iin
100
10
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
^voo\e ^cVootvmaaV.
CXamevVvoxüeV.
2 VOGELVRIJ.
BRESKENSSCHECOURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs p. 3 maanden 1.25 franco p. post f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. SO ct. p. regel.
Drukker uitgever J. C. LE BLEU
voorheen E. BOOM—BLIEK
TNo!2«n breskens
Poatgiro
70170
Abonnements-Advertentles zeer billijk tarief
Advertenties worden aangenomen tot n i t e r I lf k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
37e jaargüag
Woensdag I Mei 1929
Nummer 3424
OR ATI S verzekering
voor deabonné's tegen
ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gld.bgdood a» gld. bg verlies gld. bij ver- i« gld. bij ver- a» gld. bij ver-
r, van cen UU Iies van een 4U ,ies van ecn óu ,ies van ecn
een ongeluk. hand of voet. wm oog. duim. wijsvinger.
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij .Fatum" te 's-Oravenhage.
gld. bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Er zijn slechts weinig staten in
Europa aan te wijzen, waar niet in een
min of meer nabije toekomst een soort
parlementaire groote schoonmaak te
wachten staat, waarbij het allen schijn
heeft, dat het heele politieke nuis on
derste boven gekeerd zal worden. Be
halve min of meer automatische dècor-
veranderingen, zooals die tengevolge
van de algemeene verkiezingen in ons
eigen land in Engeland, België straks
Duitschland wellicht, doet zich in ande
re staten gisting voor, die wijst op
.heftige inwendige beroering, die te
avond ot te morgen naar buiten za)
uitbarsten en de politieke situatie in
dat land geheel zal wijzigen. Daarbij
denkt men aan Spanje, waar het dicta-
toritaat zeer te wankelen staat, aan
Frankrijk wellicht waar Poincaré vooral
den laatsten tijd niet bijster stevig
op de beenen staat, aan Italië met zijn
wonder-verkiezingen welke een wonder-
resultaat opleverden van een nog-nooit
ter-wereld-aanschouwde meerderheid
voor de regeering, waardoor het nie
mand zou verwonderen, als er vandaag
of morgen wat gebeurde; we denken
aan de jongste Oo6tenrijksche kabinets
crisis, aan de moeilijkheden in het Pool-
sche kabinet. Maar automatisch of niet,
voortvloeiende uit het om-zijn van de
zittingsperiode of uit andere oorzaken,
de grondtoon van alle op handen zijnde
veranderingen in de Europeesche par
lementen is deze: de volkeren willen
een practische vredespolitiek, er wordt
alom en in alle kringen welhaast, op
luiden toon van de politici geëischt, dat
de wensch van de natie nu eindelijk
ooi in daden wordt omgezet: men
wenscht niets anders dan rustig aan
den arbeid te worden gelaten, men
weigert zich in stekelige politieke moei
lijkheden met andere staten te laten
sleepen door beroeps-querellanten, waai
uit voor een zeker deel de politici van
den ouden stempel bestaan, voorzoover
die nog actief aan het politieke leven
deelnemen. Niets is verder van het
verlangen der volken verwijderd dan
oorlog of oorlogsbedrijf, niets is leven
diger dan juist de wensch voor goed
een eind aan dit kapitalen, menschen-
levens, welvaart en geluk verslindende
nuttelooze bedrijf te maken. Alom
wordt gewenscht een practische vvel-
FEl ILLETON
Dat dat mocht, dat kon niet
geschieden. Klaartje zou nooit verne
men, wat hij misdaan had, en met
eerbied, achting en liefde moest zijne
dochter altijd tot hem opzien tot aan
het einde haars levens.
Balder was het, dien de vreeselijke,
geheimzinnige machten hadden uitge
kozen, om hem in het verderf te stor
ten, hem te vernietigen! Hij wilde zijn
eiigendom terug, dat Felseck hem niet
meer kon ger en
Balder moest worden opgeofferd, Bai
der moest vallen, om alles, wat er ge
beurd was, onnaspeurlijk uit te delgen
en in eeuwig zwijgen te hulien
Plotseling klonken twaalf lange, gal
mende klokkeslagen van het naburig
«orp aoor den stillen nacht.
