ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN
"de galeislaaf.
Smette
t
Zelfonderzoek.
VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN
E. BOOM-BLIEK
34e Jaargang
Woensdag 10 Juni 1925
Nummer 3035
Onze Omgeving.
Ingezonden Mededeeling.
iOLj
ram
EINDE:
BRESKENSCHE COURANT]
•f
Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25
franco per po»t f 1,40
Advertentieprijs van 1 5 regels 75 cent
Elke regel meer 15 cent. Ingez. Meded. 30 ct. p. regel.
Drukker-Uitgever
BRESKENS p,°7'J|Ï°
Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief.
Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur
De burgemeester van Amster
dam heeft onlangs in een open
brief aan alle Amsterdammers
op de onhebbelijke gewoonte
van een deel van het Amster-
damsche publiek en vooral van
de Am8terdamsche jeugd gewe
zen, om bij de intrede van het
voorjaar de planten en bloemen
in de openbare parken en langs
de wegen te plunderen en te
vernielen, en er de aandacht op
gevestigd, dat het publiek ervan
doordrongen moet worden en
de kinderen ervan moet door
dringen, dat de planten en
bloemen voor het genot van
allen worden aangebracht en
niet dienen voor het bevredigen
van de vernielzucht van balda
dige volwassenen en van kinde
deren. Dit schrijven bewijst wel,
hoe groot de verwoestingen zijn,
die de vernielzucht, vooral van
de jeugd, jaarlijks in het stads-
achoon aanricht. Maar het lijkt
zeer de vraag, of het beroep
van den burgemeester op ouders
en anderen, wat dit schrijven
toch in de eerste plaats, is wel
het noodige succes zal hebben.
Ook de ouderen zijn zich over
't algemeen nog weinig bewust
van de waarde, die het stads-
schoon, het schoon on?er omge
ving, voor ons Teven heeft en
van den invloed, die onze om
geving op ons en daarmee op
om leven uitoefent.
Dat geldt niet alleen van
bloemen en planten, maar van
het geheele aanzien van onze
stad en evenzeer van onze wo
ning en haar onmiddellijke om
geving. En wij zouden er dus
bij den aanleg onzer steden en
dorpen en den bouw onzer wo
ningen rekening mee moeten
doen. Dat wij dat zoo weinig
doen en de overheid en alle offi-
cieele en offieuze lichamen, als
bouwvereenigingen enz. daarbij
zoo slecht voorgaan, bewijst wel,
hoe weinig die overtuiging nog
in ons allen en in ons open
baar leven is doorgedrongen.
(Slot.)
Ik heb mijn taak niet volbracht.
Ik word betaald. Ik moet zin
gen. En juist van avond it het
publiek dol op mij.
Zij zag er wild uit, toen zij
zoo «prak. Jacques dacht, dat
zij krankzinnig werd.
Hij meende te roepen, hij ge
loofde niet wat zij zeide. Maar
bij lat in de oogen der arme
vrouw zoo'n vreeselijk wanhopig
besluit, dat hij het voorgevoel
kreeg van een naderend ongeluk.
In den couloir liet zich een
stem hooren
In scène voor de laatste acte
Miss Hawkins, kunnen we
beginnen
Zij antwoordde bedaardlk
kom.
Zij plukte uit een bloemen
mand een witte orchidee met
roode vlekken en bood die
Jacques aan, zeggend
Bewaar die ais aandenken aan
mij.
Zij is als mijn ziel, deze bloem:
met bloed bevlekt en toch rein...
Lea, zei Jacques verschrikt,
vraag een oogenbffk te wachten.
Je bei.t geen meester van je zelf.
