ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN pSifte-, Een vriendenoffer. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 37e Jaargang Zaterdag 24 November 1928 Nummer 3382 )e Unie van Utrecht. FEU ILL ETON Buitenland. I^Ooo^ tegen Verstopping] ÏESKENSSCHE COURANT Abonnementsprijs p. 3 maanden 11.25 franco p. post f1,40 A4vertentlepr||s van 1 5 regels 75 cent F.tke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK Telofo» BRESKENS p?!'|'ro No. 21 70179 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag l uur GR A T 1 S verzekering gulden bij levens- jas gld. bij dood gld. bij verlies tl gld. bij ver- ja gld. bij ver- air gld. bij ver voor de abonnés tegen 200 lange ongeschikt- 1NM door Vh vaneen 50 lies van een 40 Hes van een 25 lies van een ongelukken voor: W»» heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij Fatum" te 's-Gravenhage. s a gld. bij verlies van eiken anderen vinger. 1 Januari 1579 23 Januari 1929 o II. Slaet opten trommele van dire [domdeyne Slaet opten trommele van dire [domdoes. .Vive le Geus" is nu de loes. (Oud Geuzenliedje). Op 8 November 1576 was de Paci- :atie onderteekend, slechts enkele igen te voren was Don Juan, de euwe landvoogd als kamerdienaar :rmomd, in Luxemburg aangekomen, jna tegelijk bereikten hem de berich- n over de opstand der Spaansche ldaten te Antwerpen en hpc sluiten :r Pacificatie. Was er één man on- schikt, om op dit oogenblik de ïdvoogdij op zich te nemen, dan is het zeker door Don Juan, die aan e ridderlijke eigenschappen, welke hij n zijn keizerlijke vader had geérfd, n grooce opvliegendheid paarde. Vurig, dorstend naar vermeerdering n de krijgsroem, door hem reeds haald in de zeeslag bij Lepanto tegen Turken, stuitte het hem tegen de irst, dat hij zijn eigenlijk gebied niet •treden mocht, maar te Luxemburg aest blijven onderhandelen. Wel oorden sommigen zijner aanhangers, a. een zekere Roda, een Spanjaard, elke zich te Antwerpen bevond, hem in, zich aan het hoofd dor Spoon f he troepen te stellen, die nog altijd m. 10.000 man sterk waren, maar Don an, die allereerst wenschte, van uit Nederlanden de Schotsche Koningin aria Stuart te verlossen, welke door :lisabeth werd gevangen gehouden, oeg dit aanbod af. Hij bood de :aten-Generaal aan de Spaansche oepen te laten vertrekken, maar dp raten eischten daartegenover dat hij Pacificatie zou erkennen. De onderhandelingen, welke slecht aschoten, zouden te Namen worden nortgezet. Van te voren had de Prins in Oranje niets nagelaten om de er- inning van Don Juan te beletten. Zijn agingen werden tegengewerkt, vooral aor de hooger Zuid-Nederlandsche lel onder leiding van den hertog van erschot. De volksklasse was in over- roote meerderheid op de hand van en Prins. De onderhandelingen te Namen lie- en op niets uit zeer tot ergernis van )on juan, welke ergernis nog ver- rootte toen op 9 Januari 1577 de te irussel bijeengekomen leden der Sta- loman van Lothar Brenckendorff. In het vertrek, waar tegen den mid- lag de lijkschouwing zou plaats vin- len, lag het stoffelijk overschot van lilde Worner onder een wit laken, lat lite lichaam tot aan den hals be- lekte. Het was tegen 9 uur 's mor- ;ens, toen de deur van het sombere ertrek open ging, om drie bezoekers linnen te laten. Het waren Winfried ierold, de rechercheur Sabel en de r echter van instructie in deze moord aak, Klauszner. Reeds onderweg had le zanger dringend verzocht, direct aan én der heeren van het parket te wor len voorgesteld, niet alleen om ver- loord te worden en zich te rechtvaar j ligen, maar meer nog om juffrouw I Vorner te zien. Blijkbaar twijfelde ook ie rechter van instructie ten sterkste j an zijn schuld en was ook door derf (tdruk, dien de verdachte op hem maak e, van meening, dat hier een over ling van de politie in het spel was. Veliswaar zeide hij dit niet, maar de anger had heel goed uit zijn hou ten-Generaal en der Raad van State een Unie sloten tot handhaving der Pacificatie. Langzamerhand was de invloed van de Prins van Oranje zeer toegenomen, terwijl de Spaansche macht sterk gedaald was. In Groningen had de burgerij, ge bruik makend van de ontevredenheid der in Spaansche dienst staande