MANNEN!
enkele aldu» den ei«ch
beslisten hoe in een bedrijf zal
gehandeld worden, geef ook den
medewerkers een stem in het
kapittel.
Als men dezen eisch zoo opper
vlakkig hoort, lijkt hij zeer aan
nemelijk. Wat is er gewensch-
ter dan te profiteeren van het
inzicht van een zoo groot mo
gelijk aantal personen. Doch is
dit nu iets nieuws, zal niet ieder
een die besluiten te nemen heeft
zich op. de hoogte stellen van
hetgeen andere betrokkenen van
de aanhangige zaak weten
Iedere beslissing berust op de
combinatie van een zekere hoe
veelheid gegevens. Het moge
erg genoegzaam voor een chef
lijken om te willen besturen zon
der zijn ondergeschikten aan 't
woord te hebben gelaten, maar
wie er mee bekend is hoe over
stelpend groot het aantal kwes
ties is waarbij in den tegen-
woordigen tijd een onderneming
betrokken is, weet evenzeer, dat
geen enkel chef meer van alles
op de hoogte kan zijn en nood
gedwongen de voorlichting van
medewerkers moet zoeken, on
verschillig of een wet hem daar
toe noodzaakt of niet.
Medezeggingschap is dan ook
volstrekt niets nieuws, getuige
het bestaan in verschillende be
drijven van z.g. kernen" of
eigenlijk nog meer van conte-
renties", waarin de bij uitvoering
van werkzaamheden betrokken
personen met elkaar overleggen
om een gezamenlijke richtlijn te
bepalen.
Wat de voorstanders van bij
de wet ingevoerde medezeg
genschap willen is dan ook geheel
iets anders dan hetgeen men
volgens normale opvatting onder
gezamenlijk overleg zou verstaan.
Trouwens het maakt al dadelijk
een zonderlingen indruk, dat
degenen die juist onze tegen
woordige maatschappij bestrij
den nu iets aan de hand zouden
willen doen waarmee een be
zwaar, dat voor hen in deze
maatschappij bestaat wordt op
geheven, doch waarmee de ka
pitalistische maatschappij die zij
wenschen te bestrijden dan te
vens hechter zou zijn gemaakt.
Bijzondere nauwlettendheid
bij de beoordeeling van het
verbeteringsmiddel, dat zij voor
stellen is daarom geboden en
dan blijkt al spoedig, dat geen
^medezeggenschap", maar zeg
genschap" wordt gevraagd. Wat
zou trouwens met medezeggen
schap bedoeld kunnen zijn in
dien men de van zelf sprekend
plaats vindende gezamenlijke
beoordeeling van zaken, waarin
de ondernemer een beslissing
heeft te nemen, onvoldoende
medezeggenschap acht.
Er zijn menschen die de illusie
hebben, dat wanneer over een
vraag bij stemming wordt be
sloten de beslissing door allen
samen genomen is. Dit verbeeldt
men zich. Stel eens dat er 5
stemmen vóór en 6 stemmen
tegen zijn geweest, dan is alleen
maar beslist door den eenen
man van de tegenstemmers die
in aantal de vóórstemmers te
boven gaat.
Medezeggenschap als iets an
ders dan overleg met beslissing
door dengeen die aan het hoofd
van het bedrijf staat is logisch
ondenkbaar, omdat zooals het
ook in den volksmond heet
één mensch het maar kan zeg
gen. En wanneer niet éen maar
een groet aantal menschen het
zeggen, zal is het spreek
woord van toepassing, dat luidt
zooveel hoofden zooveel zinnen.
Een bizonder rake qualificatie
gal ir. A. Plate, de algemeene
voorzitter der scheepvaart ver-
eeniging ,Zuid" in de rede die
hi) onlangs op een vergadering
van deze vereeniging hield en
waarbij de medezeggenschap
door hem het Allen-Meepraten-
Systeem" genoemd werd.
,Het Allen-Meepraten-Systeem
alduB ir. Plate kan in het
'gunstige geval leiden tot een
doode musch, tot het instellen
van den een of anderen raad,
welke in schijn veel, maar in
werkelijkheid niets doet. Bevre
diging aan de werknemers en
daardoor bevordering van rust
in het bedrijf is er zeker niet
van te verwachten, mogelijk zal
het ongenoegen zich keeren te
gen de gekozen medezeggers.
