ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wielerbaan Sas van Gent. PUROL Belastingen als wetenschap, tno.,027 breskens Bijtijds Gered. Kleine Kinaéren Buitenland. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs p. 3 maanden f 1.25 franco p. - 11,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur :-: 35e jaargang Woensdag 22 September 1826 Nummer 3161 GRATIS verzekering gulden bij levens- gld. bij dood my gld. bij verlies ta gld. bij ver- gld. bij ver- am gld. bij ver- ia gld. bij verlies voor de abonné's tegen vnij lange ongeschikt- door /h van een hM lies van een 4[] lies van een Ah lies van een 111 van eiken ongelukken voor: W»W heid tot werken. iw» een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. anderen vinger. De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. Belastingen zijn er in een zoo groote verscheidenheid, dat het voor een gewoon mensch moei lijk is daartusschen het verband te zien. Toch bestaat er, of be hoort er te bestaan, stelsel in de belastingen, of anders gezegd, moet daaraan een beginsel ten grondslag liggen, zoodat als een afzonderlijke wetenschap kan be staan de belastingleer. Belastin gen hebben een bepaalde reden, men zou ook kunnen zeggen een noodzakelijkheid. Toch zijn reden en de noodzakelijkheid niet over eenstemmende begrippen en daar door kan een belasting soms een karakter krijgen, waarbij de nood zakelijkheid niet meer overweegt. Het is natuurlijk duidelijk, dat de overheid haar zorgen aan de gemeenschapsbelangen niet kan wijden zonder daartoe de midde len te bezitten. De Staat zoekt dus naar inkomsten. Aangezien de Staat als eigen ondernemer slechts weinig inkomsten heeft, moeten er aan de staatsonderda- nen bijdragen gevraagd worden, anders gezegd belastingen wor den geheven. Het ligt voor de hand, dat de belastingen daar ge zocht worden waar het geld zit, terwijl een andere vereischte is om het belastinggeld op een wijze af te tappen, die zoo min moge lijk kosten met zich meebrengt. Dit laatste betreft de z.g percep tiekosten. Toch behoort er nog met meer rekening gehouden te worden. Het is billijk, dat een ieder zijn steentje bijdraagt, zij het dan naar de mate van zijn vermogen. Wij zien daarom dus, dat be lastingen moeten geheven wor den zoodanig, dat de ruimst mo gelijke kring van contribuabelen verkregen wordt, zoodanig, dat de perse ptiekosten niet te zwaar op het geheven bedrag drukken en voorts zoodanig, dat de belasting naar draagkracht is opgelegd. Teneinde met deze laatste wen- schelijkheid te rekenen worden de belastingen progressief bere kend, d. w. z. naar verhouding be taalt een groot inkomen meer dan 6. DOOR RE1NHOLD ORTMANN. .Het was uw verloofde, met wie ik u straks op het station in München zag nietwaar Doc tor of misschien reeds uw echtgenoote .Het was mijn verloofde, juf frouw Seyfried maar ik denk binnen eenige maanden in het huwelijk te treden". „Het mag dwaas klinken, wan neer ik u op grond van een enkelen vluchtigen indruk met uw keuze gelukwensch. Maar ik kan mij over het algemeen be roemen op mijn juist oordeel over de menschen tenminste voor zoover het dames betreft. En fk heb zelden beminnelijker, sympathieker trekken gezien dan van die jonge dame". „U oordeelt werkelijk heel juist. Een hoogere hand heeft het zeer goed met mij voorgehad, toen zij mij dit lieve, trouwe en onzelfzuchtige meisje deed vin den". een klein, omdat het gemakkelij ker valt iets in te boeten van een groot bedrag dan van een slechts gering bedrag. Dergelijke theoretische begin selen lijken zeer van zelf spre kend, maar nu de praktijk. Daar voor is het minder eenvoudig gesteld, want om nu deze begin selen