ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOÖP IFEUWSCHVLAANDEREN
Zenuw stillend
Mi ei
Kali op Klei.
De Z.-Vlaamsche
Waterleiding,
FEUILLETON
Een vriendenoffer.
VHJiM1AM)T'S
zentiwtabletten
Gewestelijk Nieuws-
BRESKENSSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs p. 3 maanden 11.2C franco p. pust f 1,40
Ad vertentleprfj a Tan 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. lngez. Meded. 30 ct. p. regel.
0
Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU
voorheen E. BOOM—BLIEK
Teletoc-ti R RIS KP N S Po»t#tro
Ne. r 70179
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief
Advertenties worden aangenomen tot u 1 i r r i k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
37e jaargang
t
Woensdag 13 Februari S: 9
Nummer 3404
GR AT 1 S verzekering gulden bij levens- ill gld. bij dood gld. bij verlies gld. bij ver- j a gld. bij ver- li gld. bij ver
voor de abonné's tegen VMN lange ongeschikt- jlll] door 7H vaneen Qu lies van een 4(1 lies van een /h lies van een
ongelukken voor: WW» heid tot werken. een ongeluk. 8® hand of voet. oog. duim. wijsvinger.
De risico van bovenstaande verzekering Is herverzekerd bij de Ongevellen-Verzekering-Maatschapplj „Fatum" te 's-Gravenhage.
z a gld. bij verlies
van eiken
anderen vinger
Eén der commissieleden, de heer N.
J. Harte uit Terneuzen, heeft een der
gelijk kamer tariefstelsel ontworpen,
dat door de Commissie met algemeene
stemmen is aanvaard.
De grondslagen van dit stelsel, door
de Commissie „Systeem-Harte" ge
noemd, zijn de volgende
F.en kamerrarief dient allereerst
nauwkeurig tc bepalen, wat als kamer
aangemerkt wordt en wat niet.
Niet gerekend worden
1. kelders, gangen en portalen,
2. vertrekken van minder dan 6 Ma
oppervlakte,
3. tot de woning behoorende berg
plaatsen voor huishoudelijk gebruik
(wasch- en schuurgerief, brandstoffen,
enz.) (Bergplaatsen voor handels- of
industriedoeleinden en dergelijke ruim
ten blijven buiten beschouwing.)
4. zolders en zolderkamers (d. z.
kamers, waarvan een of-meer wanden
geheel of gedeeltelijk dbor het dak of
het dakbeschot worden gevoimd).
Toelichting vereischt de voor zol
derkamers gemaakte uitzondering. In
den laatsten tijd heeft zich in den
bouw, van arbeiderswoningen vooral,
een groote verandering voltrokken.
Bedsteden en alkoven vindt men in de
nieuwe typen van huizen niet meer,
terwijl ook het slapen van alle kinde
ren van het gezin op één grooten
zolder, steeds meer tot het verleden
behooren gaat. Kleine kamertjes, in
den kap van den zolder aangebracht,
hebben dit alles vervangen. Rekende
men deze vertrekjes wel mede, dan
zou een moderne arbeiders-woning in
een zelfde tariefklasse gerangschikt
worden als een klein heererhuis, ter
wijl haar bewoners geen grootere
economische draagkracht hebben dan
die eener arbeiderswoning van ouder
type, welke slechts 1 of 2 kamers telt.
Worden evenwel op de zolderverdie
ping tapkranen aangebracht, dan is het
billijk dat voor ieder dezer kranen een
kamer meer gerekend wordt.
Voor de berekening van het tarief
komen de hierboven onder genoemde
sub. 1 tot en met 4 ruimten wèl in aan
merking, indien er een bad in is ge
plaatst oi indien zij als keuken gebruikt,
worden (z.g. „voorvloeren" van arbei
derswoningen, als woonkeuken gebruikt,
tellen dus wèl mede).
