DE GALEISLAAF. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHVLAANDEREN Uiterlijk vsrdragsn. Het zwarte goud* BRESKENSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS IN ALLE PLAATSEN VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abonnementsprijs per drie maanden f 1.25 franco per post f 1,40 A d v e r t e n t i e p r ij s v a n 1 5 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Ingez. Meded. 30 ct. p. regel. Drukker-Uitgever E. BOOM—BLIEK TNoe.'m" BRESKENS Postgiro 17704 Abonnements-Advertenties zeer billijk tarief. Advertenties worden aangenomen tot uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag 1 uur 34e Jaargang Woensdag 25 Maart 1925 Nummer 3015 Wie niet naar maatschappe- lijken stand of geboorte maar naar de beteekenis der persoon lijkheid den niensch pleegt te schatteD, is over 't algemeen zoo licht geneigd, aan de gaven van hoofd en hart wat al te veel eenzijdige waarde toe te kennen en voorbij te zien, dat de per soonlijkheid niet enkel door deze intellectueele en moreele eigen schappen bepaald wordt, maar dat ook de fijnere nuances van goeden smaak, tact, wellevend heid, ja dat zelfs het uiterlijk gedragen aan de persoonlijkheid beteekenis verleent en dat, wie de waarde van den mensch naar zijn persoonlijkheid wil beoor- deelen, die persoonlijkheid als geheel heeft te zien en daarom zelfs zijn uiterlijke gedragingen, voorzoover ze niet door leege vormelijkheid bepaald worden, mede in het geding heeft te be trekken. Het is dwaasheid te meenen, dat de uiterlijke ge dragingen, zelfs de omgangsvor men van den mensch niets met zijn persoonlijk en innerlijk le ven te maken hebben en dat zij uitsluitend het gevolg zijn van het toevallig milieu, waarin hij is opgegroeid. Natuurlijk oefent dat millieu invloed. Maar dat wil zeker nog allerminst zeggen, dat daarom die uiterlijke vor men, de manier van zich tegen over anderen te gedragen, geen beteekenis hebben voor de be oordeeling van de menschelijke persoonlijkheid. De omgeving, waarin, we geregeld verkeeren en vooral die, waarin we opgroei en, oefent op elk gebied haar invloed. We zijn dat, waartoe onze aangeboren aanleg onder den invloed van omgeving en levensomstandigheden uitgroeit. Maar wil dat zeggen, dat we den mensch niet naar zijn ka rakter en moraliteit beoordeelen, wanneer hij misdadig geworden is door de omgeving, waarin hij opgroeide Juist de wijze, waar op zijn persoonlijkheid op die omgeving reageerde, bepaalt zijn karakter. En al kunnen we hem ggSFHsgsBYeK. 58 O 1 neen 1 lief kind 1 Nooit zal ik zonder sidderen denken aan de nachtmerrie der laatste jaren. Zie mij aan, ik ben in twee jaar wel twintig jaar ouder geworden en ik zie er uit als was ik zeven tig. Ik had dus groote zonden begaan om zoo wreed te worden getroffen? Want de kastijding, die jij aanneemt, werd ook uit gestrekt tot je zuster, tot je moeder, en dat was niet recht vaardig 1 Het gelaat van Jacques betrok en zijn blikken werden droevig. Neen, en dat juist zal mij streng maken tegen hen, die mij met hun haat vervolgden. En daarom is voor mij het uur nog niet gekomen om toegevend en hulpvaardig te zijn. Ik moet eerat veroordeelen en straffen. Ben je zeker, daarin te slagen De schuldigen kunnen mij niet Ontsnappen. Zij zijn in mijn handen. Hunne eigen veiligheid bestaat in de zekerheid, waarin zij verkeeren, dat ik nooit terug zal komen. Maar indien ik al hun misdaden ken, weet ik de dan wellicht zijn misdadigheid, zelfs zijn misdaad, niet alt mo reele schuld aanrekenen, wan neer we den invloed begrijpen, waaronder hij geleefd heeft, we zullen niettemin bij de beoor deeling van zijn persoonlijkheid, bij het schatten van zijn waarde en