ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
Wekelijkse! Oveiziclii,
Kheumatiek
Sanapirin
De Troonrede.
Geen Geweten.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per post f 1,40
A d v e r t e n 11 e p r jj s v a n 1 5 regels 75 cent
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
BRESKENS
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
34e Jaargang
Zaterdag 19 September 1925
Nummer 3064
hulp ter bescherming der zwakken
en ter verdediging van het recht
noodig was, tekort geschoten is
en dat hij zich tot nu toe feite
lijk altijd gedragen heeft als de
handhaver van den rechten van
de sterkste. Maar we erkennen
ook, dat dwalen menschelijk is
en men een menschelijken Bond
niet altijd zijn oude fouten moet
blijven aanrekenen. Willen we
echter van die erkenning tot een
geloof in den Bond en zijn ern
stige bedoelingen komen, dan
moet hij toch ook toonen, dat
hij zijn leven gebeterd heeft of
althans pogingen doet het te be
teren. En daarvan merken we
nog maar al te weinig. O zeker,
er worden op iedere volkenbonds
vergadering woorden genoeg tot
lof van den vrede en het recht
gesproke'n. En de ministers der
leidende mogendheden herhalen
het vaak genoeg, dat zij niet an
ders zoeken dan deze twee. Dat
ze het daarbij niet altijd eens zijn
en Chamberlain afzonderlijk ver
dragen en eerst arbitrage wil,
Briand vasthoudt aan het proto
col van Oenève en aan de voor
afgaande verzekering der veilig
heid, is nog zoo heel erg niet,
al gluurt hier de gedachte, die
de Franschen een verzekering
der veiligheid verhinderen, wel
een leelijk addertje in het gras.
Maar dat het nog altijd geldt
let op mijne woorden, niet op
mijne daden, dat maakt eenvou
dige zielen een beetje huiverig.
De plannen worden beter en
veel omvattender. De Scandina
vische Staten, Zwitserland en ons
land hebben op deze vergadering
een ernstige poging gedaan om
de gedachte van arbitrage en
ontwapening uit het land der
luchtkasteelen naar dat der prac-
tische wereld over te brengen.
Onze deligatie heeft een motie
voorgesteld, waarin den Vol
kenbondsraad wordt verzocht,
een algemeene conferentie ter
bespreking der bewapening voor
te bereiden en daarvoor een spe
ciaal orgaan te scheppen, dat het
daarvoor benoodigde werk zal
doen, nadat reeds de eerste
Deensche gedelegeerde op maat
regelen in die richting had aange
drongen. En de Zweedsche af
gevaardigde Huden heeft een
dergelijke motie ingediend voor
bevordering van een algemeen
verdrag van vërplichte arbitrage.
Blijkbaar vielen deze moties in
den smaak der vergadering. En
de Spaansche gedelegeerde Qui-
ones de Leon heeft zelfs een ont
werp besluit voorgesteld tot het
houden van een algemeene confe
rentie voor de ontwapening, zoo
dra de Raad het oogenblik daar
toe geschikt zal achten. Maar dit
zelfde Spanje, dat Quiones de
Leon vertegenwoordigd, voert
oogenblikkelijk een ernstigen ko
lonialen oorlog met geen andere
bedoeling dan om tezamen met
Frankrijk de Mooren en het Ma-
rokkaansche Rifgebied aan het
gezag van Frankrijk en Spanje
te onderwerpen en wil van de
tusschenkomst van den Volken
bond, waarop de hoofdman der
Mooren zich beroepen heeft voor
arbitrage al evenmin weten als
zijn Fransche bondgenoot.
De liefde voor arbitrage schijnt
dus al evenmin sterk als de eer
bied voor het recht en de onaf
hankelijkheid van anderen. En
het is toch juist deze eerbied,
die voor de overwinning van de
gedachte van den Volkenbond
onmisbaar is. Zelfbeschikkings
recht hebben de Entente-staten
het in den oorlog genoemd. En
de erkenning van dit zelfbeschik
kingsrecht, heette de eerste wet.
