ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREK Wekelijltscb üveiziebi. Gratis Verzekering* SLAPELOOS MLJN HARDT's Het Nederlandsch- Eelgisch Verdrag. In liefde hereenigd. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. TNo'T BRESKENS p°**'9ro :-: Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 35e Jaargang Zaterdag 10 Juli 1926 Nummer 3140 Wij kunnen onze abonné's mee- deelen, dat zij vanaf 15 Juli a.s. tegen ongevallen zijn verzekerd en wel voor de volgende bedragen: f 100,— bij overlijden door een ongeval. f 200,— bij blijvende geheele in validiteit door een ongeval, f 75,— bij verlies van een voet of een hand. f 50,— bij verlies van een oog. f 40,— bij verlies van een duim. f 25,— bij verlies van een wijs vinger. f 10,bij verlies van een anderen vinger. Uitgezonderd zijn de motorrijders, wien een ongeluk overkomt. Als abonné geldt degene, die. in onze boeken als zoodanig staat ingeschreven, leder kijke dus het adres na en indien de naam niet goed staat aangegeven, melde men dit ons direct. President Hindenburg heeft zich tot nu toe maar moeilijk te recht kunnen vinden in de vrij kleurlooze rol, die staatshoofden in onze constitutionele staten te vervullen krijgen en die voor hen en hun ambt ongetwijfeld het veiligst is, omdat hij hen buiten de partijstrijd houdt. In tegen stelling metzijn voorganger Elbert, die zich aan deze rol zeer stipt hield, heeft hij al enkele malen getracht zijn opvatting mede ge wicht in de schaal te doen leg gen, wanneer ontrent het een of ander beslist moest worden. En laatst nog heeft zijn brief omtrent de onteigening der goe deren van de gewezen Duitsche vorsten, die tegen het referendum propaganda moest maken, een heftige ontevredenheid tot ver buiten de kringen, die voor de onteigening stemden, gewekt. Maar dit persoonlijk vergrijp kan ook zijn goede zijde hebben En die zijde heeft het nu in den jongsten brief van den pre sident aan den Duitschen minis terraad geopenbaard. Nadat de sociaal-democraten besloten hadden, tegen het re- geeringsontwerp te stemmen, was alle kans op aanneming verkeken. En de ministers overwogen daar om als oplossing ontbinding van den rijksdag of ontslag van het geheele ministerie. Maar beide middelen zouden ongetwijfeld weinig doe treffend zijn gebleken. Een ander ministerie had zich voor dezelfde moeilijkheid ge plaatst gezien om een ontwerp samen te stellen, dat een voldoen de meerderheid in den rijksdag had kunnen vinden. En door ontbinding van den rijksdag en nieuwe verkiezingen zou geen dusdanige verandering in de samenstelling gekomen zijn, dat deze meerderheid zich zou gevormd hebben. President Hin denburg heeft dit ook begrepen en in zijn jongsien brief aan den ministerraad van zijn gevoelens uiting gegeven. Noch van ontbinding van den rijksdag, noch van ontslag van het kabinet, zegt hij, verwacht hij een oplossing van de kwestie der schadeloosstelling aan de ge wezen vorsten en hij raadt daar om het kabinet aan van beide af te zien. En het kabinet heeft dien ver- standigen raad gevolgd. Het zal voorloopig de kwestie der scha deloosstelling blauw blauw laten in de hoop, dat in dit- najaar of nog later de gedachten en de opvattingen der partijen voldoen de veranderd z'u'len zijn om op nieuw een oplossing te probeeren. Ondertusschen zullen alle proces sen tusschen de bondsstaten en hun gewezen vorstenhuizen ge schorst blijven, doordat de wet van 31 December verlengd is. Het is dus een tijdelijk ont-' loopen van de kwestie. Maar wanneer een kwestje momenteel onoplosbaar blijkt, is dat nu eenmaal het middel, dat over blijft. In Engeland zijn ze ook met een dergelijk middel aan 'tpr'oe- ven nemen. Want wat de regee ring nu in de kolencrisis voor stelt, is ten slotte ook maar een ontloopen van de kwestie, die zich opdringt. De mijnen kunnen onder de tegenwoordige voor waarden niet rendeeren dan ten koste van den mijnwerker. De regeering stelt dus voor dezen die kosten te laten dragen door verlenging van den werktijd, waarvoor de wet op den 8-urigen arbeidsdag in de mijnen reeds is aangenomen, en verlaging van het loon. De mijnwerker verzetten zich nog haistarrig, En Cook, de wat heet gebakerde secretaris van den mijnwerkerbond houdt hef tige redevoeringen tegen deze oplossing en spoort tot volhar den van het verzet aan. Maar de nood zal tenslotte wel tot toe geven dwingen, Een dergelijk afgedwongen oplossing kan ech ter slechts tijdelijke waarde heb ben en alleen volledige reorga nisatie van het mijnbedrijf, kan de Engelsche