beteekenis als mensch, afge zien van alle moreele schuld, die misdadigheid laten gelden. Zoo doen we natuurlijk even zeer met iemand's ruwheid, lomp heid, gebrek aan wellevendheid en beleefdheid en dergelijke eigenschappen en gewoonten, die voor een deel onder den invloed zijner omgeving ontstaan. Zelfs wanneer ze geheel het gevolg van die omgeving waren, dan zouden we ze nog op zijn de bet schrijven. Maar dat is nooit het geval. Ieder reageert ook in dit opzicht anders op den in vloed, die van zijn omgeving uitgaat. En de wijze van reactie wordt door zijn oorspronkelijken aanleg bepaald. De oorspronke lijke aanleg beslist tenslotte grootendeels wat er van hem wordt. En het is deze aanleg ook, die zijn beslissend woord meespreekt, waar het gaat om wat men wel, schoon foutief, en uiterlijke vorming van den mensch noemt. Want ook wellevendheid, be leefdheid, ook de wijze van gedragen en zich voordoen, ko men in laatste instantie uit de persoonlijkheid voort, zij het dan uit de persoonlijkheid, zoo- als die zich onder invloed der omgeving gevormd heeft. Het zijn geen uiterlijke vormen, die opgeplakt zitten en die soms het privilege schijnen van bepaalde maatschappelijke standen. Ook iemand van maatschappelijken stand kan innemen door zijn mannier van optreden, kan ver rassen door een uiterlijken om gangsvorm, die bekoort, al zal die vorm wellicht iets anders zijn dan men onder de rijker en aanzienlijker menschen gewoon is, door een natuurlijke welle vendheid en beleefdheid, die aangenaam aandoen. Want tenslotte zijn deze vor men, deze wellevendheid en be- redenen niet, waarom zij ze heb ben begaan. En daarin vooral zal mijn rechtvaardiging liggen. Ik moet bewijzen, moeder, niet alleen dat ik onrechtvaardig ver oordeeld ben, maar ook wie de schuldige was, en waarom hij het was. Dus die ongelukkige vrouw, zei mevr. de Fréneuse, die men je beschuldigde vermoord te hebben, leeft. Zij leeft, en zij is hier in de stad. Gisteravond zong zij in Covent Garden, en met onze vrienden woonde ik de voorstel ling bij. In een donkere loge, gegrimeerd als een acteur, om onherkenbaar te zijn, bracht ik den avond door in tegenwoor digheid van Lea Perelli. Tra- gomer had zich niet bedrogen. Zij was het wei. Maar de sporen harer wroeging zijn op haar gelaat zichtbaar. Ondanks hare schoonheid lijdt zij, daar ben ik zeker van. Ik weet niet welke .motieven haar leidden, toen zij de wreede daad beging, waar voor ik verantwoordelijk werd gesteld. Maar ik twijfel er niet aan of zij betreurt die. En wie weet, misschien is zij geneigd 't kwaad te herstellen Binnenkort zal ik alles weten, want ik moet leefdheid een uiting van natuur lijken goeden smaak „en de hou ding tegenover het gevoel voor zijn medemenschen. Wellevendheid en beleefdheid zijn tenstlotte een vorm van naastenliefde en zelfs een ver fijnden vorm, die men in haar diepere beteekenis alleen bij edele en fijngevoelige naturen aantreft. Zij beteekenen voor komendheid, hulpvaardigheid, een juist begrip van de woorden ,wat gij niet wilt, dat u ge schiedt, doe dat ook een ander niet", zorg dus om anderen niet te kwetsen of pijn te doen. En daarnaast komt er een natuur lijke alkeer van ruwheid en lompheid in tot uiting. Het is dan ook dwaas, de zeer bizon- dere beteekenis van deze twee, wellevendheid en beleefdheid, voor het maatschappelijk leven te miskennen. Zij zijn het juist, die dat leven vergemakkelijken en voor botsingen en gewelda- digheden zoo goed mogelijk be waren, die feitelijk den omgang tusschen menschen met zoo ver schillende begeerten, gedachten en behoeften en zoo uiteenloo- pende belangen mogelijk maken. Zij zijn als 't ware de olie, waar- door het raderwerk van ons