ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEIJWSCHVLAANDEREN Wekelijkse!) Omzicht, Doorzittend Geen Geweten. Examens en andere waardemeters. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 fraaco per post f 1,40 Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK tno.,02T breskens p°7s$;° Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 34e Jaargang Zaterdag 1 Augustus 1925 Nummer 3050 een vastgestelde hoeveelheid goederen, vooral kolen, van Po len moesten afnemen, heeft Po len hen willen dringen een han delsovereenkomst aan te gaan, waarin die toestand min of meer bestendig werd door het ver bieden van allen invoer van Duitsche wareD. toen de Duit- schers, die de kolen niet noo- dig hadden, daarvoor bedankten. Daarop zijn natuurlijkerwijze Duitsche maatregelen gevolgd. En daarmee was den strijd in vollen gang. Nu zijn die beide partijen bezig elkaar'a onderda nen het land uit te zetten, dat wil zeggen dat Polen de Duit- scher8 uitzet, die bij het over gaan van Duitsch gebied in Pooliche handen zich voor Duitschland hebben uitgesproken en Duit chland omgekeerd de Polen, die op Duitsch gebied wonend, zich voor Polen ver klaard hebben. Aan weerskanten zijn nu een 10 tot 15 duizend menschen naar de grenzen gebracht. En men kan licht begrijpen, welk een ellende dit in tallooze ge zinnen heeft gebracht. Bovendien kan de verhouding tu«schen de twee nabuurlanden er slechts vijandiger door wor den en lijkt, tenzij een verstan diger inzicht tot nieuwe onder handelingen voer% een felle s'rijd te wachten. Of het totstandko men van het waarborgverdrag, dat de vrede van Europa hech ter moet verzekeren, en waar voor daarom Engeland zich zoo veel moeite geeft, moet dit ongetwijfeld een uiterst noodlot tige n invloed oefenen. Uit Duitschland's antwoord op de laatste Fransche nota is geble ken, dat naast de voorwaarde van Duitschland's toetreding tot den Volkenbond vooral Frankrijk's eisch, dat Duitschland ook waar- borgverdragen met zijn ooste liike buren zou sluiten en dat daarbij Frankrijk als garant en als d' biter zou optreden met het recht in elk geschil tusschen beide te komen, het ernstige Duitsche bezwaar is. En waar uit dit Poolsch-Duitsche conflict opnieuw blijkt, hoe gemakkelijk tusschen de twee staten ver wikkelingen kunnen ontstaan, is het volkomen begrijpelijk, dat Duitschland's lust om Frankrijk, dat sterk ten gunste van Polen bevoorbeeld is, bij voor baat als eenig scheidsrech ter in dergelijke conflicten te aanvaarden, door de jongste gebeurtenissen niet gestegen is. In Engeland begrijpt men dat ongetwijfeld. De Engelsche pers laat zich over 't algemeen niet ongunstig over het Duitsche ant woord uit en erkent dus de be- teekenis en de geldigheid van de Duitsche bezwaren. En dat geeft nog eenige hoop, dat het met het waarborgverdrag tus schen Duitschland en Frankrijk niet hard tegen hard zal gaan, waar Engeland zijn verzachten den invloed zal doen gelden. Amerikaansche bladen zien in het Duitsche antwoord een po ging van Duitschland om door de geallieerden erkend te wor den als gelijke onder gelijken. En het zal aan de gedachte die in deze poging zich uitspreekt, zijn, dat Frankrijk zich langza merhand heeft te gewennen. Een land als Duitschland, met een sterker inwoner-aantal dan eenige Europeesche staat, Rusland al leen uitgezonderd, kan men niet als minderwaardige en onder geschikte blijven behandelen. En Frankrijk zal zich moeten gewennen aan de gedachte, dat 7 jaren na den oorlog aan het overwonnen