij vroeg
naar zijn tante en ze zeide hém, dat
juffrouw Raynell om zeven uur naar
Londen was vertrokken. Nu begaf hij
zich naar zijn broeder, en terwijl zij
in de kamer was vroeg hijDus is
je koffer reeds gepakt?" en mijnheer
Paul antwoordde: Natuurlijk, er is
geen enkel boek achtergebleven, ik ben
blij dat jij den sleutel vond: wat had
ik anders moeten beginnen? Toen de
■ml.IliMMHnmiNnHHnWMmMMMMIIBMMMMWBMHlniliM
7
offers van de aardbevingen in Bulgarije
is thans beëindigd. In achttien dorpen
en één stad konden tot begin juli
980 kinderen worden gevoed. Dit goede
resultaat kon bereikt worden door de
krachtige medewerking van Bulgaarschc
zijde. De spoorwegen vervoerden de
levensmiddelen graiis, de gemeentelijke
besturen namen liet verdere transport
op zich, terwijl de leerkrachten zoowel
voor de toebereiding als de distributie
zorgden. Een bedrag van lbj.516 lewa
werd overgehouden, waarvoor in het
volgende winterseizoen nog een aantal
kinderen voeding zal ontvangen.
De organisatrice der hulpactie voor
de kinderen, mevr. Liaptcheff, die zich
ook in Nederland veler sympathie ver
worven heeft, heeft liet Amsterdainsclie
Comité verzocht nog eens den dank
aan allen, die tot dit resultaat hebben
meegewerkt over te brengen.
OOSTENRIJK.
De diefstal te Agram.
Aangaande den diefstal van een kost
baar ivoren drieluik uit de kathedraal te
Agram wordt uit Weenen nog het
volgende gemeld:
De Wcensche kunsthandelaar Olück-
selig, die liet zeldzame snijwerk uit de
11de eeuw gaarne wilde koopen, bood
er verleden jaar een miflioen dinars
voor. Het domkapittel wilde echter van
het kerkstuk geen afstand doen. Toen
Qlücksclig in net begin van dit jaar
te New-York vertoefde, vertelde hem
zijn daar gevestigde collega Motta, dat
hij aan het Bostonsch museum een
triptiek uit een der Balkansteden ver
kocht had voor 40.000 dollars. Qlücksc
lig begaf zich daarop naar Boston en
herkende er tot zijn grootc verbazing
den kathcdraalschat uit Agram.
Te Agram teruggekeerd, deelde hij
zijn ervaringen aan het domkapittel
mee, doch de domheeren verklaarden
met grooten nadruk dat ze het drieluik
niet verkocht hadden. Een deskundige
uit Frankfort, prof. Haekenbruck, werd
geraadpleegd, die ontdekie, dat de trip
tiek verdwenen was en dc schatkamer
slechts een waardelooze copie bevatte
van het beroemde origineel. Het drie
vigilante een half uur later voor kwam,
droegen de twee heeren zelf den zwa-
ren koffer tol op den stoep en hielpen
den koetsier bij liet opladen. Mijnheer
Paul beval hem, naar 't spoorstation
te rijden".
Sedert dat oogenblik had niemand
in huis iets van de broeders of van
tante vernomen.
ik gaf het verlangen te kennen de
slaapkamer nauwkeurig te mogen be
zichtigen. Die van juffrouw Raynell
was geheel in orde, doch gaf den in
druk, alsof de bewoonster liet vertrek
onverwachts had moeten verlaten. Alle
toiletartikelen lagen op de tafel, of in
de lade daarvan. f
„.Weet U niet, of er een hoed of
shawl van juffrouw Raynell ontbreekt
vroeg ik aan juffrouw Jessop.
Zij kon het niet zeggen, maar het
meisje verzekerde mij, dat juffrouw
Raynell slechts een kapothoed bqzat
en een ronden zwarten stroohoed, 0111
zoo naar het strand te loopen.
in een kast vonden wij den stroo
hoed aan een haak hangen, en de kapot
lag i n een doos.
„|Gunst!" riep Poiiy uit, „zou ze
blootshoofds naar Londen gegaan zijn
,jGekheid", hernam ik scherp. „Ge
moet U vergissen. De dame bezit on
getwijfeld nog een anderen hoed".
luik was gestolen. Dc dieven hadden
de ivoren platen met voorstellingen uit
het leven van Christus verwijderd uit
de zilveren lijst. Hoe ze de schatkamer
zijnbinnengeraakt, is een raadsel. De
Agramsche politic heeft het museum te
Boston van het geval in kennis gesteld.
De Amcrikaansche kunsthandelaar Mot
ta liet nog weten, dat hij de triptiek
van een Fransclunan kocht voor 10.000
dollars. Hij maakte dus een zoet winstje
van 30.000 dollars.
PALESTINA.
Het verhaal van een ooggetuige.