Maar wanneer het Engelsche
vakvereenigingscongres, dat de
vorige week te Londen bijeen
was, voor dit zelfbeschikkings
recht opkomt en bij motie als
zijn overtuiging uitspreekt, dat
alle volken van niet-Britsche na
tionaliteit het recht moet hebben,
zich van het Britsche rijk af te
scheiden, dan scheldt men een
dergelijk congres communistisch
en revolutionair en toont zich
nog meer verbaasd dan veront
waardigd over zulke dwaze
eischen.
Wij zijn geneigd een dergelijke
houding onwaar en huichelachtig
te noemen. En zoolang ook de
Volkenbond daaraan meedoet, is
het wat moeilijk in den ernst
zijner bedoeling te gelooven. Zelfs
wat hij aan goeds tot stand brengt,
heeft maar al te vaak deze on
waarachtigheid tot ondergrond.
De beslissing omtrent Oosten
rijk heeft daaraan weer herinnerd.
Aan den finantieele controle na
mens den Volkenbond uitgeoefend,
die binnenkort voorwaardelijk zal
worden opgeheven, heeft Oosten
rijk zijn gedeeltelijk finantieele
herstel te danken. Maar die heele
controle was niet noodig geweest
en Oostenrijk was niet zoo in de
misère geraakt, wanneer men het
zijn zelfbeschikkingsrecht gelaten
had.
China heeft nu aan de Volken
bondsvergadering medewerking
tot herstel van zijn zelfbeschik
kingsrecht immer van zijn auto
nomie gevraagd En de vergade
ring bleek dat verzoek welgezind.
Maar zullen de staten, die er
over te zeggen hebben, dezelfden
die het ook in den Volkenbond
feitelijk te zeggen hebben, en die
nu met China daarover gaan on
derhandelen, overeenkomstig de
ze instemming handelen.
Ingezonden Mededeeling.
Gevatte Koude, Influenza,
Kies- en Aangezichtspijn,
verdrijft men door de ge
nezende en pijnstillende
werking van
Buisje 75 ct. (Mijnhardt)
Dinsdagmiddag werd de ver-
eenigde vergadering van de beide
Kamers der Staten-Generaal ge
opend.
Nadat H. M. de Koningin door
de daarvoor aangewezen com
missie in de Ridderzaal was
binnengeleid en op den voor
Haar bestemden zetel had plaats
genomen, werd door H. M. de
volgende Troonrede voorgelezen:
Op de zesde Volkenbondsver
gadering, te Genéve gehouden,
heeft onze afgevaardigde Jhr
Loudon, oud minister van buiten-
landsche zaken een zeer toege
juichte en ongetwijfeld belang
wekkende rede gehouden, waarin
hij ook den Volkenbond verde
digde tegen het vaak uitgesproken
maar vaak ook stille verzet van
zoovele ongeloovigen en twijfel
moedigen en den steun inriep
van allen, die van goeden wille
zijn. Het bewijst wel, dat dit
verzet zich nog sterker doet gel
den, dan men gezien de goede
bedoelingen, die de bond bij zijn
oprichting en nadien zoo her
haaldelijk heeft uitgesproken en
waarmee toch wel ongeveer ieder
het eens moet zijn, vermoeden
zóu. En hieruit volgt als vanzelf
de conclusie, dat men de woor
den en uitspraken van den Bond
nog niet al te best vertrouwt.
Het is volkomen begrijpelijk,
dat menschen, die van den Bond
alle heil verwachten voor de toe
komst der menschheid over dit
wantrouwen niet al te best te
spreken zijn. Maar het komt mij
voor„ dat deze ergernis haar
goede gevolgen kan hebben.
Tijl Uilenspiegel zei eens, de
menschen mogen me niet, maar
ik maak het er naar. Deze zelfde
woorden zou men aan Jhr. Lou
don en anderen, die zich over
het wantrouwen in en het verzet
tegen den Bond ergeren, ter ver
klaring kunnen voorleggen. Wan
neer men den Bond wantrouwt,
dan is het, omdat hij het er naar
gemaakt heeft en omdat de mo
gendheden, die het in den Bond
toch feitelijk te zeggen hebben,
het er nog altijd naar maken.
Het is niet ntfodig, telkens weer
het verleden op te rakelen. We
weten nu wel, dat de Bond zich
in de kwestie van Opper-Silezië
en Wilna vergist heeft, dat hij in
den twist tusschen Italic en Grie
kenland op jammerlijke wijze
zijn taak in den steek gelaten
heeft, dat hij overal waar zijn
20.