Duitschland niet meer is voor te schrijven, wat het te doen en te laten heeft en dat zoo men zijn medewer- king op prijs stelt bij het her stellen van Europa, men die heeft te aanvaarden in den vorm, waarin Duitschland die aanbiedt en niet de aanvaarding als een gunst voor Duitschland heeft te beschouwen, waarvoor dit land met nieuwe verplichtingen be talen moet. Wellicht is de tijd rijp voor het aanvaarden van deze gedachte door Frankrijk, wanneer Engeland en Amerika in die richting hun invloed laten gelden. Frankrijk's finantieele Ieder mensch, maar ook ieder volk, heeft zijn zin, zijn gedachte zijn wensch en zijn wil. En wat het leven veelal zoo moeilijk maakt en vol strijd, dat is het volhardend streven van ieder, mensch als volk, om die gedachte, dien wil erin tot uitdrukking te brengen, om zijn zin te krijgen. We kunnen te moeilijk aan an deren ook hun recht en hun deel geven. En zoo gaat het hard tegen hard, in Engeland tusschen mijneigenaars en mijnwerkers, in het Poolsch-Duitich conflict, in den Marokkaanschen strijd en misschien ook in de kwestie van let waarborgverdrag. De Engelsche mijneigenaars villen hun opzegging van de tot iu toe geldende overeenkomst riet intrekken en de mijnwerkers villen niet onderhandelen voor de opzegging ingetrokken is. laar tusschen bestaat het hof vin onderzoek, door de regee- rhg ingesteld om te bemiddelen, nachteloos. En staking en uit- shiting schijnen de eenige mid- dlen, die overblijven om het ui te vechten. Het zijn als overal, w\ar gevochten wordt, middelen wardoor slachtoffers en ellende er verwoesting aangericht wordt. E de plannen van transport- aneiders en andere werkers, oc hun kameraden ia de mij- na te hulp te komen, en ook gen kolen, uit andere landen angebracht, te helpen ver veren, zullen die aangerichte elmde, zeker nog vergrooten. Mar dit is het noodlot van el ke strijd, dat er juist veel ellnde en veel verwoesting nodig is, om hen aan een eind tetrijgen, omdat de menschen ge'oonlijk alleen luisteren willen en'iun eigen koppigheid opge- vei wanneer de nood hen dwingt. Jat zal ongetwijfeld in den Frnsch-Duitschen strijd wel blijen. Na het eindigen van der termijn, in het vredesver- dra van Versailles bepaald, gearende welken de Duitschers 8 Jiie vrouwen zijn altijd hel- dinm, wanneer je tot het ge- wiclige besluit komt een man te vraden. Ik twijfel er geen oogtblik aan, dat je allerbelang rijk» redenen hebt gehad een ande in mijn plaats te doen tre den. Maar ik heb er toch wel eenij recht op zijn naam te vernnen. Ech klemde haar lippen op elkat Een minuut verliep, al- vorei zij antwoordde. Toen echt* sprak zij kortaf en met bijnauw klinkende stem .Het is pressor Walroth". Ddor Artois kon een uitroep van srbazing nauwelijks be- dwinjn. ,Ai I Ik feliciteer je 1 Over het ft, dat ik tenminste niet voor sn eerste den beste ben opgeterd, mag ik mij dus niet beklam. Weliswaar zou hij veel Iter je vader kunnen zijn j maar sn echte en hartstoch telijk* liefde vraagt niet naar zulke leinigheden zooals een groot erschil in jaren. En tot je eemag ik toch zeker wel «anneen, dat je hem liefhebt". Zij keek hem recht in het gelaat en haar oogen schoten vonken Ik zal je in 't geheel niet meer antwoorden, wanneer je voorgaat op deze wijze tot mij te spreken. Je toorn mag ik dan verdiend hebben, niet echter dezen tergenden hoon. Dat ik niet tot de vrouwen behoor, die tweemaal in haar leven kunnen liefhebben, weet jegoedgenoeg". Hij stond op en zijn donkere wenkbrauwen trokken zich sa men, terwijl