ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN De Engelsche kfacht-match, In liefde liereenigd. PUKOL Babies Gemeenteraad BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per poit f 1,40 A d ve r t e n 11 e p r Ij s v an 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK Telefoon RPPiiKPNS Postgiro No. 21 D K C n 3 70179 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot u 11 e r 1 ij k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 35e jaargang Woensdag 12 Mei 1926 Nummer 3128 Zooals men weet hebben de Engelsche georganiseerde arbei ders het besluit genomen om hun krachten te meten met de be drijfseigenaren, de regeering en de gemeenschap. Deze week is 1 de aigemeene werkstaking er een feit geworden en beleeft de Engelsche bevolking de ellendige gevolgen van het grootste arbeids conflict uit de Engelsche ge schiedenis. Memoreeren we nog even de fei ten, die aanleiding gaven tot den strijd. Een der belangrijkste in- dustriën in Engeland is de mijn- nijverheid, die anderhalf millioen arbeiders omvat. Tijdens den oorlog was het mijnwezen, ge nationaliseerd en werden er, als overal ter wereld, hooge loorien betaald. De bedrijfsuitkomsten waren een bijkomstig belang: om den oorlog te winnen mochten geen offers te groot zijn Na den vrede moest de bedrijfs voering weer oeconomisch wor den ingericht; groote winsten waren hier en daar gemaakt en. opgestreken, maar nu kwam de malaise. Het bedrijf kon zich niet meer bedruipen, er werden groote verliezen geleden en wilde men de zaken aan den gang houden, dan moesten óf de loo- nen aanzienlijk worden verlaagd, óf de regeering moest bijspringen met subsidies. De regeering besloot in het vertrouwen, dat de crisis van tijdelijken aard zou blijken tot het laatste. Honderden millioenen werden aan subsidie besteed, maar de omstandigheden van het bedrijf verbeterden niet. De regeering kon niet langer volhouden; de millioenen-subsidies moesten betaald worden door de belasting, dragende burgerij en daaronder waren er talrijke duizenden, wier inkomen nog lager was dan dat van de mijnwerkers en de werktijd langer. De Engelsche mijndirecties hadden toen geen keuze meer; zij besloten tot loonsverlaging en verlenging van den werktijd. Maar nu kwamen de arbeiders in verzet; hun loon was inder daad al niet te hoog en voor het mijnbedrijf is een werktijd van zeven uur ruim genoeg De eenige mogelijkheid om eene oplossing te vinden in deze tegenstrijdigheid van belangen was gelegen in eene technische verbetering van de bedrijven, waardoor goedkooper geprodu ceerd zou kunnen worden. Zoo'n verbetering eischte echter enorme kapitalen en die zijn op het oogenblik voor genoemd doel niet te vinden. „Eigen schuld", zeggen de arbeiders „dan hadt ge vroeger niet zooveel winst moeten laten nemen, maar deze voor het invoeren van technische verbeteringen moeten gebruiken." Zóó ontstond de aigemeene staking in het mijnbedrijf, waar door de arbeiders iets willen af dwingen, wat de andere partij niet zegt te kunnen geven zonder de bestaansmogelijkheid van het bedrijf te vernietigen. En om eene beslissing in voor de ar beiders gunstigen zin te haasten, verklaarden de overige vakbonden zich solidair, welke 'solidairiteit mede ingegeven werd door de vrees dat eene loonsverlaging in de mijnindustrie een aigemeene verlaging van het levenspeil der arbeiders ten gevolge zou heb ben. De aigemeene arbeiders staking werd derhalve geprocla meerd. V O. i. heeft het niet veel zin om na te pluizen, welke partij nu precies gelijk heeft. Dat is ook niet mogelijk zonder nauw keurig met de bedrijfstoestanden op de hoogte te zijn. Zoo'n machtsmiddel als aigemeene uitsluiting of een aigemeene staking lijkt ons nimmer erg sympathiek, van welke zijde ook. Men kan er hoogstens een over winning door geweld of neder laag door onmacht mee bereiken; omtrent de rechtvaardigheid der zaak zegt zoo'n uitslag niets. 