BIJVOEGSEL
Breskenssche Courant
tiuitenland.
Binnenland.
van de
Woensdeg 22 Augustus 1928
TWEEDE BLAD.
De groote mogendheden doen blijk
baar haar uiterste best om de volkeren
te doen gelooven in haar bedacht
zaamheid voor het bewaren van den
vrede. Kleine, doch roerige naties
worden tot kalmte gemaand. Lithauen
o a en Bulgarije, welks revolutionnaire
Macedonische organisaties moeilijk
heden willen bezorgen aan Joego
slavië, waar de regeering de handen
reeds vol heeft om de Kroatische
minderheid baas te blijven.
Bovendien hebben veertien der
voornaamste staten ter wereld zich
plechtig verbonden om geen ruzie met
elkaar te maken en alle geschillen
aan arbitrage te onderwerpen Dat
verdrag heet het Kellogg pact. Als het
van de papieren verbintenissen af
hangt, krijgen we zeker nimmer meer
oorlog, want behalve dat Kellogg pact
hebben we ook nog een Locamo-
overeenkomst en een verdrag van
Genève, om de minder belangrijke nu
maar niet te noemen.
We vinden er altijd iets huiverigs
in, in dat regelen van den vrede door
middel van allerlei papieren overeen
komsten. in het dagelijksch leven
wordt nergens heftiger over geproce
deerd, dan over dingen, die in con
tracten zijn vastgelegd. ,Si vis bellum,
para pacem heet de nieuwste variatie
op een bekend spreekwoord. .Indien
ge oorlog wilt, bereidt dan den vrede'
't Is sarcasme, doch er ligt een grond
van waarheid in- Vrede moet geboren
worden of behouden blijven door den
geest der menschheid, maar al te veel
overeenkomsten en contracten kunnen
aanleiding geven tot wantrouwen en
tot kwesties over de draagwijdte.
o—
Ais we lezen, hoe een eilandje bij
Flores in Ned. Indië, door een aard
beving en vulcanische uitbarstingen
geteisterd is, waardoor meer dan een
vijfde deel der heele bevolking om
kwam truim 1300 dooden vielenl en
hoe in de stroomversnellingen op de
Jangtse, in China, 500 schipbreuke
lingen hun einde vonden, dan worden
we even stil, om te gedenken, hoe
boosaardig die wondermooie tropen
natuur kan zijn, en hoe ve lig we hier
op onze rustig vloeiende stroompjes
varen. Dan klagen we niet meer over
een beetje regen of wind. maar zege
nen we de omstandigheid, dat onze
bodem zóó vertrouwd is, dat het
schrikkelijke wee dier verre mede-
menschen voor ons ondenkbaar wordt.
We hebben een week van .blijde
incomsten" achter den rug. Daar zijn
allereerst de Olympische heldinnen -
Haagsche turnsters en Rotterdamsche
zwemstertjes -, die onder veel fanfares
en gejuich haar woi nsteden zijn bin
nengehaald Ze hadden in Amsterdam
al zooveel wierook gesnoven, dat de
nieuw geblazen wolken haar wel niet
bedwelmd zullen hebben. De daggo
dinnen zijn thans ondergegaan in de
sleur van het dagelijksche leven en
zullen spoedig vergeten zijn tenzij ze
haar sporlieven roem weten te hand
haven doot het verwerven van nieuwe
lauweren. Dat is het noodlot van de
jacht naar recordser is geen einde,
geen grens, - van het lichaam moet
steeds meer gevergd worden, totdat
het geheel is gesloopt. Dat geldt voor
de meeste takken van sport, wellicht
het minst echter voor het turnen, dat
meer een spel van elegantie rythme
en lenigheid is. een spel dan ook
waar ten onzent zoo goed als géén
belangstelling voor bestaat
Den Haag hf eft rog een beroem ie
vrouw ingehaald, een ster, die la gen
tijd van de eerste grootte wa=. hoe
wel thans aan het verschie'en. De
drommen waren nóg grooter en nóg
dichter, het enthousiasme veel inten
ser, dan bij den intocht der sjorthel-
dinnen. Heel Den Haag was uitge
loopen om e n negermeisje in te halen,
Josephine Baker, een revue artiste,
met niet meer en niet minder talent,
dan vele duizenden van sonrtge
lijke of lichtere kleur, maar eene, die
„naam'' gemaakt heeft door haar durf
om ten tooneele te verschijnen in nog
minder' toilet, dan de mondaine en
demi-mondaine jonge dames wereld
tegenwoordig behoeft om zich gekleed
tc achten En ze kon dansen wild en
exotisch, zoodat haar „kunst'' de ware
uiting der negercultuur werd geacht,
waarvoor het beschaafde Europa he
den ten dage in extase pleegt te gera
ken
Maar zelfs Parijs raakt uitgekeken
op het glanzend vette huidje van een
bleekzuchtig negerinnetje en Josephir e
bedacht, dat het goed was om op
tournée te gaan Ze raakte verzeild in
Weenen en Boedapest, waar haar
komst tot eenige sensatie aanleiding
gaf, doch waar men nog veel gauwer
dan in Parijs het interessante van
Josephine had afgekeken zoodat ze
met de stille trom vertrok.