Het was de stem van de overoude,
grijze torenklok, welke het uur van
middernacht verkondigde.
Felseck beefde.
het was tijd, hoog tijd, naar
Föhrengrund te gaan.
Langzaam stond hij op van de bank.
om weer naar zijne woning terug te
sluipen.
Met Dalberg's geweer wilde hij' de
daad volbrengen. Zoo leidde hij
vaartspolitiek op internationalen grond
slag. Dat is de grondtoon, die in alle
loopende, hangende en zich ontwik
kelende parlementaire conflicten aan
wezig is, en weinaast tot inzet van el-
ken politieken binnenlandschen strijd
gesteld wordt.
Ue jongste politieke Ciisis, die nogal
stormachtig was, bood opmerkelijke as
pecten, voorzoover er de onmacht eener
lascistische dictatuur in bewezen werd.
Het kan op een bepaald oogenblik
blijkbaar een uitweg uit momenteele
moeilijkheden schijnen, als een „sterke
man net roer in handen neemt. Dit
brengt echter meestal een andere moei
lijkheid mee, namelijk: dat de sterke
mail van geen ophouden weet en het
vertikt heen te gaan, als zijn taak al
lang afgeloopen is. En in zulke geval
len zijn excessen denkbaar, als in Poien
tijdens de jongsie crisis, toen maarschalk
Pilsoedski in 3 regeeringsbladen een ar
tikel schreef, zóó vol onbehoorlijke
woorden en uitdrukkingen, dat de an
ders toch ook niet zoo kwezelig uitge
vallen Duitsche bladen, ze s.echts wil
den aanduiden met de eerste letter en
de rest stippeltjesIn een van zijn
meer beheerschte en nettere kwalifi
caties noemde Polen 's sterke man het
parlement „een dierentuin vol met
apen", en de leden waren bandieten,
„kannibalen" en „vuile afgevaardig
den". Het parlement voelde zich - al
nam men het Pilsoedski niet zoo heel
kwalijk, aangezien men hem niet ern
stig wilde nemen en als ziek beschouw
de - beleedigd en wilde een buitenge
wone zitting houden, doch de z.g. ko
lonel-groep (militaire politici) rondom
Pilsoedski was te sterk, dan dat men
tot een effectief protest kon komen. In-
tusschen heeft Polen een nieuwe re
geering. De premier Swikalski, is een
partijgenoot van Pilsoedski en van de
4 nieuwe ministers zijn er drie kolonel.
Een semi-fascistisch directoraat dus. De
Poolsche kwestie dient men dus met
belangstelling te volgenn. Ze is liet
waard. De Pilsoedski-regeering ook.
Want, a l s meteen de ballon barst door
al te sterk opblazen, en het directoraat
uit elkaar spat, zal men er niet veel
meer van terugzien. Net als een kin
derballonnetje, dat te hard werd opge
blazen. Als het stuk is, ziet men er nog
maar een onoogelijk vliezerig schim
metje van.
Fioris C.
alle verdenking van zich af.
Dalberg en Balder waren immers
medeminnaars; ook waren verschillende
personen getuigen van hun laatsten op
gewonden strijd met wapenen geweest,
en op die wijze moest iedereen ge-
looven, dat Dalberg uit ijverzucht en
wraak de daad had begaan. --
Evenzeer als de opperhoutvester vroe
ger Dalberg genegen was geweest, zoo
zeer haatte hij hem nu, daar Dalberg
hem nu voorkwam ais de oorzaak van
het geheeie ongeluk, dat hem nad ge
troffen, en wraak en toorn tegen hem
vervulde zijn hart, en het was zijn vurig
ste wensch, dat de man, waardoor al
dat onheil was veroorzaakt, de gevol
gen er van ook geheel mocht dragen
Eer Felseck het huis betrad, wierp hij
nog een blik naar Dalberg's woning
gelijkvloers, want hij wist, dat Dalberg
thuis was.
