AL6EME£N NIE W ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
De eeuwige sirjjd.
Hoest, Keelpijn
ïRESKENSCHE
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 francs p. poot 1,40
Ad vertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. re^el.
Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU
voorheen E. BOOM—BLIEK
T5o.'T breskens
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
37e jaargang
Zaterdag 31 Maart 19i8
Nummer 3316
gratis verzekering aas gulden bij levens- gld. bij dood mm gld. bij verlies pa gld. bij ver- i* gld. bij ver
voor de abonné's tegen yljlj 'ange ongeschikt- ijjjj door /Q van een hM lies van een 4[j lies van een
ongelukken voor: heid tot werken. at»» een ongeluk. hand of voet. oog. duim.
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum"
p gld. bij ver- i* gld. bij verlies
óh hes van een f] van eiken
wijsvinger. anderen vinger,
te 's-Gravenhage.
een bres is geschoten in de
verhouding tusschen werknemer
en werkgever.
De Wetgever heeft 'zich hier
op het standpunt gesteld, dat
op den wetkgever den moreelen
plicht rust'.e de finantieeie ge
volgen van de bedoelde sociale
voorzieningen te dragen. Het
getuigde inderdaadniet van Staats
manswijsheid een dergelijk prin
cipe vast te leggen.
De verhoudingen hebben daar
door dan ook inderdaad zeer
geleden. Den werknemer is de
overtuiging bijgebracht, dat de
werkgever den plicht steeds ver
zaakt had. En het „wiens brood
men eet, wiens woord men
spreekt" maakte nu plaats voor
de theorie dat de werkgever is
„maatschappelijke tegenstander".
Helaas echter gaat de wetgever
nog steeds met dergelijke, in
wezen revolutio.nnaire, denkbeel
den door. Niet alleen dus dat
de overheid ons zeer veel lasten
oplegt, zij maakt het ons ook
veel moeilijker.
Overigens worden vele maat
regelen nogal stelselloos geno
men. Eén ding s'aat echter vast.
de nadeelen van de maatregelen
zijn steeds aan de zijde van de
landbouw, aan die van het platte
land in het algemeen
Een sterk voorbeeld daarvan
getft ook de wet van 1897, rege
lende de financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeenten. Ik
wees hierop reeds in mijn rede.die
ik te Middelburg hield, waar ik de
voorgestelde maatregelen lot be-r
scherming der suikerindustrie
bestreed. De wet van 1897 wordt
thans herzien en wie gehoopt
mocht hebben, dat er verbetering
zou komen voor het platteland,
zal wel ontnuchterd zijn als hij
de opvatting daarover hoort van
den bekwamen Stroinl^ voorzitter
van de Overijselsche Maatschappij
van Landbouw.
Typisch is het ook hier weer
dat de commissie die voor de
herziening van deze wet in het
leven is geroepen, de Regee ing
van advies te dienen, zich tegen
genoemde aanvallen \erdedigt
door de opmerking, dat het niet
de bedoeling is. rekening te hou
den met de financieele positie
van de gemeenten, zoomin als
dit de bedoeling is geweest van
de wet van 1897 Ook hier weer
een voorbeeld van het systeem
om de maatregelen zoo onoegrij
pelijk mogelijk te maken ter be
reiking van het bepaalde doel.
Werd hier gelijkstelling tusschen
stad en plalteland betracht, dan
zou bijv in Retiarchement de
hoofdelijke omslag met 1/3 kun
nen verminderd worden. Dat wil
dus nogal wat zeggen.
Mijne HeerenAls ik U ver
der zeg dat de tegeering de be
doeling heeft, althans bij het
Departement van Arbeid zit dit
voor in te voeren de ziektewet,
en deze zoo te regelen, dat U
de helft van de premie van Uw
personeel zult hebben te beta
len. En als ge weet, dat de meer
derheid van de besturen der
verschillende vereenigingen en
kassen, die de wet zuilen uit
voeren, uit arbeiders zal bestaan,
dan ziet ge wel, dat hoe langer
hoe minder rekening met U zal
worden gehouden
Bij het in leven roepen der
Radenwet - wet tot uitvoering
der arbeidersverzekering heette
het, dat door het samenbrengen
van maatschappelijk tegenover
elkaar staande g oepen onder
leiding van een onpartijdigen
voorzitter een gelukkige oplos
sing was gevonden. Uit mijn be
toog is gebleken, welke waarde
ik dit principe toeken. Ik wijs
er echter alleen maar op de
stelselloosheid, die nu weer dui
delijk bij het ontwerp ziektewet
naar voren komt. Verder heeft
men op genoemd Departement
uitgebroeid, dat bij werkeloos
held door U als werkgever in
de kassen zal moeten worden
bijgedragen. Indien er dus op
Ingezonden Mededeeling.
