ALGEMEEN NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN De Tentoonstelling Ooft- en Tuinbouw TE BRESKENS. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drié maanden f 1.25 franco per poit f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regeis 75 cent Elke regel meer 15 cent ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. B 0 0 M—B L I E K TNo.'02°ta breskens Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 34e Jaargang Woensdag 16 September 1925 Nummer 3063 van op 12, 13 en 14 September Eindelijk dan, na wekenlange voorbereiding was de dag van opening dezer zoo vee! bespro ken Tentoonstelling aangebroken. Trots het steeds aanhouden van regen- en stormvlagen is er gewerkt, en met ijver gewerkt om, niet alleen het Tentoonstel- lings-terrein, doch ook de straten om te bouwen in een lusthof. En laten we voorop zeggen, dat dit ten volle is geslaagd. Om twe uur Zaterdagmiddag, het uur van de plechtige ont vangst van Bestuur en genoo- digden, goot het water uit den hemel, zoodat deze ontvangst om half drie, toen de bui, welke gelukkig de laatste voor het feest was, plaats had en de Burge meester namens den Raad allen welkom heette, in 't bijzonder den Heer Commissaris der Koningin en zijn Echtgenoote. Woorden van lof en hulde werden gesproken tot de geheele bevolking, die zoo geestdriftig en eensgezind tot het welslagen van deze tentoonstelling hebben mede gewerkt, Een extra-hulde werd gebracht aan Mevrouw Niermans voor de mooie versiering van het Gemeentehuis en aan Mevr. de Pree voor het borduren van het Oeineentewapen op de Gemeente- vlag. Na het aanbieden van den eerewijn door eenige jonge dames, onder leiding van Mej. Suz.Ris- seeuw, werd een telegram van hulde en aanhankelijkheid, na mens de Mij. verzonden aan H. M. de Koningin, waarop 's avonds als antwoord het volgende tele gram werd ontvangen: Het Loo, 12 Sept. 1925. Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin heb ik de eer U Hoogstderzelve welgemeen- den dank over te brengen voor de gevoelens van aanhankelijk heid en trouw, uitgebracht in het telegram uwer feestvierende Maat schappij d.d. heden. De Adjudant van Dienst, de Jonge v. d. Halen. Daar de Voorzitter der Maat schappij, de heer D. H. van Zuijen, Burgemeester dezer ge meente is, werd het woord gevoerd door den 2en Voorzitter, den heer I Risseeuw: Mijnheer de burgemeester, Hee- ren wethouders en secretaris, Le den van den gemeenteraad, Dames en Heeren. Het is niet veel de gewoonte, dat wanneer de voorzitter aan wezig is, de tweede voorzitter hem vervangt. Van ontstentenis is hier geen sprake, er moet dus wel een bijzondere reden zijn. Dit is hier ook inderdaad het ge val. Het is een bijzondere dag èn voor uwe gemeente èn voor onze Mij. Het is de eerste maal dat onze Mij. in haar bijna vijftig jarig be staan, in deze gemeente haar tentoonstelling houdt. Hoe kwam dit Door het kleine ledental en een eenmaal vastgesteld -rooster. Toen gij, mijnheer de burge meester voorzitter werd onzer Mij., is daarin verandering ge komen. Reeds spoedig hebt ge weten te bewerken, dat uwe ge meente in het rooster kwam en hebt ge bewerkt dat Breskens meer en meerheden kreeg en voor onze Mij. ging voelen. Ook hier bent ge weer met geestdrift voor uwe gemeente opgekomen, uwe gemeentenaren hebben zich door dien geestdrift laten aan steken, Breskens is voor onze Mij. een flinke steun geworden. Dit feit wil de Mij. met er kentelijkheid aanstippen, de niet Breskensche leden willen aan de Breskensche leden een eeresaluut breng?n en de Mij tevens aan haren voorzitter, U mijnheer, de burgemeester en dit gaat nu be ter dit te doen als we U voor een klein oogenblikje nonactief hebben gemaakt. Onze Mij dankt het gemeente bestuur en de bevolking van