ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekëli ksch Oveizicbl. *BreFH.ï.SYeH. mnenland. In liefde liereenigd. Waar een wil is BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Adverteptlcpr Ijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK Telefoon RDFIXPNS Poitglro No. 21 d k c a n. e m o 7017g Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 5e Jaargang Zaterdag 7 Augustus J926 Nummer 3148 j In Frankrijk begint men nu werkelijk ernst met het finantieël herstel te maken. De Franschen zelf zouden misschien, althans voor een groot deel, zeer ver wonderd zijn, wanneer ze een dergelijke uiting lazen. Alsof ze niet al den tijd, dat de finantiëele misère nu al duurt en de franc een sterke neiging voelt het voor beeld van de Duitsche mark te volgen, met dat herstel degelijken ernst maakten! Maar ernst met iets maken wil nog wat anders zeggen dan er veel over praten. Men moet bereid zijn lieve en prettige dingen op te olferen, met opoffering van eigen genoegen en rust niet alleen, maar eigen voordeel ook en eigen inzichten en begrippen, vaak zich voor de bereiking van het doel onafge broken in te spannen en bij die bereiking al het andere achterte stellen. En dat hebben de Franschen, dus heeft althans de Fransche Kamer tot nu toe wellicht nog niets gedaan. Die heeft gevoch ten over programma's en partij belangen en de voortreffelijkheid van eigen inzichten en onder- tusschen de franc laten zakken en met de franc Frankrijk. Het ministerie-Herriot was de laatste uiting van deze geestes gesteldheid. Zij heeft de Kamer zoo verschrikt, dat die meteen bij het verschijnen ermee afrekende. En het ministerie Poincaré, dat opvolgde, bleek den nieuwen geest te introduceeren. Niet om dat het een ministerie Poincaré was. Zoo iemand, dan heeft Poin caré zeker schuld aan den toe stand, waarin Frankrijk geraakt is. Hij is een van de Europeesche politici, wier averechtsch beleid de wereld naar den waanzin van den oorlog gebracht heeft. Maar hij heeft bovendien na den oorlog een politiek gevolgd, die het herstel van Europa jaren lang tegenhield en bovendien rechtstreeks aan Frankrijk schat ten kostte. De Franschen hebben dus wei- 28. DOOR Graaf HANS BERNSTORFF. Haar keel was toegesnoerd, en ze was niet in staat een woord uit te brengen, zwijgend en bleek zat ze daar, tot de tafel opgehe ven werd, en toen ze Fels des avonds ten afscheid de hand reikte, waren haar vingers ijskoud. Met een vluchtig goeden nacht scheidde ze later van haar ouders en ging naar boven naar haar kamer. Daar zat ze nog lang voor het open raam en staarde in den donkeren, sterrenbozen nacht. Twijfel en liefde streden een hartelijken strijd in haar bin nenste. Waarom had hij niet nog eens en nog eens geschreven, nadat hij op zijn eersten brief geen antwoord had gekregen Hij moest toch weten, hoe ze allen in ongerustheid over hem hadden gezeten, met welk een dankbaarheid ze aan hem dach ten en welk een vreugde het eer ste levensteeken van hem zou hebben gebracht. Maar door den dank, dien hijzelf aan Beale nig reden hem dankbaar te zijn. Maar zijn ministerie is een ein delijke opoffering van de partij ministeries en de partij-belangen en inzichten aan een nationaal ministerie en de belangen van het land. En het blijkt, dat de Fransche Kamer de noodzakelijke conse quenties van deze opoffering be grepen heeft. Door te beslissen, dat op het finantiëele ontwerp van Poincaré, welks aanneming zoo'n haast had, omdat iedere minuut vertraging Frankrijk 11000 francs kostte, geen amendemen ten mochten worden ingediend, heeft zij ookeen harer voornaam ste rechten geofferd. Poincaré kan