ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekesijksch Ovsrzicbt.
Behoefte of piesfatie,
Geen Geweten.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per paal f 1,40
A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
TNo.''21 BRESKENS P,0»'^0
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
S5e Jaargang
Zaterdag 3 October 1925
Nummer 3068
De inspanning, die de wereld
zich in den grooten oorlog heeft
moeten getroosten, is verre boven
haar krachten gegaan. De ma-
laisetoestand, waardoor we thans
gedrukt gaan, is er voor een
groot deel het gevolg van.
Natuurlijk hebben de landen, die
in den oorlog betrokken raakten,
er 't meest door geleden, vooraan
de overwonnen landen, van welke
de Tonau-monarchie zich zoo
overspannen heeft, dat ze er het
leven zelf bij heeft ingeschoten
en Duitschland nog steeds tobt
om zich behoorlijk op zijn eigen
beenen in evenwicht te houden.
Maar ook op de overwinnende
landen heeft deze dolzinnige ver
nietiging van kapitaal en levens
kracht een noodlottigen en vaak
verwoestende invloed geoefend.
De sterksten, Amerika en En
geland, hebben er zich het ge
makkelijkst aan ontworsteld. En
het meest geleden hebben natuur
lijk zij, wier inspanning het verst
de krachten overtrof.
Onder deze neemt wel Frank
rijk de eerste plaats in. De over
winning, die zooveel van haar
vei wachtingen verwezenlijkte en
haar de suprematie op het vaste
land teruggaf, die het sinds 1870
beslissend ontvallen was, heeft
niet kunnen verhinderen,dat't in
een onrustigen toestand van de
pressie geraakt is, die vooral uit
zijn deplorabelen finantieelen
toestand spreekt.
Deze toestand heeft gemaakt,
dat het nog minder dan anderen
in staat was en in staat is, de
finantieele verplichtingen na te
komen, die het tijdens den oor
log heeft aangegaan. En deze on
macht heeft het in botsing ge
bracht met zijn twee groote cre
diteuren Engeland en Amerika.
Die botsing was niet zoozeer
rechtstreeks het gevolg van de
onmacht als wel van de houding,
waartoe het Frankrijk bracht.
Wanneer we de schuldkwestie
goed bezien, dan is het niet zoo
zeer het niet-betalen van Frank-
24.
«Natuurlijk I Maar wat bewijst
datVan de honderden, die
daarbij te gronde zijn gegaan,
weet u totaal niets. Én ik kan
met den besten wil niet inzien,
waarom u zich absoluut aan deze
gevaren wilt blootstellen, aan
gezien u zich, wanneer u uw
kennis ook verder in dienst van
het practische leven stelt, toch
zeker binnen enkele jaren een
zeer goede positie zult kunnen
veroveren. Laat u de eerzucht
om u een naam als beroemd
geleerde te verschaffen, dan wer
kelijk in 't geheel geen rust?"
„Ik bezit de eerzucht om mij
naam als beroemd geleerde te
verwerven inderdaad, professor
en u zult deze zeer begrijpelijk
vinden, indien ik u beken, dat
de wensch een geliefd meisje
ook in de oogen der wereld
waardig te worden, de bron van
deze eerzucht is. Slechts met de
zekerheid van de te behalen roem
en een eervolle maatschappelijke
positie zal ik den moed hebben,
den vader van de jonge dame
om haar hand te vragen",
„Wat? U denkt er aan u te
rijk, maar veeleer zijn niet de
minste moeite doen om deze aan
gelegenheid te regelen, deze hou
ding, alsof het zich van de zaak
niets aantrok, die de bittere stem
ming bij de crediteuren heeft ge
wekt. En dit tezamen met den
dringende nood der Fransche
schatkist, die een nieuw beroep
op de geldelijke hulp van Ame
rika in den vorm eener nieuwe
leening noodzakelijk maakte, heeft
Frankrijk er toe gebracht de zaak
eindelijk aan te pakken. Eerst is
het met Engeland over een rege
ling gaan onderhandelen. Maar
deze onderhandelingen hebben
nog niet tegen een definitief re
sultaat geleid en wel mede hier
om, omdat de Engelsche regee
ring als voorwaarde stelde, dat
het jaarlijks een grootere som
dan de voorgestelde 12'/s mil-
lioen pond sterling, waarmee na
een gedeeltelijk moratorium van
5 jaar zou begonnen worden,
zou ontvangen, wanneer Frank
rijk aan een zijner crediteuren
en daarbij had men natuurlijk
het oog op Amerika meer
ging betalen. Deze voorwaarde
maakte een voorafgaande regeling
met Amerika wenschelijk. En
waar de stemming der Amerika
nen tegenover het nalatige Frank
rijk er niet beter op werd, heeft
Caillaux de noodzakelijkheid van
zoo'n spoedige regeling onmid
dellijk op zijn ministerieel pro
gram geschreven. Teneinde dit
programpunt uit te voeren, is
hij nu naar Amerika overgestoken.
