ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Nationale Propaganda,
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
35e jaargang
Woensdag 4 November 1925
Nummer 3077
Geen Geweten.
Een bedenkelijk
verschijnsel.
Hijnhardts l
Zenuwslillend
Glazen Buisie 75cl.
snuwtableilen
BRESKENSCHE COURANT
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per poit f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
T5o.,2°n breskens
Poitglro
17704
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
Het Algemeen Nederlandsch
Verbond heeft onlangs in een
adres aan den minister van wa
terstaat de wenschelijkheid be
toogd om den radio-omroep on
der staats-toezicht ook dienstbaar
te maken aan de ontwikkeling
van den nationalen geest bij ons
volk en het wekken van zijn be
langstelling voor de Groot-Ne-
derlandsche vraagstukken, omdat
omtrent de stambelangen bij het
groote publiek nog maar al te
veel onwetendheid en misverstand
heerschen en juist door den ra
dio-omroep een breede kring van
toehoorders bereikt wordt. En
het is voor allen die den geest
van ons volk kennen, duidelijk,
dat een dergelijke herinnering
aan de noodzakelijkheid van het
wekken van belangstelling- voor
nationale vraagstukken en belan
gen, allerminst overbodig is.
Wij zijn als volk zeker niet
nationaal ongevoelig, maar wij
zijn nog weinig nationaal be
wust en interesseeren ons daarom
maar matig voor alles, wat de
belangen van Nederland en den
Nederlandschen stam raakt. Maar
wanneer werkelijk ook de radio-
omroep voor het wekken van
deze belangstelling en van een
sterker nationaal bewustzijn mocht
worden dienstbaar gemaakt, dan
zal het zaak zijn goed toe te
zien, op welke wijze en door
welke middelen dat geschiedt.
Het onnatuurlijk vergroeide natio
nalisme en het chauvinisme heb
ben de laatste jaren in Europa
en daarbuiten te duidelijk hun
ernstige gevaarlijkheid bewezen,
dan dat men voor het gevaar
door het wekken van den natio
nalen zin niet tevens aan dit felle
chauvinisme nieuw leven te ge
ven, niet zorgvuldig zou moeten
waken.
Alle nationaal bewustzijn moet
van haat of afgunst tegen andere
nationaliteiten absoluut vrij zijn
en de zuivere en eenvoudige
liefde voor eigen land, eigen taal,
eigen cultuur tot grondslag heb
ben. Die gedachte moet aan alle
propaganda den weg wijzen.
Doet ze dat, dan hebben we ook
kans in de manier van propa-
gande een andere fout te vermij
den, waardoor ons nationaal be
wustzijn eer schade lijden kan.
Het is een fout, die vooral onze
propaganda in den vreemde vaak
aankleeft en die voor eiken wer
kelijk nationaal-voelende iets pijn
lijks heeft.
Dezer dagen kon men in de
couranten lezen, dat in hetafge-
loopen seizoen het eiland Mar
ken door ruim 75 000 vreemde
lingen werd bezocht. Op menigeen
zal een dergelijk bericht als be
wijs van de vlucht, die het
vreemdelingenverkeer neemt, een
prettigen indruk maken. Wie al
lereerst naar den praktischen
kant van het leven kijkt, zal zich
herinneren, dat ieder vreemde
ling, die ons land als toerist be
zoekt, finantieele bate voor ons
land afwerpt. Een ander zal zich
verheugen in de belangstelling,
die men voor ons land blijkt te
hebben. Maar geeft men er zich
wel rekenschap van ten koste
waarvan die finantieele bate vaak
verkregen wordt en wat voor
soort belangstelling zich in een
bezoek aan Marken vooral uit
spreekt Op mij maakt een der
gelijke belangstelling vaak den
indruk alsof we onze nationale
eigenaardigheden ten genoegen
van een botten vreemdeling pro-
stitueeren. Want Marken, Monni
kendam, Volendam, het is een
nieuw soort Nederlandsche indu
strie geworden, waarbij we onze
eigenaardigheden uitingen toch
van onzen eigenen volksaard, te
kijk stellen en te koop bieden
Te Marken en te Volendam laat
men Engelschen, Amerikanen en
andere toeristen een visschers-
woning zien, waarin man en
vrouw gereed zitten en de hanfl
ophouden voor een fooi. Mis
schien zijn het niet eens vis-
schers, die daar zitten, maar Am
sterdammers in Markensche of
Volendamsche kleedij. En de pro
paganda in het buitenland, die
den vreemdeling trekken moet,
is op deze industrie berekend.
