ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN P MERtEL. Staat en Individu. ?£CFI£££TeH. verwonding dadel ij' Waar FAAM en BZK vandaan komen. RËSKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. poat f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK «-3P BRESKENS Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk :-: Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur :-: 37e Jaargang Zaterdag 5 November 1927 Nummer 3275 O R A TI S verzekering voor de abonné's tegen yfj ongelukken voor De risico gulden bij levens- gld. bij dood gld. bij verlies i»a gld. bij ver- <a gld. bij ver- atr gld. bij ver- i 1 lange ongeschikt- door /h van een hM lies van een 4M lies van een /h lies van een 1 l heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. 1 gld. bij verlies van eiken anderen vinger. Mussolini, de Italiaansche die tator, heeft onlangs weer eens in een uitvoerige rede het fas cisme verdedigd en de kracht van dat fascisme in hellicht ge steld. En niet lang geleden nog hoorde ik van een Hollandsch letterkundige, die veel in Italië vertoeft, insgelijks een zijdeüng- sche verdediging, feitelijk meer een lofspraak op het fascistisch stelsel. Dit stelsel is het stelsel van den dwang, de onvrijheid. Het heeft zijn grondslag in de absolute negatie van de mensche- lijke persoonlijkheid, die net meer als een levende kracht wordt gezien, maar als een zuiver me- chanischein het gemeenschapsle ven wordt ingeschakeld en als zoodanig rechtstreeks en volko men aan belangen van den staat, meer nog de staatsmacht, wordt ondergeschikt gemaakr. En wan neer anderen dan Mussolini en consorten den lof van dit sys teem dan is het, omdat het in het verzwakt en geestelijk ont redderd Italië ongetwijfeld enkele goede resultaten heeft weten te bereiken. Dergelijke tijdelijke resultaten zijn trouwens ner gens uitgesloten Het is altijd mogelijk, dat de krachtige over- heerschende wil van één man tot vet beteringen weet te dwin gen, die anders wellicht achter wege waren gebleven. Maar de fout is, dat dergelijke dwang tot een systeem wordt en daardoor de vrije bloei van het leven be lemmert en ten slotte dat leven onvermijdelijk moet dooddrukken. Mussolini heeft zelf erkend, dat het fascisme een dergelijk systeem zingen is en zich daarop beroemt. Zijn fout en die van zijn mede standers, Hollanders of Italianen, is, dat ze de juiste ve houding staat en individu niet zien en niet begrijpen, dat in dieperen grond het individu, de menschelij- ke persoonlijkheid, de drager is van alle hooger leven, ook het leven van den staat en dat daar om zonder de gezondheid van die persoonlijkheid, alle leven, in wel- 44. .Bravo 1" riep dokter Port, die, nu de verantwoordelijkheid van aijne ichouderi werd genomen, zijne gewone vroolijkhtid terug- 'u"*eK- .Neem jij de leiding maar op je, mr Vanfrey, al moest ik ala dokter dat niet aan een pas heratellenden zieke «eggen". Ik waa blij dat hij mij er buiten liet en dat Vanfrey dade lijk met Miaa Elisabeth te rade ging. Zij antwoordde op ern- •tigen toon: „Mij dunkt dat het beste zou wezen om eerat Mr Andrew op te aporendeze heele geschie- denia ia zoo afschuwelijk Veronderatel een», dat Trakea en de anderen hooren dat hij nog leeft, en zelfa in de buurt ia, dan zijn zij tot allea in ataat". Zij had deze woorden ter- hauwemood gezegd toen het geluid van paardenhoeven en net gedruiach van wielen over het grint ona allen opachrikten. .Zou dat mijn wagentje zijn? De knol ia nog nooit Toegekomen als ik hem vastgebonden had. ken]vorm zich dat ook moge open baren, moet