ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Wekelijkse!] OvefzicM, Purol bij DoorzUten - Zonnebrand -Stukloopen B. V. G. Geen Geweten. BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 i franco per post f 1,40 A d v e r t e n 11 e p r jj s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNo'T BRESKENS p,°7'$,r° Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 34e Jaargang Zaterdag 25 Juli 1925 Nummer 3048 Ingez Med. algemeen Frankrijk tot toegeef lijkheid stemmen. Engeland'» houding in het con flict dat Frankrijk's positie in Noord-Aftika bedreigt, is onge twijfeld voor de Franschen van buitengewone beteekenis. Maar bovendien moet zijn iinancieele positie het er vanzelf van terug houden, door zijn onverzettelijk heid bij Amerika te wekken, dat het al9 spelbreker optreedt, nu het er om gaat Europa's herstel hechter te verzekeren. Dit laatste gtldt evenzeer van België, dat omtrent den vorm van het waarborgverdrag ook zijn woordje heeft mee te spreken. In de Belgiiche Kamer heeft de regeering, maar duidelijker nog de gewezen minister Hymans zich er over beklaagd, dat Amerika de belofte niet was nagekomen, door Washington te Versailles afgelegd, waardoor België'» schuld feitelijk geannu leerd werd, doordat Duitschland daarvoor aansprakelijk werd. Maar België vergeet, dat zijn militair istisch optreden na den oorlog en zijn dure groote mogendheid spelen bij zijn schuldeischers al heel moeilijk de neiging kan kweeken, het bij zonder element te behandelen of zelfs kwijtscheldt ïg te geven, Amerika, dat het vredesverdrag niet onderteekende, denkt daar blijkbaar ook niet aan. En de Belgen zullen dus moeten probeeren, het met den Ameri- kaanschen schuldeischer op een accoordjte gooien. Eischt het leven niet telkens opnieuw dergelijke accoordjes In Zuid-Slavië hebben ze het begrepen, zoowel Pasjite, de radicale leider als de Kroatische Boerenpartij, die zich tegen den Zuid-Slavischen eenheidsstaat bleef verzetten. En het resultaat is een eindelijke verzoening en een regeering uit radicale en Kroaten met Pasjite aan't hootd. 1=] Lezing van den heer Zonnevijlle uit Axel. De heer Zonnevijlle heeft zijne Jezing genoemdZwenking na tegenitand", welke lezing hij bedoelt toe te pasten op het zware paard. Spreker zegt dan in alle wereldgebeuren is de evolutie niet te keeren, zoo ook op het gebied der landbouw. Hij heeft het over de zwenking in natuurlijk aangegeven lijn over de zwenking in den land bouw en de paardenfokkerij, welke niet gemaakt zijn in de studeerkamer. Geen dier is zoo samengegroeid met den mensch als het paard hetgeen hij ver duidelijkt met aanhalingen uit de geschiedenis, waartoe hij be gint met een vers van Bernard ter Haar, waarin deze het Ara bische oorlogspaard fijn schil dert. Elke zwenking vinden we weer terug in de dichtkunst. Het paard dient nu niet meer voor oorlog hoofdzakelijk maar voor den vredigen mensch. Hiervan geven vooral België en Zeeuwsch- Vlaanderen schoone verhoudin gen. Zelfs advocaten, bankiers enz. gebruiken paarden. Een ieder kent tegenwoordig de na men der geprimeerde paarden. Dat de dichters niet uitbleven toonde spreker aan uit een ge dicht van Guido Gezelle. Was het paard vroeger geliefd en bezo ïgen als oorlogspaard, thans is het in dienst van den land bouw. Thans toonde spr. de zwenking aan met cijfers, voor wat betreft koudbloed- en warm- bloedpaarden, waaruit bleek dat in de jaren 1902, 1913 en 1923 goedgekeurd werden resp. van het koudbloed 200, 368 en 668 hengsten en van het