25 ALGEMEEN NIEUW! ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAAfiDEBEN 10 Sinterklaas. IROL m mttETem. MERtEL. winterhanden^ schrale lipfJen-ruwehuid ^rzachier, geneest Weekrevue. CH NSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENS S EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.2E 1,40 Advertentlepr|jsvan 1 5 r; ,1 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Med p. regel. Dr^ker- Uitgever J. C. LE BLEU voorbeen E. BOOMBLIEK BRESKENS Telefoon No. 21 Postgiro 70179 Abonnements-Advertenties zeer billfjk tarief. Advertenties worden aangenomen tot n 11 e r 1 jj k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 nnr 37e jaargang Zaterdag 3 December 1927 Nummer 3283 GRATIS verzekering gulden bij Ie ene gld. bij dood a» gld. bij verlies wm gld. bij ver- ra gld. bij ver voor de abonné's tegen Vj ifj lange ongeschikt- 'ijjl door /h van een hM lies van een lies van een ongelukken voor: heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. De risico van bovenstaan; v ekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij .Fatum' gld. bij ver lies van een wijsvinger, te 's-Gravenhage. gld. bij verlies van eiken anderen vinger. We zagen dezer dagen een Engelsche cariatuur teekening een kerei als een boom is bezig een man af te tuigen, die, danig toegetakeld, onder hem op den grond ligt. Een agent komt toe geloopen en vraagt barsch, wat dat alles te beteekenen heeft. „Hij heeft mijn jongen verteld ant woordt de afstraffer, „dat St Ni- colaas niet werkelijk bestaat 1" „Goed zegt dan de agent, den man zijn gummistok overreiken de, „ga dan je gang maar, ik heb ook kinderen". t Was maar een spotprent, een grapje, maar ze illustreerde wel overduidelijk, hoe wij. groo- te menschen er op gesteld zijn, dai de jeugd omgeven blijft met het fantastisch waas van die lief lijke kindersprookjes, die moder ne poedagogen zouden willen bannen, omdat ze in strijd zijn met de waarheid, die zij tot in haar uiterste consequenties toe gepast willen zien, ook al moe ten daardoor de lieflijkste droo- men aan de jeugd onthouden of ontnomen worden. De Sinterklaas-legende, het verhaal van de Kerstmannetjes en dat van de Paaschklokken,- zijn zij nu eigenlijk wel leu gens in den eigelijken zin des woords We geven den kinderen die verhalen, welke zij mooi vinden, en die zij met eigen fantasie uitwerken en verbreeden. in den beginne gelooven ze er aan, naar mate ze ouder worden, doen onze nadere verklaringen de mooiere verhalen in een ander licht schijnen,, in het licht van de sproke, die tenslotte niet min der mooi is dan de vroeger ver onderstelde realiteit We brengen de waarheid dus langs den weg der geleidelijkheid. En dan, wat een vreugde en blijheid brengt ons klein jokken tje den kinderen niet. Hoe kun nen weken te vo en ,die lieve kinderoogen stralen van blijd schap en verwachtingwat een goede gelegenheid bieden de 52. Ik bleef ifom van verbazing en keek bijna met medelijden naar het wreede verwrongen gezicht van den ellendeling, die uitgeput tegen den muur leunde, terwijl het zweet op zijn gezicht parelde. Op een», als uit een dwazen droom ontwakend, ecl een hij zich mij a tegenwoordigheid te herinneren, hij greep zijn dikken stok en vloog op de deur toe waarachter ik verborgen zat. XXXV. Ik kan mijn gewaarwordirg niet beschrijven. Ik was bang, ik '.eg dit, en toch weet ik, dat het in zekeren zin niet waar was, want mijn ikheid bestond op dat oogenblik nietik was slechts een ding; een werktuig; ik schaam mij om te bekennen dat ik niet anders was dan de verpersoonlijkte vrees. Wat mij den