Zeeuwsche boerinnen en Marker
visschers in hun wijde pofbroe
33.
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMANN.
De schemering was reeds aan
gebroken en hij wilde juist om
de lamp bellen, toen na een
bescheiden tikje de deur open
ging, om de hooge, slanke ge
stalte van een gesluierde dame
door te laten.
Edith 1" riep de professor
verbaasd uit, toen hij de onver
wachte bezoekster wat scherper
had opgenomen. Aan welk ge
lukkig toeval dank ik deze aan
gename verrassing.
Zij lichtte haar sluier op, maar
zij weerde hem af, daar hij haar
behulpzaam wilde zijn bij het
uittrekken van haar mantel.
«Vergeef mij, dat ik je hier in
je eigen huis kom overvallen",
begon zij het gesprek. Ik kom
niet voor mijn eigen belangen,
maar als bemiddelaarster voor
een ander. En deze andere had
zulk een haast met de zaak, dat
ik alleen al uit medelijden met
hem alle bedenkingen op zij
moest zetten.
„Dat is een inleiding, die mij
zeer nieuwsgierig moet maken,
geliefde Edith", merkte de pro
fessor op, terwijl hij tegenover
haar plaats nam. Wie is dan
wel de gelukkige, die zich in
zulk een rijke mate in je deel
neming mag verheugen
„Herinner je je nog 't onder
houd, dat wij op den dag na
onze verloving gehad hebben
destijds, toen ik uit jouw mond
voor de eerste maal vernam, hoe
vijandig je dochter zich tegenover
onze verbintenis had verklaard
„O ja, dat herinner ik mij nog
heel goed", antwoordde de pro
fessor aarzelend, het was op
denzelfden dag, dat ik dezen
doctor Artois bij jou aan huis
leerde kennen.
Edith knikte om daarna haastig
voort te gaan „lk zei je destijds,
dat er slechts éen mogelijkheid
bestond, mij uit den onbeschrijf
lijk pijnlijken toestand te bevrij
den, waarin ik door de houding
van Ingeborg gekomen ben. En
jij was het volkomen met me
eens, dat haar spoedig huwelijk
voor ons allen de besteoplossing
van deze onaangename kwestie
zou beteekenen".
„Zeer zeker 1 Maar van den
aanvang af had ik al geen hoop,
ken, stellen in de voor het bui
tenland bestemde reclame het
Hollandsche volk voor, al was
dat ook ten onzent geen uitzon
dering. 't Is of we ons in een
harlekijnspak steken om voor den
vreemdeling en zijn geld den zot
te spelen.
Want Nederland en het Neder
landsche volk zijn wat anders
dan rariteiten. En wij moesten te
trotsch zijn om van deze natio
nale eigenaardigheden, waarin
ook een deel van ons verleden
belichaamd is, een kijkspel voor
den vreemdeling te maken, waarin
we onze hand ophouden. Ons
land en ons volk hebben nog
wel wat anders te bieden, waar
de vreemdeling belang in kan
stellen en verwonderd van kan
staan. Het verslag, dat onlangs
de voorzitter van den Landbouw-
bond in Midden-Frankrijk heeft
gedaan van de studiereis, die een
groep Fransche boeren door Ne
derland en Denemarken heeft ge
maakt, is er een nieuw bewijs
voor. Het bleek duidelijk dat de
Fransche boeren van ons iets
leeren kunnen, dat onze lanbouw-
bedrijven en het leven onzer
boeren op een hooger peil staan
dan in Frankrijk en dat de won
deren, die, als de Franschman
het uitdrukte, onze boeren op
coöperatief gebied hebben ver
richt, den Franschen een nieu
wen weg kunnen wijzen. Maar
niet alleen de landbouw, ook
andere bedrijven, ja, geheel het
Nederlandsche bedrijfs- en cul
tuur-leven bewijzen, dat we al
lerminst een volk van het verle
den zijn, maar een volk, welks
energie aan het heden een nieuw
bloeiend leven heeft ontworsteld.