't Is ook zeer de vraag of een overwinning in oeconomische voordeelen is om te zetten, want tenslotte kan men niets bereiken buiten het mogelijke. De over winning der wapenen bracht het einde van den wereldoorlog; Duitschland was de lijdende partij en moest de voorwaarden van Versailles accepteeren. Daar bij werden enorme sommen als schadeloostelling en oorlogs schuld vastgesteld, maar toen de heete hoofden waren afgekoeld, moest men erkennen, dat die enorme sommen niet te betalen en dus ook niet te incasseeren waren. Nu vinden de overwin naars zelve die bepaalde sommen belachelijk-phantastisch en de financieele regelingen uit het verdrag van Versailles hebben al lang plaats gemaakt voor meer reëele overeenkomsten. Het slot is, dat zij, die gewonnen hebben, voor een financieele en oeconomische débcle staan. Onder een aigemeene staking of uitsluiting lijden bovendien allereerst de oeconomische zwak ken, de arbeiders en hun huis gezinnen. Het volk kan door den nood tot verzet komen, waaruit de revolutie ontspruit, die de leiders van de staking wel niet gewild hebben, maar die als gevolg voorzien is door de duistere elementen, die met 'n duivelsch genoegen blazen willen in een smeulend hoopje. „Mos kou organiseert een steunbewe ging voor het stakende Engelsche proleriaat", heet het al in de nieuwsberichten. Elk verstandig toeschouwer van deze grooten strijd in de Engelsche nijverheid hoopt, dat van geen overwinning aan welke zijde ook, sprake mag zijn, op dat het geweld plaats zal maken voor de rede. Een nederlaag zou de positie der arbeiders verslech teren en aan een overwinning hebben deze niets, wanneer die onvereenigbaar zou zijn met de oeconomische mogelijkheden. Zelfs in het voor de arbeiders gunstigst denkbare geval, dat ze een voordeelige overwinning 4. DOOR Graaf HANS BERNSTORFF. „Maar gelooft u werkelijk, dat er bij de duizenden en millioenen van arbeiders, wier dagwerk dag in, dag uit binnen heel beperkte grenzen opgesloten is en in een eentonigheid verloopt en ver- loopen moet, die op zichzelf al vermoeiend is, voor zulk een onuitgesproken of laten we liever zeggen instinktieve hoopvolle vreugde nog plaats is?" „Zeker is ze er 1" riep Maria Magdalena. „De menschen we ten het alleen maar niet 1" „Hoe zou dat echter mogelijk zijn", ging Fels voort. „Laten we bijv. een opperman, een kolentremmer nemen of een anderen arbeider, die dagelijks voor een heel nauwkeurig vast- gestelden prijs zijn stuk dagwerk te verrichten heeft, waarop zou die moeten hopen Misschien daarop, dat zijn werkgever in een plotselinge bevlieging van groot moedigheid zijn loon verhoogt Of dat hij beter betaald werk vindt? Of dat de postbode hem de tijding brengt van de erfenis van een rijken oom uit Amerika?" „U behoeft me heelemaal niet te bespotten 1" riep Maria Mag dalena een beetje ontstemd en klemde haar onderlip tusschen de witte tanden. lk bedoel ook niet, dat er bij die hoop alleen maar sprake zou zijn van geld of gelds waarde, maar het kan evengoed een of andere innerlijke vreugde zijn, die