ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Han het oog onttmkken, 'BeifciïrêST een Geweten. lolkshuisYGsting. SRËSKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden t 1.25 franco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNo.'2°° BRESKENS Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 35e Jaargang Woensdag 25 November 1925 Nummer 3083 meer begrip over de inctie van het geld in de maat- :happij zou verguizing voorko- len Men hoort vaak beweren, dat et leven tegenwoordig veel meer emakken biedt dan voorheen. >it is op zich zelf beschouwd onder twijfel waar. Vroeger ïisde men bijv. per diligence a tegenwoordig per trein Mis :hien heeft men zelfs een eigen ato ter beschikking en rijdt •aarheen men gaan wil. Maar ie een auto wil besturen dient ekend te zijn met de wijze aarop een dergelijk voertuig inctioneert. Aldus beschouwd ons leven in vergelijk met •oeger dus niet eenvoudiger aar veel ingewikkelder gewor- ïn. Deze tegenstelling vertoont ch bij tal van omstandigheden i zij is dikwijls oorzaak van isverstanden, niet in de laatste aats bij economische kwesties, ts wat ons leven bijzonder ver- imakkelijkt heeft maar gelijk- dig de meest vergaande ver- trringen veroorzaakte, was bijv. t gebruik van geld. Alles wordt in geld uitgedrukt daardoor maken wij het ons eilijk de juiste beteekenis van schillende handelingen te be- pen. Ook de loonen bestaan i geldbedragen. In werkelijk- H moet men zich de loonen «ken als een aandeel in de vtgebrachte goederen. Het ont- gen loon wordt niet dadelijk gel in goederen omgezet. Zoo- li dit nog niet het geval is v de loonontvanger eigenlijk ROMAN VAN 5INHOLD ORTMANN. :n gewone boerendochter is h« ieder geval niet", dacht Inorg en voorzichtig begon zip vriendelijken toon het gek, igszins ontsteld keek de vete op, om daarna uit haar gekelijke houding licht en elich overeind te springen. H^ezicht was nog te kinder- liji bovendien te overvloedig momersproeten bezaaid, om eijjk voor knap te kunnen daanmaar er schitterden havee heldere, blauwe oogen tepet yan zulk een eigenaar- diphoonheid, dat het magere ge:je daardoor alleen reeds belijk en boeiend werd. En hes zonderling dat Ingeborg onlellijk het gevoel had, deze ooniet voor de eerste maal in- leven te hebben gezien, ofsn zij er zich geen reken- sckan wist te geven, bij wien ditrt oogen haar soms vroeger al opgevallen kon zijn. nog niet hoe hoog zijn loon is geweest. Dat werkelijke loon bestaande uit goederen die voor het geld- loon gekocht worden is het aan deel van den arbeid in de voort brenging. Naar gelang er meer of minder voortgebracht wordt zal dus ook het loon van den werkman meer of minder be dragen. Dat men hem zijn loon in geld geeft en niet in de pro ducten die in de fabriek waar hij werkt vervaardigd worden, geschiedt om hem vrij te laten in de keuze van dingen, die hij ter betaling van zijn werk ont vangen wil. Geld is een hulpmiddel der voortbrenging, evenzoo als een draaibank een hulpmiddel voor de voortbrenging is. Geld waar mede het loon betaald wordt heeft geen andere bedoeling dan om arbeid of goederen te ruilen tegen andere goederen of arbeid. Bij dien ruil wordt de in ruiling gebrachte waar overgegeven aan een ander die er op zijn beurt gebruik van maakt. De kern van de zaak licht daarom niet bij het geld maar bij het in ruiling ge brachte goed of de aangeboden arbeidskracht. Alles wat wij met de industrieele voortbrenging beoogen is goede ren tot stand te brengen en ze dan onderling te verdeelen. Het aandeel van den arbeider in die goederen is het loon, dus is het duidelijk, dat dit loon slechts grooter kan worden indien de totale goederen productie ver meerdert. De hoeveelheid geld in de kas van een bepaalde on derneming, of in de wereld in het algemeen, heeft daarmee niets te maken. Nu is de aanmerking die men veelal hoort, dat de eigenaren van het kapitaal, dat wil zeggen van de machines en de fabrieks gebouwen, of met andere woor den de aandeelhouders, bij de verdeeling een te groot aandeel ontvangen. Er zijn er die zeggen: „dat een chef meer heeft dan een ondergeschikte is billijk, ook een directeur die van alles de verantwoordelijkheid draagt, mag Spoedig was de kleine om trent de oorzaak van het ge beurde ongeluk op de hoogte maar de poging om met behulp van toevallig voorhanden spel den de aangerichte schade zoo mogelijk te herstellen, bleek on danks haar handigheid spoedig een volkomen hopeloos beginnen. „U zult er wel toe moeten besluiten, den korten afstand tot ons huis af te leggen, juffrouw", begon zij met een heldere aan genaam klinkende