Tenslotte moet ook de grootte der
kamers eenigen invloed uitoefenen en
wordt voor ten hoogste 2 kamers per
woning, die een geringere oppervlakte
dan 12 M- hebben, een lager bedrag
berekend.
(Wordt vervolgd).
lp
Lang heeft men geieeraard en nog
zijn vele landbouwers van meening dat
kleigrond geen opzettelijke kahbemes-
ting noodig heeft. Men begreep of
fcegiijpt niet dat men op zijne gronden
een ware roofbouw aan kali pleegde
of pleegt. Zoo neemt bijv. een goed
gewas aardappelen 250 K.G. en meer
zuivere kali uit den grond, dit is zoo
veel als in 6 balen van 100 K.G. 40
pCt. kalizout zit. Begrijpt men dan
niet hoe arm de grond op den duur
aan kali moet worden.
Het is opmerkelijk, proeven hebben
dit echter ten volle bewezen, dat een
bodem waarin gebrek aan kali bestaat,
dit bij een opzettelijke kalibemesting
niet altijd direct toont. Dit wil zeggen
dat men met een kalibemesting op
zoo n grond geen direct resultaat heeft.
De grond heeft dan zoo een behoefte,
een honger aan kali, dat deze al het
toegediende voor zich houdt, en eerst
later bij herhaalde bemestingen met
deze voedingsstof het daarop staande
gewas laat profiteeren. Wij hebben
dit herhaaldelijk bij vele kalibemes-
tings-proeven gezien. Een landbouwer
moet daarom nooit deze proeven ne
men voor één jaar, en direct zeggen,
bij achterwege blijven van zichtbare
resultaten, deze grond heeft geen be
hoefte aan kali, maar met deze be
Zooals onze lezers weten, waren in
1927 de voorbereidingen, om tot den
aanleg van het buizennet over te gaan,
reeds getroffen, toen zich plotseling
ernstige bezwaren tegen de uitvoering
openbaarden. Deze namen een zoo-
danigen omvang, dat de voortgang der
voorloopige werkzaamheden werd ge
schorst en een Commissie van onder
zoek werd ingesteld, om de gegrond
heid dezer bezwaren na te gaan.
Die Commissie, samengesteld uit alle
groepen en richtingen der bevolking,
bevatte zoowel voorstanders als de
hevigste tegenstanders. Om zoo pro
ductief mogelijk te werken, verdeelde
de Commissie zich in verschillende
sectién, die ieder voor zich alle ge
opperde bezwaren nagingen en hun
meening daaromtrent vastlegden in
conclusién. Deze conclusièn werden
tot een geheel verwerkt en in den
vorm van een Rapport ter kennis van
de Commissarissen der Waterleiding
Mij gebracht.
Het Rapport.
Bij het doorbladeren van het om
vangrijke Rapport blijkt* al dadelijk,
dat de Commissie haar taak zeer ernstig
heeft opgevat. Alle mogelijke bezwa
ren zijn behandeld, vraagstukken, die
zich noodwendig naar aanleiding der
Waterleiding voordeden, zijn bestu
deerd en behandeld; zelfs worden
concrete voorstellen gedaan.
Verschillende punten, die behandeld
zijn, zullen wij hier laten volgen:
De waterwinplaats.
Meermalen was de meening uitge
sproken, dat de waterwinplaats niet
voldoende water zou bevatten. De
Commissie heeft zich deskundig doen
voorlichten. Daarbij bleek, dat de
gronden bij St. Jansteen voldoende
water bevatten, om de Z.-Vlaamsche
bevolking te voorzien, niet alleen voor
nu, maar ook nog, wanneer de be
volking geleidelijk zal zijn toegenomen,
pa 30 jaren. Bij de berekening der
hoeveelheid is tevens rekening gehou
den met droge jaren: ook in 1921 zijn
pompproeven genomen.
