200 10 ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN FEUILLETON RESKENSSCHE COURi.Ni VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. post f 1,40 A d v e r t e n te p r U s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 'ent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. DOOM-BLIEK Postgiro 70179 TNo."a" BRESKENS Abonnements-Advertenties zeer billijk tariet Advertenties worden aangenomen tot alter Dinsdag- en Vrjjdagmiddt. 1 uur S7e jaargang Woensdag 31 Juli 1829 tsutnum..i449 QRAT1S verzekering voor deabonné's tegen ongelukken voor gulden bij levens- jii gld. bij dood gld. bij verlies tra gld. bij ver- ia gld. bij ver- ap gld. bij ver- lange ongeschikt- mil door 7h van een hM lies van een 411 lies van een /h lies van een held tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. De risico van bovenstaande verzekering Isherverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij .Fatum" te 's-Oravenhage. gld. bij verliet van eiken anderen vinger. ^vesVexis. Zaterdagmorgen betrokken lucht en betrokken gezichten. Want dien dag moest het zomerweer zijn I 'tWas immers des middags officieele opening van het badseizoen! Des middags kwam het zonnetje door, terwijl Bressianen en honderden vreemdelingen 'zich naar het strand spoedden. Hier had Mevr. Boom het badpaviljoen „Arnoud-Marie" van den heer A. Adriaansen op smaakvolle wijze ingericht en versierd, terwijl ook de Tea-Room „Suza" van den heer P. J. Bril door versiering met levende bloe men een zeer prettigen indruk maakte. Om 4 uur waren alle beschikbare plaatsen bezet en stonden honderden btj het water, om het leuke heen en weer varen der bootjes en cano's te zien. Ongeveer half vijf opende de Edel achtbare heer D. H van Zuijen als Burgemeester van Breskens het bad seizoen met de volgende rede: Dames en Heeren! Zoo goed als in het leven en de ont wikkeling van een mensch zijn er in die van een gemeente oogenblikken van bijzondere beteekenis en ik ben vast overtuigd, dat 27 Juli 1929 voor Bres kens een gewichtige dag zal blijken tegenover zijn wordende toekomst. Als burgemeester en eere-voorzittei van de Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer (V.V.V.) heb ik het voorrecht U heden te mogen toespreken ter offi cieele opening' van „Bad - Breskens". De fijne glimlach om de lippen van sommigen van U verraadt, dat zij ook thans weer in mij den optimist, mis schien zelfs den idealist, meenen te her kennen. 'tZij zoo, ik berust er gedwee jn. Alleen wensch ik mij daartegenover de vraag te veroorloven, wat de wereld Zou zijn zonder optimisme, zonder idealisme? In een wereld van zorgen pil moeiten, voor sommigen zelfs van kommer en gebrek zijn opgewekt heid, blijmoedigheid en vertrouwen dunkt mij eigenschappen, wier bezit op hoogen prijs mag worden gesteld. Weest zoo goed u even te herinneren, hoe kort het nog maar geleden is, dat ons geiieid Zeeuwsch-Vlaanderen, zelfs ook zijn westelijk deel, stond in het middelpunt van de publieke belangstel ling, tot in het parlement toe, omdat tneil algemeen vreesde, en mijns inziens 8. Het was waar, ik kon dit, mijn ge voelen, niet met een menigte bewijzen staven. SX/ellicht had Leo asset gelijk, en zou ik mij minder voor de dame geïnteresseerd hebben, als zij oud en leelijk was geweest. Ik vroeg Gaston, of ik niet verlof kon krijgen, haar Ie spreken. Wel voor zag ik, dat zulk een stap veel verwik kelingen na zich zou sleepen, maar dit juist bekoorde mij. De commissaris talmde met zijn antwoord. Ik wees hem erop dat het mij, als landgenoot van de gevangene, misschien