Ik hoop, dat wij elkander van
tijd tot tijd zullen ontmoeten",
merkte hij op, hoewel ik juist in
dezen tijd zeer in beslag zal
worden genomen, zooals je je
zeker wel kunt voorstellen. Ik
sta voor een zeer belangrijk
keerpunt in mijn leven en ook
Amor schijnt op dit punt een
woordje mee te zullen spreken.
Hoe staat het overigens met jou
wat dit punt betreft, vriendje
Dat kleine persoontje, dat straks
de deur voor me open deed, was
weliswaar nu niet bepaald een
Venus
Maar 't beste, onbaatzuchtigste
en achtenswaardigste wezen ter
wereld", viel Düringhoffen hem
haastig in de rede. „Ik zou niet
graag willen, Artois, dat jij je er
toe liet verleiden op spottenden
toon over haar te spreken".
„Ah, staan de zaken zoo Dan
zwijg ik natuurlijk terstond en
neem al den twijfel aan haar
schoonheid plechtig terug. En nu
adieu I Ik wordt verwacht bij
professor Walroth voor de lunch".
Toen jutffrouw Heieen spoe
dig daarna de lamp binnen
bracht viel haar direct de on
gewone opwinding op, waarin
Düringhoffen zich bevond en zij
had nauwelijks een schuchtere
vraag gedaan naar de oorzaak
daarvan, of hij kwam al met het
groote nieuws aandragen, zicht
baar verheugd, bij haar zijn hart
te kunnen uitstorten. Hij ver
wonderde zich echter niet weinig,
dat juffrouw Heieens vreugde
slechts op zeer gedempte wijze
tot uiting kwam en dat het zon
derling smartelijk trilde om haar
mondhoeken, toen zij hem haar
geiukwenschen toestamelde.
„U schijnt niet bijster met mij
tevreden te zijn, juffrouw Heieen,
zeide hij openhartig. Gelooft u,
dat ik er geen goed aan gedaan
heb, het aanbod van mijn vriend
te aanvaarden
Zij werd donkerrood en ver
zekerde zeer haastig„Natuurlijk
wel 1 Het zou onvergeeflijk ge
weest zijn, als u het afgeslagen
had. Maar nu zult u ons stellig
gaan verlaten en misschien al
zoo gauw mogelijk, niet waar?"
„Ik denk er niet aan I Dat is
juist nog de beste zijde van de
zaak, dat ik in het sanatorium
van doctor Giersberg niet behoef
te wonen. Zoolang vader Leopard
mij niet de deur wijst, zal ik dus
hier blijven en wij zullen verder
evenals steeds als goede kame
raden met elkander omgaan, niet
waar juffrouw Heieen?"
Haar smalle wangen gloeiden
nog steeds maar in haar groote,
uitdrukkingsvolle oogen stond nu
niets anders dan zuiver geluk en
vreugde te lezen. Zonder eenige
terughoudendheid legde zij haar
kleine smalle handje in zijn uit
gestoken rechterhand, over welks
enorme afmetingen juffrouw In
geborg zich onlangs zoo vroolijk
had gemaakt en zij lachte op
gewekt, toen hij voortging
„Waar echter zijn mijn vijftien
daalders Nu zou het bepaald
een misdaad zijn, als wij op zulk
een geluksdag den armen steen
drukker met zijn vijf kinderen
van wanhoop wilden laten om
komen".
„Daaromtrent heb ik mij reeds
met vader in verbinding gesteld,
antwoordde zij. Al kunnen wij
helaas niet alle ongelukkigen
bijstand verleenen, deze eene
ongelukkige is thans tenminste
voorloopig geholpen".
En ik verzoek mij als borg te
willen aannemen, als u tenminste
vrienden met me wilt blijven.
Want ik zeg het u hierbij uit
drukkelijk, juffrouw Heieenik
ben er trotsch op, dat ik in dit
geval de stille compagnon van
uw vader ben geweest.
VI.
De vrees, waarmee professor
Walroth de eerste ontmoeting
van zijn dochter en zijn aan
staande vrouw had tegemoet-
gezien, was, zooals hij zich later
opgelucht moest bekennen, sterk
overdreven geweest, hoewel toch
ook niet geheel ongegrond. Er
was geen onvriendalijk woord
gewisseld, terwijl zich ook geen
andere pijnlijke voorvallen hadden
voorgedaan, waardoor het noodig
was geweest dat hij diende in te
grijpen.