mijnen in staat stellen teconcurreeren en daarmee de werkelijke en blijvende op lossing brengen. De oplossing, waarnaar men in Frankrijk zoekt, zal al even min makkelijk en wel ,te vinden zijn. De financiëele nood kan nu, als de nood het de Engelsche mijnwerkers zal doen, dwingen een of andere regeling te aan vaarden, die een tijdelijke vera deming brengt. Maar voor een werkelijke oplossing zijn maat regelen noodig, waartoe Frankrijk niet gemakkelijk zal overgaan, omdat daardoor de machtpositie, die zij zich in en buiten Europa veroverde, zou worden aangetast. De daling van de franc en de ontreddering der Fransche finan- tiën zijn het gevolg daarvan, dat Frankrijk reeds veel te lang bo ven zijn stand geleefd heeft en daarmee niet enkel zijn geld, maar ook het vertrouwen bij an deren Is kwijt geraakt. Dat kan, evengoed als bij het plaatsvervanger tot nu toe. Die kan tot morgenvroeg nog regee- ren en dan begint u. Ik verheug me er erg op, u aan boord te hebben Dus tot straks 1" De nieuwe eerste was gauw op de hoogte van den dienst en de toestanden aan boord. Zijn commandant liet hem volkomen vrij, om zich „in te werken" en de jongere officieren toonden zich, evenals de manschappen met alle takken van dienst zoo vertrouwd, dat er geen reden was voor bij zondere exercities. De geheele equipage merkte echter ook, dat de eerste zijn beroep evengoed verstond en niemand hem iets op den mouw kon spelden. „Da's nog 's een kerel! Die weet wat, en hij weet wat ie wil! Da's zeker 1 verklaarde matroos Asmussen „Alleen zou 'k 'm nie graag in de vingers kommen, as tie 's kwaad wordt 1 Dan komen der stukken I" „Oe hebt geliek 1" zei zijn vriend Petersen. „Hij is 'n heel flinke officier 1 Maar een raar mensch is tie ookl Vaak kan ie heul stil in het water staan kie ken, krek als of tie daar wat suken dut, en dan kun ie hem, drie, viermaal anspreken, hij geeft geeneens antwoord, tot ie ineenen individu, dat boven zijn stand leefde slechts op één manier weer goed'gemaakt worden, na melijk door radicale veranderin gen van levenwijze. Maar een volk valt dergelijke veranderingen nog heel wat moeilijker dan een individu, wien het al vaak veel strijd kost. Ingezonden Mededeeling. Onrustig, Nerveus en Overspannen Gebruik hiertegen de Zenuw- stillende en Zenuwsterkende ZENUWTABLETTEN Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Dro gisten. Het komt ons niet overbodig voor, op deze plaats iets te zeg gen over dit verdrag, waarbij de belangen van zoovele gemeenten, Rotterdam in de eerste plaats, betrokken zijn. Het is het allerbelangrijkste stuk op het gebied der interna tionale politiek, waarin Nederland sedert een lange reeks van jaren betrokken is. Nederland mag het verdrag, zooals het aan de Twee de Kamer ter beslissing is gege ven, niet aanvaarden. Nederland mag dat niet doen, terwille van zijn nationale waardigheid, wil het Nederlandsche volk zijn zelf standigheid hoog houden en aan- aanspraak blijven maken op den eerbied van de andere beschaafde natiën, ook van België. België kan evenmin als wie ook iets gevoelen voor Nederland, wanneer 't het zeer te waardee- ren verlangen, om in vriendschap met zijn buurman te leven, zóó ver drijft, dat het zijn eigen volk onnoodig benadeelt en afstand doet van zijn souvereine rechten. De internationale positie van Nederland zou derhalve, wanneer omheug kump en vraagt: „Wat wil je „En trouwens", zette Asmussen de beschouwingen over den eer sten officier voort, „ergnuugd zin en lachen dut ie ook nooit 1" Ook laatst toen de andere offi ciers zoo fideel waren, hij ummer da zelfde stieve gezich". „Misschien denktie an zien meissie 1" dacht Petersen. „Onzinantwoordde zijn vriend. „Het ie niet eens! Ten minste hij draagt geen ring 1" ,'t Zal ook watl 'n fiksche kerel istie toch 1" besloot As mussen. Dat Karl Fels werkelijk een „fiksche kerel" was zouden zij beiden en de heele bemanning gauw genoeg ervaren. De „Pinguin" had van Apia uit een rondvaart door het Duitsche gebied in de Zuiderzee onder nomen, om op verschillende sta tions de vlag te vertoonen en overal de rechten te onderzoeken. Deze tochten zijn niet zonder gevaar, daar eensdeels de metin gen nog niet met alle nauwkeu righeid konden worden verricht en dientengevolge de voorhanden zeekaarten niet volkomen te vertrouwen zijn, terwijl ander zijds de buitengewoon snelle groei van de koralen dikwijls 't Verdrag mocht worden aange nomen, belangrijk worden ver zwakt. Niemand zal ontkennen den plicht van Nederland om de verdere economische