ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEÜWSCHVLAANDEREN In liefde liereenigd. Voor Huis en Hof. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementspr jjs per drie maanden f 1.25 franco per poit f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK TNo ,02°in BRESKENS Postgiro 70179 Abonnements-Advertentles zeer billik tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlQk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 35e Jaargang Woensdag 5 Mei 1926 Nummer 3126 verval, doordat de omstandigheden hen in een omgeving brachten, die voor hun lichamelijk of geestelijk zwak verderfelijk was, terwijl een ander deel behouden blijft door de voor hun lichamen gezonde omgeving of voor hun geest en karakter sterke naturen, die hen leidden en steunden. Het pauperisme is juist zoo 'n ziekte, maar dan van socialen aard. Kinderen, uit on-socialen ouders geboren, opgegroeid in een milieu, waar elk begrip omtrent huiselijke orde, hygiëne, gezag, beschavingsvormen of zelfs maar eerbied voor elkaar vergeefs te zoeken is, waar de luiheid als een recht, het pari- sisteeren als de eenige bestaans mogelijkheid geldt,-zulke kinde ren zijn als volwassenen niet of moeilijk in het maatschappelijk gareel te leiden. 't Zijn in het bijzonder de communisten, die den paupers voorhouden, dat zij slachtoffers van het maatschappelijk stelsel zijn, maar de toestanden in het communistische Rusland wijzen uit, hoe onjuist dat is. Nergens is het pauperisme grooter dan daar. Vele duizenden kinderen, waar de ouders zich niets meer van aantrekken, zwerven onver zorgd het land door, levende van afgebedelde aalmoezen en over geleverd a$n de vaak beestach tige willekeur van hun begunsti gers. We lazen deze week een en ander uit een rapport van een sovjet-commissie uit Oekra- ïnie, die 1000 zwervende meisjes van 8-13 jaar had laten „verza melen" en onder dak brengen om naar haar omstandigheden een onderzoek te doen. Acht honderd van die kinderen kenden uit ervaring het geslachtelijk gemeenschapsleven; driehonderd harer waren daardoor besmet! Toch willen we dat alles niet een gevolg noemen van het communistische stelsel,wantonder elk maatschappelijk stelsel zal pauperisme met de ellendige gevolgen daarvan voorkomen. Wél achten we het communisme schuldig aan de groote voortwoe kering van het kwaad, dat in Rusland niet bestreden wordt door sociaal-philantropische or ganisaties. De staat wil daar nu eenmaal alle maatschappelijke zorgen aan zich trekken, waartoe hij in de praclijk niet bij machte blijkt. Philantropie is er contra bande en men mist er de vele kleine en enkele groote opeen- hoopingen van het kapitaal bij particulieren, waarvan in „kapi talistische" landen nog wel eens wat afgezonderd wordt ten behoe ve van maatschappelijke werken. In een geordende maatschappij moet het pauperisme bestreden worden, niet alleen ten behoeve van de rust der geciviliseerde „bevolking" maar ook ter wille van de paupers zelve en dezer kinderen. Veel medewerking zal men daarbij van de slachtoffers niet ondervinden; zij kennen over 'talgemeen de voordeelen van een geordende levenswijze niet en weten deze daardoor ook niet te waardeeren. Niet door de pau pers' aanstonds in eene andere omgeving te plaatsen bereikt men verbetering, maar in de eerste plaats door opvoeding. Men heeft vroeger wel beweerd, dat de oplossing van woning vraagstuk het einde van het pauperisme zou beteekenen, maar dat is in de practijk volkomen onjuist gebleken. Onmaatschap peiijke gezinnen zijn in staat gebleken om de beste woning, nieuw gebouwd, in een a twee jaren totaal uit te