stem, „want zonder naald en draad valt er toch niets uit te richten". Ingeborg aarzelde natuurlijk niet, het vriendelijk aanbod aan te nemen en terwijl zij dwars door de weiden recht op de roode daken van het dorp toeliepen, ontspon zich tusschen haar jeug dige gezellin een levendig ge sprek, waaruit Ingeborg vernam, dat het meisje Regine heette en dat zij de dochter van den reeds jaren gestorven dorpsonderwijzer was. De dominé, die zooals zij zei een studievriend, van haar broer was, gaf haar les in de Fransche taal en het behoorde tot haar bijzondere liefhebberijen, met haar grammatica het vrije veld in te gaan, om daar heel ongestoord haar lessen te leeren. Voor een eenvoudig, wit ge- een veel grooter salaris hebben dan een gewoon aangestelde, maar welke aanspraak kan de aandeelhouder maken, die niets anders doet dan bezitter te zijn?" Inderdaad laten wij ons deze vraag eens stellenWat is bij de geïndustrialiseerde voorziening in onze levensbehoeften de be teekenis van een kapitalist voor onze gemeenschap? Er wordt door de tegenstanders van de huidige maatschappij op gemerkt dat de kapitaalbezitter niet een moreel recht kan doen gelden, dat ook hij een inkomen uit de voortbrenging ontvangt. Wil men hem zijn deel onthou den dan ware het dus in de een of andere verhouding over de overige menschen in de wereld te verdeelen. Statistieken wijzen uit, dat indien de groote inko mens eens verdeeld werden elk een maar weinig meer zou ont vangen dan bij thans heeft. Aan genomen dus dat deze verdeeling plaats vond, dan zou daarmee niemand gebaat zijn en omdat het slechts uiterst weinig is wat iedereen dan ontvangt zou door haast iedereen het meerdere uit gegeven worden. De kapitalist verdeelt zijn groote inkomen evenwel niet onder de menschen die minder .inkomsten hebben dan hij. Wat doet hij er dan wel mee Ook voor het deel van zijn inkomsten, dat hij niet voor zich zelf besteedt volgt hij den aandrang die er toe aan gezet heeft het groote inkomen te verdienen, namelijk om met hetgeen hij heeft meer te ver krijgen. In het algemeen zal hij het overb'ijvende deel van zijn inko men een ander ten gebruike ge ven, die hem daarvoor iets be taalt. In' algemeenen zin gespro ken is het onvermijdelijk, dat degeen die hem voor dat gebruik het meest wil betalen de man is die met het gebruik van dat kapitaal het meeste effect weet te bereiken. Men kan ook zeggen: de man die het weet te gebrui ken om iets voort te brengen, waarvoor de wereld den hoog- sten prijs wil geven, om reden schilderd tuinhek bleef Regine na een wandeling van tien mi nuten staan. „Hier is ons huis!" zeide zij. „Gaat u maar binnen, juffrouw! Dadelijk aan uw linkerhand is de huiskamer. Moeder is zeker nog achter bij de kippen, maar ik zal haar oogenblikkelijk roepen". Ingeborg gaf gevolg aan de uitnoodiging en nadat zij het kleine, eenvoudig maar zorgvul dig onderhouden tuintje door- geloopen was, viel het haar niet moeilijk meer den weg te vinden. Zij was bij den eenvoudigen aanblik van dit kleine huisje er op voorbereid geweest, een ge woon boerenvertrek binnen te treden en de gezellige huiselijke kamer, die bij den eersten oog opslag zelfs van een zekere wel gesteldheid scheen te getuigen, verschafte haar dan ook een niet geringe verrassing. Weliswaar bleek het bij nader inzien al spoedig, dat het slechts de meest eenvoudige middelen waren, met behulp waarvan de bewoners van dit huis dit gunstig resultaat bereikt hadden, maar de bekwaam heid en de goede smaak, waar mee zij daartoe te werk waren gegaan, kwamen daardoor juist in een des te helderder licht. De prachtig ingebonden boeken dat wat hij maakt op dat oogen- blik in de grootste behoefte voor ziet. Hiermede is het belang van de kapitalistische gedachte voor de gemeenschap uitgedrukt, n 1. dat liet natuurlijk egoïsme van den kapitalist ten gevolge heeft, dat het voor hem niet noodige gedeelte van zijn inkomen wordt gebruikt voor doeleinden waar naar in de wereld de meeste vraag bestaat. De kapitalist heeft bij dit al slechts beantwoord aan een natuurlijke noodzakelijkheid waarvan hij zich wellicht niet eens bewust geweest is. Vraagt men hem, wat hebt ge met het deel van uw inkomen gedaan, dat gij niet voor levensonderhoud hebt uitgegeven dan zal hij zeg gen: „Ik heb het gespaard door mijn geld te beleggen." Inder daad zijn antwoord klopt indien slechts naar den vorm dien het geld van zijn inkomen voor hem heeft aangenomen gekeken wordt, maar in werkelijkheid is de ka pitalist er met zijn geldbezit voor gebruik om de gelegenheid open te stellen, dat wij geleidelijk