Hel „Hbl. van Antwerpen" bevat
een brief van Pater j. Boonants, over
ste der Carmelieten te Haifa over de
onlusten in Jeruzalem. We hebben hier
eene omwenteling meegeleefd, een op
stand der Muzelmannen legen de Joden,
welke mij een weinig aan mijn vier
IJzerjaren deed gedenken, zoo schrijft
pater Boonants, aan wiens relaas wij
nog het volgende ontleenen:
ik bevond mij juist te Jeruzalem
toen de slag begon. Vrijdagmorgen,
23 Augustus, vergaderden al de Mu
zelmannen van Jeruzalem en omstre
ken in de Moskee van Omar (opge
richt op de plaats waai' zich eens de
tempel van Salomo bevond).
Allen waren gewapend met stokken
en geweren. Eenige hunner hoofdman
nen hielden er ophitsende redevoerin
gen en rond den middag stormde de
menigte naar buiten om een aanval te
doen op dc Jodenwoningen van het
kwartier Montefiore.
's Namiddags trad een weinig stilte
in, maar 's avonds braken opnieuw on
lusten uit in de naaste omgeving van
de stad.
De sterk gewapende Muzelmannen
bestormden langs alle kanten de Joden-
kwartieren. Welnu, gansch den nacht
klonk aanhoudend geschiet rondom de
stad.
's Morgens begaf ik mij langs de
Moskee van Omar naar 't geboortehuis
van O.L.V., bij de paters van Ste-
Anna, maar daar werd ik op een af
stand gehouden: een schermutseling
Het slaapvertrek van den neef bevatte
niets van aanbelang. Hij had zijn ge-
hecle rommeltje meegenomen.
ik trad weder in de kamer van juf
frouw Raynell. Er was daar nog een
tweeden kast' in de muur, dien ik
zonder talmen opende. Hij was van
onder tot boven volgepropt met boe
ken, boeken over dc geneeskunde,
zooals ik op liet eerste gezicht erkende.
„Wel hceremijntijd!" riep Polly weer
verbaasd uit. „E11 hij zeide, dat ie geen
enkel boek thuisgelaten had".
„Maar hoe komen ze dan hier?"
Gevolgd door juffrouw en dienstbode
ging ik naar de woonkamer terug.
^Juffrouw Jessop", schreeuwde ik,
zoo luid als ik kon, „juffrouw Raynell
heeft zich naar Londen begeven, zooals
ik zeide, zonder adres achter te laten.
In haar eigen huis is zij niet aangeko
men en wij moeten zien uit te visschen,
waar zij is. ik heb de noodige inlich
tingen ontvangen. Maar, onthoud het
wel: mijne nasporingen hier moeten
streng geheim gehouden worden", ik
zette een deftig gezicht. „In naam der
Koningin, juffrouw Jessop, en ook u,
jongejuffrouw Polly, leg ik u de ver
plichting oj} te zwijgen. Wanneer an
deren hier mochten kon 'n om onder
zoek te doen dan is h- 't beste, da|
ge hen zoo min mogelijk zegt. Ver
was volop aan den gang tusschen Muzel
mannen en Engelsche politie. Op een
80 m. ver zag ik vechten, schieten
bloed vloeien. Ik had me willen aan
bieden om, zooals aan den Ijzer, bran
cardier te spelen, maar de politie liet
onverbiddelijk niemand ctopr. -
's Avonds moest ik naar Haifa terug-
keeren; hier waren intusschen de ge
moederen insgelijks fel opgéhitst. 's
Zondags hadden reeds samenscholingen
plaats, er werd gevochten, evenals te
Nabloes en te Jaffa, maar den Maan
dag barstte de bom met volle geweld
los te Haïfa.
Van uit mijn vensters van het kloos
ter kon ik den slag nagaanrond
71/2 uur kwamen zwermen Muzelman»
nem aldoor de enge straatjes de bazars
der Joden aanvallen met steenen en
stokken. De politie, overmand, kon ze
niet tegenhouden.
Hier en daar gingen vlammen op.
Maar rond 8 uur snelidie een trein
Engelsche soldaten het station van
Haifa binnen. Aanstonds had een op-
marsch plaats, en vrachtauto's gevuld
met gewapende soldaten doorkruisten
de rumoerige kwartieren. Ik zag zq
met eigen oog vuren naar de groepen
Muzelmannen, die dan ook uiteensloven
veel gekwetsten achterlatend. Heel dien
dag bleef het rumoer in de stad, maar
er werd vooral gevochten buiten Haifa,
in de barakkencolonie der Joden.
Dank zij het krachtig ingrijpen der
Engelschen schijnt de opstand, nu (dc
brief is van 27 Augustus) gedempi.
De Joodsche koloniën bestaan uit
sluitend uit houten woningen: honder
den zijn in de vlammen opgegaan, in
brand gestoken door Muzelmannen of
Bedoeienen.