Waal- sche troepen, de stadhouder Caspar de Robles gevangen genomen en zich voor de Prins verklaard. Friesland was gevolgd, evenalsjUtrecht. In het Noorden hield alleen Amster dam nog de Spaansche zijde. Onder invloed van deze omstandigheden viel het de Prins gemakkelijk de te Brussel vergaderde Staten-Generaal te bewe gen, tot het sluiten van de Unie van Brussel. Zoodanig was fie volksmassa op zijn hand, dat enkele afgevaardigden, die weigerden de Unie te onderteeke nen, met arrestatie bedreigd werden. Onder invloed van deze stemming, werd aan Don Juan een soort ultima tum gesteld Voor 27 Januari 1877 moest hij de Pacificatie erkennen. Hij deed dit ook, voorai op aandrang van den hertog van Aerschot met zijn aan hang, die vreesde voor toenemende invloed van de Prins. 12 Februari 1577 onderteekende Don Juan het Eeuwig Edict, waarbij hij de Pacificatie erkende. Verder werd, F paald dat de Staten ÓÓG,0"" 9u'oen zouden betalen voor r? Spaansr-t- ^oepen, welke binnen 20 dagen zouden aftrekken. De Katholieke godsdienst zou overal worden gehand haafd, ook in Holland en Zeeland, hoewel deze laatste bepaling in strijd was met de Pacificatie, De Prins en de Staten van Holland en Zeeland wezen hierop, maar bericht ten tevens dat zij met het oog op de gang van zaken over dit bezwaar zou den heenstappen en het Eeuwig Edict erkennen. In het voorjaar, waren de voornaamste bepalingen van het Edict vervuld en op 1 Mei deed Don Juan zijn intrede in Brussel. Hij bracht mede de ratificatie van het Edict door Koning Fihps II, waarbij hij niet zonder humor opmerkte, dat de snelheid, waarmee Fiiips het verdrag geratificeerd had, een bewijs was „combién le roi vous aime et désire votre bien Hoewel Don Juan te Brussel met veel pracht en statie was ingehaald als nieuwe landvoogd, besefte hij toch hoe precair zijn positie was. Om ook Hol land en Zeeland in zijn macht te krij- ding kunnen bemerken, wanneer zijn gemoedsgesteldheid zoo geweest was, dat hij op zulke uiterlijkheden lette. Nu stapte hij, de lippen op elkaar ge perst en de handen tot vuisten gebald, met twee stappen naar de marmeren tafel, die in het midden van het vertrek stond. Zijn beide geleiders namen hem scherp op en voor een oogenblik wist geen van beiden de verandering te ver klaren, die plotseling in de uitdrukking van zijn gelaat gekomen was. Zijn door leed en lijden verstijfde trekken had den plotseling weer teekenen van leven gekregen. Het schenen gewaarwordin gen, die elkaar tegenspraken, en die in plotselinge wisseling afspiegelden. Eerst schrik, en de grootste verba zing; dan echter een onmiskenbare op luchting, hetwelk op deze plaats en in het aangezicht van een door een moordenaarshand gevallen jonge vrouw waarlijk als de vreemdste en onbegrij- pelijkste gebeurtenis kon beschouwd worden. Eenige seconden had hij zwijgend naar het vredige gelaat als vna een in een rusfS^fen slaap verzonken jonge vrouw geblikt. Toen wendde hij zich met een snelle hoofdbeweging tot den rechter van instructie: „Is dit de ver moorde, waarvoor men mij hierheen haalt - i gen, was hij gedwongen, onderhande lingen met de Prins „de Aartsrebel" te openen. Bovendien vertrouwde hij de hooge Brusselsche adel slechts halfwaarvan hij bemerkt had, dat ze met Frankrijk en Engeland onderhandelde. Hij verplaatst zijn verblijf naar Meche- len, daar hij aanslagen op zijn veilig heid vreesde, maar ook in deze plaats was hij in gevaar, weshalve hij zich naar Namen begafin welke plaats hij plotseling met zijn lijfwacht de citadel vermeesterde. Deze daad had voor Don Juan fatale gevolgen. De Staten van verschillende gewesten sloten zich weer nader bij de Prins aan, de Brusselsche burgerij eisch- te dat de Prins als het hoofd der regeering zou worden erkend, welke eisch voorloopig door de Sta ten-Ge neraal werd ingewilligd. 23 September 1577 deed de Prins zijn intocht in Brussel, waarheen men hem uit Holland en Zeeland noode zag vertrekken, bevreesd als men daar was de geliefde leidsman te verliezen. Pogingen om nog met Don Juan, die nog altijd in Namen wachtte jpp Spaansche troepen die .hjl,^Voorai had tot een vergelj.k van Aer. onbdrera.