Op deze gegevens zijn plan en op
zet en rentabiliteit gebaseerd, zoodat
de voorgestelde waterleiding altijd zal
rendearen voor een bevolking, zooals
33.
Roman van Lothar Brenckendorff.
„Bij elkaar behooren ze in ieder ge
val; want ze zat gisteren ook op de
eerste rij en glimlachte steeds teger.i
hem, zooals een vrouw dat slechts kan
doen tegen haar besten vriend, M,aar
getrouwd zijn ze niet. Ik weet het van
Graaf Aldringen, die het meent te we
ten. Gerold is nog vrijgezel, en die da
me is een Poolsche of een Russin, een
jonge weduwe, waarmede hij zich reeds
eerder heeft laten zien. Eene mevrouw
Stablewska, waarvan Aldringen, die an
ders bijna alles weet, niets naders weel
te vertellen."
„Dus ze zijn geen man en vrouw
Nu, al te ver schijnen ze toch niet van
elkaar te staan. Zie toch eens, Stella,
Hoe zij zich bij hem opdringt. Wie zich
eenmaal in de handen van Zoo'n vrouw
bevindt, komt niet makkelijk weer vrij.
Maar, wat is het hier warm. Ik heb
een heele droge keel, Och, Elwine, geef
me eens een van mijn pastilles."
er nu is en, er zich normaal uitbrei
dend, over 30 jaren zal zijn.
Verplichte aansluiting.
Dit groote bezwaar heeft de bij
zondere aandacht der Commissie ge
had. Daarbij bleek, dat de Raad van
Commissarissen reeds vóór de stich
ting alle pogingen in het werk had
gesteld, om den eisch der verplichte
aansluiting te laten vervallen. Dit bleek
evenwel onmogelijk, daar zonder deze
geen Rijks- en Provinciale risicogaran
tie te verkrijgen was en ook de Rijks
verzekeringsbank het benoodigde kapi
taal niet beschikbaar stelde. Ook zou
den de tarieven verhoogd moeten
worden tot dekking van het risico.
Ontheffing der verplichting kan wor
den verleend aan hen, die over vol
doende goed drinkwater beschikken.
Bij B en W. berust hieromtrent de
eindbeslissing. De Commissie adviseert,
om verkeerde gevolgtrekkingen te voor
komen, de keuring te doen geschieden
door het Centraal Laboratorium voor
de Volksgezondheid te Utrecht.
De tarieven.
De behandeling hiervan behoorde tot de
neteligste en toch tot de belangrijkste
deelen van de t aak der Commissie.
Het was haar bekend, dat van vele
zijden aanmerking was gemaakt op de
tarieven voor huishoudelijk verbruik.
Ze zouden gaan boven de draagkracht
der bevolking, en in haar toepassing
tot vele onbillijkheden leiden. Zelfs
waren vele andere bezwaren, als „ver
plichte aansluiting", ook terug te bren
gen tot de tarieven,
In het bekende rapport 1923 wordt
een „kamertarief" als voorbeeld ge
nomen. Ook de Commissie acht dit
stelsel het beste.
Een tarief, gebaseerd op het ver
bruik, vereischt dure meters, is ad
ministratief omslachtig en hygiënisch
verkeerd.
Een tarief, gegrond op de huur
waarde der woningen, brengt weer
moeilijkheden mede in verband met
de schatting, ceeti'ijl een tarief, bere
kend naar het inkomen, onmogelijk is,
al ware het slechts, omdat het Water
leidingbedrijf juridisch een particuliere
N. V. is, die geen inzage mag vor
deren van de aanslagen indelnkomsten-
belasting.
Zoo gaat het Rapport de verschil
lende stelsels na, om ten slotte zich
te bepalen tot een kamertarief, dat
rekening houdt met de draagkracht
der bevolking en met het verbruik.
Ze had zich omgedraaid, en haar goe
dige, oude gezicht zag op het zeilde
moment erg ontsteld.