dus nu zijn gang gaan en voor het herstel van het evenwicht in de begrooting, de aflossing van de openbare schuld en het terugvloeien van de uit Frankrijk gevluchte kapitalen, deze drie noodzakelijkheden voor het herstel van Frankrijk s finan ciën trachten te zorgen. Blijkbaar wil hij met het oog op de laatste noodzakelijkheid enkele belas tingen, als de algemeene inkom stenbelasting verlagen. Daarnaast staan echter verschil lende verhoogingen zoo van in directe als directe belastingen. Maar die kunnen voor de schat kist slechts beteekenis hebben, als het lukt den franc te stabi- liseeren. Poincaré wil daarmee nog een tijdlang wachten, ten einde den franc gelegenheid te geven te stijgen, omdat hij* den tegenwoordigen koers belachelijk laag vindt. Maar het is hier niet de vraag, wat Poincaré vindt. En zijn spe culatie op voortdurende stijging zou wei eens verkeerd kunnen uitvallen, want de vraag blijft nog altijd, of de voorloopig gun stige indruk, door het ministerie- Poincarè gewekt, werkelijk het vertrouwen zal doen terugkeeren. Er zullen ingrijpende maatregelen noodig zijn om de finantiën in een toestand te brengen, die het vertrouwen blijvend kan maken. En elke ingrijpende maatregel brengt haar eigenaardige gevaren mee. Zoo schijnt Poincaré ernstig Heemskerk en haar vader schul dig was, had hij dat vergeten en uit het gevoel van dank was zeker nog wel meer gegroeid. Wat klonk zijn stem warm, wat schitterden zijn oogen, als hij over die beiden sprak. Wat haatte ze die Beate 1 En hemzelf, Karl Fels ook, den ver rader! Ze legde haar hoofd op haar armen en luisterde naar de stem men in haar binnenste. Een zacht geruisch wekte haar. Het regende, en met dorstige teugen dronken boomen, struiken, bloe men en de uitgedroogde aarde het koele nat. Een heerlijk ver- frisschend koeltje steeg omhoog, streek liefkoozend over Magda's verhit gezicht en vulde het ge- heele vertrek Langzamerhand stroomde de regen sterker en sterker, om dan plotseling na een stortbui op te houden. Een lichte wind stak op en ritselde in de toppen der boomen. Een zucht van dank, van rust, van vrede in de natuurl Slechts hier en daar nog licht geluid van vallende droppels 1 Dan diepe stilte in het rond 1 Langzaam stond Maria Mag- dalena op, sloot het raam en zocht eveneens rust. „Vanmorgen ben ik bij den te denken aan een soort heffing op het vermogen. Maar dit zou natuurlijk de terugkeer der ge vluchte kapitalen naar Frankrijk beletten. Tenzij de kapitalisten ook ernst met hun vaderlands liefde wilden maken en hun geld ten deele aan het nationaal be lang offeren. tenslotte gaat het daar overal om, waar moeilijkheden te red deren en crisissen op te lossen zijn, of men voldoende ernst met de zaak wil maken. De Franschen hebben het begrepen en de Belgen evenzeer, toen ze de nieuwe finantiële maatregelen namen en hun reis naar Frankrijk onder namen om met de Fransche re geering over gemeenschappelijke maatregelen te beraadslagen. Een scherpzinnig journalist is, eenige jaren geleden, als resultaat van waarneming, tot het besluit gekomen, dat de lengte van de poolen van de kippen in de plattelandsgemeenten aanzienlijk is toegenomen na de verschijning van de automobiel op den land weg. Ofschoon de bioloog-jour- nalist zijn ontdekking openbaar maakte in den tijd, dat zijn col lega's zich verdiepten in biolo- logische waarnemingen op het terrein van de zeeslang en het zeer te betwijfelen is, of zijn vondst inderdaad het resultaat van waarneming is, behoeven wij zijn bewering toch niet zon der meer onder te brengen in de rubriek van de geestesproduc ten van copy-arme dagblad schrijvers. Wetenschappelijk