m
10
AL6EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Een vriendenoffer.
Putol bij Ruwe en Schrale Huid
door /D van 'n Dli 'ies van een tU lies van een OU lies van een
De Armeensche
Christenen.
Buitenland.
Binnenland.
BRESKENSSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprtys p. 3 maanden f 1.25 francs p. post f 1,40
Advertentleprijiivan 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. lngez. Meded. 30 ct. p. regel.
D rukker-Uitgever J. C. LE BLEU
voorbeen E. BOOM—BLIEK
BRESKENS
Telefoon
No. 2*
Postgiro
70179
Abonnements-Advertenties zeer billijk tariel.
Advertenties worden aangenomen tot a i t e r I jj k
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
7e Jaargang
Zaterdag 24 October 1928
Nummer 3372
OR A T 1 S veriekering
voor de abonné's legen
ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gld. bij dood gld. bij erlies tra gld. bij ver- gld. bij ver- tb gld. bij ver-
een ongeluk. hand of voet. .oog. duim. wijsvinger.
De risico van bovenstaande verzekering Is herverzekerd bij de O yevallen-Verzekering-Maatschapplj Fatum" te 's-Gravenhage.
gld. bij verlies
van eiken
anderen vinger.
In de volgende weken hoopt Mej.
C. de Witte van Utrecht, Secretaresse
van het Nederlandsche Comité der
„Action Chrétienne en Orient", een
werk, dat zoowei stoffelijk als gees
telijk beoogt den nood der Ar
meensche Christenen in Syrië te leni
gen, over bovenstaand onderwerp
een aantal lezingen te houden in
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Daar we over het Algemeen zoo
weinig afweten van de werkelijke
toestanden, die zich gedurende den
wereldoorlog en het wereldgebeuren
van af de jaren 1914 tot op heden in
Klein-Azie hebben afgespeeld, kunnen
we niet nalaten, hieromtrent reeds
een enkel woord vooraf te zeggen.
Van de vele volken, die bij den
wereldoorlog in 1914 betrokken waren,
zijn er meerdere, die ook vandaag nog
uit tal van wonden bloeden en toch
is er zeker niet één te noemen, dat
zooveel geleden heeft als het Ar
meensche. Nu en dan werden we wel
eens opgeschrikt, wanneer we hoorden,
dat Christenen bij honderden en
duizenden tegelijk werden gedood
of in de woestijn gedreven, waar ze
den hongerdood stierven, maar meestal
noemden we dit alles „overdreven ge
ruchten". En toch is dit niet zoo.
want van de ruim drie millioen Turksche
Armeniërs zijn er in den tijd van
1915-1922 minstens anderhalf millioen
gedood, terwijl het overblijfsel van dit
volk sedert dien als bannelingen in den
vreemde rondzwerft.
Het is onder de verstrooide Ar
meensche Christenen, die naar Syrië
zijn gevlucht, dat de zendelingen der
A. C. O. werkzaam zijn en wel hoofd
zakelijk te Aleppo. Over den arbeid,
die daar wordt verricht, zal ons wor
den verteld, terwijl in sommige ge
meenten lantaarnplaten het gesprokene
zullen verduidelijken.
Wat we vernemen zullen, is een
geschiedenis van groot lijden om des
geloofs wil. Welke politieke intrigues
bij de zoogenaamde „verplaatsingen"
van het Armeensche volk ook hun rol
hebben gespeeld, laat ons niet ver
geten, dat d e hoofdzaak van deze
massamoorden moet worden gezocht
in rassen- en godsdiensthaat, in eigen
belang, om van de gunstige gelegen
heid te profiteeren een volk te ver
nietigen, dat numeriek wel is waar
kleiner is, maar geestelijk en intellec
tueel verre boven de eigenlijke heer-
FEU1LLETON
Roman van Lothar Brenckendorff.
