10 100 40 ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN 75 25 Een vrijmoedig Minister. Het leed ook een winst. MER [EL. fverstopping Bieten ^doien RËSKENSCHE C0URAN1 VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAAJSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden 11.25 fra cn p. pt «t f 1,40 Advertentieprijs vtn 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C, LS BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK BRESKENS Postgiro 70179 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 37e Jaargang Zaterdag 12 November I9?7 Nummer 3277 GRATIS verzekering voor de abonné's tegen gulden bij levens lange ongeschikt- gld. bij dood door gld. bij verlies gld. bij ver ongelukken voor: heid tot werken. ÉWld een ongeluk. hand of voel. oog. duim. wijsvinger, lies van een gld. bij ver lies van een gld. bij ver lies van een De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevaüen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. gld. bij veriies van eiken anderen vinger. O Het is zoo natuurlijk, vanzelf sprekend, dat we in het leven de vreugde zoeken, het licht, den zonneschijn. Leed is pijn. En te gen elke pijn verzet zich instinct matig onze drang naar zelfbehoud. Maar geven we ons er wel al tijd rekenschap van, wat de vreug de en het leed voor de ontwik keling van ons zeiven en van ons leven beteekenen De vreug de, die we zoeken, is de voldoe ning, de bevrediging, het leed dat we trachten te ontgaan, het gemis, het onbevredigd blijven onzer verlangens. En hoewel het natuurlijk blijft, dat we naar de bevrediging streven, hoewel een tegengestelde drang onnatuurlijk en in normale gevallen onbestaan baar is, het is toch duidelijk, dat de volle bevrediging, een ramp, een noodlot voor ons zou betee kenen. Want nietwaar? -het is dit streven dat de motorische kracht blijft van ons leven Zoo we wellicht de vreugde evenmin kunnen ontberen als de smart, het meest, het absoluut noodige is het verlangen voor den mensch, die innerlijk actief wil blijven Da moderne arbeidersbeweging neeri de uitdrukking .bourgeois satis- fait" tot gemeengoed gemaakt. En wij allen kennen wel het beeld, dat zij van dezen zelfvol danen, bevredigden „bourgeois1' heeft geschapen. Het is de mensch, die, opgaand in het materiëele, geen streven, geen verlangen, geen hooger aspiraties meer kent, die tevreden is met zijn dikken geldbuidel en zijn weldoorvoed lichaam. En het is immers dui delijk, dat dit niet het ideaal van den mensch kan zijnl Maar het is evenzeer duidelijk, dat de vol le bevrediging van al onze wen- schen en begeerten onvermijde lijk dit beeld moet scheppen Wanneer die bevrediging (en volle zou intreden, zou alle le vensdrang feitelijk ophouden Maar zij is dan ook in het ab solute beslist ondenkbaar. Er zijn geen menschen, die niets meer begeeren. 46. „Een moord i« moeilijker t« herroepen dan een huwelijk". „Dat vind ik niet', zei Van frey „in elk geval ben ik,voor- nemena om eerat het huwelijk te verhinderen, zelf» al wist ik dat zij Mr Andrew op het »poor ware i. Maar dat zal wel niet zoo zijn; zij kunnen evenmin al» wij weten waar hij zich verstopt". ,Wij hebben toch eenig ver moeden, terwijl wij in de verste verte niet weten waar Meriel zal trouwen". „Ik zal naar Ch;dienham gaan informeeren; 't kan in geen geval gebeuren voor vijf uur 's morgen». Ga je mee?" „Natuurlijk", antwoordde ik. ,Ga jij dan nog een paar uur slapen, dan zal ikopTomWay- den panen". Terwijl ik nog wat ruitte zooder echter te kunnen slapeu, niet tegenstaande ik door en door vermoeid wa», nam Vanfrey de noodige maatregelen met Dl Port, die