warmbloed resp. 503, 358 en 288 hengsten, terwijl in die jaren gedekt wer den van het koudbloed resp. 14827, 40878 42220 merrien en van het warmbloed resp. 34975, 24920 en 12880, waaruit zeer duidelijk de zwenking van warm bloed naar koudbloed blijkt. Nu Toen in Januari 1923 de Fiansche en Belgiiche troepen het Roer-gebied bezetten, leek er alleen een Duitsch leger te ontbreken om een nieuwen Fransch Duitschen oorlog onver mijdelijk te maken. Nu ruim anderhalf jaar later de ontrui ming van dit bezette gebied begonnen is, onderhandelden beide staten over een weder keer ig waarbo'gverdrag. De feiten alleen bewijzen reeds de verbeteriog die In den toestand van Europa en de onderli ige verhoudingen is ingetreden. Want sinds de vrede te Ver sailles tot stand kwam, is dit toch wel duidelijk geworden, dat het de Fransch-Duitsche tegen stelling is, de rivialiteit tusschen deze nabuur-volken, waardoor Eur'opa in onrust en de wèreld- vrede telkens opnieuw bedreigd wordt. De houding van tal van Fransche schrijvers, geleerden en generaals, die een oproep tot de wereld hebben gericht, ten einde uit het Verdrag van Versailles de bepalingen geschrapt te krij gen, die Duitschland'suitsluitende schuld aan den oorlog vaststellen, bewijst, hoe men zich ook in Frankrijk bewust wordt, dat de groote wereldoorlog uit allerlei oorzaken ontstaan is en niet één volk daarvoor aansprakelijk kan gesteld worden, maar tevens, dat de Fransche revanche-gedachte en de Fransche begeerte om de verloren provincies terug te win nen, dat in het algemeen de Fransch Duitsche verhoudingen van vóór 1914 op het ontstaan van dien oorlog een bijzonderen invloed heeft uitgeoefend. En het is deze Fransch-Duitsche verhouding, die feitelijk de eeuwen door Europa in onrust heeft gehouden, en die ook nu na den door Frankrijk gewonnen oorlog de internationale verhou dingen is blijven vergiftigen. Engeland heeft dat begrepen. Ea wanneer thans de verhouding zoo'n geheel andere is dan in 1923, dan is dat zeker voor een 6 Gelooft u werkelijk, moeder, dat ik terwille van een japon gevaar zou willen loopen, direct al in een scheve verhouding tot den professor te komen staan Daar mijn eenvoudige toiletten hem niet belet hebben mij zijn genegenheid te toonen, zal mijn verloofde voorloopig wel niet van mij eischen, dat ik om zijnent wille zulke schitterende toi letjes draag. Alle andere menschen echter zijn mij vol komen onverschillig". „Nu ja, het is waar dat je zoo dol verliefd op hem bent gewor den, dat je voor niets anders oog meer hebt, dan voor hem", antwoordde mevr. van Manstein spottend en haar eerst zoo zachte stem had nu een bijzonder on- aangenamen, honenden klank. „Ik hoop dst deze overdreven hartstocht je niet voor altijd zal verhinderen ook eenige notitie van je oude moeder te nemen". Edith leunde achterover op de sofa en greep naar een boek. „Het oude liedje! U moest nu toch eens ophouden dat onder- - Werp aan te roereu moeder goed deel aan Engeland's in vloed te danken. De Poincari.tische geweid- methode» bleken de bestaande tegenstelling steeds scherper toe te spitsen. Slechts mokkend onderwierp zich het machtelooze Dnitschland. En niets heeft zeker zoo sterk de revanfche gedachte in Duitschland doen groeien als bezetting van het Roergebied, dat is het voornaamste Duitsche nijverheidsgebied, toen Duitsch land in kolen- en houtleverantiea te kort schoot. Engeland bleef er dan ook van den aanvang af tegen gekant. Maar het duurde tot den zomer van 1924 voor 't den Franschen