i
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDE
"ms£ü55r
geneesten
TNo'T breskens
i
Mum
Kerstfantasieën.
Oorlog en liefde.
De Primbons.
BRESKENSCHE COURAN
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREK
Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. pau i 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU
voorheen E. BOOM-BLIEK
Poetgiro
70179
Abonnernents-Advertenties zeer bil:
Advertenties worden aangenomen tof u 1
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
36e Jaargang
Zaterdag 25 December 1926
3188
GRATIS verzekering «a» gulden bij levens- jan gld. bij dood m* gld. bij verlies tea gld. bij ver- im gld. bij ver- aar gid. bij ver-
voor de abonné's tegen 9[][] lange ongeschikt- [jdoor /Q van een hM lies van een 41! bes van een /h lies van een
ongelukken voor: WWW heid tot werken. iWW een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. 1
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage.
gld. bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Bij dit' nummer behoort
een bijvoegsel.
Kerstavond, met zijn verhalen,
sprookjes en romans, verteld door
kunstenaars, waaraan duizenden
hun hart verkwikken. Dickens'
vertellingen van Scrooge en den
geest van Marley, van de Nieuw-
jaarsklokken en van den bezeten
man. En Fritz Reutersjuulavond
in paster Behrends vredig huis,
in welk verhaal de slede voort
glijdt in den Kerstnacht, vertel
lingen, die wij het meest en het
best konden bewonderen als onze
eigen Kerstavond ons er ontvan
kelijk voor maakte en ons ge
moed stemde, om ze zóó blijde
en zóó dankbaar te ontvangen als
ze willen worden aangehoord
Ach ja, alles wat ooit mensche-
lijke verbeelding voor reins en
kostbaars schiep wat zij ooit
voor ons opbouwde van die
ideale wereld, die ons troost van
de ellenden en gebreken der
werkelijkheid", wat zij ooit greep
van hetgeen door gewone men-
schenhand niet wordt getast, het
onzienlijke, dat zij uitbeeldde, het
onuitsprekelijke, waaraan zij
woord en klanken gaf-zoo immer
dan zijn wij thans bij machte het
te verstaan, nu hare tonen zich
mengen onder de woorden die
ons Kerstsprookje ons influistert,
leder heeft zijn eigen Kerstsprook
je en als wij ouder worden of
onze jaren klimmen dan zitten
we neer en staren voor ons uit
om te zien wat geen ander zien
kan. Andere Kerstavonden zien
we, van lang geleden in 'n ander
oord, in een ander huis, zóó lief,
zoo vredig, dat de herinnering
eraan reeds onze eigen Kerstavond
schoon en goed maakt. We zien
weer allen, die de jaren onzer
jeugd van blijdschap en zegening
hebben vervuld, wij zien hun ge
zichten die ons zoo dierbaar wa
ren, totdat de oogen ons vochtig
worden en het in duizend sche-
merschijntjes gaat dansen voor
ons gezicht.
4.
DOOR
F. R.
Nadat zijn vader gestorven was,
wou hij zijn meisje trouwen en
toen is het ongeluk gekomen.
Het huwelijk was al tweemaal
afgekondigd, toen kreeg mijn
moeder de zenuwkoorts en bin
nen drie dagen was ze gezond
en dood. Op den Zondag, waar
op het bruiloft zou zijn, hebben
ze haar begraven. Mijn vader
heert me mee naar Dornschied
genomen en me grootgebracht.
Op het departement in Katzenelle-
bogen heeft hij het schriftelijk
aten vastleggen dat ik zijn erf-
gerechtigde zoon ben. Hij heeft
weer moeten trouwen, omdat
zoo'n groote boerderij als de
Rodeberger-hoeve niet zonder
vrouw kan worden gedreven, en
zoo heeft hij een rijk meisje ge
nomen van den „gouden grond!"
Ik kan niet zeggen, dat mijn
Stiefmoeder nou juist Ieelijk tegen
me was, maar haar kwade stre
ken heeft ze gehad 1 Als vader
het niet zag. ben ik vaak gekne
pen en gestompt I Ze heeft er
Een sprookje van herinnering
en verbeelding. Op den Kerst
avond willen we teruggaan naar
oude dingen en luisteren naar
sprookjes. Andere dagen eischen
onze gedachten en o.u e daden,
wij hebben dan geen tijd om
terug te keeren tot den vorigen
dag, maar op den Kerstavond
doen wij dat en zitten neer met
elkaar en we maken dien avond
zelf tot een sprookje van schoon
heid en van dichterlijkheid en
van een waarheid, die de wer
kelijkheid verre te boven gaat.
