ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Op het HaagscheBinnenhof, VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 35e jaargang Zaterdag 18 September 1926 Nummer 3160 Bijtijds Gered. Gemeenteraad BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs p. 3 maanden 1.25 franco p. f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Eifee regel meer 15 cent. ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOMBLIEK BRESKENS Telefoon No. 21 Postgiro 70179 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur GRATIS verzekering gulden bij levens- iss gld. bij dood war gld. bij verlies ara gld. bij ver- ia gld. bij ver- aar gld. bij ver- ia gld. bij verlies voor de abonné's tegen y\AV\ lange ongeschikt- jj[j door /Q van een hy lies van een 411 lies van een Ah lies van een IH van eiken ongelukken voor: WW» heid tot werken, lil een ongeluk. hand of voet. oog. duim. wijsvinger. anderen vinger. De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. Zoodra de zomer in het land komt, biedt het Binnenhof een geheel anderen aanblik dan in de wintermaanden. Zoolang de Ka mers zitting houden, heerscht op het Binnenhof een meer officieele sfeer; afgevaardigden, ministers, journalisten loopen met dikke portefeuilles af en aan, uniformen van rijksveldwacht en militaire politie blinken. Maar niet zoodra is de parlementaire vacantie in getreden, of roodneuzige dienst mannen maken zich meester van het terrein om de toeristen naar de vergaderzalen te geleiden. Hierbij vallen altijd op de drom men schoolkinderen, die onder geleide van hun onderwijzer een schoolreisje maken naar de Re sidentie en dan natuurlijk ook de Kamergebouwen gaan bezich tigen, en de onvermijdelijke Ame- kanen, meestal met een gids van Cook of Lissor.e. DeN vergaderzalen bieden in deze weken dikwijls een heel grappigen aanblik. Op de deftige zetels van Ministers en Kamer leden zitten gretig luisterende schoolkinderen of flegmatieke buitenlanders. Waarbij men den wensch zou kunnen uiten, dat al onze afgevaardigden met de zelfde stille aandacht naar den spr. luisterden ais hier geschiedtl Intusschen, Prinsjesdag is reeds voorbij en ook het Binnenhof maakt zich weer langzamerhand gereed om de gewone vaste be zoekers te ontvangen. De Kamer gebouwen krijgen een groote schoonmaakbeurt en alle voorbe reidingen worden getroffen om de politiek wederom haar intrede te laten doen. En natuurlijk wor den dan ook allerlei veronder stellingen gemaakt, wat het nieuwe zittingsjaar ons zal brengen. Mag men de geruchten in parlemen taire kringen gelooven, dan zouden ons groote verrassingen wachten, waarbij met name gezinspeeld wordt op den val van een of meer Ministers. De eerste, wien dit lot zou treffen, zou zijn Mi nister Karnebeek; deze tpch zal 5. DOOR REINHOLD ORTMANN. Hij was boos op zichzelf, dat het niet anders zijn kon. Want niet Helene mocht hij daarvan beschuldigen, dat gevoelde hij maar al te goed als zijn eerlijke, innige overtuiging. En in zijn boosheid over zijn eigen onman nelijke zwakheid overwoog hij in vollen ernst de mogelijkheid, op het eerste het beste station uit te stappen en naar München terug te keeren, om zijn verloofde zoo spoedig mogelijk met het verblijdende nieuwe te verrassen dat hij tot op dit oogenblik, dat zij elkander voor eeuwig zouden toebehooren, zelfs geen enkelen dag meer zonder haar wilde doorbrengen. Langzamerhand kwam onder den invloed van die voornemens zijn opstandig gemoed eenigszins tot rust, en bij leunde juist weer met een diepe zucht in de kussens achterover, toen een licht geruisch gelijk het ritselen van een zijden japon hem dwong, den blik op reeds op 5 October in de parle mentaire arena moeten verschijnen met zijn Belgisch tractaat. Onge twijfeld, het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer geeft weinig hoop; het is zeer duidelijk en overzichtelijk, en men gevbelt, dat hier de woorden niet dienen om de gedachten te verbergen! Het is geheel in overeenstemming met den zich steeds duidelijker uitsprekenden wil van het Ne- derlandsche volk; de critiek is krachtig en algemeen, de verde diging zwak en schuchter. Het is niet tegen te spreken, dat het Verdrag ons volk met groote zorg vervult. Ongetwijfeld is deze vermeerderd door de behandeling van het Verdrag in het Belgische Parlement. Eerst werd uit Brussel bericht, dat het verslag van den heer van Cauwelaert aan de Kamer niet vóór het najaar zou verschijnen, maar ploTseling ver scheen het toch, in de tweede helft van Juni, en twee dagen later ratificeerde de Kamer het Verdrag „Van waar", aldus de heer d. K. in een uitnemend artikel in „Neerlandia", „die geweldige haast op eens? Wil de Belgische Regeering, opgeschrikt door het Voorloopig Verslag der Neder- landsche Tweede Kamer, dat drie dagen tevoren wereldkundig was gemaakt. Nederland voor een voldongen feit stellen? Men mag verwachten, dat de Tweede Ka mer er niet inloopt. De fierheid, die uit haar Voorloopig Verslag spreekt, waarborgt ook een be handeling van het Verdrag, die zelfvernedering uitsluit". Zoo wijzen wel alle voorteekenen erop, dat gelijk zullen krijgen degenen, die meenen dat de Tweede Kamer, gedreven door den volkswil, voet bij stuk zal houden. En inderdaad, ratificatie van het Verdrag thans in Den Haag, omdat Brussel er reeds toe overging, zou - de heer de K. zegt het terecht - een hoogst ernstige fout zijn, een daad waartoe alleen een volk zonder ruggegraat in staat kan zijn. Het zullen dus wel spannende dagen zijn, die wij in October op het Binnenhof zullen beleven. te heffen. Hij wist wat hem wachtte. Zoo niet een onbedrie- gelijk, instinctmatig gevoel het hem gezegd had, dan zou de fijne, zoete geur het hem wel verraden hebben, die plotseling de kleine ruimte vervulde, de geur van haar lievelingsparfum, die zij ook als arme verkoopster nooit had kunnen ontberen. Hij keek op en zag in het hem toegewende gelaat van de in de open schuifdeur staande vrouw. Hij zag, dat haar schoonheid er in die twee jaren niet minder op was geworden dat haar uiter lijk geheel onveranderd en haar houding nog even koninklijk was als vroeger. Maar de uitwerking, die haar nabijheid op hem uit oefende, was anders, dan hij zelf nog voor enkele minuten geleden had kunnen gelooven. Op dit oogenblik leefde in zijn hart niets anders voort dan de herinnering aan het leed, dat zij hem berok kend had en aan het hartelooze spel, dat zij met hem gedreven had. En hij behoefde zich geen geweld aan te doen en niet te veinzen, om een onverschillige uitdrukking aan zijn geheele gelaat te geven en om haar zijn onverzoenlijke haat en diepe verachting te toonen. „Neemt u mij niet kwalijk", AARDEKBURG. Maandag 13 September kwam de Raad dezer gemeente in vol tallige vergadering bijeen. Na een opmerking van den heer van der Hooft, werden de notulen aangehouden tot de vol gende vergadering, wegens sta king der stemmen. Naar aanleiding hiervan doet de heer Van der Hooft het ge- vaailijke van art. 7 van het regle ment van orde naar voren komen. Hij herinnert nogmaals aan de notulen van de vorige vergadering, waar hij alleen met de vier Katho lieke raadsleden tegenwoordig was. Men heeft hem toen door een dergelijke stemming woorden in den mond gelegd, die hij nooit in de vergadering gezegd heeft. Ingekomen is ook een schrijven van Oed. Staten, dat zij goed keuren de volgende handeling van de Regenten van het Burger Gasthuis en zij adviseeren de begrooting goed Ie keuren: le het verleenen van subsidie aan de wijkverpleging; 2e het instellen van een pen sioenfonds; 3e het opnemen van