gelukken zou een of andere opheldering van haar te krijgen, die zij hem zou weigeren en vroeg, of er volstrekt niemand werd toegelaten. „Ja-a",-antwoordde hij op gerekten toon, „een of twee personen met een verlofbewijs of zooiets. Volstrekt ver boden is het niet". „Zou u mij er heen kunnen bren gen ,»Dat zou wel gaan, mftaj niet ten onrechte, een voortgaande in zinking van de algemeene welivaaft. Tallooze belangstellende economische doctoren hebben tegenover de patiënt van raad en advies gediend en ver sterkende middelen voorgeschreven. Pei soonlijk heb ik de grootste waarde ge hecht aan die adviezen, wfianin een krachtig beroep op den patiënt zelf werd gedaan. Ik reken op geen tegen spraak, als ik namens U allen verklaar, dat Zeeuwsch-Vlaanderen, en niet het minst het land van Cadzand, nog meni gen pijl op zijn economischen 'boog heeft, die tot dusverre nog niet werd gebruikt. Staatshulp moge onder omstandighe den, onmisbaar zijn en dus te rechtvaar digen, en steun van de provincie hier trekt de band nog wat nauwer in meerdere gevallen verantwoord en zeer begeerlijk zijn, de inspanning van eigen krachten, van alle krachten en de self-supporting, gelijk de Engelschman zegt, staan bij mij verre bovenaan en zijn eigenlijk de voorwaarden, waaronder men op steun van anderen aanspraak zal mogen maken. Voor zoover het nu onze Gemeente betreft, ook als onder deeltje van Zeeuwsch-Vlaanderen en dus mede verantwoordelijk voor de vooruitgang en bloei van het geheel hadden wij ons opnieuw en heel ernstig af te vragen, of wij alle kansen en mogelijkheden voor ontwik keling in voldoende mate hadden onder zocht. En dan beken ik gaarne, dat althans in één opzicht dat onderzoek onvolledig is geweest. Te weinig toch hebben wij met elkander oog gehad voor de ligging van Breskens en deze aan ons aller belang dienstbaar gemaakt Een verrukkelijk plekje, zoowel voor pns als inwoners en de Zeeuwsch-Vla- mingen in het algemeen, als voor dui zenden vreemdelingen, die gezondheid rust en ontspanning komen zoeken. Er zijn talrijke plaatsen, zoowel ln Tselgie, als in ons land, door de na tuur zeker niet meer, vaak veel mindqr bevoorrecht dan de plaats onzer inwo ning, die onder den invloed van een krachtig initiatief in weinige jaren hare ontwikkeling en welvaart op schitteren de wijze zagen toenemen. Ik behoef U dan ook niet te vertellen, hoezeer mij de totstandkoming van de onlangs opgerichte V.V.V. heett ver heugd. ln het openbaar heb ik daarom trent kortgeleden mijn meening gezegd en ik behoef deze, dunkt mij* niet te herhalen. Wel wii ik gaarne ntjg eens uitdrukking geven aan mijn erkentelijk heid voor het initiatief van den heer „Dan zullen we terstontj. opstappen. Hoe meer u te weten is gekomen, al vorens de Londensche detective arri veert, des te roemvoller voor U Carels i n onzen gemeenteraad, om tot - veroorloott mij, dames en heeren, de min of meer gewaagde beeldspraak „ontginning" va,n ons heerlijk strand en duin te komen. Den heer Carets, dien ik vandaag hier begroet in de ver antwoordelijke en eervolle functie van voorzitter van V.V.V. Na dit inleidend woord is het, dunkt mij, thans mijn plicht een oogenblik stil te staan bij het eigenlijke doel van deze samenkomst. Wel vSees ik op kiieuw voor Uw stillen en toch zoo veelzeggenden glimlach, als ik nu ga spreken van de „officieele opening van het badseizoen" alhier, doch ik waag het er op. Want hoe klein en nederig we ons als badplaats-bewoners ook mo gen voelen en dat voorshands ook stel lig blijven doen, een ding staat vast:: het begin, en dat is dikwijls