ineenschrompelen en verdorren en ook een bloei ende staat onbestaanbaar is. Wanneer we Mussolini' s per soonlijke eerzucht uitschakelen en aanemen dat hij enkel het be lang van Italië op het oog heeft, dan kunnen we zeggen, dat hij van dezen regel uitgaat, dat het belang van het individu aan het belang van den staat onderge schikt is. Die regel is in zijn al gemeenheid ongetwijfeld juist. Maar het bovengezegde verklaart al, dat zij dat niet is in haar uiterste consequenties, immers dat het welvaren van het individu voor het welvaren van den staat onvermijdelijke voorwaarde is en dus opoffering van het welzijn niet van één individu, maar van het individu, van de individueele kracht, ook het welzijn van den staat aantast. Zoodra de staat de innerlijke levenskracht der indivi duen aantast en de mogelijkheid voor groei en bloei van de in- vidiueele levenskrachten vernie tigt, tast hij zijn eigen levensbe lang, zijn eigen levensmogelijkheid aan.En dat heeft Mussolini blijk baar niet begrepen. De verhouding tusschen staat en individu is een zeer delicate en teere. Het belang van den staat domineert het belang van het enkele individu. Zoo zou soms de vernietiging van één of van meerdere individuen nood zakelijk kunnen worden. Maar het is duidelijk dat de vernieti ging van alle individuen de ver nietiging van den staat zeiven zou beteekenen en dat daarom ook de vernietiging van dat, waaruit de individuen hun levens kracht trekken, het aantasten van de levensvoorwaarden van het individu de levensvatbaarheid van den staat aantast. Een der eerste levensvoorwaar den voor het individu is, dat het vrij kan uitgroeien. Wanneer men iemand in een hok opsluit, te laag en te eng, dan dat zijn lichaam zich natuurlijk ontwikke- kelen kan, schrompelt hij lang zamerhand ineen en kan niet tot een normaal mensch met de na Waar ii je knecht?" Purling «tormde naar binnen met de tijding dat het paard van den dokter er van door wa». ,'k Had hem itevig vastge bonden, zooals de dokter beval, en ben toen naar binnen gegaan". Wij liepen allen naar het hek, om te zien wat de oorzaak van dit ongeval was, maar het hek was onbeschadigd en van het rijtuig was geen spoor te ont dekken. .Hei daar Wie is dat?" schreeuwde Purlirg op eens en lirp op een man toe, die zich zonder tegenweer weer bij den kraag liet pakken hij zag er uit als een schooier en rook naar drank. .Waar is 't rijtuig van den dokter snauwde Purling en schudde hem heen en weer. .Spreek op 1" .Weg", stotterde de man, .Randa is er mee weggereden. „„Tom"", zeide ze, „maak gauw dat touw lot, ik moet weg'", en ik deed wat ze vroeg. Randa is weg met rijtuig en paard". XXX Wij stonden met ons visren, want Miss Elisabeth was niet mee naar buiten gekomen, om tuurlijke levenskracht uitgroeien. En met den geestelijken groei is dit in sterker mate het geval. Geestelijk groeien kan een mensch alleen in vrijheid. Maar in nog sterker mate geldt het, dat het geestelijk leven van een volk alleen in vrijheid naar alle kan ten kan uitgroeien. Deze noodzakelijkheid van vrijen uitgroei maakt juist de verhou ding van den staat tot het indi vidu en daarmee de regeertaak zoo moeilijk. De samenleving maakt de inperking der persoon lijke vrijheid reeds noodzakelijk. En terwille van zijn eigen belang moet daarom de staat deze vrijheid van het individu aan bepaalde voorwaarden binden. Maar die beperking moet zich nooit verder uitstrekken dan strikt noodzakelijk is. Daden, die rechtsorde verstoren zijn ontoe laatbaar. En tot tal van daden, die meewerking aan de staats'aak bedoelen, moet