Het is begrijpelijk, dat hij, na
mens Frankrijk sprekende, niet
dadelijk het hoogste aanbod deed,
waartoe Frankrijk zou willen ko
men. En het is eveneens begrij
pelijk dat Amerika in zijn tegen
voorstel niet dadelijk het laagste
bedrag noemde, waarmee het
genoegen zou willen nemen. Het
aanbod van Caillaux om de eer
ste 5 jaar 5 millioen pond ster
ling te betalen, daarna 5 jaar
lang 6 en dan 6 jaar lang 9 a
10 millioen, om zoo te stijgen
tot 16 millioen pond per jaar,
waardoor in 62 jaar de afbetaling
zou kunnen plaats hebben, be-
teekent dus, dat tusschen dit
verloven of zelfs te trouwen
in uw tegenwoordige omstandig
heden vroeg de professor ten
hoogste verbaasd. Maar denkt u
dan werkelijk, dat een verstan
dige vader u het lot van zijn
kind zal toevertrouwen, ook
wanneer u inderdaad het recht
zoudt hebben den titel van pri
vaat-docent voor uw naam te
plaatsen
„Daar reken ik stellig op,
professor 1 De vader in kwestie
zal, voor zoover ik zijn edel
moedig hart meen te kennen,
niet door kleinzielige bezwaren
zijn dochter ongelukkig willen
maken".
„Een kleinzielig bezwaar zou
u het noemen, wanneer de vader
van u de zekerheid verlangde,
dat u werkelijk in staat is in het
onderhoud van u en uw gezin te
voorzien Nu, waarde doctor,
misschien zult u het toch eerst
nog wel eens rijpelijk overwegen,
alvorens u een stap waagt, die
naar alle waarschijnlijkheid op
een fiasco zou uitloopen 1"
Doctor Artois zweeg en blies
eenige zwaardere rookwolken uit
zijn sigaar. Toen keek hij op
zijn horloge en stond op.
„Ik heb nog een bijeenkomst
en moet thans afscheid nemen.
Nogmaals mijn hartelijken dank
minimum en het Amerikaansch
maximum de onderhandelingen
zich zullen bewegen. Een bij
zondere moeilijkheid levert daarbij
Engeland's voorwaarde, omdat
zoo Frankrijk's jaarlijksche afbe
taling aan Amerika hooger wordt
dat wat Engeland ontvangt, dit
laatste afbetalingsbedrag ook zou
moeten stijgen, zoodat van de
schuld aan Engeland 620 milli
oen pond sterling een evengroot
percentage zou worden afgedaan
als van de Amerikaansche die
668 millioen telt. Althans volgens
Amerikaansche berekening. Want
een tweede en voorloopig de
grootste moeilijkheid is, dat
Frankrijk en Amerika het over
de grootte der schuld nietheele-
maal eens zijn.
Deze schuld is ontstaan door
leeningen tijdens den oorlog en
door het overnemen van Ameri
kaansche legervoorraden. En nu
wil Frankrijk, dat de rente over
het bedrag uit die leeningen, die
het nog nooit betaald heeft en
die daarom Amerika bij de hoofd
som heeft gevoegd, daar van
weer zullen worden afgetrokken
Voorloopig is Amerika daartoe
nog niet bereid. Maar de stem
ming schijnt over 't algemeen
Frankrijk wel gunstig te zijn. Tot
nu toe was men in Amerika wat
verbitterd over de Fransche po
litiek, die niet alleen de wereld
in voortdurende beroering hield,
maar ook Frankrijk tot het on
derhouden van een groote mili
taire macht verplichtten, die, zei
den de Amerikanen, uit Amerika's
zak betaald werd. Die macht on
derhoudt het#nog. En het Marok-
kaansche avontuur heeft het tot
nieuwe uitgaven verplicht. Maar
zijn politiek tegenover Duitsch
land is wat gematigder geworden
en heeft den weg geopend tot
pacificatie en herstel van Europa
en daarmee tot een geleidelijke
gedeeltelijke ontwapening, waar
toe dan ook, mede met Frank
rijk's goedvinden de Volkenbonds
raad de eerste - voorbereidings
maatregelen zal nemen. Van veel
belang zal daarbij ook zijn de
stand van het waarborgverdrag.