hij dicht voor haar ging staan. .Dan heb je je dus aan hem verkocht, Edith I En j» meent je tegenover mij te kunnen recht vaardigen door mij dat te be kennen ,Ja 1 Want als ik mij gisteren niet aan hem verkocht had, dan zou ik morgen of overmorgen gedwongen geweest zijn, mijn lot aan dat van een onwaardige te verbinden. Ben je niet in staat dat te begrijpen Niet geheel en al I Er zijn meisjes, die onder nog slechter omstandigheden jarenlang ge wacht hebben op de vereeniging met den man, wien haar liefde toebehoorde". .Zeer wel mogelijk, hoewel ik vermoed, dat deze heldhaftige meisjes in hartroerende novellen en gedichten heel wat vaker voorkomen, dan in het werke lijke leven. En je mocht van mij niet verwachten, dat ik zoo'n novelienmeitje tot voorbeeld nam. Indien ik wat anders voor je had kunnen doen, iets grootich, iets geweldigs, geloof me, dat ik zonder aarzelen daartoe bereid zou zijn geweest. Een vrijwillig, langzaam wegkwijnen onder de ellendigste, onverdragelijkste om standigheden echter is geen offer, zooals men dat van een meisje als ik ben mag verlangen. ,Het valt jou, naar ik zie, tenminste niet ai te moeilijk, je geweten gerust te stellen". .Bespot mij maar gerust! Ik mocht ten slotte ook niet ver wachten, dat je edelmoedig ge stemd zou zijn, daar het je zoo gemakkelijk valt mij door het bewiis van je verachting te straffen". Schouderophalend wendde Ar tois zich af. Het is onbegonnen werk met een vrouw te rede twisten, die haar zonden wil verontschuldigen 1 Het zou mij zelfs niet verwonderen, dat je mij tenslotte overtuigde, dat ik alleen hier de schuldige was. Je ziet, dat ik zoo rustig en verstandig ben, als je het maar eenigszins wenschen kunt. Ik zal geen toestand maakt het oogenblik zeer gevoelig voor Amerika's wenschen. En de bedreiging van Frankrijk's positie vanuit Ma rokko moet het nog meer dan anders geneigd maken naar Engeland's raadgevingen te luis teren. De versterking der Fran sche troepen in Marokko schij nen voor het oogenblik de po sitie der Franschen op het gevechtsterrein wat verbeterd te hebben. Maar de vredesvoor- waarder, die Abd-el Krim heeft gesteld, bewijzen wel, boe sterk hij zich gevoelt waar hij zelfs erkenning van den Rifstaatdoor den Volkenbond, uitbreiding van het Rifgebied naar het Zuiden, een permanent leger en zelfs een crediet van den Volkenbond voor de inrichting van den Rif-staat eischt. Voorloopig blijken de Franschen nog niet van zins ia deze zeker van eenige over schatting van eigenwaarde ge tuigende voorwaarden te treden. Maar zou het zooveel beter voor hen zijn, het ook hier hard te gen hard te laten gaan Ingezonden Mededeeling. Ieen door da zon ^erschroelcJe^Huid, Schrijnen en Smetten.verzacht en I fieneestmen m pURQL en Proéi3têfr"|^^^r De zomer brengt ons nog iets anders en meer dan warmte en de heerlijkheid van vruchten en het eindelijk genot der vacantie. Aan die vacantie gaat juist voor heel velen van ons nog iets uiterst belangrijks vooraf, wat wellicht die vacantie ten deele verklaartwij examineeren of worden geëxamineerd. Overal in Nederland maakt de eene helft der bevolking zich op om de isndere helft aan den tand te voelen en te ontdekken wat en scèoe maken en ik denk er niet over mijn medeminnaar met vergif of dolk uit den weg te ruimen. Kun je van een man, die zich in zijn levensgeluk be drogen ziet, nog meer verlan gen" .O, je weet heel goed, dat je me niet zwaarder kunt treilen, dan juist door deze gehuichelde onverschilligheid. Maar hoe zou ik je een verwijt