°mten. scnierop riepen Aerschot en de zijnen, de jeugdige Matthias van Oostenrijk naar de Nederlandenom daar als landvoogd op te treden. Hij kwam toen hier 3 October aan. De volksmenigte te Brussel wist evenwel door te drijven dat de Prins van Oranje werd aangesteld tot Ru waard van Brabant. Ook in andere plaatsen als Gent en Antwerpen had den bewegingen ten gunste van de Prins plaats, wat evenwel niet kon verhinderen, dat op 8 December Mat thias door de Staten als landvoogd werd erkend. De Prins werd tot zijn luitenant-generaal benoemd. De ver houding was evenwel in werkelijkheid juist omgekeerd. De Prins deelde de lakens uit en Matthias was niet meer dan zijn „griffier". E. P. VAN DER WERFF. (Wordt vervolgd). YSOUfV VxVi\e^. De betrekkingen tusschen Enge land en Duitschland. De ontwikkeling van de betrekkin gen tusschen Engeland en Duitschland verdient met aandacht te worden gade geslagen. Ze schijnt in de laatste maan den allsbehalve rooskleurig te zijn. Af gezien van de verschillende bespre kingen in de Duitsche pers verdient een verklaring bijzonder de aandacht, die de spreker van het Centrum, dr. Kaas, bestendig lid van de Duitsche delegatie te Genève, in den Rijksdag heeft afgekondigd. Dr. Kaas behoort tot de vooraanstaande persoonlijkheden die zich met de buitenlandsche politiek bezig houden. Hij zegt over de poli tiek van Engeland tegenover Duir^a'n land Opvallend is de pessj^ m£er de Engelsche politiek.,,»- De vrees js overtroffen _kan ntj_ jat je Engelsche portiek''zich in den laatsten tijd inde verhouding v^ een cliënt tegenover de Fran*'-1"' P°'itiek heeft begeven, noodlottig zou kunnen worden voor de verdere ontwikkeling van de Europeesche politiek. Als er werkelijk militaire overeenkomsten tusschen En geland en Frankrijk zijn gesloten, dan zou dit het eind van de Locarno- politiek beteekenen. Maar ondanks dit alles, is er nog geen aanleiding, ver klaarde dr. Kaas, dat er een front- wisseling in de buitenlandsche politiek moet plaats hebben. Het zou een noodlottige fout zijn, als Duitschland zich wilde afkeeren van de tot nu toe gevolgde politiek. Hierdoor heeft dr. Kaas dus uitgedrukt, dat hij overeen stemt met dr. Stresemann, die ervoor opkomt, dat Duitschland de Locarno- politiek moet doorzetten. In verband met deze beoordeelng der houding van Engeland, moeten de verschillende officieele en half-officieele betoogen van den laatsten tijd worden gehoord uit Engeland, daar deze een veel vriendelijker toon aannemen te genover Duitschland, dan men was gewend. Minister-president-Baldwin zelf heeft verklaard dat Engeland zich voor en na houdt aan de Locarno- verdragen en hij bekrachtigt daarmee 'n wijziging, die, ter gelegenheid van de onderhandelidgen over de vloot- overeenkomst, daar den Engelschen gezant in Berlijn is gegaan. Deze kreeg de opdrachr, om de Duitsche regee ring mee te deelen, dat de vloot-over- eenkomst niet tegen de Locarno-ver- „Zeker, kunt u hieraan nog twij felen U moet haar toch herkennen." Gerold schudde het hoofd. „Neen, ik ken haar niet. Ik heb haar nooit te voren gezien.", De rechercheur en de rechter ke ken elkaar verbaasd aan. Eindelijk zei de rechter Zeer nadrukkelijk: ',„U wilt dus beweren, dat deze doode juffrouw Worner, die u hebt gekend, niet is?" „Ik bezweer en zweer het ook. Er is geen enkele trek van gelijkenis tus schen haar en haar, die ik hier vrees de te vinden. Ik weet niet waar -ze kan zijn, maar Hikie Worner is ze in geen geval." „Nu, ik kan u verklaren, dat iedere twijfel betreffende haar persoonlijkheid uitgesloten is. Het lijk is niet allfeen door het dienstmeisje van de vermoor de, maar ook door personen uit de buurt, die haar zeer goed kenden, ge zien, en geen enkeele heeft ook maar eenigen twijfel aan haar identiteit met juffrouw Worner geuit. Bovendien sluit de wijze, waarop zij gevonden werd reeds de mogelijkheid van een vergis sing geheel uit." „Op dat alles kan ik niet anders antwoorden, dan dat ze niet die per soon is, die ik als juffrouw Hilde Wor ner ken." pU vertelde reeds» dat h die dams sedert jaren niet meer gezien hebt» Misschien is ze sedert dien zoo erg veranderd, dat u haar niet herkent." „Neen, dat ze het niet 'zijn kan, wil ik u wel