4 ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAAND" PUROL Wekelijksch QveizicbL Geen Geweten. Kleine Kinaeren BRESKENSCHE COURAl VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meèr 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever J. C. LE BLEU voorheen E. BOOM—BLIEK TNo.,02°in BRESKENS Poatglro 70179 Abonnements-Advertenties zeer billijk Advertenties worden aangenomen tot u 11 e r 1 jj k Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 35e Jaargang Zaterdag 9 Januari 1926 Nummer 3094 Steun voor de slacht offers van het water in Zeeland. Gelijk reeds dezer dagen in de bladen is gemeld, bracht het Prov. Watersnood-Comité, verte genwoordigd door voorzitter en secretaris, op 4 dezer een bezoek aan de geteisterde plaatsen in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Het Comité meent thans een be roep te moeten doen op allen, wien de nood der slachtoffers ter harte gaat. De heeren Truy- man, burgemeester, Fruijtier, pastoor, en de Roeck, hoofd der school, allen te Boschkapelle, waar de nood tengevolge van den hoogen waterstand groot is, hebben reeds de leiding in zake hulpverleening op zich genomen. Giften voor de schadelijdenden in Zeeland gelieve men toe te zenden aan het adres van den penningmeester van het Prov. Watersnood-Comité, den heer mr. J. F. van Deinse te Middelburg. Giften voor de slachtoffers in de andere provinciën gelieve men rechtstreeks toe te zenden aan den penningmeester der Alge- meene Commissie tot leniging van rampen door watersnood, te Amsterdam. WATERSNOOD. Oproep tot steun. Als een grijs, grauw, verrader lijk monster is het water op oudejaarsavond ons land binnen gedrongen. Bruisend stroomden de ziedende, meedoogenlooze golven door de dijkbreuken. Alles was gedoemd, onder den zich staag uitbreidenden watermassa te verzinken Wie werd niet met ontroering aangegrepen door het vreeselijk lot, dat velen onzer landgenooten getroffen heeft En wie dacht niet tevens met ontzetting aan de mogelijkheid, dat het water ook de eigen woonplaats in en kele oogenblikken zou hebben verzwolgen? Vreeselijk is de ramp maar heerlijk is het besef, dat door nationalen zin onverwijlde hulp 50. ROMAN VAN RE1NHOLD ORTMANN. ,Mijn kassier zou u daarmee onmiddellijk geholpen hebben. «Alles goed en wel, maar zoo heel eenvoudig is de geschiede nis toch niet,|mijn waarde. Ja, als ik het vermogen van mijn vrouw wilde aanspreken Maar u begrijpt, beste vriend, dat men daartoe óm bepaalde redenen ntet gaarne besluit. En ik zelf kan over waardepapieren van noemenswaardige bedragen helaas niet beschikken". „Dat is immers ook niet on voorwaardelijk noodig. Wanneer u mij een andere bankzekerheid kunt verschaffen „Zeer zeker 1 Ik zelf koester den wensch, de kwestie heel zakelijk te zien behandeld. Ik zal u dus een wissel overhandigen, betaal baar drie maanden na dato. En u zult de gebruikelijke intrest bij berekenen, precies zooals u dat bij ieder ander doet". „Neemt u mij niet kwalijk,- doctor, maar u hebt, voor zoover verleening mogelijk is. In uren van gevaar zoeken de menschen elkanderhet lot aan een deel hunner beschoren, wordt gevoeld als een leed, aan allen aange daan. Op dezelfde wijze wordt een catastrophe in eenig deel van de natie, ook als een natio nale ramp gevoeld. Veel moet worden opgebouwd. Het zal ons later herinneren aan de verwoestende krachten der natuur-elementen maar het zal tevens zijn een symbool van na tionalen zin De centrale organisatie voor het verleenen van materieele hulp (hulp in natura) en gelde lijke hulp is geheel