Duitschland heeft de uitnoodi-
voor de wederom genoten gast
vrijheid, professor".
De gastheer deed geen poging
hem terug te houden. Hij liet
hem zelfs vertrekken met een
bereidwilligheid, die voor zijn
gast bijna iets beleedigends had
en ook de gebruikelijke afscheids
groet, waarin hem een spoedig
tot weerziens werd toegewenscht,
bleef ditmaal achterwege.
Op de gang trof Artois de
dochter des huizes aan. De ont
moeting was door haar stellig
niet gezocht, want zij maakte bij
het zien van den doctor een
beweging, alsof zij zich haastig
wilde terugtrekken. Maar het
was al te laat, daar hij reeds op
haar toegetreden was om haar
aan te spreken.
„ik heb met leedwezen moeten
constateeren, dat ik mij op de
een of andere onverklaarbare
wijze het misnoegen van uwvader
op den hals heb gehaald", zeide
hij. Aangezien ik deze zekerheid
als een groot ongeluk beschouw,
zou ik u zeer dankbaar zijn,
indien u mij zoudt kunnen zeg
gen, waaraan ik dat eigenlijk te
danken heb.
Om de lippen van het jonge
meisje vertoonde zich een bittere
glimlach. Ik weet het niet, ant
woordde zij. Maar als u er
ging tot bijwoning van een con
ferentie daarvoor aangenomen.
Maar van Duitsche zijde is al
verzekerd dat, wanneer Frankrijk
zich tegen elke wijziging van het
verdrag van Versailles blijft ver
zetten, er van de onderteekening
van het waarborgsverdrag niets
zal komen.
Een tweede bezwaar tegen de
tot stand koming zal zijn, dat
Duitschland de arbitrageverdra
gen, die het met zijn oostelijke
buren sluit buiten dit verdrag
wil houden en Frankrijk ze erin
wil betrekken. De buigzame toe
nadering tusschen Polen en Rus
land, die zich ook weer in het
bezoek van Tsjitsjerin aan War
schau heeft geopenbaard, zal
Duitschland in dit opzicht zeker
dubbel voorzichtig maken.
Voorzichtigheid past op 't oogen-
blik ook in dubbele mate de
Engelsche mijnwerkers. Ze hebben
opnieuw een moeilijkheid op
geworpen en dreigen daarmee de
getroffen regeling, die den toe
stand voor enkele maanden had
vastgelegd, te verstoren, wat niet
verstandig lijkt.
Twee tegenstrijdige grootheden,
waarvan nu de een weer eens de
overwinning behaalt, en dan weer
de ander,
,'n Oude kwestie, allang af
gedaan", hooren we wellicht een
lezer mompelen, en ongetwijfeld
is het vraagstuk, welke der twee
begrippen de grondslag moet zijn
bij de loonsbepaling niet nieuw,
zelfs heel oud, maar afgedaan is
de kwestie nog absoluut niet.
Integendeel, de strijd woedt voort,
alleen de beide partijen treden
onder een ander masker op,
zoodat men in het huidige con
flict niet meer dat van tien a
vijftien jaar geleden herkent.
De kwestie waar het om gaat,
kan in het kort aldus worden
samengevat
Moet het loon van den arbeider
werkelijk zooveel aan gelegen is
u in de gunst van mijn vader te
mogen blijven verheugen dan
raad ik u aan in zijn bijzijn nooit
weer geschiedenissen te vertellen,
waarin van ongelukkige huiselijke
omstandigheden of van kinderen
sprake is, die tegen hun ouders
in opstand komen. Hij houdt er
nu eenmaal niet van dergelijke
dingen te hooren.