Nummer 3 aan den Rüstenweg was
een van de minst in het oog loopende
landhuisjes, die een maatschppij in
onroerende goederen gedurende de
laatste jaren aan de Zuidelijke grens
van de zich steeds uitbreidende wereld
stad, onder den naam van een „Villa
park" gebouwd had. Men had bijna
drie kwartier noodig om met de tram
uit het binnenste der stad tot hier te
komen, en een groot deel van den
weg voerde door een sterk btvolkten
weinig aantrekkelijk gedeelte, zoodat
het begrijpelijk was, dat de bewoners
van die landhu'sjes niet tot de millio-
nairs, maar de meesten tot de midden
standers behoorden. De Riistenweg
was een nietig zijstraatje, waaraan zich,
met belangrijke tusschenruimten, maar
weinig huizen verhieven. Ze waren
met de overblijfselen van een pijn
boomenbosch omgeven, dat eens den
geheelen bouwgrond bedekt had. En
deze eentonige omrastering gaf hun een
eigenaardig zwaarmoedig aanzien.
schers van Klein-Azië staat.
Over hun leidenswegen, hun leven
in de verstrooiing, over die groote
centra van in vluchtelingenkampen op
eengehoopte bannelingen, over het
werk onder die duizenden zieken,
zwakken en werkeloozen komt Mej.
de W. ons vertellen.
Het geldt hier een groote zaak, nl.
een verdrukt en stervend, een uit
duizend wonden bloedend volk te
redden
Het is ook een merkwaardig volk,
want midden in bun lijdenstijd wordt
een gemeente van geloovigen gevormd,
in wier hart zendingsdrang ontstaat.
De door lijden gelouterde Christenen
beginnen hun' roeping in te zien, die
ze door de eeuwen heen hebben ver
waarloosd zending onder het volk,
waaronder ze zoo lang leefden, onder
de Mohamedanen.
Moge dit korte woord vooraf U
allen opwekken te komen luisteren 1
Voor de data der spreekbeurten,
verwijzen we u naar de advertentie in
dit Blad.
Namens het Zeeuwsch Comité
„Philadelphia"
J. J. DONNER, Presidente
M. S. VAN DEN BOSCH,
Secret.-Penmngm.
RUSLAND.
De dochter van den tsaat.
De „Figaro' bevat een uitvoerige
verklaring van de leden der voormalige
Russische keizerlijke familie aangaande
de persoonlijkheid van mevrouw Tsjai-
chowsky, de vrouw, die naar men
weet verklaart grootvorstin Anastasia
te zijn, een van. de dochters van Tsaar
Nicolaas II. Zij beweert te zijn ont
komen aan het bloedbad van jeka-
terinenburg en eischt nu haar rechten
als dochter des overleden keizers op.
Veelis er reeds te doen geweest over
deze vrouw, die door de leden der
keizerlijke familie voor een bedriegster,
of althans een geëxalteerde wordt ge
houden, door anderen echter is herkend.
Het door grootvorstin Olga, de
zuster van Tsjaar Nicolaas II, getee-
kend stuk, is door grootvorst Alexan
der van Rusland gecontrasigneerd, en
goedgekeurd door de zoo juist over
leden keizerin-weduwe Maria Feodorov-
na (DagmarJ, door de grootvorstinnen
Xenia en Olga (haar dochtersj en door
een groot aantal andere familieleden.
Aan de hand van getuigenissen van
De goed gekl ede jongeman, die
vanat bet eindpunt der tramlijn zoe
kend de kolonie doorgeloopen had,
lot hij eindelijk deze melancholieke
Rüstenweg had gevonden, scheen ech
ter niets van dergelijke neerdrukkende
gewaarwordingen te bemerken Zijn
ongewoon lijn gezicht spiegelde veel
meer geheel de opgewektheid en de
vreugdevolle verwachling af van iemand
die zeker is, aangename gebeurtenissen
tegemoet te g an. Voor het lage houten
tuinhek van het huisje nummer 3
maakte hij halt, om naar het gewone
bordje uit te kijken, dat inlichtingen
geelt over den naam van den bewoner.
