100 4 10 AL6EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEU WSCHVLAA NDEREi Ü3 Wat9riïïg Cadzand. De eeuwige strijd. PUR0L Biniieuiand. Meisjes BRESKENSSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. post f i,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK BRËSKENS Telefoon Nr>. 2? Posttfro 70179 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk :-: Dinsdag- en Vrijdagmiddag t uur 7'- jbtrgang Woensdag 5 September 5928 Wutntrcp- 3359 OR A T I S verzekering ')j- Tiabrnné's tegen ongelukken voor: gld. bij dood mm gld. bij verlies si gld. bij ver- ia gld. bij ver- aar gld. bij ver- door 7H van een hl] lies van een 4Q lies van een Ah lies van een een ongeluk. i v hand of voet. oog. duim. wijsvinger. De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij .Fatum" te 's-Oravenhage. gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gld. bij verlies van eiken anderen vinger. (S'ot Octroyeren ende accorderende voorts, dat men daartoe stellen en schieten zal op elk gemet van dezelve polders in der manieren naarvolgende ie we len de polder van Tienhonderd ende Oudeland die beide in het meeste dangier liggen en aldermeeste kost, behoudende gemet per gemet gelijke; den zand-polder, drie gemeten voor één naar advenante dat men de voor schreven twee polders tauxeeren zal. Item den Knockaert-polder den polder van vierhonderd bezuiden der Kerke van Casant. mits dat die naastliggen van de voorschreven poldets van Tienhonderd en Ouden lande niette genstaar.de dat zij geene staeck dijken en hebben jegens der Zéé ende de polder van Zuidzande liggende aan den polder van Tienhonderd voor schreven ende wat t' Zééwaerls ende van gelijken den Cap pellen polder, Bladelincx polder ende den polder van Vierhor derd beoosten ter hofstede de twee gen ten van dien al zooveel als één geniet van voorz polder van XC en de Oude lande Item ende pol der van St. Jars Nituwvliel. annex de nieuw polderhuis, de een gioot twintich gemeten ende de ander derticli gemeten St Christoffelspolderken ende het Veerschen polderken mils dateeni gen van dien binnenpolder zijn lig gende ten kleenen dangiere ende an dere binnenpoldeis liggende builen ende ook Ie cleene dangiere al zoo Jange als de voorz. polders van Tien honderd ende Oudelande staan en blijven mogen maar die innunderende zouden wezen in groote peiycle van der Zee ende omme de welk de van den lande van dien dat de drie ge meten van eiken van dezelve polders betalen zullen al zoo veel als één ge met van voorz. polders van XC ende oude lande ende mits voorz. gemeene -eveningc ende wateringe van voorz igeheelen eilande zullen cesse en te meten zijn als de particuliere ontvan gers ende gezworens van eiken polder van dien; ende dat van nu voortaan omme 't zelve geheele eiland te be »i,turene zullen ter nominatie van den gemeenen gelanden van dien bij bur gemeester en schepenen ons lands van den Vrijen gecommitteerd wezen al leenlijk één ontvanger ende Vijf ge zworens die gehouden zullen zijn alle jaeren hunlieder rekening te doene denzelven gelander, ter présentie van Jwee gecommitteerden uit der name van voorn, .'an den Vrijen ende als dan dezelve ontvanger en gezworens gecontiuneerd of te veranderd worden 73 .Juist .ja., geef hier., vlug." Wingerow sloeg zijn hoed op 't hoofd. Hij vloog. Hij kon niet meer denken, hoogstens toen hij op straat was en de koele Maartsche lucht hem om de wéngen woei: „Goed, dat ik niet in uniform benNu kan ik loopen, zoo hard ik wil". Daar was al de ingang van den min. Hij wilde niet zoo hijgend naar binnen stormen Hij zag door de open poort daarbinnen de phantastische dierenkooien, koepeltjes en daken in Ooslerschen stijl een groote ledige vlakte voor het restaurant. Daarachter een meerspiegel rozenrood en wit glanzend van flamingo's en pelikanen aan den oever enkele menschen een paar kellners dienstmeisjes en i kinderen op de zandheuvels van de Speelplaats een vreemdeling met l ten gids in de hand daar in de als ter al ter oitbaarende ende expié- dient bevonden zal wezen. Ontbieder daaromme ende bevelen den voorz hoof Jpresident en luiden van onzen seciéien en grooten rade den voorz. van orz financiën Presi