het individu ge dwongen worden. Maar die dwang moet zoo weinig mogelijk als dwang, enkel als een nood zakelijkheid der behartiging van de gemeenschapsbelangen, die ook de eigene belangen zijn, gevoeld worden Daarom is het zoo goed, dat de individuen zei- ven de wetten vaststellen, dat zij dus de dwang n'et voelen als de dwang van anderen, maar als zelfdwang, dat dus de staat demo cratisch geregeerd worde. Maar bovenal is ook in een zoo gere- geerden staat alleen die inperking van de persoonlijke vrijheid toe laatbaar, die het algemeen belang, het staatsbelang on ermijdelijk maakt. Hierdoor wordt alle be perking van de geestelijke vrijheid onvoorwaardelijk veroordeeld. Dergelijke beperking is nooit onvermijdelijk, omdat het denken nooit rechtstreeks het staatsbe lang kan aantasten. Maar ook al kon het dat, dan zou die beper king nog zoo groote schade toe brengen aan den groei van het geestelijk leven, dat zij indirect het leven van den staat zeiven aantast. Daaraan heeft Mussolini niet gedacht. Hij meent, dat het den man heen. Op eeni riep de dokter: ,'t I» Tom Way Jen I Laat 'm loe, Purling, 'k Dacht dat jij in den vreemde ronddoolde, Tom. Wat doe je hier? Wat heb je met mijn rijtuig gedaan? Weet Elizabeth dat je hier bent?' .Nee, zij niet, Rsnda wél; Lizbeth behoeft het niet te weten'.. .Waarom niet?" vroeg dr Port, onwillekeurig in de rich ting van het huil ziende. Ik herinnerde mij welke zen ding deze man, die nu met een dro ikemanzlach en met hape rende stem antwoordde, had moeten volbrengen. .Laten we wat verder voort- loopen" bracht Vanfrey in het midden, „dan kan hij odi allez vertellen, of zoudt u liever alleen met hem willen zpreken „Iedereen mag gerust hooren wat ik den dokter zeg", bromde Mr Wayden, ,Ze hebben me heel slecht behandeld, en 't is de schuld van Elisabethniet alle broers zouden voor hun zuster doen wat ik gedaan heb". „Wat heb je dan gedaan, Tom?" vroeg de dokter, terwijl wij voortliepen. .Maar intus- schen, waar is mijn rijtuig en wie is er mee weggereden?" mogelijk is het leven in een dwangbuis, dat hij heeft uitge dacht, te boeien. Ten einde de ontwikkeling van den staat, zoo als hij die wenschte, te verzeke ren, verbiedt hij elke gedachte zelfs, die niet met de zijne strookt. Dat moet zich onvermijdelijk wreken Oogenblikkelijk moge wellicht Italië in dat dwangbuis een flink en manhaftig figuur maken, het leven ste-ft er in. En wanneer dan ook het fascis me zich lang zal weten te hand haven, is öf revolutie, een ge- weldadig stukbreken var, het dwangbuis door den groei van, het leven óf een verschrompeling en versteening van dat leven, dat wil zeggen, een versteening van Italië het onvermijdelijk einde. Mr. K. Ingezonden Mededeellng. Dooi#) en 60,Tube 80etBij Apothen Drogisten joy_ O Verschillende vertegenwoordi gers van de pers hebben op uitnoodiging der Directie een omwandeling gemaakt door de grootsche en monumentale fabriek der N. V. voorheen Louis Dobbel- mann, voor eenige maanden geheel voltooid en gebouwd tusschen Hoogstraatjen Groenen- daal te Rotterdam, (een opper vlakte beslaande van ruim 3000 M2. Daarin zijn ondergebracht de tabaks-, sigaretten- en thee fabriek. Onder leiding van de architecten B. Hooykaas en Zoon werd met het afbreken der oude huizen aan het Groenendaal in 1925 begonnen, een werk gepaard gaande met vele moeilijkheden, „Dat heb ik je gezegd, Randa is er mee naar Morte Manor gegaan". .Naar Morte Manor? vroeg Vanfrey. „Ja, tn al loop je nog zoo hard, je kunt haar toch niet meer achterhalen. Luister nou maar eens naar mij, en