Prof. Bonger heeft onlangs in
een congres te Utrecht gespro
ken over den invloed der wo
ning op de criminaliteit en de
volksgezondheid en daarbij als
zijn meening te kennen gegeven,
dat da woningtoestanden een
buitengewoon grooten rol spelen
on^er de factoren, die tot mis
dadigheid leiden. De slechte wo
ning jaagt den man zoowel als
de vrouw de straat op en geeft
zoo aanleiding tot kroegbezoek
en drankmisbruik m;t alle slechte
gevolgen van dien, tot misda
digheid en prostitutie. Zij werkt
veelal door haar beperkten om
vang demoraliseerend op de kin
deren. En zij bevorderd in
hooge mate tuberculose en an
dere ziekten. Daarentegen kweekt
een goede woning, ruim licht,
frisch, gezellig, zin voor huise
lijkheid, vertrouwelijkheid en
een rustigen aard die zich veelal
ook in den drang naar meerdere
ontwikkeling en genoegens van
hooger en edeler gehalte dan
kroeg- en bioscoopbezoek zal
openbaren. De sociale waarde
van goede, ruime frissche wo
ningen springt dah ook direct
ia het oog en wordt meer en
meer algemeen erkend, al schijnt
onder den invloed der alge-
meene bezuinigingswoede de
neiging veld te winnen met
deze erkenning bij het bouwen
van nieuwe woningen, vooral in
de steden, niet altijd meer re
kening te houden. Maar het in
zicht, dat ook het aanzien van
de woning, de inrichting en de
omgeving groo'e waarde heeft,
ook in sociaal opzicht, kan zich
in de praktijk gewoonlijk nog
slechts zeer onvolledig laten gel
den. En deze waarde zelf wordt
weliswaar niet geloochend, maar
theoretisch veelal tot geringe
proporties teruggebracht, wat in
woning- en stedenbouw zeer na
drukkelijk tot uiting komt. Men
begrijpt nog niet voldoende, dat
ook de eenvoudigste mensch
aeithetische behoeften heeft, al
is hij zich zelf van den aard en
de heteekenis dezer behoeften
soms zelfs nauwelijks bewust,
Jawel I Nooit was ik zekerder
van mij zelf. Het is de acte
van den dood Jacque», je zult
eens zien, hoe goed ik die zal
zingen. Ga, ga, me hooren. Ik
wil het
Hij wilde haar kalmeeren, haar
terughouden.
Lea 1
Zij zag hem lang aan, lachte
hem toe en riep toen uit, terwijl
zij zich met een*hartstochtelijke
beweging in zijn armen wierp:
Kus me, wil je Het is de
laatste maal, dat wij samen zijn.
Veroorloof mij op mijn voorhoofd
de gedachtenis aan jou lippen
mede te voeren.
Hij leende zich gewillig voor
die gril.
Toen klemde zij hem met
buitengewone kracht aan haar
hart en riep
O 1 Als je me altijd had lief
gehad Dan zou ik leven, dan
zou ik gelukkig zijn 1
En met een droef gebaar
Ach! Het is te laat I Vaarwel!
Zij wierp hem met de vinger
toppen een laatsten kus toe en
snelde naar buiten.
Reeds steeg uit het orkest de
heerlijke prelude op van het
.bedrijf der graven".
Jacque», bezorgd en ontroerd,
ging de zaal weer binnen en
voegde zich bij Tragomer. Het
dat die behoefte allereerst in
zijn onmiddellijke omgeving, den
vorm en de aankleeding van
zijn woning en het aspect van
zijn woonplaats bevredigd moe
ten worden en dat deze bevre
diging op zijn geest en gemoed
en op heel zijn leven een ver
edelenden invloed oefenen. Het
mooi van huis en tuin, dorp en
stad ziet men nog veel te veel
als een bijkomstigheid, tei wijl het
voor ieders leven, ieders karak
ter, ieders geluk van een invloed
is, die i wij veelal nog nauwe
lijks tot in bijzonderheden kun
nen naspeuren. En van deze
averechtsche opvatting dragen
de bouw van onze woningen, de
aanleg van onze steden en dor
pen, en van de eerste vooral,
maar al te vaak de duidelijke
sporen.
Kort geleden heeft een ge
zelschap Engelsche architecten
en anderen, leden van een ver-
eeniging voor volkshuisvesting
en stedenbouw de voornaamste
steden van ons land bezocht,
ten einde ter plaatse te zien,
wat wij op dit gebied hebben
tot stand gebracht. Voor de
grootte onzer praestaties, onzen
woningbouw ter bestrijding van
den woningnood, wat zijn om
vang betreft, hadden ze alle
respect, in dit opzicht overtrof
fen we Engeland en onze ste
den de veel grootere Engelsche
steden. Maar over de kwaliteit
onzer praestaties, over de wijze,
waarop wij deze woningen ge
bouwd hadden en de nieuwe
wijken hadden aangelegd, over
onze arcitectuur en onzen nieu
wen stedenbouw waren ze niet
best te «preken. Van vele wijken
hadden ze een troosteloozen in
druk gekregen door den een-
vormigen, smakeloozen bouw der
huizen, die als huurkazernes
van een vroegere periode waren.