„Maar wat ook het resultaat
moge zijn, in ieder geval loopt
de bedrijfsleiding kans op ver
zwakking en voor een zoo eco
nomisch mogelijk beheer ten
bate van allen, is dit zeker Diet
gewenscht. Onze tijd eischt meer
dan ooit krachtige leiders, toe
gankelijk wel voor al wat in de
samenleving groeit, maar in
staat tevens om te schiften wat
er valsch en wat er echt in is.
Voor de leiding in het bedrijf
geldt dit evenzeer als voor de
leiding over staats- en stads
colleges. Overal is behoefte aan
sterke leiding en aan gelegen
heid om die uit te oefenen, zij
het dat bepaalde reserves tegen
uitwassen noodig kunnen zijn.
Die reserves zullen dan echter
steeds een negatief karakter
moeten hebben en nooit eeD
vorm kunnen aannemen, waar
door feitelijk mee-geregeerd zal
worden door lieden die terzake
geen verantwoording dragen".
Ingezonden Mededeeling.
Indien bij het scheren uw huid
pijn doet of stuk gaat, kunt gij
dit voorkomen door uw huid
vóór het inzeepen eerst in te
wrijven met een weinig Purol.
Breskena. Hedenavond ver
gaderd de Raad onzer gemeente.
In ons volgend nummer komen
wij hierop terug.
Cadzand. De Raad dezer
gemeente kwam Woensdagavond
in voltallige vergadering bijeen.
Besloten werd adhaeaie te be
tuigen aan een adres van de
vereeniging van Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers in
West Zeeuwsch-Vlaanderen tot
Gedeputeerde Staten om niet
over te gaan tot verdere inkrim
ping van de Zondagdienstrege
ling bij de Provinciale stoom
bootdiensten. Ten aanzien van
de veranderde verrekening van
vorderingen op het Rijk of om
gekeerd, die 1 Juni a.s. in wer
king zal treden, besluit men de
vorderingen terstond op te vra
gen en geen rekening courant
te'Openen bij de Bank voorNe-
derlandsche gemeenten.
Op het verzoek van den land
bouwer A. Quaak om tegemoet
koming in de kosten van ver
voer voor zijn twee kinderen,
die de school met den bijbel te
Oostburg bezoeken, wordt beslo
ten belanghebbende f2.70 per
maand en per kind te betalen.
Voor zich aan te sluiten bij
de „Wet-Risico" zal nog eerst
geinformeerd worden naar even-
tueele verzekeringsmogelijkheid
bij ongevallen, ontstaan door
overmacht.
Het gemeenteverslag over het
jaar 1924 wordt den raad aan
geboden en geeft geen aanlei
ding tot bespreking. Het kohier
hondenbelasting wordt vastge
steld met 66 artikels tot een bei
drag van f 193.
Met het oog op de electrifi-
catie der buurtschap .Potjes"
wordt besloten de begrooting
voor den dienst 1925 te wijzi
gen en een geldleening aan te
gaan van hoogstens f 6500,
Schoondijke. In den nacht
van Zondag op Maandag is al
hier bij enkele ingezetenen dief
stal gepleegd, zelfs ook door
inbreking. Dinsdag mocht het
de maréchau-sée te Breskens,
alwaar ook aangifte van diefstal
was gedaan, gelukken den da
der, een 19 jarige Belg, te arres
teeren en naar de kazerne over
te brengen. Donderdag werd
de dader aan den Rijksveld
wachter te Schoondijke over
geleverd, in verband met de
daar plaats gehad hebbende
diefstallen. Bij confrontatie be
kende hij hieraan schuldig te
zijn.
Ter bewaring werd hij op
gesloten in het arrestanten-lokaal.
Toen des anderen daags de
Rijksveldwachter den arrestant
zou halen, kwam hij tweedens,
de vogel was gevlogen. Hoe, is
een raadsel, niets was verbroken.
Denkelijk heeft hij het aange
namer gevonden alleen naar Bel
gië te gaan, dan onder politie-
geleidde naar Middelburg.