zsgzelf of 't niet gemeen van eenzusteris, me om te koopen om weg te gaan, omdat zij te trotsch wat, en me hier vandaan wou hebben en denk ja dat ze blij wa» toen ik den eersten keer terug kwam? Niks er vaD, ze gaf me een beetje geld en dwong me weer heen te gaan, omdat zij beschaamd over me was". „Ben je hier dan terug geweest, nadat je Trager Trethewsy bent nagereisd?" vroeg Dr Port. „'k Ben hem niet nagereisd" lachte Tom. „Eiisabsth wou het wel, maar ik bedankte er voor, Roger waa een vriend van ms, 'k wou hem geen kwaad doen. Als je de eer van onze familie niet wreekt"', zei ze, ,op den man die je zuster zoo schande lijk behandeld heeft, dan mag je nooit meer een voet over onzen drempel zetten'". Zij gaf me wat geld en Ik dacht dat het wel aardig zou zijn om eens wat daar het bedrijf moest doorgaan, doch dat thans geheel voltooid een indrukwekkend bouwwerk vormt in dat oude stadsgedeelte. De Directie, bestaande uit de heeren R S. P Schuil en L A. A. van der Heyden, heeft door het initiatief nemen om het bedrijf geheel ie moderniseeren de kroon gezet op den levensarbeid van den stichter, wijlen den heer Louis Dobbelman, die als zoon van een Nijmeegsch tabaksfabri kant in 1866. na een 6 jarig verblijf in Amerika, in ons land terugkeerde, om te Rotterdam van de firma H. van Woerden en Zn. een kleine tabakskerverij met winkel aan de Hoogstraat gele gen, over te nemen, welke hij in datzelfde jaar onder eigen naam heropende. Hij huurde ook een naastbij gelegen pand, waarin hij een stoomketel met 'machine liet plaatsen, waarmede zijn ma chinale kerverij was gesticht. Daze is de bakermat van de in onzen tijd, zoowel in binnen- als buitenland, om haar tabakspro ducten beroemde Dobbelmann - fabriek. Want onder 's heeren Dobbelman's energiek zaken- beheer werd het bedrijf gestaag grooter in omvang. In de eerste periode van ontwikkeling was 't bedrijf over 3 verschillende plaat sen in de stad verdeeld, doch in 1884 maakte de aankoop van de voormalige suikerfabriek van de firma Van Oordt aan de Hoog straat het mogelijk, dat alle tak ken van bedrijf onder één dak geb acht werden. De omzet naar het buitenland was toen reeds van belang, doch omvangrijker zou het worden toen de heer Dobbdman zich in 1870 de medewerking van den heer A Zwenk verzekerde, die later in 1901, tegelijk met een schoonzoon van den heer Louis Dobbelmann, den heer R H. van Schaik, als directeur optrad van de inmiddels opgerichte Naam- looze Vennootschap v,h Louis Dobbelmann. Dat was helaas hetzelfde jaar, waarin de heer Louis Dobbelmann door den dood aan zijn werkzaam leven werd onttrokken. Willen we even van de wereld te zien, daarom ging V'. Ik rou uit het onsamenhan gende verhaal van dezen ver- loopen kerel niet veel wijzer zijn geworden, alt de dokter en Mopley mij al niet eenigszins hadden ingelicht. Ik begreep nu best dat zoo'n man niet voor zijn zustera in de brea zou springeo, maar dat Elisabeth hem had omgekocht om de buurt te verlaten, uit vreet dat hij het onrecht door zijn vriend haar zuster aaDgedaan, overal zou rondbazuinenmisschien zelfs hoopte zij dat hij een nieuw leven zou beginnen, alt hij van zijn vroegere kameraden weg was. „Hoe dikwijls ben je hier teruggekomen om baar geld af te persen vroeg de dokter. „Dat gaat je niet an, 'k most leven, en 't waa niet meer dan billijk dat ze me hielpik heb Lizbeth geholpen om haar ge heim te bewaren, dat was wel wat waard". „Je zult wat geholpen heb ben zei de dokter veront waardigd, „Dat heb 'k«. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1927 | | pagina 1