Dat sterke heden moeten we
den vreemdeling toonen, die
Holland wil kennen. Aan dat
heden moeten we evenzeer, ja
meernogdenken danaan't schoone
verleden, wanneer we ons van
de beteekenis van ons nationale
leven bewust willen zijn. En elke
propaganda, die erop uit is, ons
nationaal bewustzijn te versterken,
zal daarmee rekening moeten
houden.
dat reeds in de naaste toekomst
op zulk een oplossing te rekenen
viel: Zij zelf schijnt ook in het
geheel niet aan trouwen te denken
en ik kan toch ook niet met
behulp van advertentiën in de
bladen of iets dergelijks een
adspirant-echtgenoot voor haar in
huis te halen".
„Dat is ook niet noodig, want
zulk een adspirant is reeds aan
wezig. Kun je niet raden, wien
ik op het oog heb
Op het voorhoofd van den
professor vertoonde zich 'n kleine
rimpel. Het eenigste vermoeden,
dat«in mij zou op kunnen komen,
sprak hij ontwijkend, zou mij zoo
avontuurlijk toeschijnen, dat ik
het niet gaarne onder woorden
zou brengen. Je zult me toch
niet tot de pijnlijke noodzakelijk
heid verplichten, om je drie
dageji voor ons huwelijk iets te
moeten weigeren
,Je woorden zijn voor mij be
wijs genoeg, dat je niet meer in
twijfel verkeert omtrent den per
soon, dien ik bedoel. Maar
a/vat doe je nu Waarom wil je
bellen
„Ik zal opdracht geven om de
lamp hier te brengen. Het is
immers al zoo donker, dat ik
nauwelijks nog je lief gelaat kan
Het verlies van de Indische
markt als afzetgebied voor pro
ducten van onze nijverheid zou
beteekenen armoede voor een
groot, zoo niet het grootste, deel
van ons volk. Want men kan er
zeker van zijn, dat naar het over
schot aan goederen geen vraag
zou bestaan op buitenlandsche
markten. Bedrijfsinkrimping zou
het onmiddellijk gevolg zijn van
het verloren gaan van ons kolo
niaal afzetgebied. Men mag dus
vaststellen, dat het in het belang
van gansch het volk is, wanneer
zij, die in onze maatschappelijke
orde de richting van de produc
tie bepalen, de ondernemers, zich
inspannen om in Indië zoo veel
mogelijk hun positie te verbete
ren. Dan is het mogelijk, dat
onze industrien zich uitbreiden
en onze welvaart toeneemt, en
wat ook niet vergeten mag
worden Indië ons zendt, in
ruil voor onze nijverheidsproduc
ten, tropische producten, die wij
hier noodig hebben als gebruiks
goederen, of grondstoffen.
Nu willen wij verder afzien
van de andere zuiver economi
sche betrekkingen, die tusschen
ons land en den Maleischen Ar
chipel bestaan en de aandacht
bepalen tot het directe ruilver
keer.
Tot 1913 nam de Nederlandsche
invoer in Indië voortdurend toe.
'Tijdens de oorlogsjaren is hierin
verandering gekomen. Stremming
van het scheepvaartverkeer tus
schen Europa en Azië had tot
gevolg, dat Amerika en Japan
zich konden meester maken van
het deel van de Indische markt,
dat Europa (ook Nederland) niet
van goederen kon voorzien.
Wanneer de economische toe
stand in Indië stationnair zou
zijn, had Europa, dank zij den
oorlog, voor goed een deel van
onderscheiden.".
Met bijna ruw geweld had
Edith haar hand op zijn arm
gelegd, om hem het bellen te
beletten.
„Bel niet, ik verzoek je er
dringend om sprak zij haastig.
De opvallende zenuwachtigheid
in haar gedrag verwonderde den
professor in hooge mate. Hij had
iets dergelijks nog nooit bij haar
waargenomen. Maar hij was rid
derlijk als steeds en voldeed
zonder verder te vragen aan haar
wensch.