tijdelijk kasgeld; 4e het doen plaats hebben van. buitengewone herstellingen; 5e de onderhandsche aanbe steding dezer werkzaamheden; (Zooals de lezers misschien bekend is, waren dit de strijd punten, waarop de begrooting 1926 steeds strandde Intusschen heeft dit talmen voor de admi nistratie veel moeilijkheden be zorgd. Een gevolg van het niet verleenen van tijdig subsidie aan de wijkverpleging is b v geweest, dat er dezen Zomer geen t.b.c. patiënten konden worden uitge zonden) Bij de ingekomen stukken is een schrijven van den Minister, waaruit blijkt dat deze de sub sidie van het Weeshuis aan de Qeitenfokver. en het Ziekenfonds wel goedkeurt, doch niet die aan het Muziekgezelschap. Voorts een schrijven van 't bestuur van de zeide zij, na secondenlang dralen, met onzeker klinkende stem. ,Maar ik kan in den overvollen trein nergens meer een plaatsje vinden. Wanneer u mij dus toe wilt staan, een dezer vrije zit plaatsen in te nemen". Reeds bij de eerste woorden, waaruit hem haar bedoeling dui delijk geworden was, was hij opgestaan. Hij greep naar zijn bagage in het net. .Niet slechts één van deze plaatsen, maar de geheele coupé is tot uw beschikking, juffrouw!" Zij aarzelde met haar antwoord, maar zij bleef de smalle opening versperren, die op de verbindings gang uitkwam Eerst toen hij met zijn bagage vlak voor haar stond, zeide zij zacht „Waarom wilt u voor mij weggaan Zoudt u het zóó verschrikkelijk vinden, een paar uur in mijn gezelschap door te moeten brengen „Ik vrees maar al te zeer, dat geen van ons beiden eenigen prijs zal stellen op deze gemeen schappelijke reis. En ik moet u daarom dringend verzoeken, mij door te laten". Die aanmaning liet aan duide lijkheid waarlijk niets te wen- schen over, maar Magda Seyfried R.-Kath. meisjesschool, dat vraagt om f 192 voor aanschaf school- meubelen. Met alg. stemmen toegestaan. Naar aanleiding van het ver slag van de commissie voor watervoorziening, zegt de Bur gemeester, deze zaak van zooveel belang te vinden, dat zijns inziens niet onmiddellijk besloten kan worden. De heer Lannoye wil liever maar dadelijk af handelen. De Voorzitter stelt voor aan het einde van de vergadering er nog eens over te spreken. De heer Reepmaker voelt ook meer voor uitstel tot een vol gende vergadering, daar hij meent, dat de stemming ten opzichte van waterleiding zich reeds hier en daar begint te wijzigen. Mevr. van den Broecke stelt voor, het verslag der commissie voor belangstellenden ter lezing te leggen, wat de Burgemeester toezegt. Punt 2. Wijziging begrooting dienst 1926, waarop een post advertenties, abonnement telefoon en f 100 voor onderzoek: Sollici tanten naar de betrekking van onderwijzeres, voorkomen, wordt goedgekeurd, na een opmerking van den heer Van der Hooft over de hooge telefoonkosten. Ter loops deelt de Voorzitter mee, dat er 35 sollicitanten zijn, waar van er verschillende in hnn school bezocht zullen worden. Punt 3. Voorloopige vaststel ling gemeenterekening dienst 1925. De heeren Blondeel en Van der Hooft hebben de rekening nagezien en de cijfers kloppend bevonden. Doch de heer Van der Hooft vindt over het algemeen, dat we duur uit zijn in evenre digheid met andere gemeenten, vooral op de posten schrijf en bureau benoodigdheden, verlich ting en verwarming, en telefoon. Voorts bevreemdde het hen te zien, dat de kleeding voor den veldwachter niet meer bij den militairen kleermaker, die jaren tot iedeis tevredenheid werkte, werd gemaakt, doch bij iemand, die er even weinig van kan als bewoog zich nog steeds niet van haar plaats. „Gij vreest misschien, dat ik onaangename herinneringen in u wakker zal roepen dat ik u met oude geschiedenissen zal vermoeien Maar ik kan u ver zekeren, dat die bezorgdheid geen reden van bestaan heeft. Ik heb immers straks op