mogen maken? Antwoord me slechts op één vraagZul je het contract tus schen jou en Dr. Giersberg ver breken Artois antwoordde niet on middellijk. Hij was weer gaan zitten, het rechter been over het linker geslagen en scheen met veel aandacht de lakneuzen van zijn laarzen te bestudeeren. .Misschien 1" antwoordde hij toen en na eenige oogenblikken herhaalde hij nogmaals.Mis schien 1" „Ik dank je Siegmund I Maar ik wist wel, datje het zou doenl Ik reken mij niet tot de zwaksten van mijn seksede gedachte evenwel, jou juist nu in mijn onmiddellijke nabijheid te weten en de voortdurende vrees je hier of daar onver wacht en onvoorbereid te ont moeten, zou ik stellig niet heb- hoeveel ze weet, zoodra maar de zomer in zicht komt. Het geeft mede aan dien zo mer zijn cachet. Maar diukthet tegelijkertijd niet als 't ware ons heele leven zijn stempel pp Wij taxeeren en worden ge taxeerd op onze kennis, onze exacte en parate kennis. En de uitkomst dezer taxatie bepaalt voor een groot deel onze toe komstige plaats in het leven. Dat geeft aan die taxatie haar beteekenis. Want niet alleen kan een dergelijke taxatie onze ken nis slechts uiterst onvolledig be palen, maar bovendien geldt het onderzoek altijd slechts een ge ring deel onzer kennis, betreft het enkel onze schoolkennis en daarvan dan nog hoofdzakelijk onze feitenkennis en ten slotte is het immers niet alleen en zelf* niet in hoofdzaak onze kennis, die onze waarde, ook onze waarde voor het practische leven bepaalt. Wie zelf examens heeft ge daan, maar meer nog, wie zelf examens heeft afgenomen, weet, dat een examen slechts een zeer onvolUoende graadmeter is zelfs van onze schoolsche kennis. Al lerlei toevalligheden, waar im mers slechts over een beperkt gebied vragen kunnen worden gedaan, en daarnaast den per soon van den examinator en zijn suggereerende houding en de toevallige lichamelijke en gee stelijke toestand, maar vooral de meerdere of mi idere nervo siteit van den geëxamineerde op het oogenblik van het examen bepalen voor een groot deel den uitslag. Maar ook wanneer die uitslag volkomen zuiver de mate onzer feitelijke exacte kon uit drukken, dan zou nog dat exa men altijd een onvoldoend over zicht geven over het grheel dier wetenschappelijke kennis, die ons onderwezen is, omdat het altijd moeilijk Kan onderzoeken, of we eenig inzicht, eenig be grip omtrent de onderwezen we tenschap gekregen hebben. Zoo kan een jongen een overvloed van geschiedkundige feiten pre cies in zijn hoofd hebben, zon- ben kunnen verdragen". „O, ik ben overtuigd, dat je een veel te geringen dunk van je zielssterkte koestert. En ik zou het levendig betreuren, in dien het anders waswant je hebt mijn antwoord een eenigs zins verkeerde beteekenis gege ven. Indien ik mijn functie bij Dr. Giersberg niet zou aanvaar den, dan geschiedt dat stellig niet, omdat ik van plan zou zijn de hoofdstad te verlaten. In tegendeel". Hij zei dit zeer vriendelijk maar op Ediths gelaat vertoonde zich desniettegenstaande een hevige schrik. „Niet daarom? Maar op welke gronden dan anders .Omdat ik misschien zal be sluiten, de academische richting in te slaan en mij als privaat docent aan de universiteit te verbinden. Nog geen uur ge leden zou ik dit denkbeeld zelf voor den grootsten onzin hebben gehouden, want ik ken de om standigheden maar al te goed om te weten, dat men zonder zeer sterke protectie er tamelijk zeker van kan zijn, in deze loop baan langzaam te verhongeren. (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1