Van de hartelijkheid, die anders
steeds den omvang van beide
vriendinnen gekenmerkt had, was
echter bij deze eerste ontmoeting
absoluut niets meer te bespeuren
geweest. Edith had weliswaar
een poging gedaan de dochter
van haar verloofde feeder in haar
armen te sluiten, doch Ingeborg
had zich aan deze liefkoozing
onttrokken op een wijze, die,
zonder eigenlijk beleedigend te
zijn, toch duidelijk en beslist
was. Zij hadden daarna een poos
over alle mogelijke onverschillige
dingen, doch niet over de ge
wichtige gebeurtenis gesproken,
die zoo'n grooten invloed op haar
levensloop zou uitoefenen en
ln Uw midden, Leden der
Staten-Generaal, herdenk ik met
voldoening, dat er voor ons Volk
in zoo menig opzicht reden tot
dankbaarheid bestaat.
Innige deelneming vervult Mij
met de slachtoffers van de ramp,
die in de afgeloopen maand ver-
sehillende deelen van het land
teisterde. Het gevoel van saam-
hoorigheid, dat zich, waar het
geldt geleden verlies te lenigen,
weder zoo krachtig openbaarde,
stemt echter tot erkentelijkheid.
De toestand van land- en tuin
bouw geeft in menig opzicht
reden tot voldoening, al zijn de
vooruitzichten voor de naaste
toekomst niet geheel zonder
schaduwen.
Handel en Nijverheid verkee-
ren nog in moeilijken toestand
in niet geringe mate is daarop
van invloed de economische ge
steldheid buiten onze grenspalen.
Al blijven zorgen drukken, zoo
kan niettemin van eenige verbe
tering in den algemeenen toestand
des Lands worden gewaagd.
Het gevaar voor de ontwrich
ting van den toestand van 's Lands
geldmiddelen kan als afgewend
worden beschouwd. Ingrijpende
maatregelen zijn daarvoor noo
dig geweest. Blijft de finantieele
toestand zich gunstig ontwikkelen,
dan zal, naast verlichting der aan
de burgerij opgelegde lasten, ook
verzachting van enkele der in de
laatste jaren genomen maatrege
len in overweging kunnen wor
den genomen.
Zoo voor Bestuur als Wetge
ving blijft handhaving van de
Christelijke gronslagen van ons
volksleven richtsnoer.
Vereenvoudiging van den Staats
dienst, waar mogelijk inkrimping
van Staatsbemoeiing, en betrach
ting van de uiterste soberhejd in
het beheer der publieke middelen
blijven dringend geboden. Voor
zieningen, die omvangrijke gel
delijke offers van de schatkist
vorderen, dienen dan ook ver
meden te worden.
Onze betrekkingen met de an
dere mogendheden zijn van den
meest vriendschappelijken aard.
De geldelijke verhouding tus-
Ingeborg was geen oogenblik uit
den toon van koele vriendelijk
heid gevallen, waartoe zij zich
sedert het gesprek een aanvang
had genomen, had gedwongen.
Zoowel de professor als Edith
moesten wel ondubbelzinnig on
dervinden, dat zij haar meening
over hun verbintenis intusschen
nog in 't geheel niet had gewij
zigd maar het gaf hun toch al
een groote verlichting, dat Inge
borg van haar vijandige gezind
heid jegens de toekomstige stief
moeder ook nog niet door haar
gedrag openlijk uiting gaf.
„Mettertijd zal zij zich wel in
het onvermijdelijke schikken",
troostte de professor zich, die
alle dingen graag van den licht-
sten kant opnam. Het zou im
mers ook al te dwaas zijnwant
zoo iets gebeurt toch bijna dage
lijks".
Desondanks voelde hij tegen
over zijn dochter nog steeds iets
van den druk van een kwaad
geweten en terwijl hij anders
gaarne een kwartiertje vrijgemaakt
had, om het in vroolijk gebabbel
met zijn kind door te brengen,
trachtte hij thans bijna angstig
elk langer alleenzijn met haar
te vermijden.
(Wordt vervolgd.)