Breskens, voor de waarlijk schitte rende wijze waarop ze de ten toonstellingsplannen begroette, en ons drie dagen gastvrijheid ver leent. We danken U, Heeren van Breskens gemeentebestuur voor Uwe vriendelijke ontvangst in uw Raadhuis. Breskens bevolking, die in de dagen van zoo'n buiten gewoon ongunstig weer, dat bijna ieder aan het slagen der tentoon stelling wanhoopte, niet versaagde maar met den haar eigen be kenden moed hoopvol bleef, en doorzette. We richten dit woord van er kentelijkheid tot U nog met meer vreugde, waar we hier te dezer plaatse zien, U meneer de Com missaris, vertegenwoordiger onzer geëerbiedigde Landsvorstin in deze provincie. Wij weten en kennen uwe belangstelling, uw mede leven in onze Mij. en alles wat onze provincie betreft en ook U Mevrouw Quarles van Ufford, die door uwe tegenwoordigheid, ten tweeden male toont in onze ten toonstellingen belang te stellen. U heeren autoriteiten, die we ook allen kennen en die door uw tegenwoordigheid alhier toont dat uwe belangstelling in ons werk niet verflauwt, onzen dank. Dezen zomer op de vergade ring van de Mij voor Geneeskunst te Middelburg haalde de Voor zitter een woord aan van Erasmus, de grooten Rotterdammer, en wel dit, dat Erasmus, het genees kundig beroep eens typeerde met deze woorden, het handelt goed maar het heeft een slechten naam. Het klinkt misschien wat vreemd, maar steeds kwam me, in ver band en met deze tentoonstelling het bestaan onzer Mij. te Bres kens dit woord in gedachte. Hebben wij, die reeds lang lid waren der Mij. wel eens aan Breskens vroeger aandacht ge schonken. Hebben wij wel eens aan de mogelijkheid zelf gedacht, eene tentoonstellingBreskens, met zijn haven, z'n industrie, zijn scheepvaart, zijn bietendrukte, kan daar in dit volle drukke practische leven wel tijd zijn voor tuinbouwgedachte. Had het niet een slechten naam dus in onze Mij. En ziet. Thans, handelt het niet goed Een ledental om trotsch op te zijn. Een afdeeling blakend van levenslust. De plaats die als Asschepoetser vroeger werd aangekeken in onze Mij wordt als in het tooversprookje thans een prinses. En hoe was het met onze Mij. Hoe werd en wordt misschien nog over haar gedacht. Maar ze handelt goed. Kalm gaat ze haar weg. Is haar scherpe critiek onthouden Hare oprich ters die we hier nog gaarne hul digen, hare oude bestuursleden die in haar bleven geloven, een stillen vriendelijken groet, de jonge toegetreden bestuurskrach ten, en daarbij zeer zeker onze secretaris, een huidewoord. Ook zij hebben misschien cri tiek vaak moeten hooren, maar dat heeft hen niet weerhouden, goed te handelen, door onze Mij. trouw ter zijde te blijven staan, en nog steeds uit liefde voor het doel wat ze beoogt te blijven steunen. In ons programma dezer ten toonstelling staat een voorwoord, daaronder de letters H en v. d. B. Dit zal dus wel zijn van onze twee bekende goede wakkere be stuursleden. Zeer juist hebben ze daarin geschetst, dat onze Mij in z'n oorsprong was een ver- eeniging van liefhebbers in plan ten en bloemen. Dit heeft de Afd Schoondijke, waarop we trotsch zijn getoond, dat de liefde voor bloemen en planten nog niet verflauwd is onder de liefhebbers. Maar onze Mij heeft ook den practischen kant niet uit het oog verlaren, getuige hare cursussen, en hoevele vakmenschen die een sieraad zijn voor den tuinbouw, heeft ze niet afgeleverd. Zie naar onze Afd. Groede, die meer speciaal den practischen kant, voor den fruitteelt aanpakt, ofschoon straks haar stand zal laten zien, dat ook daar liefde is voor planten en bloemen, en dit moet wel een actieve afd. zijn, waar aldaar zoo'n actieve penning meester woont. Uwe gemeente Breskens schijnt naar we hooren, naar den bloemen- kant te gaan, dus ook leert aan te wakkeren liefde