dent en luiden van onzen rade van Vlaanderen ende allen anderen van orzen rechters, officieren ende onder zaten die dit aangaan zal, dat zij den voornoemden supplianten van deze onze ordonnancie, octroi ende accoordt op de conditiën ende vinancieren hier boven verhaald doen laten en gedogen rustélijke ende vredelijk genieten en gebiuiken zonder hun te doen noch Ie laten geschieden eenig hinder, letsel of te moeyenisse, ter contrarie, want ons alzoo geliefd Foorkonden hebben wij onzen zegel hier aan doen hangen, gegeven in onze stad van Rijssel den achttienden dag van Juni in het jaar onzes H-.eren duist vijfhonderd zeven en dertich van onzen keizerrijke 't XVilje ende van .onze rijken van Cas tilien en andere t XXije. - Deze op den plcy bij den Keizer en zijnen rade ende geteekend PENSART. Accordeert Foorconde de griffier dar heerlijkheden van St Baafs (geteekend) ALLAERT. Voor onze tegenwoordige begrippen is deze taal niet erg duidelijk, maar er blijkt toch uit dat het ingrijpen van eene krachtige hand zeer noodig was, wilde niet alles verloren gaan. We zien dan ook later al meer en meer polders en poldertjes, al naarmate de slikken voor indijken lijp waren, aan dien kern toegevoegd Zoo volgde 1541 de polder l'ewesten Ier Hofstede, ter grootte van bijna 106 gemeten, maar waarvan anno 1593 een 25 gemeten verloren gingen, aan de Noordzijde Deze polder was „nieuwe bedijkt en vermeeten van stuk tot st k bij Consent van de gemeene Ingelanden en gezwoorens van de Wateringe bij Thomas de Zwaaff als gezwooren Landmeeter van den Lande van dm vrije, beginnenJe in Sprokkele 1541 van zuyden inne.' In 1542 volgde de Mettenije - ter grootte van 177 gemeten, in 1547 den Eijken-polder ter grootte van bijna 173 gemeten. Deze bijde polders, werden na „gecavelt" te zijn, afgemeten en „gesmaideeltde eerste door Willem Haesbaert en als „medehuloer" Pieter Theijsbaert de tweede alleen door Pieter Theijsbaert Zij waren landme ters uit „den Ambachte van Assenede". Dan volgden in 1556 den Lijsbet- polder en den Loodijk polder, van verte een heer en eene dame ze gingen langzaam, steeds in een cirkel om een ronddeelze hielden de hoof den gebogen, ze spraken onafgebroken met elkaar. De dame had een slanke buigzame gestalte Ze had blond haar een grooten hoed met zwarte veeren daarop. Majoor von Wingerow had scherpe oogen Hij herkende haar. Hij herkende ook Ostönne Eene seconde bleef hij als verstomd voor het loket staan. Er was geen gevaar, dat ze hem zouden bemerken Gabriëlle hield steeds de oogen naar beneden geslagen Ostönne had hem nog nooit in civiel gezien Hij zou hem veranlwoording geven die ploert - oog in oogWingerow snelde in drift voorwaarts. Hij stiet tegen het tourniquet, dat de piort afsloot Naast hem zeide de controleur„Een mark enttée, als u belieft En op hetzelfde oogenblik wist Wingerow „Ik ben zoo weggeloopen, zooals ik thuis was mijne porte monnaie ligt thuis in de schrijftafel''. Hij slond daar en verloor de beiden niet uit het oog hij overlegde in vliegende haastWat doen Den welke laatste late- -alweer ongeveer 'Ir, gedeelte of 43 gemeten met den Sch-nkeldijk moest worden buitenge dijkt. Eveneens motst van den Bladeling polder een deel de latere Kleine Bladeling wo den buit-ingedijkt. Wanneer dit ge cbiedde vindt men niet vermeld, ook niet wanneer de herdijking heeft plaats gehad De Kasteelpotder v/erd in 1740 herdijkl, maar niet vermeld vond ik wanneer de eerste indijking heeft plaats gehad. Het gebeurde meerma'en dat een polder inliep, maar het gebeurde ook dikwijls dat binnen betrekkelijk korten tijd hei gat weer werd gedichtzoo als het bevel ook zegt „tij innundatie van landen elkander bij te staan van t tand te helpen verschen en de bringen Ie vu'len dijke" l'ehalve bovenvermeld afschrift werd van andere zijde een oude om- looper mij eveneens welwillend ter inzage gegeven, en waaruit zeer in t kort eenige .bijzonderheden o\erhet indijken van sommige poldertjes hier een plaatsje vondtn. O. R Ingezonden Mededeeling. Er is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behouden van een fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan Doos 30, 60, Tube 80 c'. Als ki.rd