Aardenburg. Maandag 27
April kwam de Raad der ge
meente in voltallige zitting bij
een.
Ouder de ingekomen stukken
bevond zich o a. een schrijven
van de Raadsleden Lannoye en
Blondeel, dat zij hun verzoek in
de vorige zitting gedaan, n.l tot
intrekking van de besluiten van
1857 en 1858, weder introkken.
Eveneens hun verzoek om de
benoeming der regenten van het
Burger Gasthuis weder door de
Raad te doen geschieden. Het
stadium, waarin de Gasthuis
zaak zich op het oogenblik be
vindt, was oorzaak dat genoem
de Raadsleden meenden hun
verzoek te moeten intrekken.
In verband hiermede vraagt
de heer van der Hooft, hoe het
komt, dat die menschen op 22
Maart wisten in welk stadium
de Gasthuiskwestie was. Was hun
dit medegedeeld door de Wet
houdersvergadering en zoo ja,
worden dan sommige Raadsleden
op de hoogte gehouden en an
deren niet
De Burgemeester zei, dat hij
geen onderscheid maakte
tusschen de Raadsleden en allen
dezelfde inlichtingen bekomen.
Vermoedelijk hebben de heeren
zoo gehandeld, omdat ze wisten
dat B. en W. het Gasthuis ge
plaatst hebben onder letter a
van artikel 2 üer Armenwet, het
geen de heeren direct beaamden.
B. en W. stelden voor het
conceptreglement vau de Schoon
heidscommissie voorkennisgeving
aan te nemen.
Mevrouw van den Broeckekan
de zienswijze niet deelen, zij
acht het noodzakelijk voor een
gemeente als Aardenburg, waar
nog zooveel mooie gevels zijn,
dat er een reglement is, dat het
behoud waarborgt
De heer van der Hooft noemt
eenige onsmakelijke verbouwin
gen van oude hui/en, waardoor
de straat veel geleden heeft in
aanzien.
De Burgemeester was dit nog
niet opgevallen en meende te
kunnen volstaan met een advies
van B. en W. bij het aanvragen
van bouwvergunning. Het voor
stel van B. en W. om het regle
ment voor kennisgeving aan te
nemen wordt daarna aangenomen
met rechts tegen links.
Op een verzoek van P. T. de
Bruijne en 5 anderen tot ver
harding van het Korte Dreefje,
stellen B. en W. voor afwijzend
te beschikken, vanwege de hoo-
ge kosten. Wel wordt toege
zegd, dat er voor behoorlijke
afwatering zal worden gezorgd.
De heer Reepmaker wijst er
op, dat dit de eenige straat
binnen de kom der gemeente is,
welke nog niet is verhard.
Mevrouw van den Broecke zou
gaarne een begrooting zien voor
een verharding nut macadam.
De heer Blondeel stelt voor
sintels te gebruiken en de heer
van der Hooft kromme waal
klinker zooals in de Brouwerij
straat.
Het verzoek van de heeren
jolivet om een trottoir te krij
gen langs hunne huizen op de
markt wordt aangenomen.
De heer van der Hooft hoopt,
dat er nu ook trottoir zal komen
in de Sassenstraat, terwijl de heer
Reepmaker de volle aandacht
vraagt voor een betere bestra
ting vanaf de Burchtstraat tot
aan de Herv. Kerk.
Ingekomen was een verzoek
van 't Bestuur van 't Ziekenhuis
om adhaesie te betuigen aan
hun request aan de Regenten
van het Burger Gasthuis, in
houdende een verzoek om de
vrije geneeskundige hulp bui
ten het Ziekenhuis aanmerke
lijk uit te breiden, zoonoodig
door reorganisatie van het Gast
huis.
B. en W. stellen voor het ver
zoek voor kennisgeving aan te
nemen,
Mevr. van den Broecke vraagt
het woord teneinde eenige on
waarheden in het request te
weerleggen.
De Burgemeester weigert alle
discussies over het Gasthuis in
de openbare vergadering. Dit
kan straks desnoods gebeuren
met gesloten deuren.
Mevr. van den Broecke meent
het recht te hebben het woord
over elk onderwerp te voeren.
