ALGFMFFN NIEUW?-
FN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
BRES KENS.
I
IB
De Groote Tentoonstelling
van Ooft- en Tuinbouw
TE BRESKENS.
BRESKENSCHE COURANT
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per po«t f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
l'ike regel meer 15 cent.' Ingez. Meded. 30ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
E. BOOM—BLIEK
™oe,0°n BRESKENS p,07'$;0
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
34e Jaargang
Zaterdag 12 September 1925
Nummer 3062
Gedurende enkele dagen zal ons dorp in
het middelpunt der Zeeuwsche belangstelling
staan en het bezoek ontvangen van zeer
velen, die een kijkje komen nemen op de
beide tentoonstellingen één van bloemen,
fruit, groenten, enz. en één van schilderijen.
Misschien ook om te genieten van de muziek,
de versiering, de verlichting, den zinne-
beeldigen lichtstoet en het vuurwerk. Het
behoeft nauwelijks gezegd, dat de Bressi-
aanders er alles op zullen zetten om op
waardige wijze hun talrijke „gasten" te
ontvangen. Men heeft in de laatste weken
hier en daar wel eens gevraagd, of het
„kleine Bresjes" niet wat veel hooi op de
vork nam. Maar die op deze wijze hunnen
twijfel hebben gelucht, toonden daardoor
dat ze de bewoners niet kennen. Met
groot enthousiasme hebben alle kringen der
bevolking en ook de Gemeenteraad de
plannen voor de tentoonstellingen gesteund
en menschelijker wijze gesproken, zullen
deze dan ook schitterend slagen. Een stroom
van geestdrift en onderlinge wedijver heeft
over alle bezwaren en moeilijkheden ge
zegevierd. Zoo wordt dan nu met ongeduld
gewacht op het oogenblik, dpt aan vriend
en buur kan worden getoond, dat het
„Kleine Bresjes" den kinderschoenen is
ontgroeid en van dag tot dag meer begint
mee te tellen in ons geliefd landje van
Kadzand.
Bij eene gelegenheid als deze komt men
er onwillekeurig toe een blik te slaan in
het verleden. Ik bedoel niet in dat verre
verleden, waarin het Zwin zóó diep land
waarts doordrong, dat Aardenburg, Damme
en Brugge langs dit water zeehandel dreven
en er groote zeegevechten plaats vonden,
zooals o.a. in 1213 en 1240. Hoe merk
waardig en buitengewoon interessant die
tijden ook zijn geweest, ik zal de verleiding
weerstaan om er mij in te verdiepen en
blijf wat dichter bij huis.
Als men zich de vraag voorlegt of Bres
kens vooruitgaat en misschien zelfs een
schoone toekomst tegemoet gaat, is het
antwoord spoedig gereed. Immers in de
laatste tientallen jaren zeg een halve
eeuw is er veel gebeurd en tot stand
gekomen, dat hoop, moed en vertrouwen
schenkt in de ontwikkeling en den vooruit
gang van onze plaats. Zeker, velen van
onze inwoners maken nog moeilijke tijden
door, vooral tengevolge van slapte in het
bedrijfsleven doch ik vraagis het elders
beter En dan het mag gerust eens
openlijk worden gezegd de kloekheid en
de arbeidzaamheid onzer bevolking is een
der beste waarborgen, dat de moeilijkheden
zullen worden overwonnen. Ja, dat wellicht
deze tijdelijke druk de krachten zal stalen
en de energie zal prikkelen, waardoor het
„Kleine Bresjes" tot een havenstad zal
uitgroeien. Want de toekomst van onze
plaats ligt allereerst in haar haven.
Wie ons dorp niet kent en omtrent zijn
ligging een kaart vluchtig raadpleegt,
kan heel gemakkelijk tot de meening komen,
dat Breskens, in een afgelegen hoekje van
ons land, wel altijd klein zal blijven.
Doch een nauwkeuriger beschouwing
leert juist, dat het schoone kansen op ont
wikkeling heeft. Aan den grooten weg uit
het Zuiden (Parijs), aan den heerlijken
Scheldestroom, veerplaats voor Vlissingen,
met een prachtig achterland, dat zich
zienderoogen ontwikkelt, is de voorspelling
over toekomstigen groei en bloei zeker
r e d e 1 ij k.
Maar ik schreef boven, dat men bij het
naderen van de gewichtige dagen 12,
13 en 14 September 1925 die Breskens
wachtendagen van leering en genot,
onwillekeurig nog eens omziet. Welnu,
wie dat doet, zal gereedelijk toestemmen
't gemakkelijkst zullen dat de ouderen onder
ons doen 1 dat er in betrekkelijk weinig
jaren toch wel veel is veranderd en ver
beterd. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de
wegen en de verkeersgeiegenheden. In de
plaats van de weinige en vaak nog armoe
dige bestrating, een aantal flinke wegen
met een behoorlijk dekhet kleine haventje
uitgebreid tot eene, die aan zeer behoor
lijke eischen voldoet; de oude booten, die
vroeger de verbinding tusschen Breskens en
Vlissingen onderhielden, vervangen door
uitstekend modern ingerichte stoombooten,
waaraan binnenkort nog weer een veel
grootere, meer in 't bijzonder ingericht voor
auto's, zal worden toegevoegd.
