ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Hei Wisgekkti PiROL Frniici !?l fifws. De eeuwige strijd. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. EERSTE BLAD. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Jaargang Zaterdag 1 September 1928 De Watering Cadzand iLSïes Binnenland. BRESKENSSCHE COURANT Abonnementsprijs p. 3 maanden 11.25 franco p. poet f 1,40 Ad vertentleprljs nn 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent lngez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. SOOM BLIEK TKo!°2° BRESKENS Abonnements-Advertentles zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot nlteriyk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Noinmer 3358 GRATIS verzekering r.»a gulden bij levens- jia gld. bij dood gld. bij verlies pa gld. bij ver- is gld. bij ver- ap gfd. bij ver- ia gld. bij verlies v>>- l:ib>nné's tegen DMl] lan®e ongesch"ct" iLJU door van een ÜU lies van een iü 'ies van een UÜ 'ies van een lü van e'ken ongelukken voor; heid tot werken. een ongeluk. 1» hand of voet. oog. duim. wijsvinger. anderen vinger. De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij Fatum" te 's-Gravenhage. Zooals bekend is en de naam trou wens ook aanwijst lag op het eind van de 15de eeuw van de tegenwoori dige Watering Cadzand alleen nog bo ven water liet gedeelte dat genoemd wordt „de OudeJandsche polder." In den loop van een twintig, dertig jaren, dus gedurende het begin van de regeering van Karei V werd aan de Oost- en Zuidzijde van die Oudeland- sche polder veel bedijkt. Merkwaardig is een afschrift van een bevel van Keii zer Karei tot stichting van de Watering Cadzand welk afschrift berust in het archief van de Tienhonderd- en Zwar- tepolder bij Ch. van Houte te Cadzand. Het luidt in zijn geheel als volgt: Karei, bij der gratie üods. enz., allen dengenen, die dezen onzen brief zul len zien saluut. Wij hebben ontvan gen de ootmoedege supplicatie van den gemeenen gelanden van den pol der genaemt den polder van Tien honderd gemeeten leggende in het ei land van Casand, in onzen lande van den vrijen, inhoudende, hoe dat de zelve polder die hier vóórtijds in goe de versekerheid lag (met den Inein- enden en verinindeerden) bij toe doen van de Zee, van den ouden lande van Casand aan de Oost-zijde van den welken den polder licht in grooten dangier van der zee, bijt strange en de diepte van de zee, vaste daar aankomt; hoe dat hen lieden supplianten van noode was in het jaar zeven en twintich (1500) lestleden, eenen nieuwen dijk, bij vorme van inlage, daar voren te leg gen, die henlieden koste twee pon den tien schellingen grooten op elk gemet ende bovendien heeft hen jaarlicx het honderhoud van dien ge- cost een jaar door d'anderen boven de vier schellingen grooten van den gemete ende ook waarachtig dat het voornoemde oude land van Ca sand bij tempeesten van der Zee, nu inwendig bedreigt in het jaar één en dertich lestleden ende hetwelk mede bedijkende wierdt daar uitge- slegen bovendien vijfhonderd geme ten lands met de dijken daarvoren liggende, zoodat de voorzeide pol der twee honderd vijftich roeden vér re, buiten den voornoemden ouden lande ter zeewaart inne ligt als een hooft in Zee: ende hebben de suppli anten den dijk tusschen de voorz: polder en liet voornoemde uitgcsle- 71. Daarbij dacht hij: „Vóór tien jaar moet dat mensch mooi geweest zijn." „U schijnt nog al haast te hebben", zeide hij meer dan koel. Zulk een onbe schaamdheid was hem nog nop.it voor gekomen. „Ik heb ook haast, meneer!" „Nu dan vlug, ais 't u belieft!" De ktem van de vreemde beefde. „U bent kort geleden voor den tweeden keer getrouwd, meneerbegon ze. Hij knikte. Natuurlijk, nu kwam de bedelarij. Nieuw geluk. Anderen had den dat niet - stiefkinderen van het noodlot een milde gave hij dacht: „Tien mark en daarmee basta." „Ook mevrouw uw echtgenoote was weduwe „Wat interesseert u dat?" „Ik heb haar eersten man niet ge kend. Maar zijn vriend!" Wat wilde dat raadselachtig wezen Nu verloor hij langzamerhand het ge duld. „Welken