ontwikkeling van Belgie, met name van Ant werpen, te bevorderen, voor zoo ver de medewerking van Neder land daarvoor onmisbaar is Maar uit dien plicht volgt niet, dat Nederland ook in onredelijke eischen moet toestemmen. Waarborgen behooren te wor den gegeven, dat op de Schelde geen werken zullen worden uit gevoerd, die de Zeeuwsche pol ders kunnen schaden. Toestemmen in het verbod van onderzoek van open arva- rende schepen op de Schelde mag evenmin worden aanvaar t. Het beloodsen van de 'A,t-,.n- gen uitsluitend aan België er te laten, is zeer bedenkelijk Bin nen zeer korten tijd zou België zich daar heer en meester ge voelen en het buitenland au weldra België als zoodar.:; 1- gemeen stilzwijgend eri n. Het beloodsen van Wiel;. Oostgat kan zeer goed, b. a - 3 maanden, bij beurte do derland en België geschie De nekslag, die in he drag aan Terneuzen word - gebracht, behoort te ccn voorkomen. Uitgesloten moet zijn, dat -oor lagere heffingen deBelgiscft bo ven de Nederlandsche harens kunnen worden bevoordeeld. Het recht van Nederland, om de Belgische oorlogsschepen op den- zeltden voet te behandelen als de oorlogsschepen van alle ar.dere natiën, moet onomstootelijk vast staan. Beter, eerlijker in elk geval, zou het zijn, de bepaling, da; Ant werpen geen oorlogshaven mag worden, te handhaven. Zonder recht van doortocht in oorlogs tijd heeft België er immers niets aan. Al deze punten en nog meer behooren afdoende te woroen geregeld in het Verdrag zelf. Zoo ook de verdeeling der kosten van de kanalen. Met aanvulling der toelichtende memorie komt men er niet. Het geldt hier een over- binnen weinige maanden een bank tot dicht onder de opper vlakte doet ontstaan, op plaatsen die vroeger volkomen gevaarloos te passeeren waren. Sedert twee maanden was de „Pinguin" onderweg en bevond zich op reis naar Stephansort op Nieuw-Gninea. Tot nu toe was alles gelukkig afgeloopen. Toen trof hen bij de doorvaart van een smalle rifpassage een zwaar ongeval. De zeeofficier, luitenant Bremer, had, van de voormars uit het vaarwater in oogenschouw genomen en naar beneden ge roepen „Alles klaar I" daar er geen lichter gekleurd water te zien was, dat op een ondiepte wees, en kapitein Herbert liet de machine met bijna volle kracht gaan, om de hevige strooming gemakkelijker te overwinnen en zijn schip beter te kunnen be sturen. Plotseling doorschokte een he vige stoot het heele schip van den kiel tot aan den vlaggetop, en het zat onwrikbaar vast met den boeg omhoog. „Volle kracht achteruit 1" don derde de commandant op het zelfde oogenblik. (Wordt vervolgd.) 20. DOOR Graaf HANS BERNSTORFF. „Hoe ziet hij er uit, Evert vroeg Peters, Wallbrodt en Heintz mann als uit een mond. „Als een reus! Hij is minstens anderhalf hoofd grooter dan ikl" antwoordde die. „Is hij dik? vorschte Peters. „Dik? Nee! Eer mager!" „Jammer 1" meende Peters. „Groote, dikke menschen zijn namelijk meestal gemoedelijk en groote dunne zijn vitterig en dienstkloppers 1 Dan zal hij ons wel fijn afbeulen". „Praat toch geen onzin 1" ant woordde Heintzmann „Dat zal zich allemaal wel historisch ont wikkelen, en voor afbeulerij js op het schip om zoo te zeggens geen gelegenheidBovendien heb ik gehoord, dat hij een reuze geschikte vent moet zijnDus afwachten Terwijl de jonge heeren zoo de vooruitzichten van den dienst bespraken, stond Karl Fels voor den commandant, den kapitein Herbert, en gaf verslag van zijn wedervaren in New-York. „Drommels, dat is niet mis!" riep kapitein Herbert, toen Fels zweeg. „Ik feliciteer je, mijn waarde Fels. Jammer, dat ik je niet voor een reddingsmedaille kan opgevenverdiend heb je hem. „Nu laat het u genoeg zijn te weten, dat u een buiten gewone daad verricht hebt. En nu hier aan boord u zult zich gauw genoeg inwerken. De be manning is gewillig en flink. Het schip zelf kent u al van vroeger, zoodat u gemakkelijk uw weg zult vinden, en wat de of ficieren betreft, kan ik u enkel zeggen, dat ik nog nooit te kla gen heb gehad. Is uw bagage al aan boord, en wanneer kunt u in dienst treden „Onmiddellijk 1" antwoordde Fels. „Alleen moet ik u toe stemming vragen, voorloopig in het wit dienst te doen daar mijn heele bagage op een kist na verbrand is en ik me het andere eerst moest laten nazenden". „Voorloopig hebt u ook verder niets noodig I" antwoordde de commandant, „Bij het middag appèl zal ik u aan de bemanning voorstellen. In de messrqom maakt u zich wel zelf bekend. Bremer kent u immers al, uw

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1