De officieele verbinding met het Zuiden,
met Sluis bijvoorbeeld bestond vroeger uit
een open postkar éénmaal per dag met
één zitplaats, die niet eens altijd bezet was.
Open, dat wilde dus zeggen, dat de
ongelukkige passagier was blootgesteld aan
al de nukken en grillen van weer en wind.
Open 't Is te aardig om het hier niet
nog eens in herinnering te brengen op
voorschrift van een voorzienige en bezorgde
Overheid, die een overdekte karonhy
giënisch vond. Langs een fermen, breeden
weg r ij d t nu eenige keeren per dag een
stoomtram voor het vervoer van personen
en goederen, die behoorlijke aansluitingen
met het Oosten van Zeeuwsch-Vlaanderen
en met het Belgische Spoorwegnet waar
borgt. De Belgische voerlieden met hunne
lange, knallende zweepen, die vroeger voor
het goederentransport zorgden, zijn daardoor
van de baan geraakt, en laten deze thans
vrij voor een aanzienlijk getal luxe- en
vrachtauto's en autobussen.
Ook in sociaal en economisch opzicht is
er reden tot dankbaarheid De armoedige
hutten op Nieuwesluis en Papen-
d r e c h t zijn afgebroken en hebben bijna
alle plaats gemaakt voor nette arbeiders
woningen. De troep bedelaars, die des
Maandagsmorgens zijn ronde deed langs de
huizen, is verdwenen.
De oprichting 25 jaar geleden van de
fabriek voor Suikerwerken onder leiding
van den energieken directeur, den Heer
Van Melle, is ook zeer aan onze plaats ten
goede gekomen.
In den loop van dit jaar, werd haar het
praedicaat „Koninklijk" toegekend. Een
soortgelijke fabriek, en wel van den Heer
W. Luteijn, mag in dit .verband eveneens
worden genoemd.
Reeds jaren voorziet de fabriek van den
heer Van Melle de gemeente van electrisch
licht.
De Breskensche Courant zagen wij onder
redactie van den Heer E. Boom Bliek be
langrijk uitbreiden, terwijl de Electrische
Drukkerij „Cadsandria" zich mocht verheugen
in het feit vereerd te worden door H. M.
de Koningin met het verleenen der ver
gunning tot het voeren van het Koninklijk
Wapen.
In de behoefte aan onderwijs en opvoe
ding wordt op uitnemende wijze voorzien,
terwijl als een bewijs van bloeiend kerkelijk
leven de aandacht mag worden gevestigd
op de in den loop van dit jaar in gebruik
genomen nieuwe groote kerk der Ned.
Herv. Gemeente,
De ernst van de bevolking spreekt zich
o a. ook op schoone wijze uit in het ver-
eenigingsleven. Sinds een vijf en-twintigtal
jaren bestaat hier een bloeiend Ziekenfonds,
waarvan de leden geldelijke uitkeering bij
ziekte ontvangen. Tien jaar geleden werd
een afdeeling van het Groene Kruis op
gericht, die zich gereedmaakt een wijk
verpleegster aan te stellen.
Ook mag ik hier nog wijzen op de
Muziekvereeniging „Uit het VolkVoor het
Volk" een kwart eeuw geleden opgericht,
die voor enkele weken op het concours te
Biervliet in de Eerste Afdeeling den eersten
prijs behaalde.
Langs twee wegen zal naar mijn meening,
in de toekomst de ontwikkeling en de
vooruitgang van Breskens nog op zeer
krachtige wijze kunnen worden bevorderd.
In de eerste plaats door eindelijk over te
gaan tot het graven van een scheepvaart
kanaal van hier naar Sluis, waartoe reeds
in het begin der 19e eeuw door Napoleon
werd last gegeven. Bedriegen niet alle
teekenen, dan zal de groote belangstelling,
nog kort geleden voor dit plan aan den dag
gelegd door de burgemeesters, statenleden
en nog enkele andere belangstellenden uit
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, zijne ver
wezenlijking wel spoedig dichterbij komen.
In de tweede plaats staat ons voor den
geest het aanleggen van een breeden,
modernen verkeersweg langs den voet der
.LfEaSggf
EL
'V/
1
H 4
lx'
I -
-v.
DE REGELINGSCOMMISSIE DER FEESTELIJKHEDEN.
duinen van Breskens naar Knocke en dus
aansluitend op den Belgischen strand
boulevard.
Ik wil dit artikeltje niet eindigen zonder
een woord van lof en hulde te brengen aan
de regelingscommissie voor de tentoon
stellingen en de feestelijkheden, in het
bijzonder aan den Voorzitter daarvan, den
heer J. H. de Vlieger, en aan diens rechter
hand, den Secretaris, den heer C. C. J. de
Pree, die zich wekenlang onvermoeid hebben
ingespannen.