Dat sprookje kan alleen ontwa
ken en opbloeien waar de blijd
schap van het familieleven is, in
aller hart de warmte der innige
genegenheid, in het gemoed de
verteedering van het bij elkaar
zijn. Een kring zonder leegten
zonder open plaatsen, niet met
de heugenis aan pas geslagen
wonden. Ook met vrede hebben
onder elkander en vertrouwen en
begrijpen en belangstellen. Voor
dezen avond althans, het volko
men genoeg hebben aan eigen
huis, rustig stil, niets begeerend
van de wereld
Zóó is er de atmosfeer, waar
in ons eigen Kerstsprookje zich
kan vormen en dat we ons ge-
heele leven met ons zullen mee
dragen.
--- «kmbmskmmbs i»saafceaaasamtma
(Een Kerstverhaal).
Het is ruim dertig jaar geleden
dat ik een Kerstdag vierde, die
mij nooit uit het geheugen zal
gaan, doordat het een Kerstdag
werd met een staartje.
Ik was indertijd derde Machi
nist op een onzer grootste oor
logsschepen en wij lagen gean
kerd voor Oleh-leh Het was de
dag vóór Kerstdag en mijn col
lega's waren allen naar Kotta -
Radjah, om daar het Kerstfeest
te vieren. De 24ste December
was rustig verloopen en ik maakte
des avonds 11 uur de laatste
ronde door de stookplaatsen,
machinekamers, tunnels en toren
ruimten.
Gewoonlijk liet ik mij dan
zich woedend over gemaakt, dat
ik als oudste eens de hoeve zou
krijgen, die had ze zoo graag
voor haar eenigen zoon, mijn
stiefbroeder gehad 1 Nu, om het
kort te maken, ik ben een dagje
ouder geworden en ben getrouwd
met Anne Margreet, het dochter
tje van den schoolmeester,
j Toen zijn twee jaar geleden
de Kozakken in Nassau gekomen
en hebben een leelijke ziekte
meegebracht. Typhus noemden
de doktoren het; de menschen
zijn gestorven als de muggen, en
een van de eersten die er mee
gegaan zijn, is mijn goede vader
geweest. Nauwelijks lag hij een
paar weken onder de aarde, of
daar begon mijn stiefmoeder op
te spelen en te beweren, dat de
hoeve haar jongen Hansjörg, toe
behoorde, omdat ik een onna
tuurlijk kind was I Natuurlijk heb
ik haar uit de doeken gedaan,
dat vader het schriftelijk had
laten vastleggen, dat ik zijn erf-
gerechtigde zoon was I Toen
lachte ze me uit en beweerde,
dat ze er op het departement
niets van wisten, haar neef, die
daar klerk was, had het haar
verteld! Da's nog mooier,zei ik,
ben denzelfden dag nog naar
Katzenelleboogen op het depar-
vergezellen door twee lantaarn-
dragende stokers, welke de
wacht hadden op de stookplaats
en in de machinekamers
Voor de komende feestdagen
had ik echter veel Europeesche
stokers verlof en permissie (hier
in is nog verschil) gegeven, zoo
dat de wachten in machine
kamers en vuurplaats werden
gedaan door de inlandsche sto
kers le klasse Satom en Arsan-
Arsan was de oudste, adspirant-
mandoer, en had dus de uitkijk
in de machinekamer voor zijn
rekening moeten nemen. Stoom
ketels waren er niet in bedrijf,
geen vuur was ontstoken, en de
machines waren geheel in orde.
Kranen en kleppen waren ge
sloten.
De Javaansche stokers brachten
hun wacht van 2 uren gewoon
lijk door, zittend bij een bran
denden lantaarij, met het maken
van een oneindig aantal seroetoe's
uit de bekende Schah van Van
Nelle in de blauwe pakken of
met het repareeren .an hun
kleeren.
Het sloeg zes g!az»n (11 uur)
des avonds en dus ging ik uit
het Machinisten logies naar de
vuurplaats en maakte, vergezeld
van de beide Javanen de laatste
ronde Vervolgens de machine
kamer, en den Bakboordstunnei,
daarna den Stuurboordstunnel.