zoodanig in toepassing te brengen, dat belastingen in ieder opzicht billijk zijn en aan de be doeling beantwoorden, is een uitermate moeilijke opdracht, waarbij de belastingwettenmakers dagelijks falen. Groot is waarlijk de vindingrijkheid in de methodes waarop belasting kan worden ge heven. Het beginsel van een inkom stenbelasting zullen de meesten wel redelijk vinden. Maar de staat heeft nog tallooze andere vormen moeten aangrijpen, waar bij belastingen geheven worden en hierbij ontstaat de verwarrend werkende verscheidenheid van be lastingen, zooals wij deze kennen, waai bij men een belasting heeft op speelkaarten, op het houden van dienstboden (personeele be lasting) op verschillende soorten documenten (zegelbelasting) en er zelfs een voorstel is geweest belasting te heffen van voornamen. Bij dit alles kunnen wij nog aannemen, dat de belasting alleen de bedoeling heeft, zooals wij het hierboven noemden, het geld dat de Staat noodig heeft daar weg te halen waar het zit, b v. de speei- kaartenbelasting wordt niet ge heven, omdat de belastingwetge ver het verkeerd gevonden heeft, dat er kaart gespeeld wordt en daarom het publiek er mee af schrikken wil, dat een belasting van speelkaarten moet worden betaald. Evenwel zijn er wel degelijk vormen van belasting, waarbij nog een andere gedachte voorzit dan alleen om vobr den Staat aan geld te komen. Dit is b.v. het geval met invoerrechten, dus de belasting, die betaald wordt bij het importeeren van een vreemd artikel in het land. De invoerrechten worden n.l. zoodanig gesteld, dat de binnen- landsche industrie daardoor in een gunstiger positie wordt ge bracht en dus beter met het buitenland kan concureeren. Een dergelijk recht heeft dus nog iets meer dan een fiscale bedoe ling en zeer zeker is dat het geval met de z g. prohibitieve rechten zooals er b v. in Amerika bestaan, waarbij het vooropgezette doel van het recht is om het buiten- landsche artikel zoo duur te maken, dat de invoer ervan practisch zal komen stop te staan Wanneer men de leer aanhangt, dat het soms nuttig kan zijn de industrie door middel van rechten, van het buitenlandsche product geheven, te beschermen, is van het standpunt gezien de belasting, die andere dan fiscale bedoelingen heeft, gemotiveerd, maar er moet daarbij dan ook principieel deze bijzondere be doeling bestaan. Is dit niet het geval dan wordeu in het belas tingstelsel onzuivere beginselen ingevoerd Men ziet deze onzui verheid herhaalde malen in be lastingwetten voorkomen. In uit verband kan nog wor den gewezen op belastingen die aangeduid worden als weelde belasting of luxebelasting en waarvan ook hier te lande op dit oogenblik een wetsvoorstel aanhangig is. In vele gevallen zal iemand, die zich een kostbaar en niet voor ieder noodzakelijk voorwerp aanschaft ook iemand zijn die zonder bezwaar een steentje méér aan den Staat kan bijdragen. Het is echter volstrekt niet zeker, dat dit altijd het geval zal zijn. Er ontstaat dan een willekeurig verband tusschen be paalde zaken en de verplichting daarop belasting te betalen, met andere woorden wordt een bijzon dere last verbonden aan het aan schaffen van verschillende artike len, omdat dergelijke aanschaffing somtijds een daad van weelde is. De belastingheffing krijgt hier bij dus een andere strekking. Het wordt dus thans: wie zus of zoo handelt, op een wijze, die ik belastingwetgever luxe belief te noemen, moet extra bloeden. De belastingwet wordt daarmee dus ook een soort opvoedingswet. Het kan somtijds zeer gewenscht zijn, dat de Staat tot dergelijke op voedende maatregelen overgaat en verkwisting beteugelt, doch 't beginsel moet dan zuiver worden