Bijna op hetzelfde oogenblik werden
de nog kort te voren verlichte vensters
donker.
Dalberg had dus het licht uitge
daan en was naar bed gegaan. Dat was
maar goed, want hoe zou hij nu later
kunnen bewijzen, dat hij niet in den
nacht zijne afgelegen woning had ver
laten, om Balder te overvallen en neer
4e schieten?
Kort daarop stond de opperhoutves
ter reeds in de lange, smalle fgang,
aan welker einde zich de kleine wapen
hamer bevond, waarin zijne geweren en
Van Tweede en Eerste Ka
mer De ontvangst van
het ontwerp-de Geer door
de Tweede Kamer Tegen
de classificatie Diversen.
Voordat de Tweede Kamer zich
met liet veelbesproken wetsontwerp
inzake de verhouding tusschen Rijk en
gemeenten ging bezig houden, werkte
zij nog het suikerwetje af. Met het
bekende resultaat dat het ontwerp-
van den Heuvel tot tijdelijke steun
verlening aan de bietsuikerindustrie
werd aanvaard met 47 tegen 43 st.
Een stemmenverhoudirg, die er op
wees. dat de Kamer Let lang niet met
zich zelf eens was. Liberale sprekers
(van Gijn, Boon, Knottenbelt) achtten
niet bewezen dat er noodtoestand in
de suikerindustrie was en geloofden,
dat de regeering het voorstel, na de
aanneming niet eens bekrachtigen zou.
omdat zij steun ongewenscht en niet
noodig vindt. De a.-r. waren voor
meneer van den Heuvel zelf zei, dat
de bietsuiker het best tegen de riet
suiker kon opnemen en dat er geen
sprake van principieeie handelspoli-
tiek-wijzigirg was, en dat er vroeger
ook niet geschroomd was steun te
verleenen aan de Kftn. Holl Lloyd,
Rotterdamscbe Ban*. Middenstands-
crediet enz. Meneer Braat was na
tuurlijk vóór uit landbouwbelang, ter
wijl de chr. historischen lichtelijk ver
deeld waren. Een motie-Vliegen, die
de suikeraccijns wilde verlagen met
de opcenten, waardoor de prijs lager
zou worden en het verbruik toenemen,
wees de Kamer af met groote meer
derheid van stemmen.
o
Tegen de class ificatie 1 Dat was een
van de meest gehoorde bezwaren bij
de behandeling van het wetsonder-
werp tot herziening van de financiee-
le verhouding tusschen Rijk en ge
meenten. Het ingewikkelde en veel
omvattende van dit wetsonderwerp
w,>s blijkbaar oorzaak, dat de bespre
kingen niet altijd even helder waren.
Aantasting van de autonomie der ge
meenten, was een ander herhaaldelijk
genoemd bezwaar. Met al dit waren
er echter niet zooveel leden, die zich
principieel tegen het ontwerp als zoo
danig uitspraken. Zelfs waren er
ammunitie en die van zijn personeel
werde» bewaard.
Eene doodelijke stilte heerschte in
liet rond, want allen in het ruime ge
bouw hadden zich reeds ter ruste be
geven.
Zacht sloop hij voorwaarts.
Nu moest hij voorbij een oud, ver
weerd kruisbeeld van den stervenden
Verlosser, aan wiens voeten in een
blauwe altaarlamp een kleinn vlammetje
onrustig flikkerde.
Dat lichtje stak zijn vroom kind, zijn
bemind Klaartje, iedcren avond weer
aan.
De opperhoutvester wendde zich af,
bedekte zijn gelaat met beide handen en
begon krampachtig te snikken.
Niet ver van het kruisbeeld bevond
zich de deur, die naar Klaartjes slaap
kamer leidde.
Daar sluimerde nu, van geen kwaad
bewust, na hare vrome gebeden te heb
ben verricht, zijn arm kind, terwijl hij
als een listige weerwolf, met moord
dadige gedachten in het hart, in nadiit
en duisternis voortsloop, om zich voort
aan pog haar vader te mogen noemem
Nog waren zijne handen rein van
menschenbloed, en hij hief ze zegenend
op in de richting, waar Klaartje rustte-
toen haastte hij zich als bedwelmd vooi
waarts Voorwaarts naar de wapen
kamer.
