ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGHVLAANDEREN Nieuwjaarswenschen Meest en Kerstboom. VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN E. BOOM—BLIEK 35e Jaargang Woensdag 23 December 1925 Nummer 3091 Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. BERICHT. ysgabfcSYesg, Geen Geweten. Hoest-Keelpijn Anqa-bonbons^.,s Een beschamend getuigschrift, BRESKENSCHE COURANT Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per poit f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Telefoon No. 21 Drukker-Uitgever BRESKENS p°7e$;0 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur Op 1 Januari verschijnt ons Nieuwjaarsnummer, waarin worden opgenomen. Zij, die hiervan willen gebruik maken, worden verzocht, deze vóór 30 December in te zenden bezit zijn. De Uitgever. Wat is het toch, dat aan den Kerstboom zijn eigenaardige be koring geeft Ieder jaar keert hij terug en ieder jaar opnieuw oefent hij op ons zijn bizondere aan trekkingskracht. En het is zeer waarschijnlijk wel aan hem te danken, dat het Kerstfeest zelfs het oud-vaderlandsche Sint Nico- laasfeest als gelegenheid om el kaar met verrassingen te beden ken, dreigt te verdringen. Dadelijk na Sinterklaas begint het al. Voor de groote winkel ruiten in de steden worden de versierde boomen opgericht in hun glinstering van sneeuw, kristallen en blinkende sterren en lichtende kaarsen, omslingerd met de roode kleur van het kerst feest. En overal prijken in de étalages de kleine besneeuwde huisjes en roode linten en allerlei kleurig versiersel. Na een paar dagen van stilte, die op de Sint Nicolaasdrukte volgt, beginnen de straten zich weer te vullen. Het gereed-maken van den Kerst boom heeft een aanvang geno men in het koopen der cadeautjes, die straks in den boom verbor gen, de verassingen zullen bren gen. Straks worden bij waggon- ladingen de boomen zelf aange voerd. En op den donkeren kerstavond glinsteren overal in de huizen de lichtende sierboomen met hun kleurigheid van rood en 47. ROMAN VAN REINHOLD ORTMANN. .Aangezien je haar vader bent, is deze welwillende meening ten opzichte van haar zeer begrij pelijk. Maar wij zijn, naar het mij toeschijnt van den eigenlijken kern van ons gesprek afgedwaald. Wat is het dan nu weer, dat je met zulk een zware zorg voor Ingeborgs geluk vervult". .Een tijding, dien ik vandaag uit zeer betrouwbare bron over de levenswijze van mijn braven schoonzoon ontvangen heb. Hij is, naar het schijnt, mooi op weg zichzelf en zijn huishouding te gronde te richten". „Ah, wil je je door het gebazel der menschen laten verontrusten? Je weet hoeveel vijanden en be- nijders hij heeft, sinds algemeen bekend is, dat zijn benoeming tot buitengewoon professor voor de deur staat en dat hij vermoede lijk een heel schitterende loop baan tegemoet gaat?" .Ditmaal, beste Edith", ant woordde Wallroth met nadruk, gaat het niet om de lasterpraatjes geel en oranje en de schitterende guirlandes van het fijne glinster- kristal. Dan zitten menschen en kinderen in het licht, dat uit den boom straalt en zingen ter eere van het Jezuskindje het „vrede op aarde, in de menschen een welbehagen". En terwijl buiten de koude snerpt in de donkerte van den besterden nacht, of sneeuw en hagelbuien striemen uit een woeste wolkenlucht, is het, of er in ons hart een nieuw licht ontstoken wordt en een nieuwe gloed de koude van ons leven verwarmt. Komt het van den Kerstboom Is het de tegenstelling tusschen den kleurigen lichtschijn, waarin den boom staat, en de sombere donkerte van dezen jaartijd, die de nieuwe vreugde wekt Is het de gedachte aan het kindeke in Bethlehem's beestenstal geboren, door deze kerstviering opnieuw levend geworden? Is het de hoop op den nieuwen tijd van licht en warmte, waarvan deze lichtende boom het symbool lijkt Het kerstfeest is anders, ernstiger van gestalte wellicht, dan .de andere Christelijke feesten. En de tegen stelling tot den tijd van het jaar, die zoo grauw, zoo donker, zoo somber kan zijn en waarin alle leven schijnt weggestorven voor den ijzigen adem van den dood, geeft aan het lichtende van dit feest en aan het lichtende van de herinnering, die het levendig houdt, zeker een bizondere schoonheid en bekoring en aan trekkingskracht. De stralende boom ook met zijn kleurigheid en licht in het levend groen midden in de duisternis van de omringende wereld geplant is het stralend middelpunt geworden van ons intiem-huiselijk leven, heeft een eigenaardige aantrek kelijkheid. Maar wanneer wij al- eln, geloovigen aan het mooie bijbelverhaal en ongeloovigen, ons zoo gaarne scharen onder den lichtenden