En onze tuindorpen in de on
middellijke omgeving der steden
konden ze al evenmin bewonde
ren met hun te smalle wegen
en gebrek aan bloemen. Daar
tegenover stelden ze het En
gelsche voorbeeldbreede we
bedrijf was begonnen en Romeo
aan het zingen. Jacques boog
zich naar Christian toe en Huis
terde hem in lk weet niet wat
er zal gebeuren, maar Lea is
radeloos. Zij zei mij zooeven,
dat Sorège van middag haar
was komen bedreigen, en dat zij
hem gedood had.
God zei Tragomer, wat moet
de ongelukkige nu doen
Kijk eens Ziet zij er niet
vreeselijk uit.
Het bleeke van den dood op
de wangen, stond Juliette op
van haar doodssponde en viel in
de armen van haar minnaar.
Met dolfe stem, als suizend door
de schemering van den eeuwigen
nacht, uitte zij de bedwelmende
vreugde, die haar vervulde, nu
zij ontwaakte aan zijn hart. Toen
deed het vergif zijn werk en
Romeo verbleekte bezwijmend.
Zij hield hem krachtig tegen,
over hem heen gebogen, met
een uitdrukking van snerpend
wee, alsof zij zich zijn zelfmoord
ter wille van haar verweet. Zij
rukte uit Romeo's gordel den
dolk, die er aan bevestigd was,
en, op het lemmet een blik wer
pend van zalige verlichting, riep
zij als een kreet van verlossing
de woorden i
Ha I gelukkige dolk I Uw toe
vlucht blijft mij nog over I
gen en straten, diepe voortuinen,
veel bloemen en twee-verdie
pingshuizen, waarvan niït meer
dan 2 tot 6 denzelfdeu stijl had
den.
Het zal verstandig zijn, wanneer
we dit oordeel van vreemden
niet maar zonder meer naast ons
neerleggen. Alleen de domme
zelfgenoegzaamheid en eigen ge
rechtigheid wil van anderen niets
leeren. De zorg voor volkshuis-
houdvesting kan alleen haar
volle sociale waarde krijgen,
zoo ze ook met de aesthetische
behoeften van den mensch en
daarom ook met de eischen der
architectuur bij den woningbouw
en met de eischen van den ste
denbouw rekening houdt. En
onze persoon, ons geluk en ons
leven zullen er slechts bij win
nen, wanneer onze huizen, tuinen,
steden en dorpen niet alleen
ruim en frisch, maar ook mooi,
prettig en kleurig zijn.
Schrijnen en Slukloopen d
Doo
ijnen en Slukloopen der Huid,
Doorzitten bij Wielrijders, verzacht
geneest men metpy^Q^
Bij Apoth.en Drogisten
zacht en
Slot.
En zoo we er al in slagen
ons wezen als 't ware op een
afstand te houden, dan belem
mert de omstandigheid, dat er
tusschen dat wezeD en ons den
ken toch altijd geheimzinnige
draden blijven bestaan, dat de
onderzoeker en het voorwerp van
onderzoek één en dezelfde zijn,
in de hoogste mate het onder
zoek, Wij weten meestal niet
eens hoe we het moeten aan-
leggen om ons zelf te onderzoe
ken. Onlangs heeft een vereeni-
ging van leeraren in de Ameri-
kaansche stad Kansas een aantal
vragen opgesteld om tot zelf
Met vaste hand bracht zij zich
een stoot toe op dezelfde plaats
waar Sorège getroffen wat. Zij
bleef staan, maar de stem bestierf
op haar lippen. Een stroom van
bloed vloeide uit haar boezem
op 't witte kleed. Hare oogen
werden omneveld. Op hetzelfde
oogenblik wierp Rovelli, die zich
weer had opgericht, zich op
zijn kunstzuster, schreeuwende
Hulp 1 Zij is gewond
Van alle kanten der zaal hoor
de men verward geroep. De
toeschouwers, staande, keken
met ontzetting toe. De zangeres
bewoog langzaam haar hand, als
om te zeggen, dat alles nutteloos
was.