het perron ge zien dat die oude geschiedenis sen voor u tot de vergetelheid behooren. En die zekerheid alleen kon mij den moed geven, mij met mijn verzoek tot u te wenden. Maar ik zal natuurlijk liever de geheele reis buiten op de gang vertoeven, dan dat ik tegen uw zin hier blijf. Dr. Marold zag in, dat het niet meer en niet minder dan een groote onbeleefdheid zou zijn, haar daartoe te dwingen, en bo vendien vreesde hij, dat men in de coupè's naast hem, opmerk zaam zou kunnen worden op hun zonderling gesprek. Dus legde hij zwijgend de bagage weer op haar plaats, en liet Magda Sey fried binnenkomen. Maar tege lijkertijd rijpte bij hem de zoo even overwogen gedachte, aan het eerstvolgende station den trein te verlaten, tot een vast en zoo als hij meende onwrikbaar besluit de heer Van der Hooft zelf Dit is te meer onbegrijpelijk, waar het hier een gezin geldt, dat door ziekte enz. evenzeer getroffen is, als een ander gezin, waar f 139 voor uit de gemeentekas moest worden genomen De f 500 voor de procedure in zake Gasthuis noemt spreker weggegooid geld. En van de f300 voor adviezen van mr. Blaupot ten Kate, zou spreker gespecificeerde rekening willen zien, alvorens hij de re- kering goed kan keuren. De Voorzitter meent, dat men gemeente 's onderling moeilijk kan vergelijken en Aardenburg dus niet duur te noemen is. Wat de kleeding van den Veldwachter aangaat, dat wordt aan dezen zelf overgelaten, waar hij die wil laten maken. De f 500 van de procedure vindt de Burgemeester ook weggegooid geld, maar dat is de schuld van het Gasthuis. Hij heeft de Regenten voor gesteld, een commissie te be noemen van twee leden van rechts en 2 van links, om de zaak uit te maken, dan waren alle kosten voorkomen. Nu zal er nog wel f2000 bijkomen vóór de procedure ten einde is. Die f 300 waren o.a. voor adviezen inzake het Gasthuis, Weeshuis en de weg naar St- Kruis en bovendien de posten zijn immers niet overschreden, B. en W. mogen naar eigen goeddunken beschikken over de door den Raad begroote posten De heer van der Hooft zegt, geen duim breed veranderd te zijn en stemt tegen de rekening, die voorloopig wordt vastgesteld met 3 tegen 2. De rekening Burger Gasthuis 1924 wordt met de stemmen der Wethouders blanco, goedgekeurd. De begrooting Burger Gasthuis 1926 wordt eveneens goedge keurd, de heer Cuelenaere blanco. De meerderheid van B W. adviseert, de begiooting van het Weeshuis niet goed te keuren; alhoewel de subsidie aan de Mu ziek er uitgelaten is, keurt de Burgemeester ook de subsidie aan ziekenfonds en geitenfokver- eeniging niet goed. Hij is het Magda had niets anders bij zich aan een klein, zeer elegant en oogenschijnlijk nog heel nieuw leeren koffertje, dat zij naast zich op de vrij gebleven zitplaats tusschen Werner Marold en haar zelf plaatste. En het was toch wel een merkwaardig klein toe val, waarvoor men zelf soms zoo moeilijk een verklaring weet te vinden, dat Werner zich opeens duidelijk herinnerde, een koffer tje, dat er precies zoo uitzag, zooeven gezien te hebben in het bezit van den ouden heer, die zich vlak voor Helene en hem bij den toegang tot het perron bevonden had. Maar slechts voor een vluchtig oogenblik vermocht een zoo gering, onbeduidend on derwerp zijn gedachten bezig te houden. Toen nam alleen nog slechts deze vraag al zijn denken in beslag, wat hij moest doen of het werkelijk noodig was, te volharden in het gedrukte stil zwijgen, dat sedert haar binnen komst in de coupé heerschte of was ditstommetje-spelen mis schien erg belachelijk? Maar het bleef hem bespaard, deze vragen met een ja of neen te beantwoor den, want het was zijn bekoor lijke medereizigster, die na ver loop van eenige minuten het eerst de benauwende stilte ver brak, (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1