ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREK Qysrdsnksn» iBii PUROL In liefde hereenigd. Zeeuwsch - Vlaande ren en de Landbouw. Kleine Kinderen BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per pont f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Eike regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK TNof2T breskens P^'9r0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot aiterljjk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 35e Jaargang Woensdag 30 Juni 1826 Nummer 3137 Overdenken, met den klemtoon op het eerste lid. Het is een werkzaamheid, waaraan niemand onzer ontkomt. Immers, geen han deling, geen daad, kortom geen onzer wilsuitingen, is tot in alle gevolgen van te voren berekend. Het leven is geen toegepaste me chanica. Tal van krachten, die in ons werken en onze levens daden mede bepalen, ontsnappen aan onze controle. Zoo kan het niet anders, of tel kens komen wij te staan voor .onvoorziene omstandigheden". En wij gaan overdenken, hoe wij gehandeld zouden hebben, wan neer wij, wat niet voorzien werd, wel geweten hadden. „Had ik dat geweten, dan zou ikNietwaar? Er is geen mensch, die aan „onvoorziene omstandigheden" ontsnapt. En er is ook geen mensch, die door het onvoorziene niet tot overden ken wordt gebracht. Zelfs de koopman, wiens arbeidsleven be- heerscht wordt door berekeningen in cijfers en wien het denken over begrippen, het filosofeeren, vreemd is, ontkomt niet aan het werk van overdenken. „Had ik dat geweten, dan Hoe waar is het, wat Oscar Wilde schreef in zijn „Lady Windermare's Fan": „Ervaring is de naam, dien wij allen geven aan onze missla gen". Inderdaad wordt de inhoud van wat wij noemen onze levenser varing, grootendeelsgevormd door misslagen, fouten, tekortkomingen. En het is daarom ook alleszins gerechtvaardigd, dat de ouderen onder ons, rijk als zij zijn aan ervaring, zich een zeker recht tot oordeelen over de gedragingen der jongeren aanmatigen. De eer bied in het oude Rome voor den grijzen senator is begrijpelijk en verstandig geweest. Ook is de Romeinsche beschaving niet ondergegaan als gevolg van een te veel aan eerbied voor den ou derdom, die „overgedacht" had. Wij twintigste eeuwers, men- 17. DOOR Graaf HANS BERNSTORFF. „Hm 1" Zeg eens, mijn beste, maar alsjeblieft heel rustig blijven hoe heet je eigenlijk?" begon hij den vijfden dag 's mor gens toen zijn patiënt juist wak ker was en nog geen tijd tot na denken had gevonden. Ik?" „Ja zeker, u 1" Ik Ik ben toch luitenant Fels en moet als" eerste officier van Z. M. „Pinguin" naar Australië". „Zoo 1 Zoo 1 Dus u bent luite nant Fels en moet als eerste officier naar Australië. Hm 1 Ja Ik geloof u natuurlijk maar rustig blijven alstublieft, kunt u dat bewijzen „Dokter, als een Duitsche zee officier u dat zegt 1" vloog Fels op. „Bovendien zijn mijn papie ren toch „Blijft toch alsjeblieft kalm!" viel dr. Heemskerk in en keek den patiënt vriendelijk aan. „Zooals ik zeg, ik geloof u, maar in uw papieren staat daar van niets, om de eenvoudige schen van een gansch andere be schaving, mogen dit wel eens overdenken (nu de klemtoon op het laatste lid). Juist in den te- genwoordigen tijd, nu de „Wille zur Macht" van de jongeren zich zoo krachtig uit zonder dat even wel de resultaten in overeen stemming zijn met de krachtsin spanning Wij zullen voorbeelden ter illustreering van deze bewe ring achterwege laten. Ieder kan er zeker voldoende aanwijzen. En komen wij dan bij het waarnemen en overdenken van de feiten niet als van zelf tot de slotsom, dat geheel die onevenwichtigheid van den tegenwoordigen tijü het ge volg is van de krachten, die in de maatschappij werken door de WillezurMacht" van de jongeren? De tegenwoordige jeugd lijdt aan zelfoverschatting. Hoe dik wijls wordt dit door ouderen erkend in gesprekken binnen de wanden van de huiskamer? Hoe wreed is dikwijls de houding van de met schoolkennis en diploma s overladen jongeling tegenover zijn vader, die met handenarbeid een loon verdiende voldoende hoog, om zijn jongen te kunnen laten leeren? Er wordt de laatste jaren veel aandacht besteed aan het vraagstuk van de beroepskeuze. „De rechte man op de rechte plaats is eisch van bedrijfsorganisatie. Voorwaar een prijzenswaardig streven. Maar bedenken wij dan ook, dat eisch van levensorgani satie evenzeer is:„ de rechte man op de rechte plaats". En dat in het leven de „dienstjaren" evenzeer medetellen als in het beroep. Men kweekt nog geen oude mannen en oude