staat immers vast, dat elk organisme den invloed ondergaat van het milieu, waarin het leven moet? De aan den bodem verbonden plant ondervindt die onafhanke lijkheid het sterkst. Het dier reeds minder. Het is reeds in staat, mits in vrijheid levende zich een milieu te kiezen. Doch ziet, nu komt de groote kloof, die mensch scheidt van dier en plant. De mensch is meer dan welk ander levend wezen in staat de omge- „Pinguin" geweest en heb het schip eens bekeken! Drormels, hij moet aardig vast gezeten hebben", zei de heer Heydebringk eenige dagen later, toen hij uit de stad terugkwam. „Ik sprak met een paar matrozen over het voorval, en wat die mij allemaal van hun eersten officier vertelden, wat dat voor een kerel was, zoo als ze zich uitdrukten 1 De heele bemanning is compleet verliefd op hem en spreekt niet dan vol geestdrift over hem. Hij moet waarlijk een buitengewoon flink mensch zijn en schitterend met de mannen weten om te gaan Sedert hij aan boord is, is er nog nooit een bestraffing voorgevallen. Een van de matrozen zei„Als bij dien iemand stommiteiten beging, zoodat hij straf zou moe ten krijgen, dan zouden we hem naderhand een pak geven, dat hij niet wist waar hij bleef F' Dat is toch prachtig I Overi gens heb ik Fels voor overmor- gen-middag uitgenoodigd", ging hij voort. „Jullie kunt dan samen uit rijden, Magda, als je lust hebt!" Maria Magdalena schrok. Dan was ze heel alleen met Fels, en dan dan? „We kunnen ook een rijtoertje maken 1" meende mevr. Heyde bringk. ving, waar hij leeft naar zijn wil te wijzigen. Een theorie als die van Robert Owen, dat de mensch het product van zijn omgeving is, wordt thans niet meer aanvaard. Niet passief, maar actief staat de mensch tegenover de hem om ringende natuur. Waar wij ons ook bevinden, in het woonvertrek, in de vrije natuur, op het terrein van onzen dagelijkschen arbeid, om ons zullen wij steeds de be wijzen zien van s menschen activiteit, van zijn onwil om zich te onderwerpen aan de omgeving. Zeker, geheel heer en meester zijn wij niet. Borculo en de wa tersnood hebben ons herinnerd aan de heerschappij, die trots al onze activiteit, de natuur-de om geving- nog over ons uitoefent. Maar onmiddellijk na de on dergane vernedering, staan wij weer gereed het verloren terrein te heroveren. Gansch het volk zien wij zich vereenigen tot één lichaam, bezield met één wil herstellen wat vernietigd werd als het mogelijk is maatregelen treffen, dat een zelfde vernede ring ons niet opnieuw te beurt zal vallen. Tegenover natuurmachten kan 's menschen verzet slechts krach tig zijn, wanneer eenheid van gedachten, allen, die in hun wel zijn bedreigd worden, bezielt. Natuurmachten denk eens na, hoe vele er zijn. Is ten slotte niet alles buiten ons eigen Ik, vreemd. Ook de enkeling zal zich verzetten tegen die vreemde machten, hij zal pogen zich zelf te blijven. Maar dan geldt ook voor den enkeling, wat voor de massa geldt, dat de kracht van zijn verzet afhankelijk is van de mate, waarin het hem gelukt tot eenheid van willen, tot eenheid van gedachten te komen. Welnu, het is dit één-willen- zijn, dit zich door één-gedachte- bezield-weten, wat den heden- daagschen mensch maar al te zeer ontbreekt. Maar evenals vroeger zuFen ook nu enkelen het voor beeld moeten gevenen wel die enkelen, die Hegel de groote gees ten noemde en die hij teekende met de woorden „Wie uit, wat „Och, dat is zoo vervelend I" riep Maria Magdalena. „Boven dien heeft mijnheer Fels mij toen op de boot al beloofd, met me te rijden, en ik wil zien, of hij werkelijk rijden kan". „Nu, die doet niets voor je onder!" lachte haar vader. „Die is