Met Dalberg's jachtgeweer in de
krampachtig gebalde vuist, sloop spoe-
zooals meneer van v. Vuuren, die
de indiening een daad van moed von
den, waarvoor de beide betrokken
ministers hulde verdienden. Welke
bezwaren er echter al zoo waren?
Wel, meneer v. d. Tempel vond door
de werking der garantiebepaling inde
uitkeering aan de meeste gemeenten
te veel elementen van willekeur en
toeval aanwezig. In de afschaffing
van de gemeentelijke inkomstenbelas
ting en de limiteering van de opcen
ten op de fondsbelasting zat een sterk
element van wantrouwen jegens de
gemeenten, en dat was niet verdiend
Heel openhartig was meneer Schou
ten (a.r.) die verklaaide, dat men in
het duister tast nopens de financieele
beteekenis van het ontwerp voor de
gemeenten. Sympathiebetuigingen wa
ren cr ook verschillende, al bleven
wenschen ten aanzien van bepaalde
onderdeelen daarom niét ongeuit. Zoo-
als reeds gezegd, meneer van Vuuren
(r. k.) was min of meer uitbundig in
zijn lof, noemde het een Herculesar
beid op grond van de groote verschil
len tusschen de gemeenten. Hij hoop
te, dat het ontwerp zóó gewijzigd zou
worden, dat het hem mogelijk zou
zijn vurig voor te stemmen. Meneer
van Gijn hoewel met de grondge
dachte grootendeels accoord gaande
vond de omstandigheid, dat de
gemeentefondsbelasting-opcenten pro
gressief kunnen zijn een financieel
monstrum. De limiteering vond hij een
groot voordeel, wijl dat het slachten
van de kip met de gouden eieren zou
voorkomen. De heer Bakker (c. h.),
die meende, dat het ontwerp geen
prikkel zal zijn voor zuinig beheer,
wilde ook al de classificatie geheel
doen vervallen. Was het ontwerp een
maal wet, dan zou het zeker volgens
hem zuiverend werker, op gemeente
lijk belastinggebied.
Opmerkelijk was de bewering van
meneer de Wilde (a.-r.) die verklaarde,
dat er door het ontwerp niets ge
wijzigd wordt in de financieele ver
houding tusschen Rijk en gemeenten.
Men kwam geen stap verder. De ge
meentelijke autonomie werd dan ook
niet aangerand. Het goede er van
achtte hij. dat de druk op tal van
gemeenten verlicht wordt en vele ge
meenten uit een noodtoestand verlost
worden. Van v. d. zijde was het de
heer Oud, die het meeste lof voor
dig daarna de opperhoutvester voor
zichtig naar de huisdeur toe en bevond
zich eenige oogenblikken later in de
open lucht.
Nadat hij voorzichtig in alle rich
tingen had rondgeloerd, sloop hij, ge
dekt door de dichte struiken den tuin
door en stond weldra in het stilie,
donkere woud.
Hij bleef staan, droogde het zweet
van zijn koortsig heet voorhoofd en
haalde diep adem.
Tot dusver was alles zonder gevaar
afgeloopen, geen menschenoog had
hem gezien.
Nu onderzocht hij nog eens het ge
weer, het was in goeden staat; de
beide blinkende loopen scherp gela
den.
Het kwam er nu op aan, zoo vlug
mogelijk de plaats van zijne bestem
ming te bereiken.
Voorzichtig en onhoorbaar sloop hij
voorwaarts, nu en dan staan blijvend
otw te luisteren en rond te zien, of ook
de een of andere hem volgde.
Nu kwam hij aan het zwarte water
een door de volksmond zoo genoem
de, tamelijk uitgestrekte poel, dien de
dorpelingen gaarne vermeden, daar het
algemeen heette, dat daar booze gees
ten huisden, die iederen voorbijganger
groot ongeluk aanbrachten.