vrouwen beschaving, wanneer plaats in geruimd wordt voor hen, die in de gelegenheid zijn geweest „overdacht* te hebben en daar door meer dan de jongeren re kening houden met onvoorziene omstandigheden. Men overdenke dit reden, dat u er geen bij u had, toen ik u oppikte". „Mij oppikte O 1 ja natuur lijk antwoordde Fels en ging voort: „Voor alles, vertelt u mij toch alstublieft, hoe ik in uw huis ben gekomen, en sedert wanneer". „Kalm maar 1" zei de dokter. Als u mij belooft, u heel rustig te houden, zal ik het vertellen. U hebt ons al last genoeg be zorgd". Karl Fels beloofde het ver langde, en nu vertelde dr Heems kerk, dat hij hem bewusteloos en haast tot op het hemd toe uitgeroofd, niet ver van de haven had gevonden. „De drie kerels wilden u on getwijfeld in het water gooien, om hun misdaad te verbergen, toen ik er bij kwam. Nou, ik zag al dadelijk, wat ze voor hadden en schoottoen gingen de boe ven op den loop, en ik bracht u hierheen. Had u veel geld bij u?" „Och, dat is bijzaak I" ant woordde Fels. „Voor alles, hoe lang is dat geleden Hm 1 Wacht eens, zoo ongeveer vijf weken 1 „En heeft er naar niemand naar mij gevraagd?" „Niet dat ik weet", antwoordde dr Heemskerk, terwijl zijn gezicht Men schrijft uit Axel aan het Handbl. Een wonder-mooi land! Een Zeeuwsch land, een echt stuk Ne derland. Geen plaatsje zoo klein of er is een Julianastraat, zelts in het nietigste arbeidershuisje vindt men het portret van ae Koningin, al is het maar ais prentbriefkaart. Zeeiiwsch-Vlaan- deren heeft Nederland en Oranje lief. Het heeft dat onomwonden getoond in 1919 en het toont het telkens weer men denke aan het koninklijke bezoek van 1924, aan de propaganda tegen het Belgisch verdrag. Er is geen deel van ons vaderland, waar meer blijkt dat het Nederland en Oranje liefheeft, met heel zijn eerlijke, arbeidzame ziel. Hier wonen 80 000 sterke spaar zame Nederlanders, die met al hun kracht zoeken den weg naar het Noorden. En dat Noorden kan dit land niet genoeg leeren kennen en de groote mogelijk heden trachten te bevatten en ten nutte te maken, welke dit land biedt. Zeeuwsch-Vlaanderen is onze voorraadschuur; Limburg heeft -de steenkool. Nederland heeft deze beide noodig. Heeft niet ds. Pattist met cijfers uitgerekend, hoeveel wij op ons ooilogsrant- soen hadden moeten missen, als we Z -Vlaanderen niet hadden bezeten? En het is op het oogenblik een psychologisch moment om te toonen, dat wij dit beseffen. Want het vertrouwen in den Belgischen franc, hoe men ook tracht te stabiliseeren, is abso luut weg. Zeeuwsch-Vlaanderen kan met België geen zaken meer doen. Het land, waarop Z.-VI. economisch schijnt aangewezen, wordt uit de markt geslagen. En de weg naar het Noorden, die Z.-Vl steeds zoekt, steeds wil, ligt open, ligt klaar, als overig Nederland zijn eigen land, zijn eigen volk maar wil leeren kennen. Die weg loopt door het een lichte verlegenheid toonde. Ik dacht namelijk, dat u hm dat er uzelf misschien ook niet veel aan gelegen zou zijn, als ik uw verblijfplaats verried. Er komen er zooveel over het groote water Karl Fels kon niet nalaten te glimlachen, toen hij antwoordde: „O, u hield mij voor zoo n ver loren zoon, die daarginds wat op zijn kerfstok had". „Nu ja 1" bekende de dokter. „Men kan toch nooit weten kort en goed, ik bracht u met eenige moeite in mijn boot en zeilde regelrecht met u naar huis, om mijn kunst op u te beproe ven. Ik geloofde eerst natuurlijk, dat de schurken u overvallen en neergestoken hadden, maar later zag ik, dat u alleen maar erg gekwetst was en een paar ribben had gebroken, waarbij de eene long een knak moet hebben ge kregen. Maar nu bent u er naar ik hoop weer bovenop. Nog acht dagen ontzien, u niet opwinden, maar heel rustig blijven, dan kunt u opstaan". Hij stak zijn patiënt de hand toe, stond op en wilde de kamer verlaten. Dokter 1" hield Fels hem terug. „Wilt u mij alstublieft papier en schrijfgereedschap geven? Ik moet onmiddellijk naar Berlijn en aan vruchtbare land, het landbouw- land bij uitnemendheid. Op het oogenblik zit de land bouw midden in een crisis. Er is groot tekort aan land; de pacht stijgt nog steeds, niettegenstaa de alle vooorspellingen. Men zit met een overcompleet aan boe renzoons en -dochters, die geen eigen plaats kunnen stichten, die hun huwelijken blijven uit stellen, en voor wie, én door de immigratiebepalingen in Amerika, én de alom heerschende politieke onzekerheid van het buitenland, emigratie zeer moeilijk is. Zij blijven