het moeilijkst is er! Van ons strand en zijn omgeving werd reeds jarenlang op Verschillende wijze genoten en dat in schier algeheete vrijheid, die vaak, zooals U weet niet onbedenkelijk is. Thans gaat dat alles veranderen en zal er ook de ordende hand van de Overheid, de zorgende van de V.V.V. en de lavende en spijzen de van particuliere exploitanten heer- schen. Prettig vooruitzicht, nietwaar dames ep, heeren, .dat er van nu af door onze V.V.V. toezicht zal worden gehouden bij het baden en zwemmen.; het plaat sen van tentjes, enz. aan regels gebon den zal zijn en dat zij zal zorgen voor ontspanning door het houden van zwem en vliegerwegstrijden en al wat zij ver der als verrassingen voor ons nog in petto heeft. In 't voorbijgaan moge ik uiting ge ven aan mijn groote vreugde, dat onze naaste buurvrouw, de gemeente Groede, thans pok ernstig bezig is met de voor bereiding tot de oprichting van een V.V.V. Het bezit van oude kreken, die als kostelijke vischvijvers geëxploiteeid worden, is aldaar een niet te versmaden aantrekkelijkheid. Dat heeft ook ons gemeentebestuur ingezien en daarom heeft het, afgaande op de ongetwijfeld deskundige adviezen van den heer Pen- nekamp, i nsepeteur van de Ned. Heide- Mij., de vesten van het voormalig*: fort Frederik Hendrik met edelkarpers doen bevolken. Wellicht reeds in de naaste toekomst zullen de bezoekers en badgasten hun hart aan de hengelsport kunnen ophalen, te meer naarmate de karpers zoo beleetd zullen zijn om te bijten. In plaats van ,,Im Westen nichts door een vleugeldeur, blijkbaar om des te gemakkelijker een wakend oog te houden op de gasten, die mevrouw van tijd tot tijd zoo vriendelijk herbergde. Eindelijk liet hij zich overreden, Een der stemmen herkende ik ter wij begaven ons op weg. Een huurrii- f stond als die van mejuffrouw SiniDSoh: op weg. Een huurrij tuig bracht ons voor een somber huis in een nauwe straat, welker naam ik vergeten ben. Het was een slecht be lichte, droefgeestige plaats en ,op dit uur hef was even over achten zag men slechts weinig voorbijgangers, maar veel gesloten winkels. Voor een zware deur, waarboven een gaslantaarn hel der brandde, stapten wij uit, en mijn heer Tasset belde aan. Oogenblikkelijk verscneen de vrouw des huizes, een groote, plompe, op het oog niet zeei zindelijke vrouw, met 'n luide, onaange name stem. Mijnheer Tasset sprak haar aan ais „madame Miller". Zij geleidde ons naar een soort ontvangkamer, een ongezellig vertrek met meubifeering van groen trijp en een ,paar vazen met kunstbloemen onder glazen stolpen. Nadat de commissaris haar eenige ophelderende woorden had toegefluis terd, verwijderde hij zich zachtjes. Ma dame Miller begaf zich naar de aan grenzende kamer, om. zooals zij zeide, de dames voor te bereiden. Ik hoorde spreken in de achterkamer, die met de voorkamer verbonden was mejuffrouw Simpson de andere was een mannelijke stem van vollen, aangenamen 'sympathieken klank. Zc spraken Engeisch. Dit bracht mij eventjes van de wijs. Ik had ge hoopt, liet terrein alleen te beheerschen. Nu had mejuffrouw Simpson een En gelschman bij zich. Wie kon dat zyn? Ik had mijn kaartje aa.i madame Miller ter hand gesteld, na er met pot lood op t'e hebben geschreven' „Een landsman, die meent u van dienst te zijn", en haar verzocht, dat aan mejuf frouw Simpson te geven. Misschien bezat ik niet het recht, zulke verwachtingen bij haar op te wekken, maar het eene voorwendsel Was net zoo goed als het andere.En wie weet, kon ik haar toch van dienst zijn. Alles bij elkaar genomen, was het zeer goed, dat Tasset mij