voor de kinderen van flora's gaarde, wat een genot ligt daarin voor de lief hebster en liefhebber; liefde voor de planten en bloemen, zelfs dus van pasdagogische beteekenis wordt het misschien. Zoo gaat onze Mij voort en zal dus goed blijven handelen en kan dus niet meer slecht van haar gedacht worden, en hoopt onze Mij blijvend voort te gaan, onder de leiding van haren Voor zitter Breskensch Burgemeester en doet dit in vol vertrouwen den steun blijvend te zullen onder vinden van autoriteiten, particu lieren, bestuurders van land en gewest, voor oogen steeds het doel de bevordering van bloemen cultuur, den Ooft- en Tuinbouw in West Zeeuwsch-Vlaanderen. Zoo hoopt onze Mij drie goede dagen te Breskens te hebben, in een feeststemming die past bij dezetentoonstelling, dagen waarop de gemeente Breskens voldaan zal terugzien, die onze Mij als schitterend geslaagd zal boek staven. Het weer zal toch ook wel eens blijken uitgebuid te zijn. Gemeentebestuur, ik dank U uit aller naam voor Uw vriende lijke tegemoetkoming in alles voor onze tentoonstelling, uwe prettige ontvangst, en uit de beste wen- schen voor den voortdurenden, toenemenden bloei Uwer ge meente en haar bevolking. Intusschen was het wêer op geklaard en ging het in optocht, met de Muziek voorop, naar het tentoonstellingsterrein, waar de officieele opening van de Ten toonstelling plaats had. Door den Voorzitter der Afd. Breskens, den heer Jac. de Groote, werd een welkomstrede gespro ken, onder de volgende woorden: Hooggeachte Heer Commissaris, Mevrouw Quarles van Ufford, Heeren Leden van Gedeputeerde Staten, Leden van de Provinciale Staten, Leden van den Gemeente raad van Breskens, Mijnheer de Rijkstuinbouwleeraar-consulent. Geacht Hoofdbestuur en af- deelingsbesturen van de Maat schappij van Ooft- en Tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen, Heeren van de Regelingscommissie en verdere genoodigden, dames en heeren. Het Bestuur van de Afdeeling Breskens van de Maatschappij van Ooft- en Tuinbouw heeft mij opgedragen, U welkom te heeten op de eerste tentoonstelling, welke in deze gemeente gehou den wordt. Dat ik deze opdracht gaarne vervul, is geen wonder, daar wij de eer genieten den vertegen woordiger van Hare Majesteit de* Koningin in ons gewest, met zijn hooggeachte echtgenoote, in ons midden te zien. Wees er van verzekerd, Heer Commissaris en Mevr., dat wij Uw belangstelling op zeer hoo- gen prijs stellen. Ook doet het ons genoegen, dat Heeren Gedeputeerde Staten van hun medevoelen met onze Maatschappij doen blijken Ook de overige genoodigde dames en heeren van harte wel kom geheeten. Een even blijde groet roep ik toe aan U, geacht Hoofdbestuur met Uw kranigen Voorzitter, die zoo volijverig het belang onzer Maatschappij behartigt. Dames en Heeren, de afdeeling Breskens is nog jongslechts enkele maanden geleden is zij opgericht. Toch telt zij reeds plm. 180 leden. Dat van haar nog niet veel stuwkracht kon uitgaan, zult U wel billijken. Nochtans heeft zij blijk willen geven, van wat zij kan, door reeds een eigen stand van bloe men, al is die nog klein, in te richten. Wij hopen, dat zij Uw goed keuring zal wegdragen. Dan zal dit een spoorslag zijn om op denzelfden voet voort te gaan en zal zij volgende jaren met grooter succes kunnen mededingen op de tentoonstellingen der Maat schappij en haar afdeelingen. De bevolking van Breskens ontvangt de tentoonstelling met groot enthousiasme, wat U uit de versierde dorpsstraten zult kun nen opmerken. Wij hopen, dat U hier zult vinden, het aangename met het nuttige vereenigd. Als blijk van erkentelijkheid met Uw aanwezigheid op de tentoon stelling, Mevrouw Quarles van Ufford, heeft de afdeeling besloten U een ruiker aan te bieden. Wij hopen, dat zij U herinneren