reeds hadden we gruwzaam het land aan verjaardagen, behalve aan dien van ons zelve. Een verjaar dag beteekent ten slotte niet zoo heel veel; er gebeurt niets, en hij verschiil in niets van andere dagen Onzegroo- ste moeilijkheid was weleer altijd „wal we zeggen moesten'. „Beste oom, welgefehsiteerd met uw verjaardag" Jat was het stereotiepe begin, dat geen moeilijkheid opleverde, maar ons door haar niets zeggend formalisme toch tegenstond Daarmee waren we er echter nog niet van af. We moesten ook nog iets „hopenof „toewen- schen Gelukkig loste moeder deze moeilijkheid gewoonlijk voor ons op ,Nu zijn we geen kind meer, doch verjaardagen zijn ons een zelfde gru wel gebleven, en erger nog. Onze controleur zeggenLaat me voorloo- pig doorl" Ja., in uniform ging dat misschien,, maar zoo?.. Neen dat mócht de beambte niet doen dan kon iedereen wel komen Hem het horloge in pand geven Dat had hij ook thuis gelaten „Eene markl' herhaalde de con troleur Wingerow lachte wild op Daar gingen de twee. Steeds in een cirkel. Geheel vrij, midden in Berlijn. Hij stond immers builen en kon niet naar binnen, dien kerel niet bij den keel grijpen, door den dommen streek van het toeval. Hij hoorde achter zich eene automobiel tuffen- Een heer was in eèn taxi voorgereden, betaalde en steeg uit. Wengerow wenkte in een 'plotseling besluit den chauffeur. „Ik ben in een oogenblik terug I" zeide hij tot den verwonderden controleur en sprong in het rijtuig. Hij keek nog eenige malen om: Het paar daar maakte nog geen aanstalten, om van eikair afscheid te nemen. Ze spraken rustig verder. Wei was in Gabriëlle nu en dan door de angst opgestegen en dat iemand haar zou kunnen zien. „Het is werkelijk het uiterste, Wer- hoop of wensch moeten we nu zeit formuleeren, en dat leidt ér roe, dat we de nietsbeteekenende tn soms ge veinsde plichtpleging slechts met een weerbarstigen geest hoewel toch met een vrtenuelijken glimlach kun nen vervullen. Zoo veigaat den mees- ten onzer trouwens. Het geefl een opluchting, als we onze felicitatie hebben gedaan, en een glaasje of sigaartje gelegenheid bieden om via een grapje op den jubilaris tol den normalen huiselijken toon terug te keeren. Siechls als kinderen hun bejaarde oudeis komen ieliciteeren, kan de gedachte aan den luttelen lijd, dien ze met hen misschien nog maar be leven mogen, een welgemeende harte lijkheid in hun wenschen brengen. En de zorg kan een diepe warmte geven aan den wensch van ouders tot het kind, dat met de jaren op een moei lijken leeftijd is gekomen, en geroepen kan worden een eigen weg te gaan bewandelen. o o o Dat alles overdachten we, toen we ons herinnerden, dat we deze week ons overzicht dienden te beginnen met een woord over de verjaring van H. M. de Koningin. We hebben in een bui van melancholie, waarin men alles zoo erg zwart ziet, wel eens gemeend, dat ofiicieele persoonlijkheden slechts verjaren om ons, lastige journalisten dwars Ie zilten, en onze vele moeilijke oogenblikken met één per jaar te ver meerderen. Want in het algemeen be- hooren felicitaties in de krant tot het ceremonieele protocol, of protocolaire ceremonieel van den journalist, dat hij graag met een dagje ziekzijn zouont- loopen. Maar een nader inzicht op een minder somberen dag bracht ons tot de erkenning, dat zoo n formeele plicht van den journalist toch ook wel een verdienstelijke zijde heeft, al is het maar deze, dat we worden be wogen om te overwegen, wat zulk een officieele persoonlijkheid voor het algemeen belang beteekent, en dat dóór onze woorden ook de massa tot zulk nadenken wordt gestemd. Zoo kan de herdinking van de ver jaring der Koningin ons aller bestf weer eens ve levendigen van de groote verdiensten, die H. M. zich voor land en volk heeft vergaard Dat is nu eens geen beleefdheidsfrase. We zijn ge wend om alle daden der vorstin als „gewoon" of-o, Charivarius I - van zelfsprekend te aanvaarden. De Konin gin opent de Staten-Generaal, ont vangt die-en-die, heeft benoemd tot heeft bezocht.., schonk aan.., con fereerde metvroeg belangstellend inlichtingen omtrentteekende net 1 zeide ze moeilijk. „Dat ik nu nog een keer gekomen ben, na de ontmoeting op het Lehrterstation