meeiten schrik aanjoeg was de knuppel, dien Traket in de hand hield; ik geloof zelf» dat ale hij naar mij toe gekomen was om mij te wurgen, ik niet too bang zou zijn geweest. De sproken ons niet om in de prille jeugd de eerste b< grippen te ves tigen omtrent kwaad en goed, omtrent straf en belooning, die verdiend is, of verwacht mag worden. Sinterklaas is in de eerste plaats een feest voor de kleinen, maarwat een groote beloo ning en heerlijk genoegen vinden de grooten niet in de vreugde en blijdschap, die- zij middels den „goeden heiligen man" hebben gewekt. D.: wij te trouwens, waarop ook de grooten elkaar in deze dagen ondt-riing weten te verrasstn, doet ze soms weer als kinderen worden met al de on schuldige pret, die we ons ais iels lieist uit ontc jeugd herin neren. Om ai die redenen zal het daarom wei haas! overbodig zijn om onze lezers op te wekken op gepaste wijze ude Sin'er- klaas-gebruiken volgen, rekenende met stand der huishoudelijke .;as echter, opdat het tijdelijk gene t geen zure naweëen wekKeEr zijn pessi misten, die beweren, dat Sinter klaas en andere fees'.en er slechts zijn voor de rijken Dat is niet waar. Om kindeten en zelfs om grooten gelukkig t maken, zijn geen rijke cadeaux benoodigd. Of een kind tcv. d n zal zijn met datgene,, waarmee we het verrassen, is een kwestie van opvoeding, en z van voor zichtig beleid wekken van verwachtinge n He eene kind is de wereld te rijk met een weinig kostend prul, terwijl andere door een overdreven wenning reeds zóó vroeg bizij dat ze nog met een ongelukkt gezicht te midden der kostl e geschen ken zitten. Aan het Sinterklaasfeest moet een ieder meewerken, - niet uitgezonderd d ;eidie mee- nen, dat zij e mee te ma ken hebben, ómda! kind noch kraai" op dc w- aid bezitten. Dezulken behooret. Ie denken aan de andere veriatenen, die door geen Sinterklaas worden opgemerkt, omdat er geen man, geen vader en misschien zelfs angat voor dat foltertuig vu oorzaak dat ik achteruit deinide, eer de kaït nog geopend wai en, vreemd verachijnael, ik voelde geen muur of iet» dat mij tegen hield; ik ging al verder en ver- der de ruimte in, een gloed van vreugde giig mij dcor het ge- heéle lichaam mijn vevangeni» wal geen ka«t, laar een donkere gang, waardoor ik ls een be zetene voortijlde 't Mag ongeloof, i k schijnen dat ik zoolat in d; t hol ver toefd had, Z3 ;ói r rdertotdle ontdekking t z gekomer, maar ten eerete het er stik donker en ten wts mijn aandacht uitsluitend gevestigd op wat in de vmer voorviel; ten derde had Meriel het een kast genoemd en had het mij nooit iets anders to geschenen. Alhoewel ik weinig hoop had om te ontkom, i v. as het toch natuurlijk dat ik vluchtte zoo hard als ik struikel nd, met ge bonden armen en nicht gestop- ten mond, loepen kor, bij eiken stap vreezend dat ik van een trap of in een diepte, zou storten, en du en dan met een smak tegen den vochtigen muur aan- bonzend. Ik had Trakes een vloek hooren uiten torn hij be merkte dat ik verdv "een was, geen moeder is, om den goeden Sint opmerkzaam op dez n te ma ken. Zulke veriatenen als Sinter klaas te verrassen, is een dubbele weldaad, want juist bij dergelijke gelegenheden drukt die verlaten heid dubbel zwaar. Een ieder kent ze wel in eigen kring en zelfs als dat het geval niet is, dan zijn er de comifé's en lief dadige instellingen, die zorgen, dat onze goede gaven en be doelingen. tot haar recht kunnen komen. De economische beteekenis van het Sinterklaasfeest mag even min onderschat worden. De nij vere middenstand maakt, vooral in de laatste jaren, vaak moei lijke tijden door en een goede December maand is voor meni- ge| winkelierster debeste surprise, van Sinlerklaas of Kerstmannetje, een surprise die hem in staat stelt om moeilijkheden te boven te komen die hem moed geeft om w;er voort te werken Ingezonden Mededeeling. BINNENLAND. 