paraat Wij weten, dat tal van Nederlanders de behoefte zullen gevoelen, door giften in geld het mooie werk dezer organisatie te steunen. Het Nationaal Persinstituut te 's-Gravenhage, dat met een zeer groot aantal bladen in verbinding staat, wil gaarne als practisch bemiddelaar voor ieders gift op treden. Men zende daarom onverwijld zijn gift, hetzij per postwissel, hetzij per giro (No. 120647) aan het Nationaal Persinstituut, Caro lina van Nassaustraat 18, te 's Gravenhage, met vermelding van den naam van dit blad, waarin later vanwege de Redactie de verantwoording der ingekomen gelden zal plaats vinden. Jhr. Mr. Dr. E. A. van Beresteijn Mr. A. J. A. Bik Prof. Mr. Dr. H. Bordewijk Mr. J. Gerritzen P. J. de Kanter. Dr. C. Lely Dr. W. W. van der Meulen Dr. F. E. Posthuma Jhr. Mr. H. Smissaert. Ingezonden Mededeeling behandelt men de roode en smettende plekken met ik weet, geen loopende rekening bij mijn huis". „Een rekening, neen 1 Maar u zult toch, naar ik hoop, mijn eerbiedwaardigheid niet in twijfel trekken". „Niet in het minst. Alleen moet ik u er op attent maken, dat het tegen alle koopmans- gebruiken indruischt, wissels te disconteeren, waarvoor geen on derpand aanwezig is. U staat op geenerlei wijze in zakelijke relatie tot mijn huis, terwijl men u evenmin op grond van een depot uwerzijds een crediet heeft ge opend. Uw accept zou dus door ons niet eerder gehonoreerd kun nen worden, dan op het oogenblik dat de wissel door iemand ge ëndosseerd is, die tot onze cliën- tèle behoort". De beleefde koelheid van deze uitlegging deed de verwachtingen van Artois steeds verder dalen en het gelukte hem nog slechts met groote moeite, het beleefde, zor- gelooze glimlachje te blijven vertoonen. „U moet mij maar verontschul digen, beste vriend, wanneer ik mij wat onhandig voordoe", meende hij. „Maar ik begrijp nu eenmaal niets van al die dingen. Is de formaliteit, waarover u daar Toen de verdragen van Lo carno gesloten waren, hadden de diplomaten en staatslieden der groote Entente-mogendheden, en Engeland's minister van buiten- landsche zaken, Chamberlain, niet in de eerste plaats, er den mond vol van, dat nu de tijd der af zonderlijke bondgenootschappen, die in het verleden den vrede bedreigd en verstoord hadden, en de tijd der onderlinge samen werking, die dien voor altijd zou bevestigen, was aangebroken. Wie niet gewoon was, zich door mooie woorden te laten vangen, glimlachte maar een beetje. Hij wist wat hij van dergelijke ver zekeringen, en ook, wat hij van de verdragen van Locarno den ken moest, en dat de oude te genstellingen en de oude impe rialistische bedoelingen nog altijd van kracht bleven en de verdra gen en verzekeringen niet in de laatste plaats dienen moesten om die te maskeeren. En wanneer hij zich thans wel licht vergist blijkt te hebben, dan was het alleen daarin, dat spoe diger dan hij verwachtte de in ternationale gebeurtenissen zijn wantrouwen zouden rechtvaardi gen. De inkt van de verdragen van Locarno, die de internationale samenwerking heetten in te lui den, is nog nauwelijks droog, en de Volkenbond, dat instituut van internationale samenwerking heeft nog nauwelijks in het Grieksch- Bulgaarsch conflict het begin van zijn werkzaamheden ten bate van een vredelievende oplossing van internationale geschillen, gede monstreerd, of deze zelfde Bond toont reeds zijn waren aard niet verloochend te hebben, die hem tot pleitbezorger van de belan gen der groote Entente mogend heden aanwees en nieuwe bond genootschappen en nieuwe af spraken blijken weer het impe