Mijnhardt'sHoesttabletten. Doos 30 ct.
Mijnhardt's Keetpijntabletten,
60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
een gegeven oogenblik een toe
stand ontstaat, dat U Uw men-
schen niet meer in het werk
kunt houden, omdat Uw bedrijf
niet loonend meer is, dan moogt
U ze wel afdanken, maar betalen
zult ge.
Groote moeilijkheden van na-
tionalen aard hebben wij dus te
verwerken. Ook op internationaal
gebied liggen er voor ons zeer
vele klemmen en voetangels. Ik
wijs U op invoer verboden en
beschermende maatregelen van
allerlei aard en voor allerlei
producten in de verschillende
landen. Hierover zal ik het echter
niet hebben Inde tachtiger jaren
hebben wij ook een economische
depressie gehad, maar toen was
de oplossing veel gemakkelijker
dan thans. Toen was de landbouw
in ons land zeer achterlijk thans
is dit echter het geval niet. Toen
kon door verheffing van den
boerenstand en door wetenschap
pelijke voorlichting die achter
stand worden ingehaald en dit
is ook inderdaad in betrekkelijk
korten tijd gebeurd.
Thans echter kunnen wij den
toets der vergelijking met alle
landen doorstaan en de middelen,
die toen zijn toegepast zullen nu
de oplossing niet kunnen bren
gen En al zien wij heel veel
schrijven over de moeilijkheden,
waarin wij zittende weg tot
oplossing zien wij nog steeds
niet vermeld. Het zal dan ook
wel blijken, dat wij gemakkelijker
de put worden ingedreven, dan
dat wij eruit worden gehaald. Zie
Duitschland.
Bij al de genoemde moeilijk
heden hebben wij het zeer on
gunstige weer in het afgéloopen
jaar gehad, wat de ellende nog
aanmerkelijk vergroot. Hier sta
ik echter niet lang bij stil, omdat
dit een kwestie is van voorbij-
gaanden aard en in ieder geval
geen gevaar inhoudt voor de
toekomst.
Maar wel de maatregelen, die
van Regeeringswege worden ge
nomen Hoe meer door de over
heid wordt geregeld, hoe slechter
de landbouw en trouwens het
geheele platteland er aan toe zal
De malaise in den landbouw,
het verloop hiervan en e nige
middelen, die tot verbetering
zouden kunnen leiden.
II.
Daardoor worden de Rijksuit
gaven steeds grooter en waar de
landbouw als een veilig bedrijf
geldt, kan daar altijd wel wat
gevonden worden En juist het
karakter en de gewoonten van
den beer werken daar zoozeer
toe mee. Als het hem slecht
gaat, moppert hij wel veel en
critiseert hij op alles en nog
wat, maar hij past zich toch
onmiddellijk aan. Hij gaat weer
maar wat harder werken en wat
zuiniger leven en brommende
en mopperende getroost hij zich
weer maar de offers. Bovendien
is hij veelal het slachtoffer van
de theorie, die Dr. van Daalen
verkondigt, n.l. dat de geschie
denis bewezen heeft, dat de on
tevredenen in de maatschappij
het best in bedwang gehouden
worden door maatregelen, waa -
van zij niets begrijpen.
En dat er in de laatste jaren
veel maatregelen genomen zijn,
die offers van ons eischen, zal
niemand ontkennen en dat in
meerdere van die maatregelen
een eigenaardig karakter ligt,
zal evenmin ontkend worden,
maatregelen zelfs van opportu
nisme, die een volksvertegen
woordiging niet waardig moes
ten zijn. In het begin van mijn
betoog wees ik op de vele wet
telijke bepalingen der laatste
jaren, waaronder vele van fisca
le aard, en ik noem dande
inkomstenbelasting met daar
aan gekoppelde en zeer verhoog
de gemeentebelasting, mede een
gevolg van maatregelen van de
regeeringde bepaling van de
schatting van de koopwaarde
der gronden de steeds hooger
wordende polderlasten door
wegaanleg; de invaliditeitswet-
geving; de ongevallenregeling,
zegel- en registratie-belasting
uitvoerbelasting (vleeschkeurings-
en veewet.)