't Is een voorrecht voor de overzichtschrijver, dat hij geen droge opsomming behoeft te ge ven van alle feiten en gebeurlijk- heidjes van de afgeloopen week, welke iedere lezer ten slotte ze!} kan samenstellen uit de verschil lende nieuwsberichten van zijn blad, doch zich voor nadere be spreking en beschouwing mag bepalen tot die voorvallen, en zijn hijgende etem achter volgde mij op mijn vlucht. Ic liep met zoo'n razende enelheid, dat de afitand Unschen one steeds grooter werd, tot ik op een* in mijn vaart tegen iet* aanbonade ik dacht dat ik mij tegen den muur ge»tooten had en duwde in het duister mijn rechterechouder er tegen aan het bleek een dichte deur te zijn. Ik hoorde Trake* achter mij aankomen. Met de kracht der wanhoop trapte ik er tegen aan een paar planken vielen in •plinter» er uit, en ik zag op een» het heldere daglicht voor mijik kroop door de opening en bevond mij in een liefelijk dal. In het midden wa* een vijver waar ongetwijfeld de monniken zich vroeger met de viachvangit hadden bezig ge houden. Rondom stonden lom merrijke eikeboomen en weelde rige varen* groeiden tuiacjien het zachte mo». Ik vergat dat ik gebonden wa», ik vergat dat Trake* mij op de hielen »af;ik duldde beruatend de walgelijke prop in mijn mond, en viel even in deze omgeving op het mo* neer. Een oogenblik ilechtl, ik hoorde de voetttappen van Trake» in de verte, en de jacht welke in bijzondere mate de be langstelling tiokken en daarom een nabeschouwing verdienen. Werkelijk bijzondere gebeurte nissen stellen trouwens de meer daagsche feitelijkheden volkomen in de schaduw. Wie bijv. heeft deze week nog eenige herinne ring bewaard aan de auto on gevallen, aan de jongste sensaties van het monstrum, daf „onbe waakte overweg heet, aan den brand hier of een inbraak daar, nu aller bewustzijn zoo hevig geschokt werd door het droevig drama op het Amsterdamsche Rembrandiplein? Nederland heeft nog andere groote kunstenaars en wellicht ook wel grooter kunstenaars gekend dan Pisuisse, maar van geen hunner had het heengaan het sterven op deze wijze ons zoo kunnen aangrijpen als dat van den knappen en vroolij- ken vertolker van hetlevens lied. Pisuisse was het leven, in heel zijn persoonlijkheid, in al zijn uitingen De vele zorgen, die hij gekend heeft, konden hem niet neerslaan, altijd bruisch- te dat leven bij hem door en steeds was hij er op uit om an deren door zijn liederen van sprankeleuden geest op te halen uit de diepte van het pessimis me, waarin ze gevallen waren of zich hadden doen neerslingeren. En daar sneeft deze mensch, wiens kunst niet alleen een gees telijke ontspanning, maar ook een weldoend levensmedicijn bood, plots door moordend lood, op het moment, dat hij zich weer opmaakte om het uit te galmen, dat het leven waard te leven is voor wie zich boven zijn zorgen te verheffen weet- Pisuisse's kunst was eenig in ons land, zoodat zijn heengaan inderdaad een leegte achter aat, die niet kan worden aangevuld. Er zijn nog een paar dichters van het levenslied, wien geen bekwaamheid ontzegd kan wor den, maar zij zoeken in hun onderwerpen le veel de me lancholie en klinkt er al eens een blijde toon in hun regelen,- wie ter wereld kan ons dien begon opnieuw. Gelukkig kon ik nu om mij heen xien, zoodat ik de plek herkende waar ik mij bevond en wiat dat de atraat- weg nabij