Van harte hoop ik dat zij in het welslagen
van een en ander een belooning voor hun
arbeid mogen vinden.
v. Z.
Breskens, 10 September 1925.
op 12, 13 en 14 September 1925,
Zooals onze lezers weten heeft de Rege
lingscommissie der Feestelijkheden, welke
aan deze Tentoonstelling verbonden zijn,
daarbij vooraf willen gaan een Tentoon
stelling van Schilderijen, georganiseerd door
de Regelingscommissie en vervaardigd door
Mevr. Hendrikse en de heeren G. Jacobs en
G. Bergsma.
Deze tentoonstelling vormt alzoo de Hors
Dó'euvre van het Menue, hetwelk de Ten
toonstellingscommissie en de Regelings
commissie de bezoekers wil aanbieden.
Om twee uur hedenmiddag had de plech
tige opening dezer schilderijententoonstelling
in het gebouw der Wilhelmina-Bewaarschool
plaats.
De Voorzitter der Regelingscommissie, de
heer J. H. de Vlieger, verzocht den Burge
meester deze tentoonstelliag te openen,
waaraan bereidwillig gevolg werd gegeven,
onder de volgende bewoordingen
Dames en Heeren.
MORGEN zal aan Breskens de eer te
beurt vallen de duizenden te ontvangen, die,
de Tentoonstelling georganiseerd door de
„Maatschappij tot bevordering van Ooft-en
Tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen W. D."
komen bezoeken. Dan zal blijken, hoezeer
deze uithoek van het Vaderland, ons geliefd
land van Kadzand, alle krachten heeft in
gespannen om het overtuigend bewijs te
leveren dat ook w ij hier zijn ingeschakeld
ii\ den tijdslroom van ontwikkeling en be
schaving.
Reeds heden echter zooals het och
tendgloren voorafgaat aan de middaghoogte
der zon—, zijn wij hier op dit uur bijeei
gekomen ter opening van de expositie va
schilderijen, vervaardigd door Mevr. Her
driks, de heeren Jacobs en Bergsma, Zeeuv
sche Kunstenaars.
Was het geen goede gedachte, darm
en heeren, de opening van deze tentoo
stelling, ter inleiding van de gewichtige d
gen, die ons wachten, te doen voorafgaan
Ik meen deze vraag bevestigend te m<
gen beantwoorden.
De ligging van Breskens, hoewel in im
nig opzicht eene gelukkige, is oorzaak d;
helaas al te velen in het oude 4e distric
zelden of nooit in de gelegenheid zijn ke
nis te maken met- en te genieten van dl
schatten, die de SCHILDERKUNST, ook i
dezen tijd nog voortbrengt. En waar du
ongetwijfeld velen buiten de mogelijkhei
waren te naderen tot die kunst, is het oiy
een aangenaam voorrecht een gedeelte va
die kunst te brengen binnen het bereik va
onze bevolking en van alle verdere belang
stellenden.
Er is zeker reden tot groote dankbaar
heid, dat de Zeeuwsche Kunstenaars Mev:
Hendriks, de heeren Ger. Jacobs en
Bergsma, hunne doeken voor deze gelegen
heid tijdelijk hebben willen afstaan. Of zi
tevreden zijn met de plaats, die aan ell
hunner schilderijen kon worden toegewezei
mag dunkt mij, met recht worden betwijfeld
Deze bewaarschool toch voldoet stellig nie
aan de technische eischen, waaraan men i
musea zooveel mogelijk tegemoet komt. De
uitdrukking „in een goed daglicht plaatsen"
moge in verband hiermede U in herinnerin
worden gebracht.
Noch thans zult gij heden en de volgendi
dagen volop gelegenheid hebben om den
tol Uwer eerbiedige bewondering te betalen.
Zeker, de tentoonstelling is in omvang be
perkt, doch ik vraag U, of ook hier niet van
toepassing isniet het vele is goed, doch
het goede is veel
In dit woord geef ik eigenlijk tegelijk een
persoonlijk oordeel over het tentoongestelde
Ik kan dat, tot mijn spijt, slechts doen als
leek, die zich in den tempel van Apollon
met groote voorzichtigheid beweegt. Even
wel als leek met warme belangstelling voor
de Kunst, ook in 't bijzonder voor die, wel
ker attributen palet en penseel zijn. Ik
waag het niet, een zelfs maar globaal over
zicht te geven van de ontroerende schoon
heid, in al haar verscheidenheid, die ons
hier omringt. Zelfkennis en hare natuurlijke
dochter, bescheidenheid, nopen mij, daarvan
af te zien. Slechts enkele opmerkingen
wensch ik mij te veroorloven.
Vergis ik mij niet, dan zullen heel velen
in dit gebouw een kijkje komen nemen, die
misschien meer door nieuwsgierigheid wor
den gedreven, dan uit zuivere belangstelling