De Burgemeester meent dat
als B. en W. iets vooi kennis
geving willen aannemen de zaak
dan niet meer besproken behoeft
te worden.
De heer van der Hooft zegt
dat de leden van den Raad in
de gelegenheid moeten gesteld
worden hun oordeel uit te spre
ken. Ook zou hij gaarne willen
wijzen op eenige verdachtma
kingen in 't voornoemde request.
De Burgemeester sluit de dis
cussie en gaat over tot stemming.
Zooals te verwachten werd het
besluit om het request voor ken
nisgeving aan te nemen, aan
genomen met rechts tegen links.
Aan de orde kwam nu een
verzoek van de Wijkverpleging
en T.b.c. bestrijding uitgaande
van het Burger Gasthuis om een
subsidie van 300 gulden,
B en W stellen voor afwij
zend te beschikken, daar het
gasthuis zelf deze zaak maar
moet bedruipen.
Mevrouw Van den Broecke
wijst er op dat er in Januari
1922 op het Gemeentehuis te
Aardenburg een bespreking is
geweest van regenten B. G. het
dagelijksch bestuur der gemeente
en een commissie van Ged. Sta
ten. De heer Rompu gaf toen
te kennen, dat hij er prijs op
stelde dat de verplegingsdienst
in het gasthuis aan de hoogste
eischen zou voldoen. In een la
tere brief wenschten Ged. Staten
2 gediplomeerde Zusters en drie
leerlingen.
De Regenten vonden dit toen
teveel en brachten het aantal
op 1 Directrice en 4 leerlingen.
Herhaaldelijk wezen G. S. er
echter op dat er een gediplo
meerde kracht moest bijkomen.
De Regenten konden echter
nog niet besluiten, daar zij voor
zagen, dat de tweede gediplo
meerde kracht niet geregeld
werk zou hebben. Eind 1923
meenden zij echter een oplos-
sing gevonden te hebben, en be
noemden zij als tweede gediplo
meerde kracht een wijkzuster,
in wier instructie staat, dat zij
in het ziekenhuis moet helpen
bij operaties en waar noodig de
directrice vervangen. Op deze
wijze profiteert dus de gemeente
van deze kracht, terwijl het gast
huis voldaan heeft aan de wensch
van Ged. Staten.
Van geld onttrekken aan het
doel der instelling, zooals ook
in het request van het zieken
fonds gesproken wordt, is dus
geen sprake. Met het volste
recht hadden de regenten hun
tweede kracht kunnen benoemen
enkel voor gasthuiswerk, en dan
was ook voldaan aan de wensch
van Ged. Staten. Nu verricht ze
bovendien nog veel nuttig werk
in de gemeente en kunnen de
on- en minvermogenden gratis
van deze hulp gebruik maken.
Bovendien is het werk der
wijkverpleging tevens t.b.c. be
strijding en dat zulks gewaar
deerd wordt, door het rijk, be
wijst de gegeven subsidie. Ged.
Staten hebben de regenten van
hetGasthuis vroeger meegedeeld,
dat, mocht het gasthuis te eeniger
tijd nog een tekort blijken te
hebben, aan de gemeente een
subsidie behoort te worden aan
gevraagd, mede op deze gron
den bepleit Mevrouw Van den
Broecke het toestaan der ge
vraagde subsidie.
De heer Van der Hooft wijst
er op dat het Gasthuis reeds
voor meer dan 2 ton besteed
heeft voor armenzorg in de ge
meente en meent dat de ge
meente dit niet uit het oog moet
verliezen.. De Burgemeester acht
het een staaltje van plicht van
het B.G. want het geld behoort
aan de gemeenschap. Bovendien
vindt de Burgemeester dat hij
te weinig overzicht krijgt over
de wijze, waarop het B.G. zijn
gelden besteedt. De heer Van
der Hooft merkt op, dat het
gemeentebestuur toch steeds de
rekening en de bescheiden ter
goedkeuring krijgt.
De Burgemeester zegt geen
inlichtingen gekregen te hebben
op zijn vraag aan regenten welke
personen met een vrijkaart be
deeld worden.