dus maar als knecht bij vader werken tegen kost en. een zakcentje. Anderzijds staan in het bedrijf de prijzen als een slagboomer is niet tegenop te werken. Een gewas, dat voor een groot deel verbannen is, is het vlaseen, dat verbannen gaat worden, de suikerbiet. Het vlas toch werd vroeger verwerkt in België en de legende ging, dat speciaal voor het roten water van de Leye noodzakelijk was. In de oorlogsjaren pasten de Zeeuwen een warm-waterprocédé toe, dat in Groningen reeds in toepassing was, waarbij de root- tijd aanmerkelijk werd bekort. Men richtte overal vlasfabrieken op, in de jaren 1919 en 1920 ging het vlas voor ongekend hooge prijzen toen kwamen de groote klappen. Vele der fabrie ken brandden af, andere gingen failliet, slechts enkele bestaan nog. Thans koopen de Belgen het vlas weer op, met het geld wat ze er, in hun valuta, voor kwijt willen zijnde teelt is niet loonend meer. Denzelfden weg dreigen de bieten op te gaan. De contract prijs is al tot f 15 per 1000 kg. afgebrokkeld in sommige ge deelten ad f 12. Daar is niet tegen op te werken. Een oud boerenspreekwoord zegt: „De boer moet niet tegen het onkruid vechten, dat moet hij zijn gewas laten doen". Maar 't kan te ver gaan. Ik heb op den autotocht en ook bij mijn den Duitschen consul hier tele- grafeeren. Mijn heele bagage is in het Bostonhotel verbrand, en ik ben zonder eenige middelen. Welk adres moet ik echter op geven. Ik weet steeds nog niet, waar ik mij bevind". Dr. Heemskerk ging naar de deur en riep met dreunende stem „Beate 1 Papier en schrijf gereedschap 1" Dadelijk kwam een jong meisje met het verlangde binnen, over haar rozig frisch gezicht vloog een vluchtige blos, toen Karl haar aankeek. „Mijn dochter, mijn assistent, mijn huishoudster, mijn alles", stelde de dokter haar voor. „En hier onze patiënt, een Duitsch zeeofficier". „Luitenant Fels 1" voegde die erbij en strekte zijn hand uit, die Beate even drukte, om dan vlug weg te loopen. „Dus!" bromde de dokter en zette zich tot schrijven gereed. Karl Fels dicteerde hem de telegrammen aan het departement van marine en den consul. „Adres Dr. Heemskerk, Coney Island, Beata-Cottage" zette de dokter er bij naar den wensch van zijn patiënt. „Zoo, nu moet er eerst weer geslapen worden 1" zei hij toen. fietstochten, perceelen zien lig gen, eenvoudig vernield. Ik weet van een grooten boer, die slechts twee vaste arbeideis in dienst heeft, omdat hij er niet meer betalen kan. Teekenend zijn de spreuken en rijmpjes, die hingen op de Axelsche tentoonstelling. Bij den ingang het boerenhart„Zelfs de koning moet van 't land leven", eindigde dit gedicht. De hoeve is de trots van den landbouwer, niet omdat hij ver waand is, maar omdat zijn werk zijn liefde heeft, heel die taaie, onvermoeide, sterke werkkracht, omdat zijn bedrijf een stuk is van zijn ziel. En verderop met een variatie op Adama van Schel lema Het zijn de werkers en de [ploegers Het zijn de zweeters en de [zwoegers Het zijn de zaaiers van het zaad Het is de daad Maar ook Hooge lasten, zegels plakken, Doen 's lands welvaart ernstig [zakken. Wanneer nvn dit alles goed overdenkt, moet men toch tot de conclusie komen, dat er in ons lieve vaderland toch nog heel wat te verbeteren valt. Ons fiscaal tarief, is met dr. Loving gesproken niet te veranderen. Dat is ook geen be letsel. Maar wel een beletsel zijn de muren in het buitenland opgericht het laatst weer door Engeland, dat ons vee weert, waartegen Nederland absoluut niet genoeg optreedt. Ingezonden Mededeeiing. behandelt men de roode en smettende plekken met/ „U hebt meer gesproken, dan goed is. Ontzien en rust hou den 1" Daarmee liet hij Karl Fels alleen. Den volgenden morgen ver scheen een secretaris van het consulaat en had een lang onder houd met den dokter. „Maar leest u dan heelemaal geen krant vroeg hij opgewon den „Vijfduizend mark belooning zijn er uitgezet, voor wie hem vindt! Wekenlang is de heele politiemacht op zoek naar hem, en u houdt hem hier in huis verstopt 1" „Verstopt is het woord niet", antwoordde dr Heemskerk kalm. „Ik vond hem en heb hem ge nezen. Kranten Nee, die lees ik inderdaad niet uit beginsel, tenminste geen dagbladen, alleen wetenschappelijke bladen, en daar zal wel niets ingestaan hebben Voor dat andere goed heb ik geen tijd". „Ongelooflijk!" mompelde de ander voor zich en vroeg toen hardop „Kan ik hem spreken Ja 1 Maar zoo kort mogelijk antwoordde de dokter norsch. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1