vriend...? U ziet toch wel, hoe het hier in huis overal uit- gen ende onderhouden t'heurlieder lande was, moeten verdikken, verhoo- gen ende ond rhouden t'heurlieden grooten koste zoodat zij in lange ja ren van den voornoemden polder niet alleen geen profijt gehad en hebben maar geld hebben moeten toeleggen bij allen 't welke de voorz: polder niet buiten dangier noch gepreser- veert en is, maar ter cause van de diepte en grondbreken van der Zee liggende, neffens den dijk van den voorzeiden polder werd van nooden van nieuw een partie van landen van den voornoemden polder uitte slaan en de Zee toe te geven ende een nieuwen dijk, bij vorme van inlage te leggen, 't welke henlieden zoo groote en excessive somme van pen ningen kosten zoude, zonder hulpe te hebben van den anderen lande, aan den voorschreven polder liggen de, als dat henlieden, niet mogelijk wezen zoude te doen te financieren en dat de meestendeel van henlieden zouden liever heurlieder land aban- donneeren ende laten varen dan den kost van den voorz: inlage te doene, want zij allen Jare om 't onderhou den van den dijk met Crammen van Strooi, horden en Staken wel bedra gende XIII) roeden, boven de kosten van de watergangen en de heulen en bruggen zonder eenige niehwe wer ken al zoo veel en meer te koste hebben als zij van heuren lande pro- fytcrenhetwelk niet alleen kon^men zoude ten achterdeeie van de Sup plianten maar ook zouden wij en het oude land van Casand en de an dere polders die daaromtrent liggen ende bij 't onderhoudt van den voor zeiden polder van Tienhonderd ge meen gepreserveerd worden groote- licx beschaat ende geintéresseerd wezen overmits dat de dijken van nu zeer lege zijn zouden moeten zeere verhoogd, verdict ende jaar licx onderhouden wezen hetwelk kom men en redonderen zouden t'onzen grooten ende exessiven koste ende lasten ende van de andere ingelan den van der voorschreven polders. Ons ootmoedig biddende dat het zelve overgewerkt, zonderlinge dat groote schade waere, zoo groote quantiteit van land als van honderd gemeten of daaromtrent te abandon- neeren, der Zee en verloren te la ten gaan ons believen zoude, uit onze zekere wetenheid ende absolute magt, te octroycren ende inakenc van't ge- heele eiland van Casand 't welk al te samen groot mag zijn omtrent dc vijfduizend gemeten één wateringe; achtig meer te doen dan „Den vrijheer Von Ostonne!" „AAooiDat genoegen had ik ook een paar maal!... Onlangs!— Maai wat g aat mij dien heer aan „Heel veel, meneer." „Hoezoo dan Ik ben werkelijk nieuwsgierig. Trouwens, we willen lie ver even plaatsnemen." „Dank u. U staat toch dadelijk weer op bij hetgeen ik u nu zeg." Zijn bezoekster haalde adem. „Meneer Von Ostonne en Dr. Lun- hardt waren zulke dikke vrienden het zou dus heelemaal niet vreemd zijn, als uw vrouw daarom nog met Ostonne verkeert-.v „Dat doét ze in 't geheel, niet." „Jawel!" „Wel dan moest ik het toch we ten!" „Terwijl u op'reis was, menee?, heb ben ze met -elkaar een rendez-vous gehad „U is, geloof ik, krankzinnig 1" „Ik ben goed bij mijn hoofd en ben gekomen, om u dat te vertellenen nog meerWaarom ik dat doe, is mijn zaak Majoor Von Wirtgerow zag zijn be zoekster besluiteloos aan. Zou hij haar de deur wijzen? Zou hij haar nog overmits, dat daarbij geredonneerdt zijn zoude ten voorschreven incon- venienten ende voorzien worden dat de polders van den zeiven eilande van Casand den anderen zullen hel pen ende seconderen ende dat het zelve eiland van Casand in wezen gehouden zal zijn ende boven de vele groote koster, ende vergaderingen zt.o van ontvangers, sluismeesters en an dere, die altemets in zulke polders meer bedragen dan de penningen die geemployeerd worden in 't werk of profytc van de dicage bij dezen ge- schuwt ende hunlieden hierop ver- leenen-onze behoorlijke opene brie ven daar toe dienende doen te weten dat wij de voorzeide zaken overge werkt en hierop gehad 't advies van onze lieven en getrouwen die Presi dent en luiden van onzen rade in Vlaanderen welke door onze ordor.