na een half uur weer bij ona was gekomen. ,Ik vree», dokter, dat wij al Maar wanneer die er niet zijn, dan beteekent dit, dat de vreugde en het leed tezamen het leven vormen. En wanneer het waar is, dat die bevrediging de be weegkracht uit ors ieven weg neemt, ons leven zou doen ver- steenen, dat het streven, het verlangen, hel begeeren de beslist noodzakelijke factoren in het leven zijn, dan is het ook duidelijk, dat we de vreugde en de smart, de bevrediging en het gemis beide behoeven. De vraag is dan alleen maar in welke evenredigheid ze zich in ons leven openbaren, hoe ze in dat ieven dooreengemengd zijn. Dat te weten, kan ons reeds de berusting brengen, die we, ^oral wanneer we ouder ge worden zijn, in het leven behoe ven. Voor niemand onzer brengt het leven enkel vreugd of enkel leed. En het zou dan ook niet goed zijn, wanneer het dat deed. Zoodra we dat ten vol'e beseffrn, zullen we vreugde en leed beide met den glimlach der berusting kunnen aanvaarden. En misschien zullen we, wanneer we ons van den invloed, dier. deze beide op ons leven en op ons wezen uit oefenen, nauwkeuriger reken- srhjr ctoye<\ het zoo ere .niet. vinden, als het deer van het leecf dat we krijgen, ons soms wel wat heel groot lijkt. We vergelijken zoo graag en voelen ons bij dat vergelijken zoo gemakkelijk te kort gedaan Het is ons soms, of wij zoo veel minder van den zonneschijn van het leven kiijgen dan anderenen onze dagen zooveel meer in de koude donkerte van. smart en zorg verloopen. Die gedachte verbittert en maakt het leed zoo veel zwaai der te dragen. Daarom is het goed, dat we ons zelf ervan overtuigen, dat anderen altijd gelukkiger lijken dan ze zijn, dat het leven voor de groote meerder heid van ons, menschen meer droefheid dan vreugde bi engten dat niet wij het alleen zijn, die juisi moeten missen, wat we het vurigst en boven alles begeeren. Maar bov ndien, zou het waar zijn, dat wie de meeste vreugde ervaart, ook het gelukkigst leven te ver zijn gegaan om de zaak alleen te 'tunDen afdoen. Redd en ik gaan naar Cheddenham ik zal trachten den dominee te overreden on« in de:e te steunen, maar al» dat mij niet lukt en ze zoud<-n daar veischijren, dan schiet ik d snoods Horl-y Trakes dood; 'k zou 't liever niet doen, want het is in om achterlijk land niet geoorloofd; er is toch al genoeg schandaal", „Ja", zei de dokter, „er zal nu nog veel aan het licht komen, dat tot dusverre verborgen is gebleven". „In ieder geval", vervolgde Vanfrsy, „verkeert Mr Andrew in gevaar. Trak.es ral hem nu misschien niet durven vermoor den, omdat hij weet dat alle» bekend is; maar al» Andrew toevallig verdween, zou niemand kunnen bewijzen, dat hij tot he den toe in leven wa»voor de wereld is hij al jaren docd ge weest. Mij dunkt, dat het beste zou wezen, hem onder bescher ming van de politie te i tellen". „En alles aan de politie te openbaren". »Ji"1 a ,Het is zoo'n wonderlijke ge schiedenis, dat men er in dezen uithoek geen geloof aan zalslaan. Ik ken den Inspecteur in Merriton heeft? Het leed is het, dat qgs beter, zuiverder, innerlijk rijker maakt, omdat het ons tot ons zelf doet inkeeren en ons dringt ons rekenschap te geven- van ons eigen innerlijk en van het teven om ons heen. Het opent ons nieuwe horizonten in ons zeiven en daarbuiten. Het leert ons ook den strijd en daarmee het op roepen van krachten in ons zei ven, die tot nu toe bleven slui meren. En het staalt die krachten, maakt ons veerkrachtiger, ons de inspanning tot het uiterste en schenkt ons well cht oj geluk der eindelijke overwinning. Maar bovendien maakt het ons on vankelijker, ook voor 't