den betrokkene ten deel valt. Ik kan dat in woorden niet zoo precies uitdrukken, zooals ik het me voorstel, maar het is er wel, dat geloof, neen, dat weet ik heel zeker". „Het kwam niet in me op, u te willen bespotten, juffrouw Heydebringk I" antwoordde Karl Fels. „Ik vrees alleen, dat u de menschen te optimistisch be schouwt, als met te veel aanleg voor het hoogere 1 Dat hebben ze niet 1 Integendeel I Met wei nig uitzonderingen overheerscht overal de realiteit van het leven bij gedachten endaden! Geld verdienen voor het levens onderhoud, dat staat vooraan en is trouwens ook niet anders denk baar! Is dat voor elkaar en blijft er dan nog wat over, dan gaat het op aan extra-genoegens, als de vrouw er niet voor zorgt, dat er een appeltje voor den dorst wordt weggelegd. Dat die iederen morgen ont waakt met de hoop, dat haar man minder voor zich zal ge bruiken en meer geld mee naar huis zal brengen, dat wil ik graag toegeven 1 Maar wat den man betreft vergist u zich, geloof ik?" „U denkt ook maar aan het geld I" sprak Maria Magdalena tegen. „Er zijn echter toch zoo veel andere vreugden, waarop men kan hopen, en ik vind, dat het leven onverdragelijk zou zijn, als die hoop niet in ons was". „Maar ik vraag u, wat ter we reld moet dat zijn riep Karl Fels. „Zoo op goed geluk af kan men toch niet op het een of andere gewenschte hopen 1 Dan zou ten slotte trouwens geen mensch meer werken, men zou de handen in den schoot leggen en alleen maar hopen 1 Dat zou me een fraaie toestand wordenl" „Och nee I" antwoordde het jonge meisje geërgerd. „U draait de zaak heelemaal om 1 Natuur lijk moet de mensch werken, want van luieren is nog niemand gelukkig geworden. Waarover ik spreek, is juist een onbewuste hoop, waarvan je zelf heelemaal geen vermoeden hebt, die je er echter toch 's morgens verge- kunnen behalen, zou het nóg de vraag zijn, of die voordeelen ooit kunnen opwegen tegen de enorme verliezen, die een lang durige strijd in de arbeidersge zinnen veroorzaakt. Niet het geweld dus, maar de rede moet eene oplossing bren gen en die rede moet de partijen weer voeren naar de conferentie tafel, waar men beslui'en kan, niet alleen naar wat wenschelijk is, maar ook oeconomisch uit voerbaar. Ook voor ons, niet-Engelschen is uit dezen strijd te leeren. Volgt het gebeuren met een objectieven blik, dan zult ge constateeren, dat de aigemeene werkstaking, dit wapen van de „uiterste noodzaak", naar twee zijden wondt. Ingezonden Mededeeiing. Het Beste voor de Huidverzorging bij GROEDE, Zaterdagvoormiddag 10.30 uur kwam de Raad der gemeente Groede in voltallige zitting bijeen. Nadat de notulen onveranderd waren goedgekeurd, werd het eenige ingekomen stuk behan deld. Het bevatte de beslissing van Ged. Staten omtrent de plaat sing der palen van het electri- sche laagspanningsnet op de hofstede van den heer L. van Dijke. De paal op het erf moet verwijderd worden, maar die. welke in de dreef zijn geplaatst, kunnen blijven staan. De leiding naar de hofstede van den heer Verhage enz. zal nu-vertakt worden, voor dat ze op het erf van den heer Van Dijke komt. Omtrent de finan- tieele vergoeding der geplaatste palen zal nader bericht van Mr Heyse worden afgewacht. noegd doet uitzien". „Waarop hoopt uzelf dan iederen morgen als u wakker wordt?" vroeg Fels plotseling en keek Maria Magdalena scherp in het gezicht. „Ik O o ik 1" Maria Mag dalena werd gloeiend rood. „Och, dat is immers onzin, en ik weet het ook heelemaal niet, en als ik