bewijzen." Hij -trok zijn portefeuille uit zijn zak en haalde er een foto uit, die hij den rechter van instructie liet zien. Htt was een goede opname van een lief jong meisje met groote, dwepende oo- gen en bekoorlijk lachendenn mond. Hoofdschuddend gaf de rechter na kor te beschouwing de foto aan den re chercheur door. „Dat de hier uitgebeelde en de doo de twee verschillende personen zijn, is in ieder geval zeker", zei deze. „Maar daarmee is tenslotte verder niets bewezen, daar het nu juist niet om de beeltenis van Hilde Worner gaat. Wanneer is die foto gemaakt en van wie hebt u deze gekregen?" „Uit haar eigen Handen, zij zelf heeft toen haar naam op de keerzijde van het portret geschreven." De beambte overtuigde 21ch en las inderdaad: „Ter herinnering aan je vriendin Hilde Worner en aan de lieer lijke Lentedagen in Zurich." Zonder het te begrijpen hief hij zijn schouders op. „Het is zeer merkwaardig, maar het schijnt zoo ie zijn. Wij zullen moeten dragen indruischt. Lord Cushendun, de plaatsvervangende minister van bui- i tenlandsche zaken, heeft in een latere i rede verklaard, dat sedert Locarno ook Duitschland bij de Engelsch-Fransche i entente is betrokken. Hij heeft hier- j door klaarblijkelijk getracht het wan trouwen te niet te doen, dat sedert Genève, vooral tegen zijn persoon, in Berlijn schijnt te bestaan. Churchill heeft kort na deze rede in het parle ment verklaard, dat ook volgens de meening van de Engelsche regeering de reparatie-kwestie niets heeft te maken met de ontruimingskwesric hij in de toespraak in Guildh'He bevrij- er nadruk op gelecirianciee van bui ding der Dufrontrole een doel is, tenlands-men in Engeland veel betee- ïflfs hecht. Bij dezelfde gelegenheid vond ook Baldwin weer vriendelijke woorden voor Duitschland, terwijl hij zeide, dat men de wereld niet meer mag indeelen in twee gescheiden kam pen, in overwinners en'overwonnenen, Baldwin legde er bijzonder nadruk op, dat de nauwe samenwerking tusschen Londen en Parijs er niet toe zal lei den, dat de betrekkingen tusschen Duitschland en andere staten achteruit gaan. Deze samenwerking uit te brei den op een breeder voetstuk, in te- tegendeel, vormt nog altijd de grond slag van de Europeesche politiek en die van de Britsche regeering. De echo op deze Britsche betoogen in de Duitsche pers is volstrekt niet gelijkluidend geweest. Terwijl er op de eene plaats wordt gezegd, dat Engeland zich weer geheel en al be wust is geworden, welke groote Euro peesche taak het in Locarno heeft op zich genomen, wordt er aan andere kanten gehoord, dat deze mooie woor den in Duitschland geen werkelijke bevrediging kunnen uitlokken, daar bepaalde besluiten Engeland vast ke tenen aan de politiek van Frankrijk, die Duitschland volstrekt niet vrien delijk is gezind. Men moet, zoo zegt men, in Londen de gestie begrijpen, waarmee men in Berlijn die betoogen van de andere zijde van het Kanaal opneemt! men is immers al dikwijls genoeg door allerlei schitterende rede voeringen misleid en teleurgesteld. Uit de naaste ontwikkeling moet nu blij ken, of er niet weer meer vertrouwen kan worden hersteld in de verhouding tusschen Londen en Berlijn. trachten, het raadsel op te lossen. U1 blijft er dus bij, de |jersoon, die daar neerligt, niet te kennen „Ik herhaal het, dat ik haar nooit eerder gezien heb." „Dan kunnen, wanneer „u, mijnheer de rechter er mee accoord gaat, wij deze plaats verlaten. Ik zal direct de noodige stappen doêh, om het op te helderen. Er zijn menschen genoeg, die instaat zullen zijn, de vermoorde te herkennen." t De rechter van instructie had er niets tegeix De drie hoeren stapten weer in het wachtende rijtuig en de recher cheur verwijderde zich en ging naar het gerechtshof. „Een zeer ingewikkelde geschiede nis", zei hij zachtjes. „Voor een ge wone moordzaak is het te gek. Ik denk dat we heel gauw te weten zullen ^ko men, wat daar achter steekt." Gerold volgde de rechter vail in structie in zijn werkkamer, en spoe- di gVerscheen ook een klerk. De zan ger moe6t plaats nemen en het eigen lijke verhoor begon. De verandering in Gerold's uitzien was opvallend, )Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1928 | | pagina 1