geluk. Het is als de ploeg, die door den akker gaat en ons innerlijk leven geschikt maakt voor het opne men van het zaad en den was dom van dat zaad verzekert. Wie veel leed ondergaan heeft, zal daarom de vreugde dieper en intenser genieten dan hij, wien gewoonlijk de vreugce schijnt tegen te lachen. Dat is een winst, wier beteekenis we niet gering moeten schatten. Het gaai er tocii ten slotte otn, wat we zeiven ondergaan, in ons wordt het §aiuher^e"rajctïeVvah ons per soonlijk levenwp de prikkels van buiten af is, die nel geluksgevoel schept. Hoe sterker nu die reactie, des te dieper ook het geluks gevoel. En die reactie zal sterker zijn, naarmate ons gemoed ontvan kelijker is. Die meerdere of min dere ontvankelijkheid hebben we van nature. Maar zij wordt versterkt door het ondergaan van smart. En het is die ontvanke lijkheid, die niet alleen de diep te van ons geluksvoel bepaalt, maar ook ons gemakkelijker openstelt voor het ondergaan van dat geluksgevoel, die ons in alle opzichten bteeder en dieper en ruimer doet leven. Dat is niet een der geringste voorwaarden voor een gelukkig leven, dat we voor dat leven in al zijn uitin gen ontvangkelijk zijn Wat we vragen is de ontroering van de vreugde, niet het feit, de omstan- en hij zal mij misschien eer gelooven dan een ander; ik zal er dadelijk heengaan". „Dezen nacht nog?" „Ja dadelijk". „Maar je rijtuig is weg, Je zoudt de boerenkar kurnen ne men en Puriing kan je heipen inspannen, zelts meegaan, dan behoeft de boer niet gewekt te worden". Hierop verlieten zij de kamer, waar ik op de sota te rusten lag en waar Tom Wayden in een stoel luid snorkte. Na twee minuten keerde Van frey terug en hoorde ik de kar in vollen draf wegrijden. Vanfrey ging zitten rooken ik wa» te moe om met hem te spreken en verdiepte me in de gedachte wat we met Tom WayJen zouden uitvoeren als wij heengingen. Eindelijk wa» het tijd. Vanfrey stond op om me te wekkenop hetzelfde oogenblik werd er zacht aan de deur getikt, 't Was miss Elisa- beth mst een blad, waarop een kan met kc ff ie en eenige sma kelijke boterhammen. ,tk dacht dat u wel iet» zoudt willen gebruiken eer u uitgaat", zei ze. „Weet u wanneer de dokter terugkomt?" „Ik kan het u niet zeggen;ik digheid, die de vreugde kan wek ken. En voor die ontroering worden we vatbaarder ook door de smart Maar wanneer het de ontroe ring is, die we zoeken, is het dan ook niet waar, dat de mate van ons geluk, de mate ook van de vreugde, die we van het le ven ervaren, niet in de eerste plaats afhankelijk is van onze ie zielsgesteldheid, veel meer 'de uiterlijke omstandigheden Zoodra we beginnen het totaal aan smart, dat ons deel werd, tegen elkander af te leggen. En wanneer we haar bevestigend beantwoorden, dan hebben we tevens te erkennen, dat ook de smart ons de vreugde bracht en dat we zonder de smart nooit ook die vreugde zouden ervaren hebben, dat we dus, wanneer we onze rekening opmaken, de smart ook en in meer dan een opzicht ais de rijke winst van ons leven hebben te boeken. Ingezonden Mededeeiing. Jtabietten tegen Dop/ëOct Bij Apoth. en Drogisten Zooals men voor eenige dazen in de dagbladen heeft kunnen lezen, heeft het Deensche comité, dat twaalf jaar geleden werd ingesteld om het alcohol-vraag stuk in Denemarken te bestu- deeren en practische voorstellen tot oplossing te doen zich met groote meerderheid tegen een drankverbod uitgesproken. Op merkenswaardzijn de openhartige, vrijmoedige verklaringen, waar mede sommige leden hun stand punt gemotiveerd hebben. De Deensche minister van Eeredienst denk zoo gauw mogelijk". Zij glimlachte blij. „Ik zal wel op mijn