en dwara door het boach gauw te bereiken waa. Ik atond even atil om adem te acheppen. Trake» waa niet ta zien, maar ik zag op eenigen aiatand een dogcart die \óór mij uitreed. Ala ik die maar achterhalen kon, dan zou ik gered zijn. Ik liep zoo hard al» ik nog nooit geloopen had en eindelijk was ik zoo nabij, dat de man die achteruit reed mij in het oog kreeg en de kar liet stilhouden. Het waa Dr Port. Hij trok den viezen doek uit mijn mond en dwong mij een slok cognac te drinken hij giDg nooit zonder zijn veldflesch van huis. ,Stil 1 wacht even", zei hijer is nog tijd genoeg om te prateD, kom eerat op adem. De dokter praatte voort zonder dat ik er een woord tusachen kon krijgen, en ik waa blij, atil tegen de heg, waar hij mij had gebracht, te kunneD leuaea, terwijl ik ia mij opnam wat er om mij heen gebeurde. Ik zag, dat behalve Dr Port en Purling, er nog een dikke, flinke man in uniform bij waa en ook een toon dan vóórzingen, met d;- timbre, met dat gevoel, met di uitstralende warmte van een Pisuisse o— Daar lagen op een vroolijkei; Zaterdag in den schaduw van het standbeeld van Rembrand op het drukst* gedeelte vai onze hoofdstad, beschenen doo de fel flitsende lichten van re dames en de hei sehijnendt lampen van de omringende lokalen voor ontspanning en vermaak, drie stervende kunste naars, wier roeping het was om de menscheld door hun woord en voordracht met de hardheid van .het leven te verzoenen, afscheid nemende nu van he leven, omdat een hunner zich in de vroegste jaren zijner mannelijk heid al niet vermocht in te houden, toen hij botste tege een der hindernissen, die op ieders pad worden opgeworpen Laten we een ongezond nieuwsgie igheid onderdrukke: om het juiste te weten te komen wat in de laatste maanden tus schen die drie menschen is ge weest. We willen met weemoed en erkentelijkheid de nagedachte- tenis eeren van de twee slacht offers vooreerst en ons best doen. om niet te bard te oordeelen over den dader. Artisten hebben sensitieve naturen... „het is geen vergoeTlijking, dat wij constatee- ren, van de gruwzame daad, maar een aanwijzig;ng tot de verkla ring. Het is zoo moeilijk om ka rakters te doorgronden, om har ten te peilen, om naar uiterlijk heden de waarde van een inwen- digen gemoedstrijd te melen. Want, ais het op uiterlijkheden aankomt, die we constateeren het nog eens, vaak bedrieglijk zijn, dan moet de dader, die een paar uur vóór de volvoering van zijn gruwelstuk nog zijn partij billard kon spelen een monstrum zijn. o Elk jaargetijde om nu maar eens van het droevig on derwerp af te stappen heeft toch haar bijzondere bekoring. Grauw en somber lijken de win- gewone valdwaehter. De inapec- teur bekeak den raoden zakdoek om te zien met welke lettere hij gemerkt waa. „Het is de zakdoek van Mr Trake»", zei ik. Hij heeft Mr Trethaway vermoord". „Haeft ie vroeg de inspec teur bedaard. „Daar moet je me allee van vertellengeel hem nog een slok cognac, dokter; er is haast bij het werk". „Hij heeft me nagejaagd", vervolgde ik. „Dan zullen wij hem ook najagen en wat verder?" „Ik vertelde zooveel ik kon vin mijn avontuur, terwijl de drie om mij heen etonden te luisteren. „Wij zullen regel recht naar zijn huit rijden en onderweg de rezt vernemen", •prak de inspecteur. „Maar Vanfrey wacht on* in Cheddenham", zei ik bezorgd „hij zal vermoord wordea al» we hem niet helpen" „Zou je dat denken ,'t Zou bezt mogelijk zijn", beveiligde Dr Port. De twee beraadslaagden een oogenblik •amentoen kwam de dokter naar mij toe. (Wordt virvolfd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1927 | | pagina 1