rialistisch werk dier mogendheden gemakkelijker te moeten maken en nieuwe bedreigingen voor den vrede aan te dragen. sprak, dan werkelijk zoo absoluut noodzakelijk „Ik zou niet weten, doctor, hoe ik het moest inkleeden om u op andere wijze van dienst te zijn", „Nu, daarvoor zou toch wel raad te schaffen zijn, mijn waarde! Wat ik op het oogenblik noodig heb, is voor u slechts een bagatel en wanneer u het als chef van het bankiershuis Harders en Zn. bij gebrék aan voldoende zeker heid werkelijk niet kunt geven, geeft u het mij dan op mijn woord van eer en op mijn onder- teekening als goed vriend". „Het spijt mij zeer doctor, maar ik ben gewoon onder zulke voor waarden nooit geld te leenen". „Onder zulkevoorwaarden.dat moet toch zeker beteekenen wanneer ik gevaar loop het te verliezen. Maar daarvan is wer kelijk geen sprake. U weet, dat mijn schoonvader een rijk man is en dat het vermogen van mijn Vrouw—". De heer Harders onderbrak hem door een afwerende handbewe ging. „Het komt niet in mij op mij om al deze dingen te be kommeren Niet de zorg voor de zekerheid van mijn geld, maar mijn principes zijn het, die mij beletten, aan uw wenschen te De Volkenbondsraadsbeslissing in zake Mosoel blijkt niet het eenige bewijs, dat ook 1925 eigenlijk niets geleerd en niets verleerd -heeft. De samenspreking tusschen Mussolini en Chamber lain heeft wellicht nog duidelij ker onthuld, dat alles bij het oude gebleven is, behalve dan de woorden en dat de kleine staten en zwakkere volken er tenslotte beduidend op achteruit zijn gegaan en nog altijd voor de nederlaag der Centrale Staten, die alle macht in de handen van een enkele groep van mogend heden legde, het gelag hebben mee te betalen. Dat Italië bij een botsing tus schen Engeland en Turkije, dat door den toestand in Syrië zulke' groote belangen in Voor-Azië en bij de bevestiging der Britsche heerschappij heeft, niet onzijdig kan blijven, heeft Turkije onge twijfeld onmiddellijk begrepen. En het is zeker weer een van de redenen geweest, dat het zich niet gewelddadig tegen deze beslis sing verzet heeft. Maar nu blijkt Engeland ook van de imperia listische begeerten van Italië ge bruik gemaakt te hebben om zich voor alle gevallen van Italië's steun in Azie te verzekeren en aldus een nieuwe bedreiging te scheppen, waarmee het Turkije onder den duim kon houden. Ofschoon de Volkenbond ge bruikt is, om Engeland den buit te verzekeren, die het in Voor- Azie wenschte, heeft Engeland niet geschroomd, om in flagran- ten strijd met de gedachte, die aan den Volkenbond ten grond slag ligt, Italië te animeeren, de kust van Klein-Azië te veroveren en aldus zonder eenige oorzaak het gebied van een lid van den Volkenbond binnen te vallen, ingeval Turkije met Engeland openlijken strijd in Mosoel zou durven wagen. Commentaar lijkt hierbij vrijwel overbodig. Zij ty peert zoo volkomen het gebruik, dat de groote mogendheden van den Volkenbond maken, dat zij, beter nog dan de beslissing in zake Mosoel, de kleine staten, die lid van den Bond zijn, kan duidelijk maken, dat ze door dien gemoet te komen". „Ah, uw principes 1 Stellig hebt u hier of daar eenmaal droeve ervaringen opgedaan, ik begrijp datwant er zijn immers genoeg gewetenlooze menschen in de wereld. Maar u zult op grond dezer droeve ervaringen toch juist tegenover mij deze principes niet van toepassing willen verklaren? Reeds onze vriendschappelijke omgang en de omstandigheid, dat wij beiden tot dezelfde club behooren Wederom viel de bankier hem in de rede en thans klonk zijn stem zelfs een weinig