En toen hij noch dit, noch een ander
bewijs ontdekken kon, drukte hij snel
besloten de klink neer, om tusschen
de schrale pijnboomstammen zijn weg
naar het tamelijk ver terugliggende huis
te nemen. Hij kwam aan een geslo
ten deur, die eveneens geen inlichtin
gen gaf ever den naam van den be
zitter, maar hij vond hier ten minste
nog een belknop, waardoor binnen een
hel klinkend gelu.dwerk in beweging
gebracht werd. Een minuut van wach
ten, dan knarste een sleutel en hij kon
door een heel kleine kier naar binnen
zien.
,Wat wenscht u, mijnheer?" vroeg
intimi aan het voormalig keizerlijk hof,
van gouverneurs der tsaristische kinde
ren en van medici wordt nadrukkelijk
medegedeeld dat de vrouw, die zich
Mme Tsjaikowsky noemt en zich voor
grootvorstin Anastia uitgeeft, in geen
enkel opzicht op dezen naam aan
spraak kan maken.
FRANKRIJK.
De ramp met de „Ondine".
Er is in Frankrijk al heel weinig
drukte gemaakt van de gruwelijke ramp
met de duikboot „Ondine", die de
vorige week door een Grieksch stoom
schip in volle zee voorPorto werd geramd
en met de bemanning van 43 koppen on
gemerkt in de diepte verdween om
niet meer boven te komen. Begint men
langzamerhand ongevoelig te worden
voor de catastrofen, die elkaar in
den laatsten tijd zoo snel opvolgen
Natuurlijk is er op het oogenblik
wel een enquête gaande naar de oor
zaken van de ramp. Zoo werd den
heer Waquier, administrateur der ma
rine te Toulon, opgedragen een on
derzoek in te stellen naar de onvol
ledige draadlooze berichten, welke
door het s.s. „Alberte-Leborgne" over
het gebeurde werden verzonden. Het
is gebleken dat de kapitein van dit
schip 's nachts van het thans te Rot
terdam liggende Grieksche schip, de
„Ekaterina Goelandns waarmede de
duikboot in aanvaring kwam, het eerste
draadloos bericht ontving over de
aanvaring, waarin de zaak echter als
een ongeval zonder beteekenis werd
voorgesteld. Vandaar dat hij er geen
groot gewicht aan hechtte en zich
niet haastte het door te seinen. De
Grieksche kapitein wordt er van be
schuldigd wel degelijk te hebben ge
weten dat hij een duikboot had ge
ramd.
De marconist van de „Alberte-Le
borgne" heeft verklaard dat hij in
den nacht van 4 October een bericht
opving van het radio-grafisch station
van Kaap Finistere in Spanje, waarin
slechts aan alle schepen, die langs een
aangegeven plek zouden varen, ver
zocht werd een onderzoek in te stel
len naar een wrak of een visschers-
schuit, die zou zijn aangevaren.
Intusschen heeft Leygues, de minister
van marine, een onderhoud gehad met
mr. Basdevant, juridisch expert bij het
ministerie van buitenlandsche zaken,
een jonge vrouwenstem, waarvan de
bezitster voor den buitenstaander bijna
geheel onzichtbaar bleef. En meteen
vriendelijk hoedafnemen antwoordde
hij door de tegenvraagBij informatie
heb ik vernomen dat hier mejuffrouw
Hilde Wörner woont is dat juist?"
„Ja, maar de juffrouw is niet thuis".
Uver het schoone, opgewekte gezicht
van den jongeman legde zich aadelijk
een schaduw van smartelijke teleur
stelling.
„Niet thuis? Fn wanneer denkt u,
dat zij thuis zal zijn
„Dat weet ik niet. In ieder geval
niet eerder dan over eenige uien. De
juffrouw is in de stad boodschappen
gaan doen en blijft daar ook eten
Kan ik u van dienst zijn?"