toegepast en er mag niet, feitelijk met andere bedoeling, een in het algemeen voor belasting heffing ongewenscht iets langs een ach terdeur worden binnengehaald. Voor de laatste maal in hei zomerseizoen 1926 zullen de poorten der Sas van Gentsche Wielerbaan geopend worden en zal ook voor de laatste maal het publiek in de gelegenheid wor den gesteld, te genieten van een sportleven Zondagmiddag. De sluitingswedstrijden gaan een enorm succes tegemoet, ge zien de strijdlustige deelnemers. Weer zal Klaas van Nek van de partij zijn ene. uitkomen in snel heid tegen den ex-kampioen van België Oscar Daemers en Orolé en den watervluggen Deblock, tusschen wie de verscheidene reeksen ondanks Klaas' meer derheid een zeer mooien strijd zullen opleveren. De lange Hollander voelt zich den laatsten tijd eenigzins buiten vorm, gezien ook zijne onthouding aan het Criterium der Assen. Het is ech ter niet uitgesloten, dat hij te Sas weer geheel fit zal zijn. De sprintkampioenschappen van Zeeland brengen drie gelijke krachten in het geding en waar van we een strijd zonder weer ga zullen te aanscnouwen krijgen. De koppelwedstrijd bevat tal van strijdkrachten, tegen wie Klaas het lang niet zoo gemak kelijk zal hebben, als toen we hem voor de eerste maal op het Sassche cement aan het werk zagen. Al is van Nek nu een all-round renner, dit neemt daar om niet weg, dat thans de si tuatie niet zoo gemakkelijk zal beheerschen als op 27 Juni. De tweetallen zijn met zorg samen gesteld, zoodat een eentonige match welhaast is uitgesloten. Voor de eerste maal na lange scheiding treden de Block en Merckx weer in koppel. Men herinnert zich wellicht nog de kracht welke voorheen van dit tweetal uitging en waarom hunne nieuwe combinatie dés te be langrijker is. Het spreekwoord zegt„Lest best". Ingezonden Mededeeling. AMERIKA DE MOORD OP REVEREND HALL. Vroeger is al eens melding gemaakt van een raadselachtigen, geruchtmakende moord, vier jaar geleden, in September 1922, in New Jersey op een zekeren reverend Edward Hall en mrs. Eleanor Mills, koriste in zijn kerk, op een afgelegen boerderij in New Brunswick gepleegd. Het lijk van den geestelijke werd ge vonden met een handdoek over het gelaat en een zijner visite kaartjes tegen een zijner schoenen geplaatst. De spraakmakende gemeente sprak van een onge oorloofde verhouding tusschen den reverend en de koriste en schreef den moord toe aan wraak neming van Hall's jaloersche vrouw en enkele harer familele- den, doch ofschoon de justitie een uitgebreid onderzoek instelde en meer dan zestig personen verhoorde, vond zij toch geen vrijheid om tot eenige arrestatie over te gaan. Zij zette het onder zoek dan ook stop. Eenige maanden geleden kwam deze zaak weer plotseling aan de orde, toen de echtgenoot van een vroegere huisbediende der familie Hall in een echtscheidings proces beweerde, dat zijn vrouw 5000 dollars omkoopgeld had ontvangen om datgene wat zij wist omtrent mevrouw Hall's handelingen in den nacht van Hij vermeed het, haar aan te zien en zoo ontging het hem, dat zij spottend glimlachte bij zijn bijna plechtige woorden. „U woont immers nog in Neuen- hagen vroeg zij na een korte pauze, in onbevangen conversatie toon. En hoewel hem deze wijze van converseeren tusschen twee menschen in zulk een eigenaar dige verhouding tot elkander staande, ontegenzeggelijk dwaas voorkwam, ging hij toch op den zelfden voet voort en lichtte haar in over zijn tegenwoordige om standigheden. „Gij hebt dus het doel van uw toenmalige wenschen bereikt! Staat u mij toe, mij van harte daarover te verheugen Er is altijd iets verblijdends in in de zekerheid, een of ander zwaar offer niet tevergeefs