Voorts wijs ik er op dat bij
het instellen der sociale wetten
y£9££X.SYei$,
29.
Ze noodigdc hem maar voor
den vorm uit. Ze wilde geen
zwakheid, geen afwering toonen.
Ze waa er van overtuigd, dat hij
zou bedanken. Maar tot hare
groote verwendering boog hij
tosatemmend het hoofd en volgde
haar naar de andere vertrekken.
Maar tot hare groote verworde-
ring boog hij toest»mmend het
hoofd en volgde haar naar de
andere vertrekken. Daar waren
reeda majoor Von Wingerow,
ha e moeder, hare zuster met
haar bruidepom en andere dames
en heeren. Ze verwonderde zich
over de vreemde gezichten,
waarmede men Ostönne aanzag,
toen ze onbeschroomd glimla
chend binnentrad en de aan
wezigen begroette. Datbeleedip-
de haar zelfbewustzijn. Ze trok
haar toekomstigen zw8ger in een
hoek
„Hoor eens: Ziin jullie dan
allemaal gek? wat beteekent
dat, wanneer ik een oud vriend
van rorin man bij me ontvang?
Dat zal ik als weduwe toch nog
Wel mog»n Denken jullie allen
voor mijn part wat jullie wil
len 1Maar zet tegenover de
vrouw des huizes niet zulke
oogen op 1Dat is onbeschaamd!
Daarvan wensch ik verschoond
te blijven
„Oogen 1tegenover u
,Dan moest ik blird zijn, als
ik dat niet zag 1"
„Dat geldt toch niet u 1"
„Wie dan
„Ostö ine".
JuistOs ömi en mijl"
„Neen. H m alleen IWe
waren alleen tot n hij binnen-
k» am, een beetje verbaasd I
Vandaag hadden irrmeri de
behandelingen in den Rijksdsg
plaats., nu ja., u bemoeit zich
niet met politiek 1 Daar is het
aardig toegegaar Ze hebben
bij de koloniale begrootii g Os
tönne een zordenregister voor
gehouden nu als ook maar
de helft daarvan waar is nu
beweren ze ook neg, ze hebben
een oorgetuige een missio
naris, die dezen gruwel bevesti
gen zal Ik geloof er niets van.
Maar alleen daarom storden ze
daar juist zóó vreemd.,"
„O zeide G*br le. De
kapitein lachte. „Waarom die
kerel elgenlhk geblevm is? Hii
begri'pt van muziek net zooveel
als een Rhinoceros van de mond
harmonica IHij zal zich wel
vervelen, vanavond 1"
Werner Von Oaf me stond
alleen voor zich heen te kijken
in de neveczaal, midden in het
groote vertrek, naast den schil
ders-ezel mi t hetLenbechportret
van Gabriëlle. Dat had hij larg
en aandachtig bekeker. Nu
draa de hij het hoofd om. Hij
scheen te begrijpen, dat men
over hem sprak. Maar dat liet
hem koud. Hij veranderde niet
van plaats, ook niet, toen de
muziek begon ea de anderen
zich in de kleine witte empire-
zaal om den vleugel achaarden.
Hij kon Gabriëlle riet zien. De
lange, min of meer smalachou-
der;ge gestalte van Majoor von
Wi igerow stond daarti sschrn.
Hij hoorde slechts, hoe de toet
sen klonken hij vernam dan
eeD d'fpe altatem dan plot
seling als uit de hoogte van het
plafond af, inzettend, haar kris
tallen, triomfeerende sopraan.
„Uber allen Gipfeln
1st Ruh
Feestelijk klonk het Dcët von
Rubenstin. Os'önoe moest glim
lachen. Die lui om de piano
trokken zulke malle gezichten.
Ze standen daar als wassen
beelden, Hij kon nu begrijpen,
wat zijn vriend hier geleden had.
Nu trad Wingerow op zijde, om
de pianospeelster, eene kleine,
ronde dame met eeDe lorgnet
op den neus, het blad om te
draaien. Oslöme zag nu het
gelaat van Gabr ëlle. Ze legde
het hoofd in den nek, hare grijze
oogen hadden iets liidends Zij
leek wereldontrukt. De kaarsen
aan beide zijden van het instru
ment kleurden haar verlangend
gelaat met een rooakleurigen
schemer en verguldde haar zijden
glinsterend haar, als dat eener
Lorelei. Hij voad het vreemd,
hoe al dese mentchen, zoo door
de musiek ia beslag genomen
werden, dat niemand oogen voor
zoo'n mooie vrouw had, maar
alleen voor dat getjin gel..