De toestand is bedenkelijk daar de
Muzelmannen er een „heiligen oorlog"
taakt als room
geet niet, dat, mocht er een woord
van dit alles ruchtbaar worden, dan
wordt zulks u ten laste gelegd, want
behalve mijnheer Harvey en ik, weet
niemand er iets van. Belooft gij mij
te zwijgen
„Och heer, ja, ja zeker 1" zeide juf
frouw Jessop, sidderend, en het dienst
meisje herhaalde hare woorden.
„De heeren van Schotland-Yark zul
len zich teleurgesteld gevoelen", dacht
ik. „Maar dezen moord uit te pluizen
is mij opgedragen, en ik laat mij 't
werk niet uit de handen nemen".
Ik verliet de twee verschrikte vrou
wen, maar bij de deur schoot mij nog
iets te binnen.
„Is Paul Harvey links, juffrouw Jes
sop vrpeg ik eensklaps.
Zij had er nog nooit op gelet en, ook
Polly wist het niet te zeggen.
„En wat moet ik doen, als juffrouw
Raynell terugkomt?" vroeg de oude
dame. „Waarheen zal ik schrijven, om
het u te doen weten
„Schrijf aan mijnheer Arthur", riep
ik, de s'oep afgaande. Ik kon het niet
verdragen, haar zoo argeloos te hooren
spreken van de overledene, alsof die
eik oogenblik terug kon komen.
XIII.
lil opgeruimde stemming begon ik
mjja terugreis. Misschien was ik al te
van maken. Gelukkig dat ze niet geor
ganiseerd zijn en siecht gewapend. De
Joden, integendeel, beschikken over een
flinke bewapening.
Een scheepsramp.
Dinsdagnacht omstreeks 1 uur werd
het Belgische stoomschip „Estella" bij
Walsoorden op de Westerschelde aange
varen. Het schip is gezonken, waarbij
naar het schijnt 10 man zijn verdronken!
De „Estella" was geladen met circa
1000 ton. t
Omtrent deze ramp meldt men nog
het volgende:
Het Belgische uitgaande stoomschip
„Estella" is omstreeks 1 uur in den
nacht aangevaren door een binnenko
mend Duitsch stoomschip, dat naar Ant
werpen is doorgevaren. De bemanning
van de „Estella", welk schip ongeveer
1000 ton groot is, zou uit ongeveer 20
koppen hebben bestaan. Hiervan zijn,
2 opvarenden in ieder geval gered. De
ze bevinden zich op een der sleepboo-
ten „Noordzee" of „Goliath", die zich
op de plek van de aanvaring bevinden.
Van de andere, vermoedelijk 18, op
varenden is nog niets bekend, doch het
is niet uitgestoten dat zij door ire tl
Duitsche stoomschip of een ander sclup
zijn opgepikt. Zekerheid hieromtrent is
nog niet bekend. Behalve de 2 genoem-
sleepbooten, bevonden zich nog ver
scheidene andere schepen op de plaats
van de ramp. Bij hoog water is van
het schip niets te zien, welljcht dat)
zulks bij laag water wel het geval is.
Aan boord van het gezonken stoom
schip „Estella" bevonden zich 15 man
equipage, benevens een loods. Een
machinist en een matroos zijn geredi
De overigen zijn allen verdronken. De
lijken van den loods Peters uit Antwer
pen en van een lid van de bemanning
zijn te Waarde aangesjroeld. Een derde
lijk drijft nog op de Schelde. De „Estel-
La" was geladen met stukgoed naar
Londen.
vol, blijde hoop, maar iedereen zal
moeten toegeven, dat ik in mijn na
sporingen groote vorderingen had ge
maakt. Het was niet waarscnijniijk dat
dc Engelsche of Franscne pohtie mij
nu nog zou inhalen, alnoewel ik er
niet aan twijfelde, dat ze mjj dicht
op de hielen zat. AI wat mij voorioopig
te doen bleef, was, de tegenwoordige
verblijfplaats van den moordenaar te
ontdekken.
Ik had van Jessop gehoord, dat het
bed van juffrouw Raynell dien nacht
beslapen was! Dit leidde mij tot de
gevolgtrekking, dat de moord des
Maandags vroeg moest zijn bedreven
en niet, zooals de Fransche dokters
hadden beweerd, des Zondagsavonds,
ik stelde mij de zaak aldus voor: Paul
Harvey was Zondagavond werkelijk of
schijnbaar dronken thuisgekomen.
Hij had zijn kamer opgezocht en daar
den nacht doorgebracht en was des
morgens vroeg toen zijn tante het bed
reeds verlaten had en aangekleed was,
in haar kamer gedrongen. Het was
zelfs mogelijk, dat juffrouw Raynell het
glas melk had uitgedronken. Haar neef
had haar dan t egen den grond geslagen
en verder met chloroform behandeld,
waarvan hij, als student in de medicij
nen, vermoedelijk goed slag had
(Wordt vervolgd.)