ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN MEEtEL. gratis verzekering gulden bij levens- j.* gld. bij dood mu gld. bij verlies tra gld. bij ver- it gld. bij ver- gld. bij ver- gld. bij verlies voor de abonné's tegen 9[][] lange ongeschikt- door /h vaneen hll lies van een 4Q lies van een XQ lies van een IQ van eiken ongelukken voor: heid tot werken. een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. anderen vinger. De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. Amerika en wij, Brieven uit Brussel BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. poat f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK TSo.'T breskens Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 36e jaargang Woensdag 28 September 1927 Nummer 3264 in een der laatste nummers van het Duitsche tijdschrift ,Der Arbeitgeber" komt een beschou wing voor over den toestand van de Duitsche staal- en ijzer industrie, in welk artikel eenige feiten vermeld worden, die ook van belang zijn voor ons, het geen vooral duidelijk zal wor den, wanneer wij de door den Duitschen schrijver gemeldefeiten vergelijken met die der Engelsche staatscommissie, die kort geleden de resultaten van een onderzoek naar den toestand van het in- dustrieele leven in Amerika, open baar maakte. Tben' in December 1923 in het Ruhrgebied de Duitsche ondernemers konden beginnen met het herstel van hunne be- drij en, werd na overleg met de vakvereenigingen de arbeidstijd van vóór den oorlog (10—12 uren) ingevoerd. Sindsdien zijn door de Rijksregeering nieuwe voorschriften ten aanzien van den arbeidstijd gegeven en zal de hoogovenindustrie een aan zienlijk verkorten arbeidstijd moeten invoeren. En dit op het oogenblik, dat de export van ijzer hard terugloopt. (In 1926 ging 35 pCt. van de productie naar het buitenland, in 1927 zal niet meer dan 20 pCt voor ex port bestemd zijn). Worden de Duitsche industrieelen gedwon gen een achturigen arbeidsdag in te voeren, dan zal de uitvoer nog meer verminderen, daar de stij ging der productiekosten een concurreerende p ijsberekening onmogelijk maakt. Bijzonder sterk doet de Anie- rikaansche concurrentie zich gel den. Van de 40 millioen ton geproduceerd ijzer, gaat 1 mil lioen ton naar buiten Amerika. De winst per ton op de in het buitenland geplaatste hoeveelheid is zoo hoog, dat het voor export bestemde ijzer zeer laag geno teerd kan worden. De Ameti- kaansche ijzerindustrie kent geen achturen-dag, geen ziekteverze- H. 3.3 Horley boog Vanfrey achter over deze viel en zijn tegen stander pakte hem op en imeet hem op den grond. .Knap gedaan 1 Bravo Horley" juichte Meriel, terwijl zij mij uitdagend aankeek. .Schaam je wat 1" duwde ik haar toe hij heeft nog wel voor jou zijn pola verrekt". Later bleek het dat de ver rekte poli, die opeem machte- looi wil geworden, de oorzaak van dit ongeval wai. Vanfrey probeerde van den grond op te itaan, maar Horley, toegevende aan zijn dierlijke drift, liep naar hem toe en Smakte hem met het hoofd op den grond, zoodat hij bewuate- looi liggen bleef. .Wat zeggen jullie er van?" Vroeg Horley. ,Je hebt eerlijk gewonnen", iprak de scheldiman, en de menigte barstte in uitbundige toejuichiogen loi, terwijl ik naar voren drong en met een tponi die daar in een kom met water klaar atond Vanfrey'i gezicht bette, kering (waardoor het ziektecijfer in Amerika 2 pCt. is, tegen in Duitschland 4 pCtof andere zware lasten van sociale wet geving. Zeer juist is het, dat hier een vergelijking met Amerika getrok ken wordt, want den laatsten tijd wordt, ook in ons land, veel propaganda gemaakt voor „aan