„Warte nur, balde
Rullest du auch 1"
Hij keek, zich vervelend, in
de kamer rood. Daar was weer
eene kale plek op het eenkleu
rige prachtige roode behangsel.
Daar had onlangs ook nog een
portret van den armen zwerve
ling gehangen, van den huisheer,
die nu reeds lang de rust genoot,
die hij hier tusschen al het
wereldgenot niet gevonden had.
Onwillekeurig keelt Wemer von
OstQnne naar zijne weduwe. Ze
zijn. Immer geschiedt bevco
rechting der steden tegenover he i
platteland Het platteland betaa i
véél hooger lasten dan de stedi n
en men heeft er letterlijk nieis.
Niet alleen de belasting, maar
alle voorzieningen zijn duur
electriciteit, waterleiding enz. In
vele gevallen de dubbele ptijs
van heigeen men in de stad bc
taalt
Hoe in dit alles verbetering
te brengen
Hierop een afdoend antwooid
te geven, is zeker niet het ge
makkelijkste deel van mijn betoog.
In de eerste plaats moet de
wetgever de lasten verlagen en
in geen geval hooger stellen dan
strikt noodzakelijk is. Wanneer
de regeering overschotten van
uitvoerj keuringsgelden van
vee en vleesch in de schatkis'
laat vloeien, zooals het geval is
geweest, handelt zij daarmede
onbillijk tegenover degene, di
de keuring moet bekostigen, in
casu, de boereo.
Wanneer de regeering toege
zegde bedragen in het invalidi-
teitsfonds inhoudt, omdat de pre
mie meer opbrengt dan zij had
gerekend, dan handelt zij daar
mede onbillijk tegenover degene,
die de zegels moet betalen. En
dat de regeering hier in het groc
werkt, moge blijken, waar in 1924
en 1925 telkens f 19.7 miilioen
werd ingehouden, in 1926 12
miilioen in 1927 10 miilioen. In
1928 zal 8 miilioen onthouden
worden en voor volgende jaren
4 miilioen. Tegen dergelijke
maatregelen moeten wij opko
men. Bovendien, wij moeten
eischen, dat de kosten der soci
ale wetten door de gemeenschap
worden gedragen daarop hebben
wij recht. Als een boer zijn gan
sche leven hard werkt en op zijn
ouden dag blijkt arm te zijn en
die gevallen komen nog vrij veel
voor, dan wordt hij aan zijn lot
overgelaten. Dat is in hooge
mate onbillijk, omdat voor de
arbeiders en voorts voor allee,
die in staatsdienst zij", wordt
gezorgd. Er zijn inderdaad zeer
veie landbouwers, die een lager
inkomen hebben dan vele arbei
had, al zingende zijn blik ge
volgd. Zij wist, wat hij daa-
vermiste. Eene seconde had
eene plotaelinge stomme pr-
dachtenwiiaeliog tusichen hen
beiden plaat toen «loeg haar
•tem even om dan klonk ze
helder verder.
In de pauze die nu volgde,
dacht nu Os'öme er over na, oi
hij nu Diet gaan zou. Het kon
heel goed ongemerkt gebeurer.
Hij begreep zeif niet, waartm
hij het niet deed. Het was toch
geen genoegen, hier te luisteren.
Daarmee had Paul wel geliik
gehad die lui waren gek. Ze
hadden iets dweepzieki, zoolang
ze ia de witgouden zaal wa>eD.
Ze stoorden zich aan niets ter
wereld, dan aan hunne muziek.
Maar., daar,, nu.. Hij trok de
wenkbrauwen op., daar waa op
een gezicht een menschelijke
trek daar atond Majoor von
Wiogerow, op zijde, en zag
Gabriëlle aan, terwijl ze weer
zong alle anderen hadden de
hoofden over de muziek gebo
gen en droomden., zag haar
aan in alle atilte ja zonder
twijfelhoe, was die man op
haar verliefd zijne oogen hin
gen vol aandacht, vol aanbidding
aan baar,
(Wordt vervolgd,)