Toen eindelijk kwam Holland aan
de beurt. En Den Haag was dwaas
genoeg om het danseresje binnen te
halen als gold ze het achtste wereld
wonder. Alles stond zich te vergapen
Heeren met mooie namen en kale
hoofden vormden zich tot een lijf- of
eerewacht, bloemstukken werden aan
gedragen en door overvolle straten
moest politie te paard een weg banen
om aan Josephientje en haar garde
den tocht naar het theater mogelijk te
maken. Daarklonk het oude,
deftige en stemmige Wilhelmus haar
tegemoet Op den eersten avond van
haar optreden was de zaal overvuld
met een publiek, waarvan het grootste
deel zich wellicht miskocht gevoelde
omdat de groezelig-bruin-zwarte dan
seres niet zoo canaitleus optrad, als
haar renommée had doen verwachten.
En buiten dromden ho- derden die
geen plaats binnen hadden kunnen
krijgen, en thans tot 12 uur in den
nacht en langer bleven wachten in de
hoop een glimp te zien te kiijgenvan
het befaamde negerkind.
Wat stellen de Hollands he menschen
zich toch beschamend aan. En wat
is onze cultuur toch maar een dun,
zeer dun beschavingsvernisje
De derde, die zijn triumphalen in
tocht deed in ons land, was de jeug
dige Sjef van Dongen, wiens vijfjarig
verblijf op Spitsbergen op zien zelf
reeds een zeer behoorlijke prestatie
was, maar die door zijn moedige po
ging tot redding van de groep Nobile
terecht de bewondering van alle wei
denkenden binnen en buite i onze
grenzen hetft opgewekt Zijn hul liging
was a leszins ve-diend, maar we vin
den het jammer dat die niet van een
eenvoudige spontaniteit was doc i uit
officieele ontvangsten en cufige toe
spraken bestond, waardoor dezetwin-
tig- jarige jongeling tot een fata'e zelf
overschatting gebracht zou kunnen
worden We hebben echter veel ver
trouwen dat zijn eenvoud en nuch'ere
zin hem daarvoor zullen h >eden
Er zijn Nederlandsche journalisten
geweest, die hem tot Bergen, in N or-
wegen zijn tegemoet gereisd, andere
vingen hem aan onze grens op Als
men leest, hoe zoo'n dagbladschrijver
hem wilde vertokken tot het geven
van een oo d el waartoe de jonge man
volstrekt niet competent geacht kon
worden, en dat gevoeligheden zou
hebben geprikkeld de man van de
krant rroeg bijv, wat zijn meening
was over de expeditie van Nobile, en
hoe hij over zijn tochtgenoot, den Ita
liaanschen kapitein Z>ra dacht!
dan verheugt men zich dat v Dongen,
hoewel in ontwikkeling misschien niet
de gelijke van zijn interviewer dien
in bescheidenheid toch ver bleek te
overtrtffen door het antwoord schul
dig te blijven
o
De ramp. die Heerlen trof ter ge
legenheid van de daar gr hoeden vlieg-
demonstraties, heeft nog eers de tan-
dacht gevestigd op de organisatie van
„pleziervluchten Het luchtverkeer
ontwikkelt zich nog steeds, hoewel op
geen stukken na in dien mate. als de
pioniers van het burgerlijk luchtver
keer zich dat hadden voorge teld. Het
vervoer blijft te duur en het gevaren
risico te groot Iemand voor wien er
zeer bijzondere belangen mee zijn ge
moeid om enkele uren eerder in een
bepaalde plaats te arriveeren, kan dat