wonen. In Amsterdam zijn in de omgeving van de Witlede Withstraat groote middenstandswoningen van 5-6 en 7 kamers door allerlei omstan digheden door onmaatschappelijke gezinnen betrokken geworden. Die toestand heeft ruim een jaar geduurd, de woningbouwver- eeniging kon hare verplichtingen niet meer nakomen en de ge meente Amsterdam nam de huizen over. Die gezinnen moeten er nu uit en C. en W. moesten den raad boven den koopprijs nog een ciediet van 800 gulden per wo- Pauporisms* Een der ergste maatschappelij ke ziekten is het pauperisme, waaronder we verstaan de voort durende, waarneembare armoede van de laagste groepen uit de volksklasse, de on-socialen. Er zijn ook andere armen, de z. g. „stille" menschen, die slachtoffer zijn van oogenblikkelijke maat schappelijke omstandigheden, achteruit gegaan in zaken, een kostwinner verloren of op andere wijze door het noodlot getroffen werden. Hun lijden is vaak nog grooter, omdat ze zich hun erbarmelijken toestand ook bewust zijn, maar zij zijn toch niet de eigenlijke paupers; hun lijden is gewoonlijk slechts tij delijk en ze demonstreeren het niet; door hulp van de een of andere vereeniging en steun van familie of vrienden komen ze. hun misère weer te boven. De paupers zelve schuiven met een onverschillig en opper vlakkig gebaar de schuld van hun toestand op het „maatschap pelijke stelsel", wat gewoonlijk niet meer is dan een napraterij van hetgeen ze vernamen uit den mond van sommige politieke propagandisten. Ze gevoelen zich overigens zoo ongelukkig nog niet, omdat ze zich het ellendige van hun toestand niet bewust zijn. Het pauperisme is aan geen enkel maatschappelijk stelsel inhaerent, maar moet verklaard worden als een maatschappelijke ziekte, een kwaal, die het menschdom met zich sleept. Er zijn lieden, die bij de geboorte reeds een zekere mate van aanleg of voorbeschiktheid mee kregen voor een of andere lichamelijke ziekte als t. b. c., kanker e. d.,óf voor een psychisch gebrek, als kleptomanie óf een moreel defect in den vorm van een of andere sexueele afwijking. Die aanleg kan zoo sterk zijn, dat ze onherroepelijk slachtofter worden. Van de andere geraakt een deel in lichamelijk of geestelijk 2. DOOR Graaf HANS BERNSTORFF. Bij zijn eenigszins verwonder den blik kwam een lichte blos op het gezicht van de jongste, en Karl Felz deed de ontdekking, dat ze opvallend knap was. In het bijzonder frappeerde hem het helblauw van haar oogen in het met bijna zwart haar omlijste gezicht. Maar ook het haar zelf wekte zijn opmerkzaamheid en bewondering, omdat het, heel onmodern, in twee dikke vlechten tot een kroon opgestoken was. Na eenige verstolen, vergelijkende blikken kwam Karl Fels echter tot de overtuiging, dat hij moeder en dochter voor zich had, en daarmee stemde ook haarmanier van omgang met elkaar overeen. Terwijl de overige tafelgenooten grootendeels zwijgend aanzaten, onderhield Fels zich met kapitein Hansen over allerlei zeemans aangelegenheden en bekommerde zich bijna in 't geheel niet meer om zijn overburen. Meer op merkzaamheid wijdde hij daaren tegen aan de voortreffelijke spij zen en at met echte, gezonde zeemanshonger. Dan klom hij na het dessert op dek om een sigaar te rooken. Behagelijk blies hij de rook voor zich uit en kwam tot de overtuiging, dat zoo'n tocht op een passagiersschip iets buiten gewoon prettigs was. Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u aanspreek klonk een stem naast hem. „Bent u niet luitenant Fels van de Duitsche marine De aangesprokene keerde zich om en zag de oudste der beide dames naast zich staan. „Luitenant Fels I" stelde hij zich voor, terwijl hij zijn reispet afnam. „Met wie heb ik de eerl" Zonder deze vraag te beant woorden, ging de dame door „Was u niet eenige jaren geleden reeds in Australië, en hebt u daar niet een mijnheer Heydebringk leeren kennen?" „Ja zeker, mevrouwant woordde Karl Fels verwonderd, „Dat was zeven of acht jaar geleden, en den naam Heyde bringk herinner ik me nog steeds met genoegen, maar „Ik ben mevrouw Heydebringk" werd hij onderbroken, „en dit is mijn dochter Maria Magdalena 1" „Och, mevrouw, juffrouw, wat vind ik het prettig, kennis met u te maken 1" riep luitenant Fels verheugd uit. „In uw huis heb ik toentertijd buitengewoon genoe- gelijke en prettige uren door gebracht 1 Het was een verruk kelijke tijd op op hoe heet uw bezitting ook weer „Magdalena-Hoeve 1" zei mevr. Heydebringk glimlachend. „Natuurlijk, Magdalena-Hoeve 1" riep Fels. „Wat dom, dat me dat bij uw naam niet dadelijk te binnen schoot, juffrouw Heyde bringk! „Mijn man heeft ons toen heel veel over de aardige Duitsche zeeofficieren en in het bijzonder over u verteld, mijnheer Fels I Uw portret, dat u hem geschonken heeft, staat nog altijd op zijn schrijftafel". „Te veel eer", meende Fels bescheiden. „En mijn man zegt nog dik wijls Dat was werkelijk een aardige, prettige man, die ik graag nog eens hier zou willen hebben". „Maar mevrouw, u maakt me beschaamd 1" weerde de zoo geprezene af, doch mevr. Heyde bringk liet zich niet in de rede vallen en ging door„Voor alles hebt u mijn man, die een groot sportliefhebber was, ingenomen door uw rij- en schietkust en door uw groote lichaamskracht. ning vragen om deze nieuwe huizen weer in bewoonbaren staat te brengen. De opheffing van on-sociale gezinnen is een mooi en nood zakelijk maatschappelijk werk, maar het vereischt veel menschen- kennis, geduld en volharding. Door voortdurende inspectie en door zelf aan te pakken moet men den menschen het genot en de voordeelen van een geordende hygiënische levenswijze leeren. Men moet den menschen het mooie leeren zien; men ze leeren, hoe ze hun huis voor even veel geld, als ze nu voor allerlei rommel besteden, smaakvol en eenvoudig kunnen inrichten; men moet ze begrip van vormen en stijl bijbrengen, liefde voor plan ten en dieren opwekken. Dat werk eischt een voortdurend persoonlijk contact. Niet iedereen voelt zich daarvoor geroepen, maar wel kan ieder zulk maat schappelijk werk naar vetmogen steunen. En de overheid moet het pauperisme bestrijden door geen mensch van goeden wil aan zijn lot over te laten. Er moet over heidssteun zijn voor degenen, die geen arbeid kunnen vinden en daarnaast natuurlijk scherpe controle op arbeidsschuwheid en maatregelen voor werkverschaf fing. In enkele groote steden maakt de overheid zich van werkeloozen, die reeds lang steun trokken af, door ze te wijzen op de gelegenheid om zich door straatnegotie meestal een ver kapte vorm van bedelarij inkomen te verschaffen of op andere..onmaatschappelijke wij zen. We kennen b. v. gemeenten waar men voor het zingen op straat, met het oog op de tegen woordige bijzondere omstandig heden, een aigemeene permissie verstrekt heeft. Zóó kweekt men pauperisme, want als men perso nen, wier begrippen voor maat schappelijke orde toch al niet sterk ontwikkeld zijn, eenmaal „de baan op" stuurt, dan heeft men kans, dat men ze er nooit meer af krijgt. De overheid steune, waar dat «a Dat is een jonge reus, riep hij dikwijls, en toen ik vandaag bij het vertrek uit Bremershaven van een van de heeren hoorde, dat hij u zoo aansprak, werd ik op merkzaam en dacht dadelijkzou dat soms dezelfde zijn! Uw ge zicht was mij al bekend