- nancie en bevel hebben henlieden op het inhouden van de voorschreven supplicatie wel én suficantelijk ge daan informeren daarbij gekleken is, dat het meeste gttal van de gelanden al zoo wel in groote van den landen met ons als van personen in eene gemeene eveninge ende wateringe tot conservatie 't geheele eyland van Casand en om te verhinderen de groote kosten van de ontvangers en gezworenen van alle de ^particuliere polders aldaar, geconsenteerd heb ben. Wij om deze ende andere rede nen ons daartoe moverende, gene gen wetende ter bede ende begeerte van voorz. supplianten tot voorde- ring en verzekering van den gemee nen welvaart hebben uit onze regte wetenheid, autoriteit en absolute magt bij rijpe advies en délibératie van onze zeer lieve ende beminde suster de Coninginne douairière van Hongarië en Bohemen de voor ons regentc ende gouvernante in onze landen van herwaarts over ende van hoofden ende luiden van onzen se créten raad ende financiën neffens Moeders nemen voor roode, gesmette of ontstoken huid van de kleine, uit sluitend het aller beste. en" dat is Doos 30 en 60 cenl. Tube 80 cent. Bij Apolh en Drofiisfen schiep was de persoon toch niet goed bij haar verstand. Het beste was, dat hij de zaak kort maakte. „Uwe inededeelingen laten me totaal koud!" zeide hij. „En nu zullen we dat punt laten rusten, niet waar Geeft u voor mijn part een geheel detectieven- instituut den kost Maar niet in mijne aangelegenheden. Anders zal jk andere maatregelen nemen!" „Ik heb met detectieven niets te ma ken. Ik heb alles zelf gezien! Ik heb voor de woning van Ostonne gestaan, toen hij er uit gekomen is, en ben 'hem gevolgd!" „Waarheen In hare oogen flikkerde een glans van razende jalozie. Ze ging verder: „Op het Lehrterstation. 's Avonds laat!" „Met zulke ongevraagde mededeelin- gen, juffrouw, neemt u slechts tusschen twee stoelen plaats! Ik ben geen voor werp voor den wraaklust, dien u, zooals het schijnt, tegenover meneer von Os tonne koestert! Wanneer zulk eene sa menkomst met mijne vrouw voor zijn vertrek naar Afrika plaats gevonden heeft, dan zie ik daar totaal niets in, zooals u trouwens zoo even zelf heel begrijpelijk vondt!" De woorden sidderden hem on de haar wezende, van den zeiven lande van Casand gemaakt en geordon- neert, maken en ordonneren bij de zen eene gemeene eveninge ende wa teringe van alle de polders daar inne liggende uigedaan van St.-Jorispol- der onlangs bedijkt ten .ware dat de ingelanden van dien den scheidijk van denzelven poldder t' kunnen pro peren koste als voren sufficantelijk versterken, hoogen ende uitleggen wou den; omme van nu voortaan met malkandcren te gelden en te con- tribueeren en 't jaarlijks repareeren, hoogen, uitleggen en versterken van alle de dijken'van denzelven eilande ende inzaten insgelijks, leggende als het noodzakelijk en profytehjk wezen zal, sluizen, heulen ende watergangen te repareeren ende ook nieuwe te maken, bij innundatie van landen elkander bij te staan van 't land te helpen verschen ende bringen te vpllen dijke ende voorts generalijk en specialijk bij alle noodzakelijk heden daartoe behoorde. (Sjpt volgt.) Eervol ontslag verleend. Bij Kon. besluit van 24 Augustus is aan jh-, ir. R R. L de Muralt. op zijn verzoek, met ingang van 1 November, eervol ontslag verleend als burgemees ter der gemeente Borculo, onder dank betuiging voor de gewichtige diensten door hem als burgemeester bewezen. p o o De Nederlandsche Spoorwegen De maand Juli is blijkens de uitge komen voorloopige ontvangstcijfers voor de spoorwegen gunstig geweest. Het reizigersverkeer heeft, vergeleken bij dezelfde maand van het vorige jaar, meer opgebracht f 479 047 47 dat van bagage f 3972 54 De ontvangsten voor brief- en pakketpost gingen met f 22,000 vooruit. Daarentegen valt voor de ontvangst van goederen een teruggang te con- s'ateeren -van f 68,772 87 Wel ging het goederenvervoer in binnenverkeet met f 203,968,73 vooruit, doch de ont vangsten in verkeer met het buitenland daalden met f 272,741 60. De ontvangsten voor het vervoer van levende dieren en lijken