„L'aarom zou ik stellig gevraagd
hebben, maar vindt u ook niet, juffrouw,
dat liet niet gemakkelijk is, door een
vingerbreede deurreet een gesprek te
voeren
Er volgde een kleine pauze van
schijnbare besluiteloosheid. Dan viel
rammelend een veiligheidsketting en
een van de beide deurgedeelten werd
ten minste tot de helft geopend. De
spreekster van binnen bleek een net,
jong meisje in dienstbodekleeren te
zijn, zichtbaar verlegen en met eep
terwijl hij tevens de verzekering heeft
gekregen van den Griekschen gezant te
Parijs, Policis, dat de „Ekaterina Goe
landns' de haven van Rotterdam niet
zal verlaten vóór dat de geheele zaak
opgehelderd is.
Maandag heeft de bemanning van
den kruiser „Edgar-Quinet" met
groote plechtigheid een krans neerge
laten in volle zee op de plek, waar
de ramp moet zijn gebeurd. Er zal in
de kathedraal te Rouaan een lijkdienst
worden gecelebreerd, waarbij alle
oudstnjdersvereenigingen zijn uitge-
noodigd en een collecte voor de
nabestaande betrekkingen zal worden
gehouden. Kolonel de Courcy, presi
dent van de vereeniging tot hulpver
leening aan de gezinnen van omge
komen Fransche zeelieden, heeft den
minister van marine reeds 25.000
francs kunnen overhandigen om den
eersten nood te lenigen.
De plek, waar de ramp is gebeurd, is
nog steeds niet nauwkeurig vastge
steld, de ter onderzoek uitgezonden
torpedojagers hebben nog geen spoor
gevonden. Zij zullen nu hun onderzoek
iets meer naar het noorden voort
zetten.
GOEDE WIJZIGINGEN.
Op 6 en 20 September 1928 zijn
bij Koninkl. boodschap bij de Tweede
Kamer der Staten-üeneraal aanhangig
gemaakt ontwerpen tot wijziging van
de Invaliditeitswet en van de Ouder
domswet 1919, welke de aandacht ten
volle verdienen.
Zoo blijkt uit art. i van liet voor
gesteld ontwerp betreffende de Inva
liditeitswet, dat liet in de bedoeling
ligt de loongrens voor de toelating tot
de Invaliditeitsverzekering van f !1200.—
4ot t 2000.— te vèrhoogen.
Deze wijziging houdt verband met
liet feit, dat in de huidige maatschappij
meerdere personen, op een leeftijd, die
ligt tusschen de 25 en 30 jaar, voor
liet eerst in loondienst treden en dan
een loon ontvangen, dat de f 1200.
te boven gaat. Het blijkt, dat deze
praktijk is strijd is met de gedachte,
welke minister Talma bij het vaststel
len van de loongrens op t 1200. heeft
geleid, als zou de loonarbeider in den
regel omstreeks het 16—18e levens
uitdrukking van schuwe bewondering
in de heldere ronde oogen, die als
vastgeklonken aan het gezicht van den
dettigen bezoeker hingen.
„Verontschuldig u me, mijnheer,
maar ik mag eigenlijk voor geen vreem
de menschen openinake De juffrouw
staat er op, dat ik wat voorzichtig
ben, omdat we hier zoo buiten wonen
Hij lachte haar zoo vriendelijk toe,
dat het toch al erg fleurige gezicht der
kleine nog rooder werd.
1 of mij zal dit wantrouwen zich
zeker niet uiistrekken, juffrouw 1 Mej
Hilde Wörner en ik zijn namelijk zeer
oude en goede vrienden. Mijn bezoek
zou een groote verrassing voor haarr
zijn. En het is atschuwelijk dat het
toeval mij ue vreugde bederlt. U kunt
me ook niet zeggen, waar ongeveer in
de stad ik uwe meesteres vinden
kan
„Neen, dat weet ik niet. Juffrouw
Wörner zegt me nooit, waarheen zij
gaat".
„Jammer. En des te erger, daar ik
reeds over twee uur van hier vertrek
ken moet. Eerst na verloop van drie
dagen zal ik mijn bezoek kunnen
herhalen. Kunt u mij niet in de ge
legenheid stellen, mijn kind, enkele
woorden voor de juffiouw te schrijven?
jaar voor het eerst zijn dienstbetrekkir
aanvangen.