boom, kinderen weer geworden, die verbaasd genieten van de glinstering en de kleurig heid en de verrassing, wanneer ook door dien boom voor som migen van ons het kerstfeest van een benijder, maar om de eenvoudige vermelding van feiten, aan welker juistheid ik helaas niet in het minst mag twijfelen. Artois heeft zich in een club laten opnemen, die bijna uitslui tend uit rijke beursmenschen en verkwistende mannen van de wereld bestaat en waarin het voornaamste doel het spel is. Ten allen tijde zou deze stap, gezien den toestand van zijn vermogensverhoudingen, 'n lichte zinnige dwaasheid zijn geweest het ergste van de zaak is echter dat hij zich in de club reeds den naam heeft verworven, een van de meest roekelooze spelers te zijn. Toen er van zijn verliezen sprake was, werden mij daar sommen genoemd, die tot zijn inkomsten en tot zijn hulpbronnen absoluut in geen verhouding staan". „Heb je hem zelf gevraagd, of die geruchten op waarheid be rusten?" .Neen! Toen ik eenigen tijd geleden, nauwelijks drie weken na zijn huwelijk, met zware of fers hem voor de tweede maal uit pijnlijke, aan zijn roekeloos heid te wijten ongelegenheden, moest redden, heb ik hem ver klaard, dat ik met zijn per soonlijke aangelegenheden, voor weer een beteekenis heeft gekre gen en een andere en hoogere dan die van een huiselijk feest, dat we in de warmte onzer ka mers zoo gezellig vieren, dan moet dat toch wei zijn, omdat we in dien boom, als symbool van het kerstfeest, de uitdrukking zien van een gedachte, een hoop, een geloof, een verwachting. Kerstmis valt in den tijd, waarin alle leven verstard iijkt in den slaap van den dood, waarin het leven door zijn don kerste en somberste dagen gaat en alle blijheid, alle schoon, alle verwachting schijnt weggestorven. Maar in deze donkerte rijst de altijd levende, altijd groenende denneboom, gekleurd met het licht en de versierselen onzer verwach tingen in een nieuwe lichtende gestalte als het symbool van het nooit stervend leven, als symbool ook van het nieuwe licht, stra lend omhoog. Wij gelooven in het leven, wij blijven er in ge looven, zelfs wanneer het ge storven lijkt, ook al weten we het vaak zeiven niet. En al onze verwachtingen, al onze hoop is in dat geloof gegrondvest. Aan dat geloof klampen we ons altijd opnieuw vast. En dien levens boom, waaraan we gelooven, omkoesteren we met de kleurig heid en de warmte van ons ver langen. Maar het is juist door die omkoestering, door de kleu righeid van onze verwachtingen, dat de boom, dat het leven zelf tot een nieuwe schoonheid uit groeit. Die schoonheid, de nieuwe schoonheid van het altijd groe nende leven, trekt ons. En onder den lichtenden kerstboom vieren we de verwachting van het nieuwe leven, van het nieuwe licht, dat straks zal opgaan en waaruit voor ieder van ons de verrassing van een nieuw geluk kan geboren worden. Doos 60-90ct Bij Apoth.en Drogisten. zoover het hier geldkwesties betrof, in het vervolg niets meer te maken wilde hebben. Aan gezien hij op mij in geen geval meer te rekenen heeft, acht ik mij niet eerder bevoegd mij met zijn aangelegenheden te bemoeien, alvorens mijn vaderlijke plichten mij daartoe onvoorwaardelijk dwingen". „En indien je je nu nog niet tot ingrijpen verplicht voelt, wan neer acht je dan wel dien dwang aanwezig „Op het oogenblik, dat de ca tastrophe onvermijdelijk is ge worden", antwoordde de profes sor en in den klank van zijn stem lag een beslistheid, die daarin slechts zelden voorkwam. Dan zal Ingeborg onder mijn bescherming terugkeeren en mijn heer de doctor mag zien, hoe hij zich red uit het netelige parket, waarin hij zich zelf gestoken heeft. ,Zou je het werkelijk tot zulk een schandaal kunnen laten ko men, Ludwig vroeg Edith, ter wijl zij zich eindelijk geheel uit haar gemakkelijke houding op richtte en dichter op haar echt genoot toetrad. Ook je eigen naam zou op die wijze het onder werp worden van de praatjes der menschen". tot zulke exessen komt de overheid De „goede oude tijd" is voorbij, toen in een bedrijf de patroon al zijn arbeiders bij name kende en op de hoogte was van hun familieomstandigheden. Met de vlucht, die de industrie nam, kwamen de zorgen van de spe cialisatie en het gemoedelijke in de onderlinge betrekking moest wel verdwijnen. Voorts werden de arbeiders naar men het noemdebewust en hierin lag de kiem opgesloten van de latere verhoudig, gelijk wij deze thans kennen, van in den grond der zaak eigenlijk eenigszins vijandig tegenover elkaar staande partijen. Gelijkgerechtigd heetten ze nog niet dadelijk, maar wel voelde men al spoedig een tegenstelling van belangen, alsof