zoo zadelvast als het maar kan 1" „Dat moest hij me eerst be wijzen!" antwoordde het jonge meisje wat geringschattend. „Drijf het maar niet te dol 1" maande haar moeder. „Als hij er af valt!" Mijnheer Heydebringk schater de het uit en riep zielsverge noegd„Daarover hoef je je niet bezorgd te makeh, Anna 1 Fels is een geboren en volleerde ruiter 1 Die dwingt ieder paard 1 Zelfs Caesar 1" Nee 1" protesteerde mevrouw Heydebringk echter. „Dat sta ik in geen geval toe, dat hij dade lijk op dat wilde paard wordt gezet. Hij heeft het lang niet gedaan, en wees nou eens een verstandig man, en geef hem eerst een ander paard, anders ga ik half dood van angst'" Ze werd echter door man en dochter slechts uitgelachen. Toen Karl Fels Zondagsmid dags met een korfje in de hand, zijn tijd wil, dat zegt en vol brengt, is de grootman des tijds, hij doet, wat het innerlijke, het wezen des tijds is, hij verwezen lijkt zijn tijd". In hem, zouden wij kunnen zeggen, culmineert de activiteit van den mensch die zich niet wil onderwerpen aan de voor waarden, die het milieu hem opdringt. Van die grooten kunnen wij leeren. Hun voorbeeld moe ten wij volgen. Zij zijn de voor gangers in ons aller streven naar herstel van zekerheid. '.CreKCnRM DE PLANNEN VAN MINISTER LAMBOOY. In aansluiting op de berichten omtrent de reorganisatieplannen van den minister van oorlog, deelt „De Avondpost" thans nog het volgende mede Het lag in het voornemen van den minister van oorlog voor- uitloopende op hetgeen daarom trent de Tweede Kamer bij de behandeling van de oorlogsbe- grooting 1927 zou beslissen reeds aanstonds een aanvang te maken met de uitvoering zijner reorganisatieplannen. Hierin wa ren begrepen het verminderen van de cavalerie en het doen afvloeien van ongeveer 250 be roepsonderofficieren. Intusschen heeft de heer J.Th. de Visser, o d-minister van on derwijs en thans lid van de Tweede Kamer, schriftelijke vra gen gericht tot den minister van oorlog, betreffende die reorgani satieplannen en daarbij o. m. de vraag gesteld of d: minister van oorlog het niet gewenscht acht om, zooals in het voorjaar door dien minister was toegezegd, zijn reorganisatieplannen aan het oor deel der Kamer te onderwerpen en in verband daarmede met de uitvoering te wachten. Op deze vragen heeft de mi nister van oorlog nog niet ge antwoord. Het blad verneemt evenwel dat het antwoord op de vragen van het Kamerlid De Visser bevestigend zal luiden. uit het rijtuig sprong, nam ze, voor het venster staand, zijn gestalte in het onberispelijke rijkostuum, eens goed op. Hij beviel haar zoo bijna nog beter dan in uniform of was de her innering aan dien tijd daar schuld aan, toen ze hem in burger gezien had Maar snel onderdrukte ze dit gevoel en trad den gast met koe'en groet tegemoet, zonder zijif handdruk te beantwoorden. Fels nam daarvan echter naar het scheen heelemaal geen notitie. Hij was het in den loop van den dag met zich zelf volkomen eens geworden, hoe hij zich tegenover het jonge meisje zou gedragen, en dus zei hij schertsend„Nu kunt u me op de proef stellen, juffrouw Heydebringk I" De paarden werden voorge bracht en langzaam reden ze samen het erf af. Nauwelijks hadden ze den boschweg bereikt, of Maria Mag dalena dreef haar vos aan en liet hem in vluggen draf verder gaan. Fels volgde haar, terwijl hij zijn paard, een grooten sterken hengst, met opzet wat terughield om de amazone te kunnen gadeslaan, en hij kon zijn blikken niet van haar gestalte afhouden, die gelijkmatig op en neer bewegend op het elegant gebouwde paard voor hem uitvloog. (Wordt vervolud.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1