meer machines en gereedschappen ver krijgen om onze welvaart te ver meerderen. Indien, om terug te komen op hetgeen aan het begin van dit artikel werd gezegd, ook in het geval van geld meer begrip be stond over de functie ervan in de maatschappij, zou ook zeker de verguizing voorkomen van een maatschappelijke klasse die voor de wereld zeker geen na deel is. Volgens de statistieken neemt de bevolking in ons land ieder jaar toe met niet minder dan 100.000 zielen. En volgens ra mingen zouden thans in ons land nog tusschen de 40.000 en 60 000 woningen noodig zijn. Het aanbouwen van het vol doende aantal woningen brengt in onze dagen in het bijzonder op het hooge boekenrek, de in lijst gezette houtsneden aan de muren en vooral de kunstig ge haakte en geborduurde kleedjes, die met vindingrijke scherpzin nigheid overal waren aangebracht, waar maar een geschikt plaatsje te ontdekken was, maakten de kleine ruimte met de blank ge schuurde vloer, de sneeuwwitte gordijnen en de prachtige bloem potten voor de ramen als het war tot een ideale plaats, ver vuld van den heerlijksten vrede. Nog had Ingeborg haar inspec- spectietocht niet voleindigd, toen Regine in gezelschap van haar moeder terugkwam. De weduwe van den onderwijzer was een schrale, nauwelijks middelbaar groote figuur, met volkomen grijs haar en met een trek van licha melijk lijden op het zachte gelaat. Zij begroette de vreemde jonge dame zoo vriendelijk, dat daar door al onmiddellijk alle verdere verontschuldigingen overbodig werden en terwijl Regine naast Ingeborg neerknielde, om met de handigheid van een geoefende kleermaakter de scheur in haar japon dicht te naaien, begon de moeder een gesprek, dat spoedig ook de laatste terughoudendheid tusschen de nieuwe kennissen verjoeg. moeilijkheden mede, omdat in de crisisjaren, welke nu alweer eenigen tijd achter ons liggen, gebouwd werd met Rijks- en Gemeentesteun. Dit kon toen wel niet anders, al moet erkend wor den, dat daardoor het particulier initiatief te veel op den achter grond gedrongen werd. Want zooals wij meermalen opmerkten, moet de taak van de Overheid zich zooveel mogelijk bepalen tot regelen en steunen, en alleen in bijzondere gevallen, wanneer daarvoor economische of andere oorzaken aanwezig zijn, zelf op treden. Dit karakter ligt ook aan de Woningwet ten grondslag, daar zij de bevolkingsgroepen, die door het particuliere bouwbedrijf niet voldoende geholpen worden, door zelfbouw aan woningen wil helpen, waarbij dan de Overheid steun verleent. Het karakter van dezen steun is een helpend daar voorschotten worden verleend of waar de huurders niet in staat zijn door z.g. sociale achterlijk heid de volle huur te betalen, een bijslag te geven in de huur. Op die wijze tracht de Woning wet, zonder 't particulier initiatief te verminderen, op practische wijze de woningmisère te bestrij den. Voor 't bewonen van goede huizen, ook voor den werknemer, is in de eerste plaats noodig een behoorlijk loon. Want wanneer de loonen onvoldoende zijn, dan wordt als gevolg daarvan naar woningen omgezien met een lage huur en het is niet in het belang van de algemeene welvaart en in het bijzonder voor de werk nemers, dat slechte of minder waardige woningen betrokken worden. En meer dan een zesde of zevende deel van het loon mag in den regel niet voor huur bestemd worden, daar dan voor de overige behoeften naar evenredigheid te weinig over blijft. Hoe onaangenaam een onvol doende behuizing aandoet, be hoeft zeker niet te worden ge schetst. Een woning, ook van den eenvoudigen werkman, be- ,Wat hebt u het hier bijzonder aardig ingericht 1" sprak Inge borg met een uitdrukking van overtuigde oprechtheid. „Het is iemand te moede, alsof hier tus schen deze vier wanden nooit iets anders dan de zonnigste vrede kan heerschen". Een weemoedige glimlach ver scheen om de smalle lippen van de vrouw. „En toch heeft dit vertrek al heel wat kommer en leed aan schouwd, beste juffrouw 1 Toen ik mijn geliefden man naar zijn laatste rustplaats moest brengen en ik met mijn kinderen wan hopig in dit kamertje stond, toen had ik werkelijk geen hoop meer, dat er voor mij ooit 'nog eens zonnige dagen zouden aanbreken. ,Maar deze gelukkige dagen zijn nu toch gekomen, niet waar? Stellig hebt u zeer veel van uwe kinderen beleefd „Zij zijn allen braaf en behoor lijk terecht gekomen, den hemel zij dank Maar als die eene niet onder hen geweest was, die dag in dag uit geen andere gedachte heeft dan aan zijn moeder en zijn zusters, dan zou het toch nog heel slecht met ons gesteld zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1