de eene partij slechts alles naar zich wilde toe halen en de andere voortdurend het slachtoffer was van sluwe berekening. In vele gevallen was dit inderdaad het geval en ook nog heden ten dage zouden er voorbeelden van aangehaald kun nen worden maar daarnaast zijn er lichtende uitzonderingen op dezen met te groot genot als al gemeen gestelden regel. Het gebruik van machines in de nijverheid, de steeds verder voortschrijdende industriealisatie hebben gezamenlijk met de poli- litiek ontwakende driften de groote wijziging gebracht, waarop in de eerste regels is gezinspeeld. Men kan zulks betreuren, maar Professor Wallroth haalde de schouders op. Het zou inder daad zeer betreurenswaardig zijn, maar ik bezit geen middel het te verhinderen. Moet ik het soms daarop laten aankomen, dat hij ons allemaal ruïneert „Natuurlijk nietMaar hij zelf zal tot inkeer komen, alvorens de zaak tot op dit uiterste is ge dreven. Je moest nog eenmaal op zijn geweten trachten te wer- ken, Ludwig 1". „Ik stel mij daar hoegenaamd niets van voor, want ik heb reeds bij vroegere gelegenheden al mijn welsprekendheid volkomen uit geput. Na deze laatste tijdingen kan ik er niet meer aan twijfelen, dat hij onherroepelijk zijn verderf tegemoet gaat en dat nog slechts een wonder in staat zou zijn hem te redden". „Ontzettend zeide zij zacht. En ik ben het, die je in je hart voor dit alles verantwoordelijk stelt, niet waar Zonder mijn rampzalige voorspraak zou je hem immers je dochter nooit tot vrouw hebben gegeven Zij had zich bij deze laatste woorden innig tegen hem aan gevlijd en een uitdrukking van betooverende teederheid, zooals die haar op zekere oogenblikken nog steeds ter beschikking stond, het feit moet aanvaard worden als niet meer te veranderen en ■misschien is het ook wei beter zoo de arbeidersbescherming liet in dien zelfden goeden ouden tijd al zeer veel te wenschen over. De machinale vervolgma- king der bedrijven deed steeds dringender de behoefte gevoelen aan een macht, welke regelend kon optreden en wetten voor schrijven ter beschewning van den arbeider tegen de gevaren, waaraan zijn arbeid hem bloot stelt. De inmenging van den staat in arbeidsvraagstukken werd een noodzakelijkheid, waarvan thans wel een ieder overtuigd kan heeten. Maar al wordt dit grif toege geven, met de aanvaarding van dit menschenkundig alleszins toe te juichen beginsel was tevens de deur opengemaakt voor te ver gedreven bemoeizucht. Langs lijnen van geleidelijkheid eerst breidde de invloed van den werk gever op sociaal terrein zich uit, politieke evenementen daarna gingen er een krachtig woord in meepraten en weldra kwam het dan zoo ver, dat met volkomen negatie van de meest fundamen- teele beginselen van een econo misch beheer van het bedrijf de staat zich vermat om reg voor te schrijven, waarnaar leiders zich hadden te verdraj Hebben wij het niet beleefd, in de ergste crisis-periode den vrede van Versailles bij beoordeling van een aanvrage om overwerkvergunning de mi nister zich niet ontzag om zulks te weigeren met deze redeneering dat een verkregen order (veroverd door commercieel inzicht en ge bruikmaking van eigen relaties) dan maar verdeeld moest worden over andere concurrenten, die veel werkloozen onder hun ar beiders hadden Het is een booze herinnering uit kwade bewogen tijden, maar tot zulke excessen komt de over heid, wanneer "oor welk motief dan ook haar eersten en uiti n plicht vergeet: in het ai^.osvraagstuk vertoonde zich op haar mooi, trotsch gelaat. Nog nooit had professor Wallroth aan deze uit drukking weerstand kunnen bie den en ook thans maakte zij hem tot haar slaaf, zooals zulks inde eerste dagen van hun huwelijk zoo vaak het geval was geweest. „Neen, lieve Edith T'antwoorde hij liefdevol, terwijl hij haar kuste, ik maak jou geen verwijt, want ik weet immers, hoe goed je het destijds met Ingeborg meende. Ondanks je oude vriend schap voor dien Artois, kende je den man niet zooals hij werke lijk was. Hij heeft jou om den tuin weten te leiden, evenals hij mij heeft meisleid en ik zou de straf voor mijn kortzichtigheid geduldig moeten dragen, wanneer niet mijn arm, onschuldig kind het zwaarst daaronder te lijden had". „Terwille van je kind mag je er dan ook niet aan denken je handen van hem terug te trek ken", vleide zij Een vernedering heeft hij wel verdiend en ik zal je stellig niet aanraden hem die te besparen. Laat het daarmee evenwel afgeloopen zijn en wei ger hem je hulp niet, wanneer hij soms in den allerhoogsten nood zich tot je zou wenden, om ze in te roepen". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1