maatschappelijk leven zonder tel kens voorkomende schokken kan blijven voortgaan. Dat geeft haar werkelijk geen geringe be teekenis. En het is daarom zoo goed, dat we haar ook bij onze kinderen aankweeken. Er is te genwoordig een algemeene nei ging tot verruwing door minach ting van de gewone omgangs vormen en zelfs van zekere na tuurlijke wellevendheid. De in werking van den oorlog en zijn consequenties doet zich daarin waarschijnlijk gelden. Maar het komt ook, omdat men de wer kelijke beteekenis ervan niet be grijpt en niet geneigd is welle vendheid, beleefdheid, welge manierdheid en een tactvol ge dragen als karaktereigenschappen en in hun waarde voor het maat schappelijk leven hoog aan te slaan. Dat verruwt ons leven. En onder den invloed van die verruwing raken zeker allereerst met haar een onderhoud hebben, waarvan het succes onzer onder neming zal afhangen. Zou geen andere invloed dan die van jou op die vrouw vat hebben zei mej. de Fréneuse. Zou zij niet voor medelijden toegankelijk zijn Als ik haar eens ging opzoeken, om haar te smeeken. Neen. Onmogelijk. Zij zou gewaarschuwd worden, zonder dat wij eenig resultaat verkre gen. Als ik tegenover haar zal staan, heb ik niets te vreezen. Ik ducht van haar verraad noch geweld. O I ik zou minder gerust zijn, als ik te doen had met mijn voortreffelijken vriend Sorège. O 1 de ellendeling 1 Ja, de ellendeling I Hij ver dient alle haat en verachting. Maar geduld slechts 1 Wachten wij af tot wij precies weten, welke rol hij heeft gespeeld in het drama, en hij zal gestraft worden, daar sta ik u borg voor, voor al wat hij ons deed lijden. Het gelaat van Jacques ver helderde, en zich tot zijne zuster wendend, sprak hij Zie me daar eens een jong meisje zitten, zoo deftig als een oude vrouw. Is haar hart voortaan de jongeren. Door woord en voorbeeld zullen we daartegen moeten ageeren. Ook de fijnere aanleg voor wellevendheid moet in den mensch geboren zijn. Maar we kunnen haar door onze eigen gedragingen in ons zelf en anderen ontwikkelen. Wanneer we beseffen in hoe sterke mate ons uiterlijk gedra gen niet alleen de aantrekkelijk heid, maar ook de waarde van onze persoonlijkheid bepaalt en van hoe belangrijke beteekenis het ook voor den goeden gang van ons maatschappelijk leven is, dan zullen we ongetwijfeld steeds meer ons willen inspan nen om ook wellevendheid en beleefdheid in ons en anderen te ontwikkelen en ook in dezen vorm onze naastenliefde tot uiting te brengen. Wanneer er één product is, dat van de allergrootste betee kenis is geworden voor de mo derne maatschappij, dan is het zeer zeker de steenkool of, zoo als het ook wel genoemd wordt, het zwarte goud. Vooral de uitvinding van den stoom heeft tengevolge gehad, dat de waarde van de steenkool sterk steeg. Maar het is niet di rect de waarde van het product als handelsartikel, doch de groote beteekenis van de stof alswaar- demiddel voor de industrie. Evenmin als het graan, kan de steenkool gemist worden. Beide producten, de een gewon nen door 's menschen arbeid de ander door zijn vernuft, zouden in de tegenwoordige maatschappij niet meer gemist kunnen worden. Beiden zijn dan ook van pri maire beteekenis. De granen voorzien de geheele wereld van de allernoodzakelijkste levens behoeften en zorgen, daar zij ook als voedsel voor de dieren gebruikt worden, voor het dier lijke voedsel wat de mensch noodig heeft. En behalve het dierlijke voedsel, worden ook de afval, de huid en de been alleen toegankelijk voor ernstige zaken en ongevoelig voor al het andere? En toen Marie bloosde en den blik afwendde, ging hij voort Tragomer heeft met mij uit gesproken. Ik weet welke zijn zwakheid was. Ik weet ook, welke jou