Het zwarte water was' door hooge,
deels doode pijnboOmen en wilgen om
geven, welker k'noestige stammen bij
wetsontwerp had, dat de gemeentelijke
autonomie veel minder in gevaar
bracht, dan bij het stelsel van de
Staatscommissie. Dus: hulde voor den
minister. Maar dat nam niet weg: wen
schen had hij toch ook. En de voor
naamste was wel: om aan de gemeen
ten bevoegdheid te geven een geli
miteerde gemeentelijke inkomsten
belasting te heffen in de plaats van
de opeen ten heffing op de fondsbelas
ting. Ook wilde hij de totale opbrengst
der grondbelasting aan de gemeenten
doen komen. En meneer Smeenk (a.-r.)
wilde een gemeentelijke inkomsten
belasting binnen een zekere begren
zing, terwijl hij de mogelijkheid van
hoogere heffing dan 80 pCt. (op de
fondsbelastirg) mits met speciale ver
gunning, in het wetsontwerp wilde
vastgelegd zien.
o—
En voordat de Eerste Kamer weer
gezellig ging voortkeuvelen over de
wel wat oudbakken geworden begroo
tingen, kregen we nog een debat over
het koloniaal beleid, waarbij de heer
Colijn gelegenheid kreeg zijn bekende
standpunt uiteen te zetten. Hij wensch-
te alle Tandgouvernementen, en de
afzonderlijke volksgemeenten tot rechts
gemeenschappen gemaakt te zien.
Centralisatie van de bestuursmacht
was volgens hem een absoluut beginsel.
Maar, nadat minister Koninsberger
had verklaaid, dat men de wijzers van
den tijd nier kan terugzetten..., en men
met wijs beleid imoest vooruitgaan
autonomie aan Ihdiê binnen den band
van het Rijk te geven, waarbij hij als
zijn meening uitsprak' dat conflicten
tusschen Volksraad en parlement niet
behoefden gevreesd te worden, aan
gezien de Volksraad wel zoo ver
standig zal zijn te bedenken, dat zijn
verdere ontwikkeling door toekennen
van nieuwe bevoegdheden in handen
van het Nederlandsche parlement ligt,
aanvaardde de Eerste Kamer met 29
tegen 15 stemmen (c. h., a. r. en Ir.
k.) de wijziging van de Indische
Staatsregeling, zoodat voortaan het in-
landsche element in den Volksraad
zal overheerschen.
En daarna behandeldén wij bijna
ongemerkt dè postbegrootingen Staats
mijnen enz. Het eenige wat belang
stelling kon inboezemen, was de me-
dedeeling van minister van der Vegte,
dat verdeeling van den zendtijd voor
de diverse radio-vereenigingen spoe
dig te verwachten is.
Politicus.
het onzekere schemerlicht der maan,
zonderlinge gedaanten schenen aan te
nemen.
Toen Felseck voorbijging, joeg een
plotselinge windstoot door het hooge
riet aan den oever, dat zonderling rui-
schend en klagend vreemde geluiden
voortbracht als van fluisterende stem
men, welke op dit oogenblik den opper
houtvester als waarschuwingen voor
kwamen, niet verder te gaan, maar
om te keeren.
Plotseling ontstond weer een diep,
plechtig zwijgen, het zwijgen var
het graf, en er was niets meer te
hooren dan de langaangehouden, kla
gende kreet eener padde, terwijl op het
donkere moeras af en toe een dwaal
licht zich vertoonde, dat op den oever
toe danste, om spoorloos te verdwijnen
enn te niet te gaan.
Eenige jaren geleden was hier een
groot ongeluk gebeurd. Frans Wiesin-
ger, een beambte bij het boschwezen,
had in den nacht twee wilddieven in
het woud opgespoord, die hij tot hier
heen vervolgde.
In de opgewonndenheid waren de
vluchtelingen en hun vervolger van den
rechten weg afgeraakt, in de nabijheid
van het moeras gekomen en spoorloos
het zwarte water verdwenen.
{wordt vorvoied-J
va