De heer Van der Hooft zou
gaarne van antwoord dienen, hij
heeft dan echter hetzelfde fei
tenmateriaal noodig als zooeven
bij het request van het zieken
fonds. Toen heeft de Burge
meester hem echter het woord
niet willen verleenen.
Het voorstel tot weigering van
de subsidie wordt daarna aan
genomen rechts tegen links.
B. en W. stellen voor op de
begrooting van 1925 een post
van 300 gulden te brengen voor
het innen van verschillende
rechtskundige adviezen, o. a.
Gasthuiskwestie, Politie-veror-
dening enz.
De heer van der Hooft merkt
op, dat het Gasthuis zeker wel
hoofdzaak zal zijn, hetgeen door
den Burgemeester wordt beaamd.
De heer van der Hooft vraagt
of er bij B. en W. reeds een
antwoord van Ged. St. is geko
men op het besluit het Gast
huis voortaan als Gemeente-in-
instelling te beschouwen.
De Burgemeester geeft een
ontwijkend antwoord, doch wilde
in besloten vergadering meer
over deze post meedeelen.
De heer van der Hooft wijst
er op, dat de Gemeentewet voor
schrijft, dat er over wijziging
van de begrooting in een open
bare Raadszitting moet verga
derd wo den.
De Burgemeester neemt van
deze opmerking geen nota en
wil het voorstel in stemnrng
brengen.
Mevrouw van den Broecke wil
eerst weten, waarvoor het geld
gebruikt moet worden en vraagt
of het soms al is uitgegeven.
De Burgemeester zegt, dat het
nog moet uitgegeven wordeo.
De heer van der Hooft merkt
nogmaals op," dat deze zaak in
de openbare vergadering moet
behandeld worden.
De Burgemeester zegt, dat de
Raad vertrouwen moet hebben
in B. en W., stellen deze voor
een rechtskundig advies in te
winnen, dan moet de Raad hier
mede genoegen nemer, over
procedures wenscht hij niet in
het publiek te spreken.
Het vermenigvuldigingscijfer
werd van 1,1 op 0,85 gebracht.
Schorsing der vergadering.
Een uur later kon het publiek
weer boven komen, een onver
staanbaar gemompel achter de
groene tafel, later vernamen wij,
dat de stemming had uitgemaakt,
dat met rechts tegen links was
aangenomen om de wijziging der
begrooting goed te keuren. Ver
der geen woord meer over de
kwestie.
De heer Reepmaker vraagt
naar het verslag der Commissie
voor watervoorziening. De Bur
gemeester zegt, dat de commis
sie eerst de zomertoestand der
brandputten nog eens wil nagaan.
Na een woordenwisseling tus
schen de heeren Lannoye en
Van der Hooft over de verple
ging in het gasthuis van een fa
milielid van Van der Hooft werd
de vergadering gesloten.
Aardenburg. Naar wij ver
nemen is de linkerraadsfractie
alhier in beroep gegaan bij Ged.
Staten over de wijze, waarop
de wijziging begrooting in de
Raadsvergadering is behandeld.
Zij wijzen erop, dat de gemeente,
wet verbiedt, over een dergelijk
artikel te beraadslagen in beslo
ten vergadering.
Dinsdagavond was er in
de Hervormde kerk alhier een
orgelbespeling door den heer
Alt organist te Bolsward. Jammer
dat er zoo weinigen waren op
gekomen om te genieten van de
heerlijke tonen, die de heer Alt
aan het orgel wist te ontrekken.
Soms was het of men een ge
heel orkest hoorde, het register-
spel was voortreffelijk. Vooral
de fluitsolo kwam prachtig tot
zijn recht, tustchen het wiegende
geluid van het kerkoor hoorde
men in de verte de herdersflui
ten, Het was een uur vol kunst
genot, waarvoor zich het statige
kerkgebouw in onze gemeente
ook bijzonder goed leent.
Waar de Aardenburgers steeds
met zooveel trots spreken over
hun Koninklijke Fanfaren is het
ons Bteeds een raadsel, waarom
er zoo weinigen opkomen op
dergelijke avonden, om hunmu-
ziekgevoel nog verder te ont
wikkelen. Laten we hopen, dat
de heer Alt bij een volgende
tournee meer gehoor zal hebben,