Door de overgangsbepaling van ai
XXI wordt verder aan alle persone
welke na Juli 1922 in loondien
zijn getreden en die destijds wegei
liet ontvangen van een loon boven c
f 1200.(doch blijvend beneden
f 2000.niet verzekeringspliclitig ko
den worden verklaard, gedurende
maanden de gelegenheid geopend
nog tot de verplichte verzekering t<
te treden. Tot de voorzieningen, do<
welke de werkingssfeer der wet wor
uitgebreid, behoort ook art. Ill, wa
bij in het vervolg arbeid in aangenomt
werk, welke „persoonlijk" in een a
onderneming uitgeoefend bedrijf do<
een arbeider wordt verricht, zal wordt
beschouwd als te geschieden krachtei
een arbeidsovereenkomst. Door deze
paling zal in meerdere dubieuze gev;
len, waarin thans wordt getracht dot
een constructie van aangenomen we
aan de verzekering te ontkomen, vas
gesteld kunnen worden, dat voor et
arbeider rentezegels geplakt moetej
worden.
In de derde plaats willen wij wijzt
op de voorgestelde wijziging van ai
XIX, waarbij een voorziening wort
getroffen voor die arbeiders, welke te
gevolge van ziekte of werkloosheid
weinig rentezegels hebben ontvangt
om op 65-jarigen leeftijd aanspraak
kunnen maken op ouderdomsrente. D
ze regeling komt hierop neer, dat
tijd moet worden nagegaan, of h
totaal betaalde premiebedrag gedee
door 25 (het laagste premiebedrag) et
quotient oplevert dat hooger is d;
het aantal aanwezige zegels. Is dit qu
tient liooger, dan wordt dit getal b
schouwd als te zijn liet aantal weke
waarover premie is betaald en wor
met dit laattte getal gerekend om va
te stellen, ot er recht op ouderdor
rente is en zoo neen, hoeveel zegt
nog ontbreken, opdat er recht op o
derdomsrente zal kunnen ontstaan,
ouderdomsrente, welke in dit geval
worden uitgekeerd, bedraagt f 156.1
per jaar.
Dan wordt op een aantal puntf
de redactie der wet verduidelijkt, ta
wijl door liet leggen van 10 procelj
op het nagevorderde bedrag aan
uitvoeringsorganen een middel wor|
gegeven, dat tot strekking heeft
regelmatige naleving der invaliditef
wet te bevorderen.
Teil aanzien van de Ouderdomsve
zekering 1919 is eveneens in de voq
gestelde wijzigingen zeer veel goej|
te waardeeren. De analogie van dej
„Waar? Binnen in hui»? Och,
gaat haast niet. Juffrouw Wörner
„Wil dat beslist niet hebben
weet ik. Natuurlijk heelt ze u stre
verboden, in haar afwezigheid den e
of ander binnen te laten. Maar ik 2
u reeds, dat zulk een verbod zich nil
tot mij uits rekt. Bovendien beloof I
plechtig, noch zilveren armbanden
stelen, noch u eenig leed te doen.'
„Zilveien armbanuen zijn bij o
niet te vinden lachte nu ook I
door de innemende verschijning v
den vre mdeling geheel overgehaal j-
meisje. „En wanneer u gelooft, d
ik het u mag veroorloven, kom d
als 't u belieft naar binnen
L'e matige groote hall, die hij betra
was met eenige rieten meubelen g
meubileerd. Hij had zijn brietje o
heel goed hier kunnen schrijven ma
nadat zij zich eenmaal over dat stren
ve bod van haar meesteres heen ge,
had, wa> de kleine klaarblijkelijk v
meening, dat zij aen voornamen vrie
van juffrouw Wörner nu ook de v(
schuldigde eer bewijzen moest. JV
een vriendelijke buiging, waarbij
weer tot over de ooren rood wei 1
opende zij een der deuren voor he
.(Wordt vervolg'