„Dat was het dus I Maar als
het dit alleen was, dan heeft
mijn vermoeden mij ook niet
bedrogen, dat mij bijna sinds
mijn eerste bezoek in dit huis
zoo zwaar en drukkend op het
hart ligt. Ook u lijdt, zooals ik
eens geleden heb ook u bent
niet gelukkig, juffrouw Ingeborg!"
Zij wendde haar hoofd af, om
dat zij voor hem haar tranen
wilde verbergen, die wederom in
haar oogen opwelden. Wel had
zij het gevoel, dat het haar plicht
was, de al te drieste deelneming
van den vreemdeling met een
ondubbelzinnig woord af te wij
zen maar in de zachte, innige
klank van zijn stem lag iets als
betoovering, waardoor dat beslis
sende woord niet over haar lip
pen kwam,
Artois gaf aan haar zwijgen
natuurlijk die beteekenis, die met
zijn wenschen het best overeen
worden bepaald naar prestatie of
naar behoefte, m.' a. w. moet het
loon vastgesteld worden in ver
band met hetgeen de arbeider
presteert of in verband met het
geen hij noodig heeftom behoor
lijk te leven.
Het verschil in beide opvat
tingen is zonder meer duidelijk.
Stelt men zich op het standpunt,
dat het loon afhankelijk is van
de waarde van den arbeid, dan
verdient uiteraard een bekwaam
bankwerker meer dan een minder
bekwame collega, terwijl een
typograaf een hooger loon ont
vangt dan een putjesschepper.
Maar zijn de behoeften maatstaf
voor het loon, dan zal de ge
huwde arbeider met drie kinderen
meer verdienen dan zijn onge
huwde kameraad, die naast hem
staat en even bekwaam is.
De voorstanders van het loon
naar behoefte spreken daarom
graag van het familieloon, waar
mede zij te kennen willen geven,
dat het loon zoo hoog moet zijn,
dat het geheele arbeidersgezin er
behoorlijk van leven kan. Zij
beschouwen dit als een eisch
van rechtvaardigheid, die gegrond
is op het recht, dat ieder arbeider
van nature bezit, om te huwen.
De bekende katholieke socio
loog prof. Aengenent schreef
naar aanleiding hiervan
„welnu wanneer God dat recht
aan allen gegeven heeft, dan heeft
Hij ook daartoe de mogelijkheid
en het passende middel gegeven
om aan de verplichtingen, die
uit het huwelijk voortspruiten,
te voldoen, met name om te zor
gen voor het onderhoud van
echtgenoote en kinderen. Het
eenige middel nu daartoe is het
arbeidsloon. Uit het recht dat een
ieder dus bezit om te huwen,
vloeit vanzelf voort het recht op
een voldoende gezinsloon. Wij
meejien derhalve, dat behalve de
sociale rechtvaardigheid, ook de
strikte rechtvaardigheid een ge
zinsloon voorschrijft."
Ziehier de meest zuivere op
vatting van de voorstanders van
het familie- of gezinsloon. Geen
woord over hetgeen de arbeider
waard is, of hij hard, langzaam,
kwam en terwijl hij nog dichter
op haar toetrad, sprak hij zoo
zacht, dat geen luisteraar hem
had kunnen verstaanIk wist
het reeds lang en u kunt ervan
verzekerd zijn, dat er niemand
op aarde is, die dit beter kan
begrijpen dan ik. Het zou feitelijk
ongepast zijn, indien ik op dit
oogenblik over de gevoelens
wilde spreken, die mij-bezielden,
sedert ik u voor de eerste maal
zag. Maar terwille van u zelf,
juffrouw Ingeborg, moet ik u
zeggen, dat er voor u slechts
éen enkele weg naar vrijheid en
geluk bestaat en dat ik de be
nijdenswaardigste aller stervelin
gen zou zijn, wanneer ik uw gids
en leider op dezen weg zou mo
gen zijn. Ik verlang niet, dat u
mij nu o imi JJellijk daartoe het
recht verleentwant nog heb ik
immers helaas geen gelegenheid
mij uw vertrouwen waardig te
toonen. Maar staat u mij ten
minste toe vanaf heden te trach
ten dat vertrouwen te mogen
verwervenGeeft u mij een
kleine zwakke hoop, dat ik eens
uw toestemming zal verkrijgen
om uw vriend en beschermer
te zijn.
(Wordt vervolgd,)