strengheid is geweest. Maar hij heeft een oogenblik van zich vergeten hersteld door maanden van volharding. Dat ik nu bij u ben, dank ik aan Christian en aan Marenval, mijn beide redders. Wat Maren- val aangaat, ik geloof dat hij zijn loon zal vinden in zijn zelf voldoening. Hij heeft zich ge dragen als een held. Hij geeft zich daar rekenschap van en die gedachte is voldoende voor zijn geluk. Maar Christian Hoe zullen wij hem voor zijne be moeiingen beloonen, indien mijn zuster zich niet met onze schuld belast Mej. de Fréneuse sloeg haar oogen naar haar broeder op, en zei met een bewonderenswaar dig lachje Ik wist, dat ik hem zou kunnen beloonen voor al wat hij voor ons ging wagen. Wees gerust, ik zal op den vervaltijd den wissel honoreeren, deren voor tal van doeleinden gebezigd. Maar speelt het graan een groote rol in onze volks huishouding, van niet minder be teekenis is die van de steenkool. Men denke slechts aan den ge weldigen ommekeer, dien deze brandstof voor de machines te weeggebracht heeft. Wat zou er van ons moderne transport, wat van de industrie en handel terecht komen, wanneer dit pro duct er eens niet was 1 En ook als verwarmer van onze, vooral in de koude jaargetijden, zoo gezellige woningen speelt de steenkool een groote rol. Geen wonder, dat dan ook als gevolg van de groote beteekenis dit product de naam van het zwarte goud gegeven is. Zonder dit product, dat onder moeilijke omstandigheden en dikwijls ten koste van heel wat leed men denke maar eens aan de groote mijnont- ploffingen, waarbij soms hon derd en meer slachollers den dood vinden uit de diepste diepten boven de aarde wordt gebracht, zonder dit product toch zou ook de graanvoorzie- ning niet dien omvang hebben, welken zij nu heeft. Immers maakt de steenkool niet alleen mogelijk een belang rijke vermeerdering der graan- productie, door het gebruik van landbouwwerktuigen, doch ook bevorderd zij een omvangrijker productie, daar het vervoer een verbouwing van granen in de verst afgelegen streken van de wereld mogelijk maakt. Wat zou de menschheid voor profijt heb ben van de reusachtige graanteelt in Canada of Australië, wanneer de steenkool het uitgebreide vervoer in deze onafzienbare streken niet mogelijk maakte. Want was het vervoer er niet, dan zou de verbouwing van al dat graan in die verre landen niet mogelijk zijn, daar dan de afzet van het product niet zou kunnen plaats vinden. Zoo gaat het met tal van andere gewas sen door 't moderne transport wezen is een productieve teelt mogelijk. Mag ik hem roepen Het zou billijk zijn, hem eenige aanmoe digende woorden toe te voegen. Mej. de Fréneuse knikte toe stemmend. Jacques drukte op den knop eener electrische schel. Marenval en Tragomer trad bin nen. Staande in den salon, een weinig bleek, zag Marie de Fréneuse Christian komen. Had zij hem bemind, voor zij hem zoo ruw had afgewezen Het fiere en ernstige meisje behoor de niet tot haar, die licht haar hartgeheimen verraden, in dit oogenblik keek zn hem strak aan, en voor haar, beefde de ruwe Tragomer, met zijn reuzen bouw en zijn Hercules-armen, van ontroering. Ik wilde u juist spreken, me neer de Tragomer, zei mej. de Fréneuse op vasten toon. Een half jaar geleden, toen gij ver- trokt, reiktet ge mij de handen ik legde er de mijne in. Sedert hebt gij groote rechten verkregen op mijne dankbaarheid. Mijn broer beweert, dat ik u alleen kan bedanken, zooals het behoort, voor de toewijding, die gij hem hebt betoond. Ik ben van dank baarheid voor u doordrongen en indien het mogelijk is, u daarvan een bewijs te geven, spreek, ik ben bereid u toe te staan, wat gij verlangt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1925 | | pagina 1