„Wat is er niet jou, mijn kind? Je
ziet er uit als de dood."
„Ik heb hoofdpijn, gravin," kwam ei
uit met bevende, als door onderdrukie
tranen half verstikte stem. „Mag ix niei
naar huis gaan
De galante baron Ronay bood direcl
aan, 'haar te vergezellen; maar Elwine
verzocht hem, zoo smeekeud, daarvan af
te zien, dat hij aan den ernst van haar
wenscli niet ineer durfde twijfelen. Men
wenschte haar van harte beterschap en
de logedeur viel achter haar dicht.
„Ik weet niet, wat dat meisje man
keert", zei de gravin hoofdschuddend.
„Reeds van het oogenblik, dat zij hoor
de, dat zij met mij naar Weenen zoil
gaan, doet ze zoo eigenaardig. Tot de
uitgelaten en overdreven vroolijken be
hoorde ze wel nooit, maar er was toch
steeds een stille, regelmatige opgewekt
heid in haar wezen, welke haar bij mij
zeer bemind gemaakt heeft. Hoewel ze
er nooit over spreekt, geloof ik vast,
dat ze reeds vroeg iets ernstigs mede
gemaakt heeft en het schijnt, dat door
de eene of andere gelegenheid de Her
innering daaraan weer steeds en heftig
bij haar levendig wordt."
„Ze moet nog een half kind geweest
Zijn, toen ze bij u in huis kwam, opoe.
Nu nog, na vijf jaar, ziet ze er uit als
een jong meisje."
„De schijn bedriegt soms, Stella. 'Naar
de papieien te oordeelen, die zé ïirij,
naar aanleiding van mijn advertentie
toonde, te,de ze toen reeds vijf en twin
tig jaar. U kunt denken, hoe verbaasd
ik was, toen zich daarop ecu knap ding
met een uiterlijk van een achttienjarige
aan mij voorstelde. Was ze niet zoo be
vallig geewest, en hadden haar blauwe
oogen niet zoo treffend voor haar ge
smeekt, dan zou ik ze misschien niet
tals gezelschapsjuffrouw behouden heb
ben. Vooral daar het haar eerste be.rek
king was en ze geen getuigen kon too-
nen. Ik wilde het met haar probeeren,
maar heb tot op lieden er geen spijt
van, want liet is in een woord een ju-1
weel. Ik denk met' schrik aan den dag;
dat ze me door een gelukkigen bruide
gom ontvoerd zal worden."
De barones Ronay schudde ongeloo-
vig het hoofd.
„Negen en twln.ig of zei s dertig jaar
zou ze reeds oud zijn Neen, dat hond
ik voor totaal onmogelijk."
„Je zult het toch voor mogelijk moe
ten houden, kind. Haar papieren liegen
niet."
Het opgaan van het gordijn maakte
een einde aan het gesprek. Doch voor
ze haar gedachten weer bij het stuk,
had, kon de jonge vrouw toch niet na
laten, de gravin toe te fluisteren: „Ge
rold en zijn betoovrende gezellin zijn
er niet meer. Ze zijn in de entre-actq
weggegaan. Zie, hun plaatsen zijn leeg.'
o
Achter een dikke pilaar half verstopt,
was Eiwine Sylvander buiten in de loge-
gang blijven staan, tot het meerendeel
van de daar op en neer wandelenden
naar de zaal terugkeerden. Eerst waag
de zij zich in de garderobe, om haar
mantel en haar schouwburgsjaal in ont
vangst te nemen. Ze trok de zijden doek
zoo ver over haar hoofd, dat haar ge
zicht er bijna geheel in verscholen was
en haastig trach.te ze nu de uitgang te
bereiken. Juist had ze den voet op de
met tapijten belegde trap gezet, toen
van den anderen kant een mijnheer en
een dame kwamen, die bijna naast haar
de breede trap afgingen. Ze schonken
geen aandacht aan haar, want zij voer
den schijnbaar een druk gesprek. De
slanke vrouw steunde op den arm van
den f orschen begeleider en keek hem
onafgewend aan, terwijl zij zeide:
„Wat bent u toch overdreven nauwge
zet. We zouden gerust nog een of twee
uren hebben kunnen Wegblijven. Basa-
roff weet toch, dat ik naar den schouw
burg hen, en hij zal zeer verbaasd zijn,
als ik zoo vroeg terugkeer."