bondgenoot op de Londensche conferentie de belofte der ontruiming wist af te dwingen. Ongetwijfeld was dat nog niet moielijk geweest, wan neer Poincaré de macht in han den had gehouden. Maar ook in Frankrijk zelf was de overtuiging gegroeid, dat deze bezetting en in 't algemeen de Poincariatische geweldmetho des niet de juirte middelen waren om noch aan de Duitiche mil- liarden te komen, die Frankrijk zoo dringend noodig had noch om tot Europa's herstel en de internationale verhoudingen te raken, die Frankrijk evenzeer behoefde. Zoo kon Engeland's streven vat krijgen op Frankrijk. En de nieuwe regeering, die Frankrijk in Harriot's ministerie kreeg, gaf eindelijk haar fiat op de Londenrche conferentie en de schadevergoedings-regeling, die de Dawes-rapporten hadden voorgesteld en haar toezegging, dat binnen het jaar het Roer gebied zou ontruimd worden. Van die belofte kwiit ze zich du. Eo het zal waarschijnlijk niet zonder opzet zijn, dat ze met deze ontruiming slechts een begin gemaakt heeft, nog voor het Duitsche antwoord op de Fiansche nota in zake het waar borgverdrag di finitiefvastgesteld was. want u zult toch wel begrepen hebbeD, hoe weinig indruk het op me maakt". Mevr. van MaDtenstein scheen een scherp antwoord op deze allesbehalve vriendelijke ver zekering op de tong te hebben; maar nog voor zij iets kon zeg gen, werd er buiten gebeld en haar door eerwaardig wit haar omgeven gelaat nam met ver rassende snelheid weer de uit drukking van hemelsche goed heid aan. „De professor!" sprak zij ge jaagd. En ik heb me nog niet eens verkleed. Mijn beste kan ten muts mag ik toch zeker wel opzetten. Het zal voor jou wel geen bezwaar zijn een paar minuten met hem alleen te blij ven", voegde zij er spottend aan toe. Maar hij die kwam, was niet de professor. Het kleine, ont steld uitziende dienstmeisje, dat een oogenblik later haar hoofd door de d<U' naar binnen stak, overhandigde mevrouw v. Man stein evenwel een visitekaartje, waarop de naam de oude dame klaarblijkelijk allesbehalve vrien delijk stemde. „Doctor Siegmund Artois las zij, naar haar dochter ge wend, met gedempte stem. Dat Dit waarborgvei drag is onge twijfeld een tweede gevolg van Engeland's inwerking op den bondgenoot ten bate van den wereldvrede. Van Duitschlard zelf is de poging uitgegaan, om door medewerking aan het ver drag zoo goed mogelijk de oor zaak van de Frarsch Duitsche tegenstelling, die Europa blijvend verontrust, op te hellen. Maar het is Engeland's invloed geweest, die de Franschen er eindelijk toe gekregen heeft, deze aan geboden Duitsche medewerking te accepteeren. De Engelsche poging is echter slechts ten deele gelukt. De ge wonnen oorlog heeft Frankrijk in een andere positie gebracht, die het niet gaarne meer wil prijs geven. Het denkt nu niet meer, nu het de verloren pro vincies weer in handen heeft, aan de opheffing van de zoo gevaarlijk gebleken Fransch- Duitsche tegenstelling, maar aan het behoud van zijn suprematie op het Europeesche vasteland, die het voor Duitschland'» vij andschap en Duitschland'» revan che-gedachte van zelf veilig stelt. Ter wille van deze veiligstelling eischt het aan Duitschland nieu we verplichtingen naast die, welke het in het westen der op heffing van de Fransch-Duitsche tegenstelling aan den Rijn op zich wilde nemen. En het zijn deze nieuwe verplichtingen, die Duitse .land blijkbaar terug wijst. Zal Engeland opnieuw als in 1924 te Landen zijn invloed wil len aanwenden om Frankrijk tot toegeven te noopen De Engel sche regeering