Alles was in orde, de ketels met
hun glimmende appendages en
geheimzinnig gesloten vuur, en
vlamdeuren; de stoommachines
met hun massieve condensais en
de gemoedelijk lui liggende trun-
ken, kijkend uit hun pakking
bessen, gaven een idee van rust-
In de tunnels de vertrouwen
wekkende, schitterend blinkende
assen met de zware koppel
schijven en thrust- en plummer-
blokken.
In den Bakboordstunnel waren
wij met ons drieën tot bij de
schroefaswerkbus geweest en
niets bijzonders was bespeurd.
tement gegaan en heb mijn zaak
voorgebracht
De baljuw en de klerken, die
indertijd, twintig jaar geleden,
het stuk hadden opgesteld, wa
ren doodde nieuwe baljuw,
een heel vriendelijke heer, heeft
alle stukken laten nakijken, maar
absoluut niets kunnen vinden
Waarschijnlijk meende hij, waren
de stukken vijftien jaar geleden
bij den brand in het archief
meeverbrand; als ik de twee
getuigen, die mijn vader toen
meegebracht had, niet kon op
sporen, dan stond mijn zaak
slechtHet was alsof ik een
slag op mijn hoofd kreeg 1 Waar
zou ik die twee getuigen vandaan
halen De eene was een Dorn-
schiedsche boer geweest, die al
lang op het kerkhof lagde an
dere was verhuisd naar Amerika,
waarheen wist ik niet, alleen
zijn naam had ik onthouden.
Christiaan Euler heette hij, kwam
uit dezelfde plaats als mijn vader
zaliger en was diens beste vriend
geweest Of hij nog leeft, dat
weet Onze Lieve Heer alleen
ik heb er niets van kunnen uit
vinden, hoewel ik den heelen
langen weg naar Hochstadt, waar
mijn vader vandaan was, geloo-
pen ben en daar bij den burge
meester, den dominee en alle
Daarna naar den Stuurboords
tunnel. Arsan liep voorop en
hield plotseling halt voor de
waterdichte deur van den stuur
boordstunnel.
„Wat is er"? vroeg ik in het
Maleidsch;
,Gaat U naar binnen toewan",
zei hij.
„Neenl U gaat voorop! zei ik.
„Neen toewan, dat doe ik niet4.
„Dat doe je niet? Waarom niet?
je moet voorop gaan. ik heb
toch je licht noodigl?
„ik doe het niet! toewanl
Soengo-matti l), ik doe het
niet!".
„Dat is nu ook wat Arsan!
Waarom niet"? En toen kreeg
ik van Arsan het verbazingwek
kende antwooid, dat door Satom
met een kalm hoofdknikken nog
werd bevestigd: „Ik doe het niet
omdat Leeriing Storm op de
Stuurboordsschroefas zit"
Ik was een err al verbazing;
echter de eerlijkheid, trouw en
ijver der beide stokers kennende,
drong ik niet verder aan, nam
den lantaarn van Arsan, ging zelf
den stuurboordstunnel in, door
zocht hem nauwkeurig en zag
niets bijzonders. Het was alleen
bekend dat de as in dezen tun
nel een koppelschijf minder had
dan de Bakboords as.
Ik kwam uit den tunnel en
zeide fot de beide stokers„Ti-
dah liat satoe apa2).
Vervolgens werden de toren
ruimten geïnspecteerd en om
twaalf uur. juist was de Kerstdag
begonnen, was ik met de ronde
klaar.
Ik zond Sa'om naar de vuur
plaats terugArsan zou om éen
uur afgelost worden en moest
dus nog een uur op wacht blijven,
ik besloot hem nogmaals te vra
gen waarom zij toch dien tunnel
niet dorsten in te gaanreeds
meerdere malen had ik gehoord
van mijn collega's dat de Javaan
sche stokers dien tunnel niet in
durfden te gaan, doch er geen
oude menschen gevraagd heb 1
Familie van Christiaan Euler
leefde er niet meer; ik ben net
zoo wijs weer teruggekomen als
ik heengegaan ben 1"
„Maar Hendrik, je vader moet
toch iets zwart op wit over de
zaak gehad hebben bracht
Koenraad in het midden, die in
spanning naar het verhaal van
zijn kameraad geluisterd had. „Is
er dan heelemaal niets gevon
den
„Dat is het nou juist; er is
niets, of liever gezegd, er is
niets meerl" was het antwoord.