„Maar, wanneer hij nu eens te Weten
mestingen ieder |aar weer doorgaan,
het resultaat zal dan in de meeste
gevallen niet uitblijven. Bovenstaande
is theoretisch zeer goed te verklaren,
in de practijk echter nog weinig be
kend, waardoor een rationeele bemes
ting wordt tegengegaan. Het is zeker,
dat er nog vele kleigronden zijn welke
door gebrek aan kali geen volledige
oogsten geven.
Eigenaardig is ook dat een bodem
zijn kaligebrek dikwijls niet alleen tcont
door een verlaagde opbrengst, maar
ook door een afwijking in de kwaliteit
der gewassen. Het bestek van dit
laat niet toe Hierover uitvcciip ic ri n,
we noemen slechts twee voorbeelden,
waarbij men niet aan kaligebrek van
den grond dacht, maar het gebrek aan
een plantenziekte toeschreef. Ik bedoel
hier in de eerste plaats het typische
verschijnsel in de uien. vooral op het
eiland Goeree en Overflakkee veel
voorkomend, wat door de telers al
gemeen als een ziekte in de uien werd
gehouden en de opbrengst voor een
groot gedeelte beïnvloedde. Door het
gebruik Van kali was deze „ziekte" als
met tooverslag verdwenen. En dan
een verschijnsel dat vooral den laatsten
tijd op de voorgrond treedt, namelijk
het blauw worden der aardappelen en
de gevolgen daarvan (slap worden,
rotten). Ook dit euvel wordt veroor
zaakt door kaligcbrek, wat uitvoerige
proefnemingen ten duidelijkste hebben
bewezen.
y'
en Zenuwsterkc ndis de working an
Glazen Kuifje 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
AARDENBURG.
Beroepen tot predikant bij de Ned.
Herv. Gem. te Westerlee en Heiligerlee
ds H. J. Barnouw, alhier.
o
SLUIS.
Bij den heer A. de Paauw werd
dezer dagen een vergadering gehouden,
om te komen tot het oprichten van
Konijnenfokkersvereeniging.
komt, dat u in mijn gezelschap bent ge
weest, mevrouw Hala?"
„Nu, wat dan nog? Bovendien,
wie zal hem dat vertellen? Hij heeft
bijna met geen mensch omgang en uw
vriend Meussi, die hem ook heden weer
den tijd verdrijit, zal liet toch niet ge
zegd hebben."
Men hoorde Elwine Sylvander niet;
want zij had de uitgang bereikt enst nd
met enkele schreden op straat. Toen,
zij in den helderen avond buiten kwa
men, wilde Gerold een van de wach
tende taxi-bes,uurders roepen; Hala Sta
blcwska legde echter de hand met een
stevigen druk op zijn arm en zeide vra
gend „Zullen we niet liever loopen
Ik ben zoo warm. Ik ben bang, thans
in een kleinen wagen alleen naar huis
te rijden."
„Maar het is te ver. En uwe fijne,
dunne schoenen
„Och, laat toch, mijn Schoenen. Wan
neer men jarenlang over dorens en
scherjie keien gelocpen heeft, raakt men
daaraan wel gewend. Of denkt u van
niet, Winfried Houdt u mij nog steeds
voor een schootkind van het geluk
„Ik weet niet meer waarvoor ik u
zal houden. Ik sta bij U voor een raad
sel."
{wordt vwvotgd.)