Haar schoonheid kwam in dat
allerlaatste oogenblik zóó schit
terend uit, dat het doodstil werd
onder de tweeduizend toeschou
wers en men dén laatsten zucht
hoorde, die haar lippen ontvlood.
Zij wankelde als een afgesneden
bloem en op het tooneel, waar
zij pas een triomf had gevierd,
waar kunstroem haar had om
zweefd, in het sublieme van haar
zelfopoffering, viel zij levenloos
Van Scotland Yard had Mel
ville, door de telefoon gewaar
schuwd, zich onmiddellijk bege
ven naar de woning der zangeres.
ontleding en vaststelling van
eigen karakter te komen. Ze
zijn aardig gevonden en wijzen
wel in menig opzicht den weg.
Zoo zijn de vragen, die men
zich zelf stellen moet om te we
ten, ol men volhardend is „Ben
ik in staat, om bij een werk me
te bepalen, totdat het voltooid
is Blijf ik me vasthouden aan
mijn doel, ook ondanks groote
bezwaren ,En om verdraag
zaamheid of de afwezigheid
daarvan vast te stellen, moet
men zich afvragen: „Ben ik be
reid het goede bij anderen te
erkennen Heb ik eerbied voor
de meening en het geloof van
anderen Ben ik in staat om
beide kanten van een vraag te
beschouwen
Maar met deze vragen dringt
men gewoonlijk niet zoo heel
veel verder dan de oppervlakte
van eigen wezen door. Omtrent
de eigenschappen die in het
praktische leven van zelf in den
regel wel naar voren zullen ko
men, kan men zich zelf door
dergelijke vragen wel onderzoe
ken. Maar de diepere onderlaag
blijft meestal onberoerd. En die
moeten we juist kennen om tot
zelfkennis te geiaken. Maar bo
vendien is er nog een ander en
ernstiger beletsel om ons zelf te
leeren kennen dan de moeilijk
heid van het onderzoek. En dat
is de weinige bereidheid om elke
uitkomst van het onderzoek te
aanvaarden. We kunnen ons zelf
veelal niet zien in onze ware
gedaante en waarde en heteeke
nis, omdat we het niet willen.
Dat niet willen is in de meeste
gevallen niet een bewust niet
willen, maai een onwillekeurig
terugdeinzen voor consequenties,
die ons niet aangenaam zijn. We
hebben een meening van ons
zeiven, meer of minder bepaald
en elke uitkomst van ons onder
zoek, die daar beslist mee in
strijd zijn, aanvaarden we niet.
We bekennen ons zeiven natuur
lijk dat niet. Maar we wantrou
wen die uitkomsten en wijzen
haar onmiddellijk terug of heb
ben onmiddellijk een verklaring
Op het tapijt van den salon lag
Sorège, met vertrokken gelaat
en vaalbleek. In den zak van
zijn jas was de schriftelijke be
kentenis van Jenny Hawkins
gevonden en door de Londen-
sche politie aan de Fransche
ambassade overgegeven. Vessin
was naar Parijs teruggekeerd om
de revisie van het proces te be
spoedigen.
In de maand van Augustus
lichtte het jacht van Julius Har
vey het anker om koers te zetten
naar de Engelsche kust en van
daar naar Amerika. Miss Maud
had de familie Fréneuse mede
willen nemen naar Amerika
Mevrouw de Fréneuse, die in
haar zoon de neiging tot het
mystieke met ongerustheid waar
nam, wilde de intimiteit van hen
met miss Harvey aanmoedigen.
Jacques weigerde evenwel be
slist tot 't mondaine leven terug
te keeren. Hij had in zijn vree
selijk verbanningsoord gezworen,
dat hij, zoo God hem de genade
toestond, zijn familie en zijn
land weer te zien en zijn on
schuld te bewijzen, zich aan
Hem zou wijden.
En dien eed deed hij gestand.