voor gekomen, maar naar het portret had ik u toch niet zonder meer herkend. Toentertijd droeg u nog niet zoo'n statige baard en zag u er ook niet zoo ernstig uit 1" „Nu, dat is geen wonder, me vrouw!" lachte Karl Fels. „Toen was ik een jonge luitenant, wien de zorgen en moeiten van den dienst nog niet erg drukten, die in tegendeel de wereld als een groot amusementslokaal beschouw de en op Magdalena Hoeve een van de genoegelijkste rustplaat sen vond. Maar ik moet u om vergiffenis vragen voor mijn ver geetachtigheid en kortzichtigheid, dat ik u beiden niet herkend heb, want uw portretten heb ik dikwijls genoeg gezien, en het is me nu een raadsel, dat ik u niet dadelijk herkende, want u bent heelemaal niet veranderd 1 Uw dochter weliswaar „O, dat wil ik wel gelooven!" mengde nu ook de jongste dame zich in het gesprek. „Pa be- noodig iswie geen steun ver dient, dien mag ook geen ge legenheid geschonken worden door eene openlijke demonstratie van zijn armoe, op de gemeen schap te parasiteeren. Legde de toelaatbare ruimte voor dit artikel ons geen beper kingen op, dan zouden we nog gaarne het een en ander zeggen over de gemeentelijke controle woningen in Den Haag en het stelsel van gemeentelijke woning- inspectrices in onderscheidene gemeenten. Wie zich echter voor maatschappelijk werk interesseert zal zich daaromtrent wel gegevens weten te verschaffen. PARELHOENDERS. Parelhoenders zien er door haar aantrekkelijk paarlen-kleed fraai uit en menigeen, die over ruimte beschikt, neemt zich voor om er een paar te gaan houden. Vóór ge echter besluit, moet ge haar deugden en gebreken kennen. De deugden zijn nog al gauw opge noemd. Ze zijn mooi van kleur en teekeningze zijn waaksch en krijschen des nachts bij het minste verdachte geluid en ze leggen eieren. Maar nu de gebreken Ze leggen niet bijzonder veel eieren, 50-100 per jaar en in warmere streken ook wel eens 100-150. De eieren zijn klein en wegen gemiddeld 45 gram (een kippenei 57 a 58 gram); ze verstoppen de eieren en men moet den haan goed in 't oog houden om de nesten te kunnen vindende haan vertoeft daar vaak in de buurt. Men moet steeds een paar eieren laten lig gen, anders „verhuizen" ze. Ze eischen groote ruimte en zijn erg vechtlustig tegen alles, wat haar toorn opwekt. Maar bovenalze schreeuwen vreeselijk onaange naam en liefst heel den dag door. Voor buitenmenschen echter, die groote uitloopen voor de dieren ter beschikking hebben, willen we het houden van parel hoenders niet ontraden, want het zijn wel mooie en bijzondere weerde toen altijd, dat mijn por tret en dat van een boonenstaak absoluut niet van elkaar waren te onderscheiden I" „Nee tochDie uitdrukking heb ik werkelijk nooit van hem gehoord!" protesteerde Karl Fels levendig, en toen hij zijn blik vlug onderzoekend over de slanke, krachtige gestalte van het jonge meisje liet dwalen, dacht hij bij zichzelf„In ieder geval heeft de staak zich dan fameus ontwikkeld. Maria Magdalena riep echter lachend ja 1 ja Dat wilt u nu niet bekennen. Papa had aller hande van zulke mooie benamin gen voor me, maar met voorliefde noemde hij me staak of stang Alleen als ik in een andere eu calyptus zat, riep hij„Aap, kom naar beneden!" „Maar Magda 1" berispte haar moeder. „Als een vreemde het hoort I" „We zijn toch alleen zeide Maria Magdalena erg bedaard. „En bovendien, wat geeft dat! Nu heet ik immers toch niet meer zoo. Helaas, voegde ze er met een zuchtje bij. „Waarom helaas vroeg Fels geamuseerd, wien de vroolijke ongedwongen manieren van het jonge meisje uitstekend bevielen, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1