het wist, zou ik het u vast en zeker niet zeggen 1" riep ze en wendde zich af. „Maar 1antwoordde Fels glim lachend. „Het zou toch het een voudigste bewijs voor uw mee ning zijn, als u van u zelf sprak en mij ver'elde met welke onbe stemde hoop u bijv. van morgen bent ontwaakt!" „Dat was heelemaal geen on bestemde 1" flapte Maria Mag dalena eruit, „maar integendeel de zeer bestemde, dat u van morgen net zoo aardig zou zijn als gisterenavond. Maar in plaats daarvan ergert u mij en bederft me den heelèn dag". Ze keek langs haar buurman heen over de zee en trok de wenkbrauwen samen, zoodat er een diepe rimpel in haar voor hoofd kwam. Op haar wangen brandde nog het rood van de opwinding. Een oogenblik beschouwde Verder werd mededeeiing ge daan, dat het vermenigvuldigings- cijfer van 19261927 gebracht was op 1,3. Het vorig jaar be droeg het 1,0. Traverse. Hierna kwam het hoofdpunt der agenda, de traverse door de kom der gemeente. Reeds in 1924 was van Ged. Staten een verzoek ingekomen, om de on kosten ter verbetering van den weg gedeeltelijk voor rekening der gemeente te nemen, waarop toen niet is ingegaan. Nu is 29 Maart j.l. nogmaals bericht gekomen van Ged. Staten, waarbij verzocht werd Donderdag 1 April in de Abdij nadere be sprekingen te komen houden. Ais gevolg hiervan kon de Voorzitter meedeelen, dat de bedoeling is de Bleekerstraat recht door te trekken, waarbij het huis van Tellier zal moeten verdwijnen. Bij de molen komt de weg dan uit op de Nieuwvlietsche straat weg. Over de geheele lengte zal een breedte moeten worden bereikt van 6.75 M. Evenwel is dit in de Bleekerstraat onmoge lijk. Ged. Staten hebben bij de gehouden besprekingen echter toegestaan, dat daar met een mindere breedte zal worden vol staan, met een minimum van 5 M. Bij bericht van 22 Mei j.l. is door Ged. Staten nader bepaald, dat de gemeente zal moeten zor gen voor de benoodigde gronden (plm. 1700 M2). Verder, dat zij zal moeten bij dragen 'U der totale kosten (f 25000 f 26000 naar raming) tot een maximum van f4500, Het onderhoud zal komen voor rekening der gemeente. Namens B. en W. meende de Voorzitier te moeten aandringen op aanneming. Het toenemend verkeer vraagt goede wegverbe- tering. De heer Herman meent, dat de gemeente er niet bij gebaat zal zijn. Het verkeer zal geschieden langs in plaats van door de ge meente. Vooral de Markt zal er veel schade bij lijden. De Voorzitter antwoordt, dat Luitenant Fels het fijne, scherp geteekende profiel, toen sprak hij smeekend„Juffrouw Heyde bringk! Het was „Zegt u toch gewoon juffrouw Magda tegen mei" viel het jonge meisje in de rede. Al onze vrien den noemen mij zoo". „Mag ik dat heusch?" vroeg Karl Fels verheugd, „lk wist tot nu toe niet, dat u zoo genoemd werd, en nog minder, dat u mij onder uw vrienden rekende". „Nu natuurlijk", antwoordde Maria Magdalena. „Papa mag u graag en zegt altijd„onze luite nant Fels", als hij over u spreekt. „Met het grootste genoegen zal ik daarvan gebruik maken, juffr. Magda, riep de zeeofficier en verwonderde zich toen zelf, hoe gemakkelijk en glad hem het woord over de lippen kwam. „Maar om nogmaals op ons ge sprek terug te komen, ik wou u zeker niet ergeren en daar u van uzelf niets wilt vertellen, zal ik u verraden, dat u, wat mijn per soon betreft, gelijk hebt. Al is het ook niet iederen dag, toch ont waak ik dikwijls met de vage gedachte„vandaag zal je wat goeds of onaangenaams over komen 1" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1