broer passen ais u weg isu behoeft niet bang te zijn, dat hij ont snappen zal". Zij keek Vanfrey vrijmoedig aan. „Ik wenich u geluk met uw onderneming 1" „U mag mij ook wel geluk- wenschen", zeide ik spijtig, „ik heb uw goede weDschen ook noodig". Ou heeft geluk, u heelt iedereen geholpen en met ieder een vriendschap gesloten, sinds u hier bent". „Ik zou nog gelukkiger zijn ais iemand me een paar nieuwe beenen gal om naar Chedden ham te loopen pruttelde ik. Wij gingen heen en zonder Tom Wayden te storen en be vonden ons weldra op de heide die nog vochtig was van den dauw kleine roode plekken ver schenen als rose bloemen aan den hemel en het gras verkleurde langzamerhand van grije tot zil ver, waartussohen de herfstdra den als gesponnen glas heen en weer fladderden. Om ons heen was 't een concert van gonzende bijen, zingende vogels en krie kende krekels Ik begon zelf mede te neuriëo, alsof ik niet doodmoe en allesbehalve op mijn bijvoorbeeld, die in deze commis sie zitting had, zeide in een interview„Van brandewijn kan misbruik gemaakt worden, en dat gebeurt dan ook wel, maar toch zou ik daarom het gebruik van alcoholische dranken nog niet willen verbieden. Zij hebben n.i. ook hun nuttige zijde, en volgens mijn meening stichten zij zelfs meer goed dan kwaad. Het hin dert niemand, als hij wijn drinkt om zich met goede vrienden, of met vrouw en kinderen, een feestelijken avond te bereiden". De minister weigert te ge looven, dat die menschen nood zakelijk tot ruwheid en dierlijk heid moeten vervallen, als zij sterken drank gebruiken, en beroept zich daarbij op het be roemde sumposion of Drinkgelag van Plato, wtar'in de dronken wijsgeer Sokrates den dichter Aristophanes wilde doen geloo ven, dat het tragische het ko mische en het komische he tragische was. „Ikzeif zoo zei de minister, „zou graag bij dat feest tegenwoordig gewetst zijn" Degenen, die ons een niet geheel ongevaarlijk, maar geliefd bezit willen ontnemen, moeien bedenken, dat zij dan den doen, :..Cnncurrentie moeten aan- plaats geven, willen'zij'ir|D..;n...rie met alcohol drinken. De krant, het boek en de bioscoop hebben de neiging van het volk tot drinken sterk doen verminderen. Vooral de bioscoop kan nuttig werk verrichten in den strijd tegen het overmatig alcohol ge bruik, daar zij veel van den vrijen lijd dér menschen, die zij anders wellicht in de kroeg zouden doorbengen, in beslag neemt. Op deze wijze vecht men werkelijk met succes legen het alcohol-misbruik. Door het be strijden van het alcohol-gebruik zal men echter niet tot resul taten komen." %aAnt/i Ingezonden Mededeeiing. Kloven, ontvellingen, Schrammen en andere huidverwondingen ver zacht en geneest men snel met PUROL. Doos 30, 60 en 90 ct. Bij Apoth. en Drogisten. gemak was met mijn van dauw doorweekte schoenen. Mijn op geruimdheid bleek aanstekelijk te xijn, want Var.frey, die zwijgend naast mij had geloopen, begon te praten. „De dag van gisteren schijnt je geen kwaad gedaan te hebben?" „Nog niet", was mijn antwoord. „Ik ben nog al gehardals er niet» erger» gebeurt, zal het wel gaan". „Innerlijk zoowel al» uiterlijk?" vroeg hij. „Wat meen je „Omtrent Merielje schijnt het je niet erg aan te trekken", „O I je behoeft je om mij niet te bekommeren; als ze mij aan genomen had, zou ik gelukkig geweest zijn, maar ik ben nu niet oogelukkig". „Ben je daar zeker van „Heel zekerwaarom vraag je dat?" „Omdat ik heel ongelukkig zou zijn als ze mij bedankt had". Ik stond verstomdhet was nooit bij mij opgekomen dat Vanirey verliefd zou kunnen zijn op Meriel. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1927 | | pagina 1