Er ontstond een kleine, pijn
lijke stilte daarna ging Edith op
zonderling haastigen, ja bijna
heeschen toon voort
Het is dus doktor Siegmund
Artois, die den oprechten wensch
koestert, je schoonzoon te wor
den. Ik geloof niet, dat er iets
belangrijks op hem valt aan te
merken, behalve dan zijn beperkte
middelen van bestaan.
Professor Wallroth schraapte
zijn keel. Het scheen hem klaar
blijkelijk niet gemakkelijk te vallen,
den juisten vorm voor zijn ant
woord te vinden.
Ik moet bekennen, dat ik zeer
verrast ben, beste Edith, te meer,
daar Ingeborg absoluut niets van
dezen doctor wil weten. Bij zijn
haar tropische markt verloren.
Maar Indië gaat vooruit. De
economische toestanden worden
beter, hetgeen tot uitdrukking
komt in de toenemende koop
kracht van de bevolking. Wij
laten voor het oogenblik in het
midden, of die vooruitgang een
nog sneller tempo zou kunnen
aannemen. Wij constateeren al
leen het feit en stéllen nu de
vraagIn hoeverre is die voor
uitgang te danken aan het eco
nomisch verkeer tusschen Neder
land en Indië.
Op deze vraag kan het laatste
jaarverslag van de Javasche Bank
ons een antwoord geven. Aan
Westersche industrie-producten
nam de Indische markt in 1923
voor een waarde van 617 millioen
gulden op. Dit is 180 millioen
meer dan in 1913! De Neder
landsche bedrijven leverden in
beide jaren de meeste goederen,
vergeleken bij de andere landen
afzonderlijk, maarterwijl alle
landen in het tijdperk van ruim
tien jaren hun uitvoeren naar
Indië zagen toenemen (Duitsch-
land en België verdubbelden hun
afzet, Japan bracht de uitvoer
van 7 op 50 millioen gulden en
Amerika van 9 op 39 millioen
gulden) ging de Nederlandsche
export naar Indië met zeventien
millioen gulden achteruit!
En de president van de Java
sche Bank (mr. Trip) schrijft in
zijn verslag de somber klinkende
verklaring „Dat het terugwinnen
van het verloren terrein zeer
groote inspanning zal vorderen
en ten deele zelfs onmogelijk zal
zijn, moet wel als vaststaande
worden aangenomen". Mr. Trip
acht zelfs een verderen terug
gang waarschijnlijk als hooge
belastingen en drukkende sociale
maatregelen den opbloei van de
Nederlandsche industrie beletten.
Vatten wij het bovenstaande rn
eenen zin samen, dan kunnen
wij zeggen De economische
ontwikkeling van Nederlandsch-
Zenuwsterkend
ij Apoih.en Droölsten
talrijke bezoeken zou ik toch
stellig hebben moeten opmerken,
of zij iets voor hem gevoelde.
Jelui mannen hebt geen scher
pen blik op dit gebied. Het kan
zijn, dat zij moeite heeft gedaan
haar gevoelens voor jou te ver
bergen, maar het is in ieder
geval een feit, dat Artois Ingeborgs
jawoord bezit.
Nu kon de profesor toch niet
langer zijn bewonderingswaardige
kalmte bewaren. Wat Een reeds
bekonkelde zaak achter mijn rug?
Die jonge man schijnt het er op
toe te leggen, langs bedenkelijk
kromme paden te gaan, of hij
heeft de een of andere onver
schillige uitlating van mijn doch
ter geheel willekeurig ten zijnen
gunste uitgelegd.
NeenHij heeft haar volgens
den vorm zijn hand aangeboden
en zij heeft zich met volle be
slistheid bereid verklaard, zijn
echtgenoote te willen worden.
Een interessante nieuwigheid.
En ik moet het we! gelooven,
omdat ik het uit jouw mond moet
vernemen. Maar indien Ingeborg
dat gedaan heeft, dan is zij daartoe
uitsluitend gekomen door haar
koppig verzet tegen ons huwelijk.
(Wordt vervolgd,)
Ingez. Med.
1