daar geïntro duceerd had. De personen in de- kamer naast oi achter de mijne beraadslaagden, of men mij-zou ontvangen. „Laat mij met hem spreken", hoorde ik de mannelijke stem zeggen, en ik was blij, toen de dame op vasten toon Neues" mogen wij nu met eenigen trots en 'dankbaarheid zeggen„Goed nieuws van onze Westkust". Als een begin van strandexploitatie valt er nu reeds te wijzen op het bad- paviljoentje „Arnoud-Marie", dat de heer Adriaansen heeft doen zetten en dat al een paar dagen geleden werd geopend. Een woord van hulde mag niet worden onthouden aan den ondernemer, den architect en ook de ambachtslieden, die er hun beste krachten aan hebben be steed. Door bemiddeling van de fa. Ver schoor beschikt onze V.V.V. over een tiental badhokjes, die voor den zeer billijken prijs van 10 ent. per keer door baders en zwemmers kunnen worden gebruikt, terwijl het plaatsen van enkele groote tentjes reeds in voorbereiding is. Zelfs maakte men mij deelgenoot, om in navolging o.a. van Hoek van Holland jn de duinen enkele houten woningen neer te zetten, om die aan badgasten fier maand te verhuren. Het Patisserietje van den heer Bril is een zichtbaar bewijs, dat de mensch moeilijk bij brood alleen kan leven, terwijl de heer Roth, fotograaf, in de buurt een zaak zal openen, om de be zoekers te „nemen" - ik bedoel natuur lijk met de lens Al hetgeen ik hier zooeven aanstipte moge voor U tot bewijs strekken dat we inderdaad reeds verder zijn dan „het begin" en vol geestdrift en met fris- schen moed onze hoopvolle plannen gaan doorzetten. Nu gebleken is, - o.a. uit het groote aantal leden en donateurs dat reeds tot de V.V.V. is toegetreden en den steun en medewerking, die on der allerlei vormen geboden wordt dat in zeer breede kring onder de be volking van ons dorp en zelfs ver bui ten onze gemeente wordt begrepen, welk een ontwikkelingsjrerspectief vooi ons openiigt, indien wij de voordeelen van de natuurlijke ligging van onze plaats uitbaten, gelijk men in België zegt, twijfel ik niet aan stijgend succes. Ik meen dan ook als hoofd der ge meente gerechtigd te zijn, waar het gaat om belangen, waarbij een zeer .groot deel van de inwoners rechtstreeks of zijdelings zijn betrokken, een beroep te doen op Uw aller steun en mede werking opdat wij spoedig een belang rijke schrede verder komen. Het gaat inderdaad om de toekomst van ons dorp. Een zeer, zeer belangrijke taak is met name weggelegd voor het bestuur van V.V.V.; het zal bij herhaling zijn licht hebben op te steken in de plaatsen die Breskens tot voorbeeld kunnen Strek antwoordde „Wij kunnen evengoed hem samen ontvangen". Ik ging voorzichtig dicht bij de vleu geldeuren staan, om nog meer te hoo ren, doch op dat oogenblik keerde ma dame Miller terug. Met één grooten stap was ik weer midden in de. kamer, maar toch niet vlug genoeg, zooals mij zou blijken. Madame trok veelbeteekend de wenkbrauwen omhoog en merkte met een leelijk lachje aan; „Ik zie,, dat U ook van 'tvak is. Voor mij heeft het geen doel. Ze spre ken altoos Engeisch. Ik heb iemand besteid, die deze taal machtig is, maar hoogstwaarschijnlijk komt ie, als het te laat Is". Met deze min of meer raadselachtige woorden geleidde ze mij over den cor ridor, en opende de deur der kamer van mejuffrouw Simpson. Het was een ruim vertrek, maar slecht gemeubeld en alles behalve zin delijk. Leo Tasset vertelde mij later, dat de dagelijksche huurprijs daarvan 25 francs bedroeg. Er brandden drie gasvlammen (want het gas werd extra berekend), zoodat elke vlek op het be hangsel, elk spinnewebje in het stralen de