„Dadelijk na den dood van vader
heeft het gerecht de commode,
waarin de papieren en het geld
lagen, verzegeld; toen de zegels
er af genomen werden, was het
stuk niet meer te vinden, dat
vader me meer dan eens had
laten zien. Het kan niet anders
of mijn stiefmoeder heeft het
papier eruit gehaald, voor ze van
het gerecht gekomen zijn 1 Ik
heb het haar In haar gezicht
gezegd. Ze maakte zoo'n spek
takel, dat de heeie buurt bij
elkaar liepTenslotte heb ik
haar den heelen rommel voor de
voeten gesmeten, ben met mijn
Anne Margreet het huis uit ge
gaan en ben met het geld, dat
mijn oude schoonvader, de school»
acht op geslagen en die zaak van
Leerling atorm zag ik aan voor
een Javaansche hersenschim.
Ik vroeg Arsan de reden van
zijn weigering, daar ik neg noöit
vernomen had dat hij weige. ach-
tig was. Hij paste zeer goeu op:
was getrouwd en had twee kin
deren. ik zeide steeds over hem
tevreden te zijn gewcesl eu dat
er voor zijn weigering eea vo.-
gens hem grondige reden moest
beslaan. Hij was een flink mili
tair, eerlijk en sober.
„ik zal het U zeggen, toewmi
was zijn antwooid. Leerling P.
C. Storm was er om bekenu dat
hij een echte don Juan, en nog
meer was, om het maar niei ster
ker uit te drukken, wien het nooit
om een eerlijken omgang met
dames te doen was en wiens
treurig spoor door alle marine
havens was te volgen. Gezie.. was
hij niet, hoe wei hij een inóiuk
wekkend uiterlijk had en zeer
bekwaam was. ik wist hete. ilet
Arsan kalm verder vertellen.
„Die Leerling Storm is ge
merkt" toewande Primbons,3;"
en hierbij boog Arsan eert.:.dig
het hoofd; „de Primbons heboen
hem de kans gegeven zijn leven
te beteren en doet hij dat, dan
zal hij oud, zèèr ouci, worden
doet hij het mief, dan zal hij
sterven door zijn beroep, al ver
laat hij de marine, dan zal een
schroefas de oorzaak van zijn
dood zijn. En Leeriing S m
weet dat en voelt dati'i
de waarschuwing, die' hem
de Primbons gegeven is, tn hij
is nu op zijn hoede voor
Stuurbodrdsschroetas, waniS.- r-
boord zal het hem doen, van
eenig schip, waarop hij gevai :n
heeft, of varen zal".
Ik vroeg maar niet verder ei:
wenschte Arsan plezierige wacnt
en ging naar de messroom iog
Het door hem vertelde maakte
echter zoo'n indruk op mij dat
ik niet ging slapen doe, de
oude machinekamerjournalen voor
meester, in vijftig jaar bij e;.;aar
gespaard had veel was het
niet de herberg „ln den grau
wen kop" begonnen! Mij A. ne
Margreet is netjes en precies k
zelf heb meeaangepakt, beu nog
een slagerij er bij begonnen n
zoo is het tamelijk goed g-g .au
en de menschen op her orp
waren aüèmaal op onzen kant 1
De ooievaar heeft ons een k e u
meisje gebracht, een lief, biond
dingske, dat haar moeder als uit
het gezicht gesneden is toen
is die ongelukkige oorlog v s .r
gekomen en ik moest bij de
soldaten 1 Juist op den dag, dat
ik moest opkomen, kwam er :e
brief voor mij van den buigt
meester van Hochstadt, en daari.
schreef hij, „dat hij het adus van
Christiaan Euler in Amerika op
gespoord had. De man woonde
in Nieuw-Bremen in den staat
Ohio in Amerika, of hij had daar
gewoond, als hij niet meer ieefdt!
Ik ben dadelijk een langen brief
gaan zitten schrijven aan Chris
tiaan Euler, en daarin heb ik
den man het geheele verhaal uit
de doeken gedaan. Als hij no
leeft, dan is nog niet alles er
loren, dan kan zijn getuig.n
mij aan mijn recht helpen I
(Wordf vervplj