lokkelijke'' Amerikaansche toe standen en verhoudingen. En wat vergeet men hierbij? De Vereenigde Staten zijn nog zeer den bevolkt. De bodemschatten worden nog lang niet alle ge ëxploiteerd. Verreweg het grootste deel van de industrieele op brengst kan door de eigen be volking opgenomen worden. De bevolking der Vereenigde Staten bedroeg in 1926 116 millioen zielen en neemt jaarlijks met l'/j millioen toe. Men kan er derhalve zeker van zijn, dat de Amerikaansche ondernemingen de productiecapaciteit van hunne bed ijven voortdurend zullen op voeren, maar ook steeds happiger zullen worden op de wereldmarkt! Nu heeft men in Uncle Sam's samenleving geen in Europee- schen zin ontwikkeld vakveee- nigingswezen. De organisaties, die er zijn, streven naar ver betering der arbeidsvoorwaarden, maar verwerpen den klassenstrijd en de leiders toonen zich, vooral den laatsten tijd, bereid tot samenwerking met de onder nemers, wanneer daarmede het bedrijfsleven gediend is. Frap pante staaltjes van die samen werking geeft het verslag van de hierboven genoemde Engelsche commissie. Zoo heeft de vakbond in de kleedingindustrie een .onderzoekingsbureau", datbetere arbeidsmethoden bestudeert en de ondernemers daarover advi seert. Er bestaan „arbeidersbanken". Deze zijn door en door „kapita listisch" ingeruht en de directies bestrijden ook in geen enkel opzicht het bestaande productie stelsel. Nadrukkelijk verklaart het ver slag, dat de groote vakbonden XXII. Ik weet oog niet hoe ikVan- frey naar de herberg De Drie Duiven" heb gekregen, Vanfrey leunde zwaar op mijn arm en kon van uitputting haait niet voort; iomi rustte hij even tegen een huis uit, en liep dan weer opeens zoo hard voort det ik bang was dat hij voorover valhn zou en zou blijven liggen. De menichen, die ons voorbijgingen dachten natuurlijk dat hij dron ken was jen jouwden htm djl; ik begpn! al. te vreezen dat wij niet in de herberg zouden wor den toegelaten, maar 't was er zoo vol, dat niemard op ons lette en ik hem ongemerkt naar een stoel in een hoek kon lood sen, waar hij dof met gesloten deuren zitten bleef. Nu was 't de vra8g hoe wij naar de Hoeve zouden komen want, al hadden wij dien afitand te voet kunnen afleggen, wist ik te goed dat die beweging, voor iemand die op 't hoofd gesmeten is heel verkeerd zou wezen, en hoe ik ook naar de hulp van Dr. Port verlangde, kwam ik toch tot het besluit, den nacht in de herberg te blijven, als er ten minste een kamer voor ons beschikbaar as. Terwijl ik naast Vanfrey stond en in dezen hoek het rumoer de leuze van een Living wage'1 verwerpen en het beginsel hul digen, dat het loon afhangt van de economische verhoudingen. Al deze omstandigheden hebben het mogelijk gemaakt, dat in de Amerikaansche bedrijven een doelmatige organisatie van ge meenschappelijk overleg inge voerd kon worden. Zie hier eenige Amerikaansche verhoudingen, die wij nu stellen tegenover de Duitsche. Daar wordt van overheidswege onder den d ang der verpolitiekte vak vereenigingen, de industrie ge dwongen tot de doorvoering van maatregelen, die de productie capaciteit en de productiekosten nadeelig beïnvloeden Zooals in het Ruhrgebied. Begrijpelijk is het dan ook, dat de schrijver in „I "er Arbeit geber" tot de volgende slotsom komt „Het is te betreuren, dat irr. den kring van verantwoordelijke personen nog steeds niet bejbft wordt, dat het economisch.Jetyên voor alles rust behoeft teneinde op krachten te komen. En dan geen rust van enkele maanden, maar van jaren. Eerst na ver loop van geruimen tijd zal de industrie zich zoover hersteld hebben, dat zij de gevolgen van de conjunctuurschommelingen