is een andere dan destijds en staat ookeenigs- zio» anders tegenoverde Fransch- Duitsche tegenstelling. Maar zoo ze dat wil, zal ze daarmee ook iets kunnen bereiken Ongetwij feld is 't vraagstuk voor Frank rijk ernstiger. Maar Frankrijk'» positie laat oogenblikkelijk nau welijks verzet tegen Engeland'» wenschen toe en moet over het komt nu ook buitengewoon ge legen. Daaraan kun je nu weer zien, welk een onaangenaamheden dergelijke jeugd-vriendschaps- banden iemand kunnen bezorgen. Ook op Ediths zoo juist nog marmerkoud gelaat, vertoonde zich plotseling een geheel andere uitdrukking. Haar oogen drukten verbazing en ontsteltenis uit, terwijl zij haar lippen vast opeen klemde, alsof zij een uitroep van toorn wilde onderdrukken. „Hij moet gisteren al vertrok ken zijn", bracht zij eindelijk na eenige oogenblikken van pijn lijke stilte met moeite uit, en hij kan mijn brief dus niet meer ontvangen hebben. Hij komt zonder iets van mijn verloving te weten. Een afschuwelijk ge val. „Wij zullen hem eenvoudig niet ontvangen", merkte haar moeder hooghartig op. Onder de tegenwoordige omstandig heden behoeven wij met dien man toch werkelijk niet zooveel plichtplegingen te maken". „U bent grootmoedig zooal» steeds, moeder", zeide Edith met bijzondere scherpte. Maar uzult het toch aan mij moeten over laten, deze aangelegenheid naar eigen inzicht te regelen. Ik zal Artois ontvangen. „En er zal zich een theatrale scé ie afspelen. Enfin, ik heb er niets op tegeo, als je maar niet van me verlangt, dat ik haar bij woon". „Ik hecht niet de minste waarde aan uw aanwezig heid, moeder 1 Zeg aan Doc- ter Artois, Mina, dat het mij genoegen zal doen hem te kun nen begroeten". Haastig verdween Mevrouw van Manstein door de deur naar haar slaapkamer en bijna on middellijk daarop trad door een andere deur de aangemelde be zoeker de salon binnen. Hij was een man van misschien 28 jaar oud, een elegante, in nemende verschijning, hoewel zijn gestalte eerder buigzaam en sierli)k dan krachtig en impo neerend leek. Zijn bleek, intel ligent gelaat met het scherp ge- teekend profiel en de zeer leven dige donkere oogen verrieden onmiddellijk den gestudeerde maar er vertoonden zich toch ook wel eenige lijnen, die men anders slechts opmerkt bij ge blaseerde boemelaars. Hij keek snel om rich heen en toen hij zich overtuigd had, dat hij met het jonge meisje alleen was, wierp hij zijn hoed op een stoel en snelde op haar toe. Edith I Mijn lieve Edith 1 Is het mij dezen keer gelukt je te verrassen Hij had zijn armen uitgestrekt alsot hij haar aan zijn borst wilde drukken, maar afwerend hief zij haar hand op. „Laat dat, Siegmund", zeide zij koeltjes, mijn moeder zou ons immers kunnen zien I Maar een verrassing is het inderdaad! Wat is de reden van je plotse linge komst hier, terwijl je toch 14 dagen geleden nog schreef, dat er voorloopig geen kans voor je bestond uit Frankfort hierheen te komen „Och, dat is een ingewikkelde geschiedenis", antwoordde doctor Artois losjes. En ik wil je daar mee nu niet verveleo, lieve Slechts in het kort ditik heb mijn betrekking in Frankfort vaarwel gezegd en zal niet meer onder dat gehate juk terug- keeren. Mijn contract liep welis waar nog over een vol jaar, maar ik wist een twist met den eersten directeur der fabriek uit te lokkeu en zooals ik wel voor zien had, kreeg ik bij deze ge legenheid op mijn verzoek daar toe onmiddellijk ontslag, waarom het mij juist alleen te doen was geweest". {Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1