zal aan eenige aangename en nuttige uren hier doorgebracht. Mijnheer de Voorzitter, ik dank U voor de gelegenheid mij ge- schonken, om deze enkele woor den uit te spreken. Hierna werd het woord gevoerd door den Voorzitter der Maat schappij den EdelAchtb. Heer D. H. van Zuijen Dames en Heeren. Het stekje, op 7 April te Oost burg uitgezet, onder de bekwame leiding van den verdienstelijken, nu helaas wijlen heer Vorsterman van Oyen, is tot een boom op gegroeid. De Maatschappij tot bevordering van Ooft- en Tuin bouw in Zeeuwsch-Vlaanderen westelijk deel, ontsproten uit de warme belangstelling en het ini tiatief, waarvan hij ook op land bouwgebied de treffende blijken leverde, heeft zich tot een or gaan van groote beteekenis voor onze streek ontwikkeld. Zouden de twaalf apostelen (ik bedoel de heeren F. A. Rozendaal te St. Anna ter Muiden, P. Rozen- daal te Groede, 1. Scheerens te Oostburg, W. T. Leenhouts te Schoondijke, J. O. Risseeuw te Oostburg, A. de Hullu te Zuid- zande, 1. W. van de Plassche te Aardenburg, J. Colijn te Groede, P. Steenhart te" Schoondijke, J. Risseeuw te Oostburg en C. A. Vorsterman van Oyen te Aarden burg, zouden de twaalf apostelen die zich op dien dag door het lidmaatschap onzer vereeniging aan elkander verbonden, hebben voorzien of zelfs maar gehoopt, dat hunne bedoelingen zoo groote waardeering en daardoor hun voorbeeld zooveel navolging zou vinden Met opzet spreek ik van aposte len, omdat hun baanbrekende arbeid zooveel geloof en vertrou wen verried en door hunne sa menwerking den weg werd geef fend voor de toepassing der we tenschap op Ooft- en Tuinbouw. Het doel, zooals het in het re glement werd omschreven, luidde: aanmoediging, ontwikkeling en verbetering van alles, wat be trekking heeft op het aankweeken van Ooftboomen, groenten en bloemen. Dit begeerlijk doel zou men in hoofdzaak trachten te bereiken door het houden van tentoonstellingen, het bevorderen van het aankweeken van vrucht- boomen en tuingewassen op we tenschappelijke grondendoor voordrachten over oogst- en tuin bouw en het uitgeven van een driemaandelijksch blad. Ten be wijze hoezeer de verstandige en vooruitstrevende oprichters onzer vereeniging den steun en de me dewerking der vrouwen op prijs hebben gesteld, moge de bepa ling in art. 2 van het reglement strekken, waarin werd vastgesteld, dat vrouwen en dochters der le den vrijen toegang zullen hebben tot de tentoonstellingen en de voordrachten. Het zou, dunkt mij, dames en heeren, ten onrechte zijn, als ik in dit openingswoord zou trach ten een overzicht te geven van al datgene, wat in de jaren, die sinds 1878 zijn verstreken, is verricht en tot stand gebracht. In 1928, bij de viering van het halve eeuwsch bestaan onzer maatschappij, zal zich daartoe een passende gelegenheid aan bieden. Maar dat na zóóveel jaren onze vereeniging nog altijd men vergunne mij een een be duimelde gemeenplaats „in eene bestaande behoefte voorziet", zal U misschien reeds duidelijk zijn geworden uit het inleidend woord van onzen zeer gewaar- deerden Secretaris, den heer C. M. van den Broecke, waarmede hij het programma der tentoon stelling, tevens feestgids, opent. Ik veroorloof mij U uit te noo- digen dat voorwoord zoo noodig straks nog eens op te slaan. Op de vraag of onze vereeni- ging, die op dit oogenblik pl.m. 600 leden telt, georganiseerd in een 5 tal afdeelingen, het doel dat zij zich stelt, op krachtige wijze heeft bevorderd, geeft - beter dan ik dit in een lange rede zou kunnen doen, deze ten toonstelling met haar groot aan tal inzendingen, een afdoend antwoord. Het zou mij niet verbazen, als sommigen onder U bij den rond gang, tusschen al het schoone en nuttige, dat is uitgestald, ge-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1