kan doorstaan Men zou gaan wenschen, dat de leiders der vakvereenigingen vertrouwen gingen stellen in de ondernemers, zij zouden niet worden teleur gesteld". Ziehier het verschil tusschen Amerika en ons „En ons", ja, want wat hierboven van de Duit sche hoogovenindustrie gezegd wordt, geldt feitelijk voor heel het Europeesche industrieele leven. „Het is de geest in de werk plaats, waarop alles aankomt", schrijft de Engelsche commissie in haar rapport In Amerika is die over het algemeen goed, in de oude wereld hapert er nogal wat aan, terwijl het toch anders kan. Want laten wij dat nu ook eens eerlijk bekennen de aanzag en hoorde wat aan het buffet gaande was, dacht ik met spijt aan het noodlot dat ons naar deze buurt gedreven had, Waar wij in zoo korten tijd zooveel onaangenaams onder vonden hadden. Terwijl ik in hoofd al die voorvallen ver werkte, kwam ik opeens tot bezinning door het hoeren van een welbekende stem, en op ziende werd ik Mrs Hclsington gewaar, die met veel beweging voorbij het ruwe volk naar het buffet drong, 't Was niet de bedaarde nette Mas Helsington die ik in Londen had leeren kennen, maar de vrouw die zij werkelijk was en die in deze omgevirg beter scheen te pas sen zij duwde met haar elle bogen wie haar in den weg stonden op zij en stootte tegen den arm van een kleinen man, die juist zijn vol glas aan de lippen wou brengen en den In houd over zijn buurman stortte, waarop beiden met een vloek achteruitstoven. Toen zij eindelijk het buffet genaderd was, vroeg zij luid „Geef me een glas warme groc en zorg dat er dadelijk een rij tuig voor mij klaar is". „Er is geen rijtuig te krijgen", antwoordde het meisje dat ach ter het buffet stond, terwijl zij Europeesche arbeider is als mensch geen grein minder dan zijn Amerikaansche collega. *1 Zooals bekend draagt de Amerikaansche werkman alle ongemakken des levens zelf Een der oorzaken van den hoogen loonstandaard. DOOR MINE M1NNEMA. Slot. Tegenover de kostscholen rij zen echter twee belangrijke opmer kingen. Hoogstwaarschijnlijk is voor heel veel kinderen de dege lijke omgeving van de kostschool veel beter dan dè omgeving thuis. Het is een treurige waarheid, maar het istoch waarschijnlijk.nog maar veel.,beter dft. tecónstafeeren dan het te verbergen. Maar hoe komt het toch; dat die degelijkheid zoo weintg nawerkt je kent de kost- gchoolkinderen dadelijk,ze hebben inderdaad' vaak fels kinderlijkers, zélfs de "groote jongens en meis jes. Maar als ze een paar jaar (en meestal nog korter) van de kost school af zijn, dan zijn ze precies als de anderen. Is het misschien de te plotselinge overgang? Te opeens van het zeer bewaakte naar het geheel vrije Van de school met de kloosteromgeving en de kloosterachtige tijdindeeiing in h' t leven als student of in het leven van uitgaand jong meisje ik geloof dat dit een feit is, dat wel onder het oog mag ge zien worden. Natuurlijk zijn de kostscholen toch een voordeel, het kind valt tenminste niet jong in de perversiteit, maar toch, men zou wel graag wat doorwerkend resultaat willen zien. Dan een tweede opmerking. Het is jammer, dat de niet—katholieke kostscholen nog te veel uitzonde ring zijn. Het is hier wel een ka tholieke bevolking, maar er zijn toch ook niet—katholieken. En onder de katholieken zijn er ook velen, die voor neutraal kostschool onderwijs zouden voelen. Er zijn het gevraagde iuichonk. „Nonaenil" hernam Mr» Hel- lington „ali je brutaal bent dan krijg je dit glai naar je hoofd, waar is de kaïtelein Het meiije keek haar aan, alicf ze voor geen kleinigheid beducht waa, doch antwoordde niet op deze bedreiging. „Daar