ongeduldig, toen hij zeide„Juist deze om standigheid, doctor, is voor mij in de eerste plaats beslissend voor de weigering van uw ver zoek. Wanneer u niet sinds zoo korten tijd lid van onze club was, dan zou u waarschijnlijk geweten hebben, dat onder de leden niets zoo streng verboden is, als welnu, als een beroep op weder- keerigen steun van dezen aard. Wij allen koesteren den wensch, in onze clublokalen als onafhan kelijke, maatschappelijk gelijk staande mannen met elkander om te gaan en daarom is het bij ons een, zij het dan ook ongeschreven wet, dat er niet op crediet ge Bond te helpen handhaven, de gevaren, die hen blijven bedrei gen, aanmerkelijk vergrooten. En zij toont daarnaast, dat de groote mogendheden nog altijd voortgaan de wereld onderling te verdeelen en daarbij door nauwkeurige af spraken elkaar's medewerking te koopen. Wanneer er eenig ver schil is, dan is het alleen, dat men thans een gelegenheid als Turkije betreffende schijnt af te wachten. Maar heel zeker is dat ook nog niet Italië zal niet altijd in afwachting willen blijven. En het is daarom heel goed mogelijk dat het, zonder dat Turkije den strijd tegen Engeland begint, op Lugrano en de aangrenzende streken beslag legt. In dat geval zullen we zelf wel met de Itali anen weten af te rekenen, bluf fen de Turken nu wel. Maar het is de vraag, of ze het daarmee zoo gemakkelijk zouden hebben als met hun veldtocht, die de Grieken de zee injoeg. En het verdrag met Rusland zou hen daarbij maar weinig van dienst kunnen zijn. Alleen tegen Enge land, dat zooveel zwakke plekken in Azie heeft, kan het voortreffe lijk dienst doen. En als zoodanig zal het dan ook wel in de eerste plaats bedoeld zijn. Het is de te genzet van den zwakke. Zooals Engeland Turkije onder de voort durende Italiaansche bedreiging houdt, zou houdt Turkije Enge land in Azie onder de Russische bedreiging. Is het weer niet het oude spelletje We zien het overal spelen. Het bezoek van Tsjitsjerin bij Von Seckt, de opperbevelhebber van de Duitsche weermacht, zal ook wel niet zonder beteekenis zijn. Maar Engeland en de andere groote Entente-mogendheden doen dwaas zich daarover te beklagen, waar ze zelf het voorbeeld ge ven Want zijn zij het niet die tenslotte door hun imperialisme de oude tegenstellir :n in haar oude kracht handhaft u en die door nieuwe bondger rchappen en afspraken de m theidder internationale same ring op heffen Ondanks den Volkenbond en de verdragen van Locarno is de speeld mag worden en dat er evenmin een voorschot gegeven mag worden, al was het slechts voor den tijd van één uur 1 „Voor deze vriendelijke mede deeling ben ik u werkelijk bij zonder veel dank verschuldigd", zeide Artois met ironische be leefdheid, terwijl hij zich uit zijn zetel oprichtte. Hij had thans iedere hoop opgegeven, hier nog iets te bereiken en was nog slechts bedacht op een terugtocht, die voor hem zoo eervol mogelijk zou zijn. „Ik za' dit in den grond zeer voortreffelijk principe in het vervolg eveneens tot het mijne maken en ik twijfel er niet aan, of het zal mij gelukken ook op dit punt evenals op ander gebied mij mettertijd tot die hoogte der in de club heerschendeprincipes omhoog te werken, waarop de oudere medeleden in onze club zich blijkbaar reeds bevinden. Excuseer, dat ik u gestoord heb, waarde heer Harders 1 Ik denk er natuurlijk in de verste verte niet aan, u de weigering kwalijk te nemen, want het kost mij maar één woord, het geld van andere zijde te ontvangen. (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1926 | | pagina 1