I Ik heb je tweemaal geschreven, dat we elkaar na dat, wat daar voorviel, niet meer mochten zien - nooit meer in het levenlJe laadt een zware schuld op je, die je nooit verantwoor den kunt. „Ik verantwoord alles I Mij is alles onverschillig I" Zij schudde het hoofd. „Wat je me in deze dagen in je brieven geantwoord hebt is zoo wild, zoo verkeerd Ik heb moeten beslui ten, je nog eens te spreken, en herhaal het steeds opnieuw: Je weet niet, wat me dat kostWat voor offer ik je daardoor breng ook aan zelfachting. hoeveel gevaar ik daarbij loop uiter lijk en innerlijk- Ik ben in dezen lijd als dood. Ik ben hierheen gekomen, alleen omdat ik het verschuldigd ben, je toe te roepen: „Het gaat niet.." „Het moet gaan I „Dat is je eenig antwoord, sinds een half uur. op alles, wat ik je zegl Dat is je dank, dat ik deze laatste, wanhopige schrede uit het huis van bezichtigde opende legde de eerste siten van..., deed van baar leedwezen olijktn bij.. vertrooare de geteisterde bevolking van gaf een bijdrage vbor,- uat alles lezen we dageiyks en hel trekt nauwelyks onze aanuachl. Maar op 31 Augustus denken we toch amjd weer eens inniger aan Haar, d e wel een 'vaak steents tormeeie taak heelt te vervullen, maar wier arbeid toen inderdaad een zeer omvattende is, en die door haar be zadigdheid en bedachtzaamheid zich nimmer heeit laten verleiden tot daden oi gebaien, die tot nationale of internationale betoeringm leidden, in zooveel andere tanden, waar de sraais- nuotden met hun volken de slachtufters werden van noodlottige impulsies. De geschiedenis zat het bestuur onzer Koningin niet weten te kenmer ken coor het vermelden van oorlogen, veldslagen en veroveringen, doch zulke lauweren begeertn we tegenwoordig ook niet meer. Heele pagina s en boekdeelen zullen zijn gewijd aan den jongsten weieldooriog, en dan zulten sltchts een paar regeltjes volgen over Nederland, waarvan vermeld zal wor den, dat het terzelfder tijd, onder het wijs en bedachtzaam bestuur van Koningin Wnbelmtna, den vrede wist te bewaren en daardoor in staat was balsem aan te brengen op de wonden van de volkeren van het geteisterde Europa. Dat alles gedenkende, volgt spon taan de wensch, die anders zooveel moeite baartdat het, ons volk tot heil, aan H. M. de Koningin gegeve moge zijn, nog lange jaren haar ge zegend bestuur over o.is land uit te oefenen. —o At beredeneert de massa alle ge beurlijkheden niet zoo in bijzonder heden, onbewust dringt het toch wel tot haar door, wat we aan ons staats hoofd verschuldigd zijn, en bij bijzon dere gelegenheden zien we dan, hoe eerbied en dankbaarheid jegens onze vorstin eigenschappen van ons volk zijn geworden, die zich dan onverwacht- sterk en algemeen openbaren. Dat bleek deze week bij het koninklijk be zoek aan Drente, waar heel de bevol king de voistin op spontame wijze heeit gehuldigd en haar aanhankelijk heid heeft betoond. Dat bezoek aan Drente was de be kroning van een weldaad aan deze atme provincie, en een belofte voor de toekomst. De weluaad is bewezen door de regeering, die door werkverschaf fing, subsidies en andere sociale maat regelen den ergsten nood van de be volking heeft gelenigd. „De nood in de Drentsche venen was spreekwoor- mijn man gewaag heb. Aisetr.e mis dadigster ging ik langs het water l ik was er het liefst ingesprongen. Dat, wat me tegengehouden heeft, was al leen de gedachte, dat ik een plicht te vervullen had tegenover jou en mezelfI „Je hebt niet den plicht, bij je man te blijven 1 Je hebt hem niet liet Jullie huwelijk is ongelukkig t" „Ik praat niet van hem Iik piaat alleen van onsl Jij bent vrij, ik mei!' als jij je van hem scheiden taai? Duizend anderen, d e in vergelijking bij jou niet zooveel lijden, hebben ue kracht tot zulk een besluit „Duizend anderen zijn niet ik 1 .ik kan me niet scheiden laten mis schien wel daardoor, omdat ik eene sterke natuur ben. ik kan Je verant woording voor me zelf niet dragen, ik kan het nietl.. Ik zou het misschien wei kunnen, als hij zich in ons huwe lijk zou veranderd hebben ais hij aanleiding daartoe zou geven. Maar is geheel en al dezelfde gebleven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1928 | | pagina 1