ataat ie Jamea" riep zij, „deze dame moet een rijtuig hebben I" Mra Jamea I" schreeuwde nu nog harder de man die naast haar stond, „hier is een dame die je wat te zeggen heit 1 „Kom an 1" „Houd je mond 1" duwde Mrs Helsington hem toe. De kastelein naderde langzaam, terwijl hij verzekerde dat hij zoo laat geen rijtuig geven kon. ,Ik moet direct een vervoer middel hebben wat 't dan ook zij, om me naar Morte Manor te brengen, naar Mr Tretheway, dien zal je wel kennen", bevai Mrs Helsington; „als je niet vlug bent, dan zal je er In een paar dagen wel anders over leeren denken. Het is waarach tig al erg genoeg, dat ik hier op dit uur heb moeten belan den, en nu zou ik niet eens weg kunnen komen I" heel wat katholieken, die nu ja hun katholicisme wel niet verloo chenen, maar er ook niet zoo heel sterk voor voelen, die wel naar de mis gaan maar lang niet eiken Zondag en die vinden dat hun kind, dat op school elke dag naar de mis gaat, wat van hen afgroeit. Er is hier behoefte aan neu trale kostscholen, waar katholie ken, die niet zoo heel kerksch zijn en niet-katholieken hun kinderen heen kunnen zenden en wa, r drs gewenscht de kinderen or.k onder geleidenaar de kerk kunnen gaan, waartoe hun ouders behooren. Van onderwijs gesproken het is toch alles wel vreemd. Want de eenige moderne school die hier is waar kinderen opgevoed worden volgens nieuwe paeda- gogische inzichten kan bijna geen subsidie krijgen. Het is of de staat niets voor onderwijs it. Maar het onderwijs moet wel voor de staat en zijn eigenaardig heden voelen. De .socialisten hebben nu een wetsontwerp in gediend waarbij voorbereidend militair onderwijs zal worden ingevoerd op de openbare en gesubsidieerde bijzondere scho len. Het zal nog lichamelijke opvoeding heeten, het zal nog blijven onder leiding van de onderwijzers, maar het staat al in een militaire wet. Voor groo- tere jongens, die geen middel baar onderwijs genieten, wordt verplicht gesteld zich aan te sluiten bij een door de staat erkende vereeniging voor lichame lijke opvoeding. Studeerenden en gestudeerden hunnen verplicht worden zich te laten opleiden tot onderofficier of officier. De bedoeling is dat jongens, die middelbaar onderwijs gehad heb ben onderofficier zullen worden, en zij die hooger onderwijs heb ben gehad officier. Dit wetsvoorstel is de ver- militariseering van geheel een volk. Duitschland voor 1914 was niet erger. En al dat militarisme is om toch vooral de bondgenoot van Frank rijk te mogen zijri en meegeteld te worden in Europa. En zelfs het echec in Genève schijnt Bel gië niets te hebben geleerd. Mrz Hilsington had ongetwij feld Mr Threteway'a naam ge noemd om ontzag in te boeze men, want ik wiat dat half Merriton hem toebehoorde, dua waa hij ook waarachijnlijk eige naar van deze herberg. Ten laatate waa er wel een rijtuig te krijgen, maar geen koetaier om mee te gaan. „O, er zal wel niemand te vinden zijn, die mij brengen kan", zei Mra Helaington. „Oude Willem Bottary mis- achien'1, atelde 't meitje voor, dat deze atoornia niet prettig vond en liever met de mannen om haar heen atond te praten. „Die zal wel dronken zijn", waa 't antwoord. „Dat komt er niet op aan", zei Mra Helaington, „roep hem gauw en geef me intuaachen nog een glaa groc". Zij gaf hare ordera met zoo'n air van gewicht, dat de mannen om haar heen stiller weiden en haar aangaapten. Ik had geduldig toegeluiatcrd, vaatbesloten haar te vragen cm ons te laten meerijden; maar ik durfde haar daar niet aanapre- ken en bleef onbewegelijk in den hoek naaat Vanfrey ataan, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1927 | | pagina 1