steeg met f 1597,76, waarnaast evenwel de diverse ontvangsten terugliepen met f 31,078,81. uit, zooals hij wilde. De donkere, bran dende oogen daarginds waren strak op hem gevestigd. Ze prikkelden hem tot drift. Tot de gedachten: „Jammer, dat dat geen man is! Dan kon ik dien kerel den trap afgooien voor de infame leugens! Leugens zijn het... Hysterie!.. Anders niet!..." „Het beste is dat u, eens naar een zenuwendokter ^aat!" hernam hij, op staand en naar de deur loopend, om deze te openen. „U lijdt aan halluci naties, mejuffrouw! Meneer von Os tonne is reeds begin dezer week naar Oost-Afrika vertrokken!" „Hij wilde vertrekken!" „Juist. Dat heb ik zelf bij mijn zwa ger vernomen!" „Maar hij is op het laatste oogenblik weer uit den trein gesprongen! Toen heeft hij in 't publiek op het station den arm om uw vrouw gelegd en haar gekust..." Wingerow tuimelde eene schrede te rug. Hij was aschvaal. Denk wel aan uwe woorden, juffrouw juffrouw von Wieser..." „Ik heb er vlak naast gestaan. Ze waren beiden zoo van streek. Ze heb ben me in 't geheel niet bemerkt!" „U liegtI Voor den donder! U liegt' .Ik zeg de u Het totaal der geschatte ontvangsten over Juli 1928 bedroeg f 406.767,09 meer dan die over Juli 1927. Wanneer daarbij in het oog wordt gevat dat de definitieve cijfers steeds eenige tonnen hooger zijn dan de ge schatte, d<n mag zeker van eer guns tige maand voor de spoorwegen ge sproken worden. Over de eerste zeven maanden van dit jaar bedroegen de ontvangsten f 6 584 171 13 meer dan over dezelfde periode in 1927 Onderscheidingen. In onze provincie werden ter gele genheid van den jaardag van H. M. de Koningin, de volgende onderschei dingen toegekend en werden benoemd: tot ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw A. van der Weijde, lid van üed. Staten van Zeeland te Zierikzee; tot ridder in de orde van Oranje Nassau: G. A. Hajenius, burgemeester van Goes; D. Koopman, oud-kringkeurmeester voor vee te Nieuwerkerk; D. W. Lindenbergh, landbouwer te 'sHeer Arendskerke; W. Kosten, directeur der bijzondere handelsschool te Middelburg; A. van Houten oud-hoofd der open bare lagere school te Nieuw- en St. Joosland, wonende te St. Laurens; C. de Looze, apotheker, te Zierik zee; is toegekend de eere-medaille, ver bonden aan de Orde van Oranje Nas sau, in zilver J. Kramer, oud-gemeente-ambtenaar, te Zierikzee Johs. Wisse, tuinbaas in dienst van mevrouw de wed. Vader van 'sGraven- polder-Kolff, te Wissenkerke; den eerste-gezagvoerder aan boord van 's Rijks lichtschip „Noordhinder" A. J. de Munck te Vlissingen; den loodsschipper der 2e klasse aan boord van een motor-betonning- en verlichtingsvaartuig G. Drijver; D. Bal, opziener le klasse bij de visscherljpolitjc op dc Zccuwsche Z. Stroomen te Zierikzee; J. C. Cornelisse J. Hn., controleur le klasse bij de visscherijpolitie op de Zeeuwsche Stroomen te ierseke; G. J. Verhagen, te Vlissingen, hoofd machinist bij den Prov. Stoomboot-» dienst op de Westerschelde J. Barentsen, te Middelburg, assis- „U liegt! U mag uw schepper wel danken, dat u eene vrouw bent! Anders stond u nu niet meer zóó voor me!" „Daarmee maakt u nu toch niet de zaak ongedaan, dat uwe vrouw zich op dit oogenblik, heel dicht bij, weer bij Ostonne bevindt!" „Wat?" „Bij de groote roofdierenkooi in den dierentuin. Als u niet gelooft, gaat u er dan zelf heen!... Hij trad met een afgebroken uitroep op haar toe. Hij balde de vuisten te zamen. Hij stiet heesch uit: „Als dat verzonnen is dan wee u..." „Ik kom toch juist daar vandaan! Het zijn nog geen duizend meters!" Ze was nu opvallend kalm geworden, haar gezicht als versteend. Ze herhaal de: „Overtuigt u zich zelf!" Het volgende oogenblik was ze in de kamer alleen. Wingerow wierp, zondei nog naar haar om te kijken, de deur open. Hij vloog de trappen af. Hij trok den pet van den kapstok, hij wilde in de haast de sabel omgespen. Dan hoorde hij de bescheiden stem van den bediende naast zich: „Pardon! Meneer is in civiel!"

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1928 | | pagina 1