gebracht te hebben". Hij keek ten zeerste verrast op, zoo wonderlijk hadden hem die woorden getroffen. Maar pas toen hij haar aankeek, begreep hij de bedoeling ervan. „Gij spreekt van een offer Van een offer, dat gij gebracht zoudt hebben, Magda Gij .Vergeef me het was een zeer ondoordachte en dwaze uiting van me. Ik weet immers, dat u mij voor het slechtste, meest trouwelooze schepsel ter wereld houdt. En het is in ieder geval het best, dat ik u ook ver der maar in het geloof laat. Maar wat is dat Werner had er geen flauw vermoeden van, wat zoo plotse ling haar opmerkzaamheid of haar belangstelling kon hebben op gewekt. Hij zag alleen, dat zij opstond en door de nog steeds geopende deur van den coupé naar de verbindingsgang ging, waar zij, tegen het raampje ge leund, bleef staan, terwijl zij met zichtbare spanning naar het an dere einde van den wagon staarde. Zonder dat zij het bemerkte, kon hij vanuit zijn hoekje haar elegan te gestalte en het wonderlijk mooie profiel van haar als uit marmer gehouwen gelaat be schouwen. En hij moest er weer aan denken, hoe dikwijls hij haar met verrukking in precies dezelfde ongekunstelde, bekoorlijke hou ding bewonderd had, wanneer zij op een prachtigen zomeravond in den schaduw der boornen van de indrukwekkende allée op zijn komst gewacht had. Met ongeduld verlangde hij naar het oogenblik, dat zij weer in den coupé zou terugkeeren. Wel was hij nog steeds voor nemens, zijn reis niet tot het einddoel voort te zetten, maar 't scheen hem van geen belang, of hij deze reis reeds aan het eerst volgende station, waarvan zij niet ver meer verwijderd konden zijn, of eerst in Küfstein of insbriick zou onderbreken. Zoo zeker als dit samenzijn met Magda volgens zijn wil, het laatste in zijn leven zou zijn, zoo vurig verlangde hij naar een verklaring van haar zonderlinge, onbegrijpelijke woor den, vóór zij voor goed van elkan der zouden scheiden. En toen zij met een diepe zucht na eenige oogenblikken haar plaats weer innam, was hij het, die zonder aarzelen de draad van het gesprek opnam, waar zij deze had afgebroken. .Wanneer u er zoo zeker van bent, dat ik uw toenmalige han delwijze verkeerd beoordeeld heb, wat zou u dan weerhouden mij beter in te lichten Het is nooit te laat om een misverstand op te helderen, ook als ook als daardoor aan voldongen feiten niets meer veranderdkaniworden." Zij leunde, volgens oudergewoonte met haar hoofd achterover, zoo- dat haar mooie blanke hals uit de losse mantelkraag zieh'baar werd en sloeg haar oogen quasi- verlegen neer. .Waarom zouden wij daarover praten", vroeg zij mat. Is het niet genoeg, dat u mij in uw geluk dubbel dankbaar moet zijn, voor wat ik gedaan heb „Dankbaar Alles goed en wel 1 Maar daar gij aanspraak wilt maken op mijn dankbaar heid, wil ik u toch wel even opmerken, dat ik het heel vreemd vond, dat gij des nachts uitNeuen- hagen verdween en mij niets anders achterliet dan een af scheidsbrief in zulke koel be rekende en ongevoelige woorden gesteld, dat een niets kwaads vermoedende minnaar welhaast tot wanhoop moest worden ge bracht. Of noemt u het misschien een uiting van groote achting voor mij, wanneer u onomwonden verklaart, dat u zich in uw ge voelens ten opzichte van mij ver gist heeft, en dat uw verlangens u naar hoogere sfeeren voerden dan naar een weinig lachende toekomst, die u aan mijn zijde tegemoet zoudt zijn gegaan Uw idealen dreven u naar een rijker geluk dat zie ik nu maar al te duidelijk in, hoewel ik mij zulks in mijn begrijpelijke smart niet direct kón indenken. (Wordt vervolgd S3 Bij behandelt men de roode en smettende plekken met

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1