licht duidelijk te voorschijn kwam. In den Franschen haard laaide een flink vuur, klaarblijkelijk erop berekendj ken, om op deze wijze de badpractijk in de kaart te kijken. Maar geen zorg, onder de energieke leiding van den heer Carels zal het vuur van fict ini fiatief blijven branden. Veel, zeer veel, zal afhangen van de wijze, waarop de ne ringdoenden uit allerlei takken van be drijf de bezoekers, de gasten, zullen ontvangen. We mogen dan niet beschikken over Fransche wellevendheid, de Zeeuwsche hartelijkheid en gulheid zal het gemis ervan niet doen gevoelen. Staat mij ech ter toe, voor éénmaal u in het openbaai aan te sporen, om straks alles te doen - en ook te laten - wat den bezoeker» van ons strand den vreemdeling aange naam kan zijn. Wat ik precies bedoel staat zoo fraai opgeteekend in par. 6 van de algemeene beginselen van onze staatsregeling uit het jaar 1798 n.l.: alle de pTichten van den mensch in de Mij. hebben hunnen grondslag in deze heilige wet: doe een ander niet, het geen gij niet wenscht, dat U geschiede. Doe aan anderen ten allen tijde zooveel goeds als gij, in gelijke omstandigheden van hen zoudt wenschert te ontvangen". Mocht gij dit woord U tot richtsnoer kiezen en daarvan de uitnemende en prnstige strekking verstaan, dan ga ik met U ten volle gerust de toekomst tegemoet. Naar alle zijden strooit straks de pers, waaraan wij zeer warmen dank verschuldigd zijn, het bericht rond van wat hier wordt begonnen. Er wordt straks over U gelezen en - ^gesproken) en rekent er op, de eerste belangstel lenden, de eerste nieuwsgierigen zijn reeds onder weg. Rekent er in elk ge val de volgende week reeds op en be denkt, dat een goed begin het halve werk is. Reeds in de eerstkomende weken moet de roep van U uitgaan van Uwe vriendelijke ontvangst, van Uwe gastvrijheid, Uw gezelligen o mgang, Uw zin voor netheid en orde, Uw goede en zindelijke keuken, Uw prima spijzen en dranken en - billijke prijzen. Want reclame op papier kan van groot nut zijn en ik zou mij zeer vergifssen als ook V.V.V. er geen dankbaar gebruik van zal maken, doch - de reclame van de daad is beslissend. We rekenen straks op bezoekers van dichtbij en van verre, dagjesmenschen en bezoekers voor langeren tijd en ieder zal welkom zijn. En we nemen ons voor, ieder beleefd te ontvangen en hulpvaardig te zijn en alzoo Bres fens en zijn strand tot een aangenaam verblijf te maken. En laat dan maar komen wie wil, indien men geen over- zooveel hout als mogelijk te verteren. Mejuffrouw Simpson zat op een oude sojiha, met paardenhaar-weefsei bekleed in den verst verwijderden hoek tusschen de ramen en den schoorsteenmantel; er stond een jong heer naast haar. Het licht viel rechtstreeks op hare trek ken, waarin zich zekere verwondering afspiegelde. Van mijne kant nam ik beide perso nen met één enkelen blik op, tenminste meende ik dat te doen. Mejuffrouw Simpson beviel mij bij nadere oeschou- wing nog beter, dan toen ik haar zag in 't station. Zij droeg nog haar donker reisgewaad, want er was beslag gelegd op hare bagage en de politie had al leen verlof gegeven, de hoogst noodige artikelen er uit te nemen. Maar ze zag er zeer lief en energiek uit" in dit eenvoudige toilet, terwijl haar Weelderig, prachtig haar in breede vlech ten tegen het achterhoofd was gelegd. Streng genomen was zij niet schoon te noemen, maar door haar j,Tooce, don kere oogen, vol uitdrukki. g en haai slank, sierlijk figuurtje zag men de on regelmatigheid harer trekken geheel en al over het hoofd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1929 | | pagina 1